

Prof.mr. C. Kelk is hoogleraar strafrecht en penitentiair recht aan de Universiteit Utrecht.
Meer over Constantijn KelkStudieboek materieel strafrecht
Samenvatting
Deze uitgave over het materieel strafrecht geeft een grondige duiding van het in Nederland geldende materiële strafrecht en sanctierecht. Je maakt kennis met zowel de grondslagen als de laatste relevante actuele ontwikkelingen. Dankzij de vele illustratieve voorbeelden uit de rechtspraak maak je jezelf de stof vlug eigen.
Studieboek materieel strafrecht biedt een grondige en tegelijkertijd toegankelijke inleiding voor (gevorderde) studenten in de rechten. Het studieboek helpt hen de belangrijkste leerstukken van het strafrecht te bemeesteren.
De eerste twee hoofdstukken leggen de fundering van het materieel strafrecht. Je maakt hierin kennis met de kernbegrippen rond de strafbaarheid van daad en dader, het slachtoffer, strafrechtstheorieën, de verhouding van het strafrecht tot het (punitief) administratief recht, en de Nederlandse en Europese strafrechtelijke ontwikkelingen.
In de volgende tien hoofdstukken krijg je grondig inzicht in het legaliteitsbeginsel en de interpretatiemethoden, wederrechtelijkheid, causaliteit, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging en voorbereiding, deelneming, de strafbare corporatie, de sancties, de straftoemeting en de straftenuitvoerlegging.
Actueel materieel strafrecht
De 7e editie van dit langlopende studieboek is integraal herzien. Met de heldere opbouw en hoofdlijnen van de vorige edities intact, is de inhoud grondig bijgewerkt naar de sinds de vorige druk verschenen rechtspraak en literatuur.
De rijke diversiteit aan rechterlijke uitspraken en praktijkvoorbeelden verlevendigen de beschouwingen. Ze helpen de student de stof snel eigen te maken. De heldere stijl en inzichtelijke compositie maken de titel tevens geschikt voor iedereen die in bredere zin betrokken is bij de strafrechtspraktijk of daarin geïnteresseerd is.
Specificaties
Inhoudsopgave
Gebruikte afkortingen xv
Hoofdstuk 1 Essentialia en achtergronden van het Nederlandse strafrecht 1
1.1 Wat is strafrecht? 1
1.2 De geest van ons Wetboek van Strafrecht 5
1.3 Het ultimum remedium-karakter van het strafrecht 9
1.4 Rechts- en wetsdelicten; misdrijven en overtredingen 13
1.5 Het strafrecht en de materiële normen 15
1.6 De door het strafrecht beschermde rechtsgoederen 17
1.7 De verschillende richtingen en hun rechtvaardiging van het strafrecht 18
1.7.1 Subjectieve opvattingen liggen in de aard van het strafrecht besloten 18
1.7.2 De absolute vergeldingstheorieën 20
1.7.3 De Klassieke Richting 21
1.7.4 De relatieve of doeltheorieën 22
1.7.5 De Moderne richting en de IKV 22
1.7.6 De verenigingstheorie, dominant in onze strafrechtscultuur 26
1.8 Het na-oorlogse strafrecht: paternalistisch-humaan 28
1.8.1 De Utrechtse School met W.P.J. Pompe als voorman 29
1.8.2 De School van M.P. Vrij 34
1.8.3 Juridisering en welzijn (1970-1980) 36
1.9 Nieuwere ontwikkelingen 38
1.9.1 Het slachtoffer in het strafrecht 38
1.9.2 Verzakelijking, neo-vergelding, veiligheid en terrorismebestrijding 43
1.9.3 Het bestuursstrafrecht 47
1.9.4 Europees strafrecht 51
Hoofdstuk 2 Het strafbare feit en de strafbare dader 59
2.1 Verschillende dimensies van het begrip strafbaar feit 59
2.2 De bestanddelen van het wettelijk omschreven delict 61
2.2.1 De gedraging; typen delictsomschrijvingen 61
2.2.2 De omstandigheden van de gedraging 63
2.2.3 De bijkomende voorwaarde van strafbaarheid 65
2.3 Art. 350 Sv 66
2.3.1 De vier vragen van art. 350 Sv 66
2.3.2 De eerste vraag 68
2.3.3 De tweede vraag 71
2.3.4 De derde vraag 72
2.3.5 De vierde vraag 73
2.4 Het daderschap 73
2.4.1 De qua daderschap onduidelijke delictsomschrijving 74
2.4.2 Andere wettelijke bepalingen en het daderschap 75
2.4.3 De strafrechtsdogmatiek en het daderschap 76
2.5 Meer strafbare feiten 77
2.5.1 Samenloop van strafbare feiten 77
2.5.2 Samenloop en de ne bis in idem-regel (art. 68 Sr) 81
2.5.3 Recidive 88
2.6 De vervolgingsuitsluitingsgronden 90
2.6.1 De wettelijke voorwaarden voor vervolgbaarheid 90
2.6.2 De toepasselijkheid van de Nederlandse strafwet in verband met de locus delicti: de regeling van de rechtsmacht 91
2.6.3 De regel van ne bis in idem (art. 68 Sr) 92
2.6.4 Enige andere wettelijke voorwaarden voor vervolgbaarheid 93
2.6.5 Beginselen van behoorlijk procesrecht 94
Hoofdstuk 3 Het legaliteitsbeginsel 95
3.1 Materieelrechtelijke en strafvorderlijke legaliteit 95
3.2 De achtergronden van het legaliteitsbeginsel en de rechtsstaat 98
3.3 De concrete betekenis van het legaliteitsbeginsel in ons materiële strafrecht 106
3.3.1 Duidelijk geformuleerde delictsomschrijvingen (lex certa) 107
3.3.2 Gebondenheid van de rechter aan de tekst van de wet 113
3.3.3 Het verbod van analogische wetsinterpretatie 122
3.3.4 De gewoonte is geen directe bron van strafrecht (lex scripta) 133
3.3.5 Het verbod van terugwerkende kracht 136
3.3.6 De nulla poena-regel 145
3.3.7 De noodzaak de wet te kunnen kennen 146
3.4 Het legaliteitsbeginsel in onze samenleving 148
Hoofdstuk 4 De wederrechtelijkheid 155
4.1 Het begrip wederrechtelijkheid 155
4.2 Wederrechtelijkheid als wettelijk bestanddeel 158
4.2.1 Waarom is wederrechtelijkheid soms een delictsbestanddeel? 158
4.2.2 Twee opvattingen over de betekenis van het bestanddeel wederrechtelijk 160
4.2.3 De invulling van het bestanddeel wederrechtelijkheid in de rechtspraak bij verschillende soorten delicten 163
4.2.4 Wederrechtelijkheid als bestanddeel en beroepen op rechtvaardigingsgronden 168
4.3 Het ontbreken van de wederrechtelijkheid 169
4.3.1 Formele en materiële wederrechtelijkheid 169
4.3.2 De leer van de materiële wederrechtelijkheid 171
4.3.3 De leer van de sociale adequatie 181
4.3.4 Vrij’s leer van de subsocialiteit 184
4.3.5 De ‘creatieve interpretatie’ 186
4.4 Enkele erkende uitzonderingsgebieden 191
4.4.1 De instemming van de gelaedeerde 191
4.4.2 Het tuchtigingsrecht 195
4.4.3 De uitoefening van het beroepsrecht (onder andere inzake euthanasie) 198
4.5 Wederrechtelijk overheidsoptreden 203
Hoofdstuk 5 De causaliteit 209
5.1 Gevallen waarin de causaliteitsvraag zich kan voordoen 209
5.2 Het wezen van de causaliteitsvraag: wie is in dit geval de dader? 211
5.3 De leer van de conditio sine qua non 213
5.4 De causa proxima-theorie 216
5.5 De theorieën van de adequate veroorzaking 217
5.6 De leer van de redelijke toerekening 223
5.7 De betekenis van verschillende theorieën naast elkaar 237
Hoofdstuk 6 De schuld 239
6.1 Vijf verschillende betekenissen van schuld 239
6.2 Strafrechtelijke schuld en het klassieke uitgangspunt van de menselijke verantwoordelijkheid 244
6.3 De wettelijke schuldvormen: opzet en culpa 247
6.3.1 Terminologie: ‘schuldvormen’ en ‘schuld in enge zin’ 247
6.3.2 De normatieve bepaaldheid van opzet en onachtzaamheid 247
6.4 Het opzet: dolus 252
6.4.1 De draagwijdte van het opzetbegrip: geen motieven 252
6.4.2 De wijzen waarop de wet het opzetvereiste formuleert 254
6.4.3 De bestanddelen waarop het opzet gericht moet zijn 260
6.4.4 Het opzet is ‘kleurloos’ en niet ‘boos’ 262
6.4.5 De betekenis van opzet in drie schakeringen of gradaties 264
6.4.6 Het voorwaardelijk opzet: ontwikkeling en algemene lijnen 268
6.4.7 Casuïstische invulling van het voorwaardelijk opzet in de rechtspraak met betrekking tot verschillende delictscategorieën 277
6.4.8 Bestaanbaarheid van opzet bij drank- en drugsgebruik of bij geestelijke stoornis; dolus in causa? 288
6.4.9 Discrepanties tussen het opzet en de wijze waarop het delict zich verwerkelijkt 291
6.4.10 Pro parte doleuze, pro parte culpoze delicten 295
6.5 De schuld als grove onachtzaamheid: culpa 296
6.5.1 De betekenis van culpa in twee schakeringen of gradaties 296
6.5.2 De verhouding van de culpa tot het opzet 299
6.5.3 Inhoud en bewijsvoering van het bestanddeel culpa 301
6.5.4 De bij uitstek normatieve inhoudsbepaling van de culpa 306
6.5.5 De ratio van de strafbaarheid van culpa 313
6.5.6 De tenlastelegging van een culpoos misdrijf 317
6.5.7 Culpa en het beroep op het ontbreken van verwijtbaarheid 320
6.6 Slotopmerking: schuld omvat meer dan opzet of culpa 322
Hoofdstuk 7 De strafuitsluitingsgronden 323
7.1 Het systeem van de wet en de ontwikkeling in de dogmatiek 323
7.2 De ontoerekenbaarheid (art. 39 Sr) 327
7.2.1 Het begrip toerekenen 327
7.2.2 De ontoerekenbaarheid en de verminderde toerekenbaarheid 330
7.2.3 De beslissing des rechters omtrent de toerekenbaarheid 332
7.2.4 Mogelijke straffen en maatregelen; ontoerekenbaarheid als strafuitsluitingsgrond 339
7.2.5 Ontoerekenbaarheid en dolus/culpa in causa 343
7.3 De overmacht (art. 40 Sr) 344
7.3.1 De ontwikkeling van de overmacht 344
7.3.2 De psychische overmacht: algemene maatstaven 347
7.3.3 Enige typen van bijzondere gevallen waarin een beroep wordt gedaan op psychische overmacht 352
7.3.4 De noodtoestand 360
7.3.5 Overmacht en dolus/culpa in causa 366
7.3.6 Putatieve overmacht 369
7.4 De noodweer en het noodweerexces (art. 41 Sr) 369
7.4.1 De noodweer 369
7.4.2 Het noodweerexces 381
7.4.3 Noodweer(exces) en dolus/culpa in causa 387
7.4.4 Putatieve noodweer/putatief noodweerexces 390
7.5 Het wettelijk voorschrift (art. 42 Sr) 391
7.6 Het ambtelijk bevel en het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 Sr) 394
7.6.1 Het bevoegd gegeven ambtelijk bevel 394
7.6.2 Het onbevoegd gegeven ambtelijk bevel 394
7.7 De afwezigheid van alle schuld (avas) 396
7.7.1 Overtredingen en de leer van het ‘fait materiel’ 396
7.7.2 Dwaling ten aanzien van de feiten (error facti) 399
7.7.3 Rechtsdwaling (error iuris) 400
7.7.4 Restgevallen 404
7.7.5 De ‘overkoepelende’ plaats van de avas 405
7.7.6 Het rechtstheoretisch schema van Langemeijer 406
7.8 Wettelijke, buitenwettelijke en ‘pure’ strafuitsluitingsgronden 407
Hoofdstuk 8 Poging en voorbereiding 411
8.1 Onvoltooide delictsvormen 411
8.2 De strafbare poging 411
8.2.1 Voorwaarden voor een strafbare poging 411
8.2.2 Gevallen waarin poging uitgesloten of problematisch is 414
8.2.3 De tenlastelegging van strafbare poging 417
8.2.4 Het voornemen van de dader 418
8.2.5 Het begin van uitvoering: de objectieve en de subjectieve pogingsleer 421
8.2.6 Het begin van uitvoering: de jurisprudentie van de Hoge Raad 423
8.2.7 De absoluut ondeugdelijke poging en de relatief ondeugdelijke poging 431
8.2.8 Mangel am Tatbestand en putatief delict 435
8.2.9 Poging tot deelneming 436
8.3 Strafbare voorbereiding 438
8.3.1 Collectieve voorbereiding 438
8.3.2 De algemene strafbaarstelling van individuele voorbereidingshandelingen in art. 46 Sr 441
8.3.3 Enige bijzondere strafbaarstellingen van individuele voorbereidingshandelingen 447
8.4 De vrijwillige terugtred 452
Hoofdstuk 9 De deelneming 461
9.1 De deelnemingsvormen naast plegen: daderschap en medeplichtigheid 461
9.2 Doen plegen 463
9.2.1 De straffeloosheid van de uitvoerder 463
9.2.2 Dubbel opzet 467
9.2.3 Het doen plegen van een culpoos misdrijf 468
9.3 Uitlokking 468
9.3.1 De voorwaarden voor uitlokking en de verschillen met doen plegen 468
9.3.2 Het (dubbel) opzet van de uitlokker en uitlokking tot culpoze misdrijven 472
9.3.3 De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de uitlokker 473
9.4 Medeplegen 476
9.4.1 Vormen van en voorwaarden voor medeplegen 476
9.4.2 De objectieve zijde: nauwe samenwerking 478
9.4.3 De subjectieve zijde: bewuste samenwerking 486
9.4.4 Medeplegen van een culpoos misdrijf 488
9.4.5 Plegen in vereniging of met twee of meer verenigde personen 489
9.4.6 ‘Noodzakelijke’deelneming 492
9.5 Medeplichtigheid 493
9.5.1 Verschillende typen medeplichtigheid en hun vereisten 493
9.5.2 De medeplichtigheid (als gelijktijdige hulpverlening) bij het misdrijf 496
9.5.3 De (voorafgaande) medeplichtigheid tot het misdrijf 500
9.5.4 De aansprakelijkheid van de medeplichtige 501
9.6 Deelneming aan deelneming 502
9.7 De meervoudige deelneming 504
9.8 Poging tot deelneming 505
9.9 Het kenmerkende van de deelnemingsvormen 508
Hoofdstuk 10 De strafbaarheid van de rechtspersoon 511
10.1 De abstrahering van het fysieke daderschap: functioneel daderschap 511
10.2 De strafbaarheid van de rechtspersoon 518
10.2.1 Bezwaren 518
10.2.2 Het begrip ‘rechtspersoon’ en de huidige regeling 520
10.2.3 Theorieën en rechtspraak over het daderschap van de rechtspersoon 522
10.2.4 Opzet en schuld van de rechtspersoon 530
10.2.5 Het beroep van de rechtspersoon op strafuitsluitingsgronden 533
10.3 De strafbaarheid van de feitelijke leidinggevers en opdrachtgevers 535
10.4 De strafbaarheid van de publiekrechtelijke rechtspersoon 540
Hoofdstuk 11 De strafrechtelijke sancties en de straftoemeting 551
11.1 Het vertrouwen in de rechter 551
11.2 Het stelsel van sancties: straffen en maatregelen 553
11.2.1 De straffen 553
11.2.2 De maatregelen 561
11.2.3 De voorwaardelijke veroordeling 570
11.3 Het raamwerk van straftoemetingsregels 572
11.4 Geïndividualiseerde straftoemeting 577
11.4.1 De straftoemetingsschuld 577
11.4.2 De ernst van het feit 579
11.4.3 De persoon van de dader 580
11.4.4 De strafdoelen 582
11.5 Gedachten over nadere normering van de straftoemeting 584
11.6 Het gelijkheidsbeginsel 588
11.6.1 Huidige ontwikkelingen: beleid georiënteerd op gelijkheid 588
11.6.2 Verschillende typen vragen van (on)gelijkheid 589
11.6.3 Straftoemetingsrichtlijnen 591
11.6.4 Overleg binnen de rechterlijke macht: naar een consistentere straftoemeting 592
11.7 Andere referentiekaders voor de rechter bij de straftoemeting 593
11.7.1 Strafbeïnvloedende, verzachtende en verzwarende omstandigheden 593
11.7.2 Voeging ad informandum 596
11.7.3 De executiewerkelijkheid 597
11.7.4 De strafeis van het OM in het requisitoir 600
11.8 Het jeugdstrafrecht en het strafrecht voor adolescenten 600
Hoofdstuk 12 De tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties 611
12.1 De verschillende dimensies van het executierecht 611
12.2 De vrijheidsstraf en de voorlopige hechtenis 615
12.2.1 Korte geschiedenis van de vrijheidsbeneming als straf 615
12.2.2 De PBW en de beginselen voor de tenuitvoerlegging van de straf 621
12.2.3 Gevangenissen en huizen van bewaring 623
12.2.4 De rechtspositie van de gedetineerde 633
12.3 De terbeschikkingstelling (tbs) 648
12.3.1 De verschillende versies van de tbs en de tbs-inrichtingen 648
12.3.2 De verlenging en (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs 653
12.3.3 De interne rechtspositie van de tbs-gestelde 656
12.4 De taakstraffen en de positie van de reclassering 662
12.5 De vermogenssancties 664
12.6 Gratie 666
Literatuur 673
Jurisprudentieregister 693
Trefwoordenregister 711
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht