Aalt Willem Heringa (1955) graduated from the Rijksuniversiteit Leiden in 1978, where he worked until 1987 as an assistant professor.
Meer over de auteursStaatsrecht
Samenvatting
Dit handzame boek bevat alle noodzakelijke kennis van het geldende staatsrecht en de werking daarvan, evenals de onderliggende verhoudingen en structuren. Deze 14e druk staat vol details en concrete voorbeelden uit de rechtspraak, de wetgeving en de politieke praktijk en is een toonaangevende uitgave voor zowel HBO als WO als in de praktijk.
Het staatsrecht lijkt misschien een stabiel en vast gegeven, toch vinden er vele abrupte en geleidelijke wijzigingen plaats. Denk aan de ontwikkelingen rond de Covid-19 pandemie met consequenties op het terrein van het noodrecht, uitoefening van grondrechten en de werking van vertegenwoordigende lichamen. Daarnaast heeft ook de kindertoeslag-affaire een grote impact op het openbaar bestuur en de rol van vele staatsrechtelijke actoren. Bovendien leidden de verkiezingen van 2021 tot een - meer dan ooit - versnipperd parlement.
In Staatsrecht worden deze en vele andere constitutionele kwesties gedetailleerd beschreven en geanalyseerd. De kwesties worden in context geplaatst, omdat het niet alleen om de details en veranderingen gaat, maar ook om het totale plaatje van het staatsbestel. Deze 14e druk bevat alle noodzakelijke kennis van het staatsrecht en de werking daarvan, evenals de onderliggende verhoudingen en structuren. Deze mate van gedetailleerdheid, reflectie en omvang maakt de uitgave uniek. Het is een hanteerbaar en praktisch boek dat het noodzakelijke houvast biedt om nieuwe ontwikkelingen te kunnen plaatsen en kritisch te bezien.
De structuur van deze 14e druk is drastisch veranderd om recht te doen aan de verbanden en de staatsrechtelijke vraagstukken van democratie en rechtsstaat in de context van verdere internationalisering en europeanisering. Ook grote maatschappelijke vraagstukken betreffende milieu, migratie en de pandemie worden besproken. Daarnaast komen deze actuele ontwikkelingen en onderwerpen aan bod:
- het eindrapport van de Staatscommissie Remkes met plannen voor staatsrechtelijke vernieuwing
- de discussies over een nieuwe bestuurscultuur
- de werking van en onvrede met de werking van het parlementair stelsel
- de internationalisering
- de impact van de EU op nationale constitutionele verhoudingen
- de rol van de rechter
- de toetsing aan internationale en Europese grondrechten
Staatsrecht is met name geschreven voor bachelor- en masteronderwijs aan instellingen van wetenschappelijk en hoger-beroepsonderwijs. De titel bevat echter een dusdanige gelaagdheid dat het ook zeer bruikbaar is als naslagwerk.
Specificaties
Over Luc Verhey
Inhoudsopgave
Afkortingen / XV
DEEL I. CONSTITUTIONELE BEGRIPPEN / 1
I. Inleiding / 3
II. Staat: object en subject, verschijningsvormen en belangrijkste kenmerken / 5
1. Staat als object: staatsrecht / 5
2. Staat als subject / 7
3. Soevereiniteit / 9
4. Constitutie, grondwet en staatsrecht / 12
5. Eenheidsstaten en (con)federale staten / 19
6. Slot / 20
III. Rechtsstaat / 22
7. Rechtsstaat / 22
8. Legaliteitsbeginsel / 27
9. Scheiding van machten en toedeling van bevoegdheden / 28
10. De wetgever / 35
11. De uitvoerende macht / 37
12. De rechterlijke macht / 39
13. Grondrechten en algemene rechtsbeginselen / 44
14. Slot / 46
IV. Democratie / 47
15. Inleiding / 47
16. Directe en indirecte democratie / 49
17. Indirecte (representatieve) democratieën / 53
18. Parlementaire en presidentiële stelsels / 54
19. Formele en materiële democratieopvattingen / 56
20. Democratie en rechtsstaat / 57
21. Kiesstelsels / 61
22. Politieke partijen / 66
23. Openbaarheid en transparantie / 69
24. Integriteit / 70
25. Slot / 72
V. De verzorgingsstaat / 74
26. Een groeiende overheid / 74
27. Economische verandering en herijking van overheidstaken / 80
28. Instrumenten van beleid / 82
29. Besluitvormingsprocessen / 83
30. Slot / 87
DEEL II. INTERNATIONAAL EN EUROPEES RECHT EN HUN VERHOUDING TOT NATIONAAL RECHT / 89
VI. Internationaal recht en internationale samenwerking / 91
31. Inleiding / 91
32. Bronnen van volkenrecht / 93
33. Staatsaansprakelijkheid / 95
34. De verhouding tussen nationaal en internationaal recht / 97
35. Totstandkoming van verdragen / 102
36. De inhoud van verdragen / 107
37. Handhaving van verdragsregels / 110
38. Interpretatie van verdragsrecht / 111
39. De VN-familie / 113
40. Europese samenwerkingsvormen / 116
41. Militaire samenwerking / 123
42. Globalisering / 125
43. Slot / 127
VII. Nederland en het internationale recht / 128
44. De Grondwet en de internationale betrekkingen / 128
45. De rechter en het verdragsrecht / 131
46. Globalisering en de gevolgen voor nationaal constitutioneel recht / 137
47. Slot / 138
VIII. Europese integratie: EU / 140
48. Doel, taken en bereik van de EU / 140
49. De instellingen van de EU en hun bevoegdheden / 142
50. Rechtshandelingen van de Unie / 148
51. Algemene rechtsbeginselen van de Unie / 150
52. Bevoegdheden: wetgeving, bestuur en rechtspraak / 153
53. Europese Monetaire Unie / 158
54. Slot / 163
IX. EU en Nederland / Nederland en EU-recht / 165
55. Verhouding nationaal recht tot EU-recht / 165
56. Rol nationaal parlement / 168
57. Rol nationale rechter / 172
58. Vervlechting EU en de lidstaten / 174
59. Slot / 180
DEEL III. HET STAATKUNDIG BESTEL VAN NEDERLAND: CENTRALE OVERHEID / 181
X. De centrale overheid als lichaam en de organen waaruit zij bestaat / 183
60. Het begrip centrale overheid / 183
61. De organen van de centrale overheid in de trias politica / 185
62. Geschiedenis van de Nederlandse organen / 190
63. Democratisering van het Nederlandse bestel: kiesrecht en parlement vanaf de 19e eeuw / 193
64. Ontwikkeling en uitbreiding van het kiesrecht / 194
65. Ontwikkeling van het parlementaire stelsel / 195
66. Hoofdbestanddelen van het huidige Nederlandse parlementaire stelsel / 198
67. Slot / 201
XI. Parlement: samenstelling, organisatie en werkwijze / 203
68. Het tweekamerstelsel / 203
69. Actief en passief kiesrecht / 210
70. Het Nederlandse kiesstelsel / 217
71. Kamerontbinding / 222
72. Organisatie en werkwijze / 223
73. De positie van Kamerleden / 229
74. Slot / 234
XII. De regering: samenstelling, organisatie en werkwijze / 235
75. Terminologie / 235
76. De positie van de Koning / 237
77. Kabinetsformatie / 239
78. Soorten kabinetten / 247
79. Regeerakkoord / 250
80. Organisatie en werkwijze / 251
81. Rechtspositie Koning en ministers / 254
82. Slot / 257
XIII. De verhouding tussen de regering en het parlement: werking van het parlementaire stelsel / 258
83. Ministeriële verantwoordelijkheid / 258
84. Parlementaire controlebevoegdheden / 261
85. Toepassing van de vertrouwensregel / 267
86. Slot / 270
XIV. Hoge colleges van staat en adviescolleges / 272
87. Inleiding / 272
88. Raad van State / 272
89. Algemene Rekenkamer / 274
90. Nationale ombudsman / 275
91. Adviescolleges / 277
92. Slot / 278
XV. Wetgeving / 279
93. Historische ontwikkeling / 279
94. Wetgeving in formele zin / 285
95. Grondwetgeving / 297
96. Delegatie van wetgeving / 299
97. Overheidsfinanciën en begrotingsprocedure / 302
98. Ontwikkelingen in wetgeving / 308
99. Slot / 315
XVI. Bestuur / 316
100. Het bestuur / 316
101. Bestuurshandelingen in soorten / 319
102. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur / 322
103. Zelfstandige bestuursorganen / 324
104. Agentschappen en diensten / 328
105. Staatsdeelnemingen / 329
106. Krijgsmacht / 330
107. Nationale politie / 331
108. Openbaar Ministerie / 332
109. Inlichtingen- en veiligheidsdiensten / 332
110. Slot / 334
XVII. Nood- en crisisrecht / 335
111. Bestuurlijk optreden in tijden van nood / 335
112. (Grond)wettelijke regeling: het staatsnoodrecht / 336
113. Ander crisisrecht / 338
114. Buitenwettelijk noodrecht / 339
115. Ad-hocwetgeving: de coronacrisis / 340
116. Slot / 343
DEEL IV. HET STAATKUNDIG BESTEL VAN NEDERLAND: DECENTRALE OVERHEDEN / 345
XVIII. Decentrale overheden: geschiedenis en huidig takenpakket / 347
117. Republiek en restauratie / 347
118. Uniformering gemeente- en provinciebestuur (1848) / 348
119. Wat doen provincies? / 349
120. Wat doen gemeenten? / 350
121. Waterschappen / 353
122. Overige grondwettelijke openbare lichamen / 355
123. Gemeenschappelijke regelingen en regio’s / 358
124. Slot / 361
XIX. Autonomie en medebewind; regeling en bestuur / 362
125. Inleiding / 362
126. Autonomie: eigen huishouding / 362
127. Medebewind: verplichte tenuitvoerlegging / 364
128. Resterende relevantie van het onderscheid autonomie/medebewind / 366
129. Verordenende bevoegdheid / 368
130. Bestuur / 374
131. Slot / 375
XX. Organen van provincies en gemeenten / 376
132. Grondwettelijk kader / 376
133. Gemeenteraad: samenstelling en werkwijze / 377
134. Gemeenteraad: bevoegdheden / 379
135. College van burgemeester en wethouders: samenstelling en werkwijze / 380
136. College van burgemeester en wethouders: bevoegdheden / 381
137. Burgemeester: benoeming / 382
138. Burgemeester: bevoegdheden / 383
139. Commissies en andere organen en constructies / 385
140. Onderlinge verhoudingen: monisme en dualisme / 388
141. Provinciaal bestuur / 389
142. Slot / 391
XXI. Verhouding tot de centrale overheid: bandbreedtes waarbinnen decentralisatie plaatsvindt / 393
143. De eenheidsstaat / 393
144. De schaal van provincies en gemeenten / 394
145. Repressief toezicht: schorsing en vernietiging / 395
146. Preventief toezicht: goedkeuring / 398
147. Taakverwaarlozing en andere vormen van toezicht / 399
148. Financiën / 401
149. Slot / 403
DEEL V. HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN / 405
XXII. Het Statuut en art. 132a Grondwet / 407
150. Algemene karakteristiek en historie / 407
151. Basisregels Statuut / 412
152. Organen / 415
153. Bevoegdheidsverdeling / 418
154. Caribisch Nederland / 423
155. Slot / 428
DEEL VI. OVERHEIDSFUNCTIES: RECHTSPRAAK EN RECHTSBESCHERMING / 429
XXIII. De rechter / 431
156. Toegang tot de rechter / 431
157. De begrippen rechter en rechterlijke macht / 439
158. De Raad voor de rechtspraak / 442
159. De rechterlijke onafhankelijkheid / 443
160. Slot / 448
XXIV. Rechtsbescherming: de rechter / 449
161. De rechtsbescherming: theoretische mogelijkheden / 449
162. Bestuursrechtspraak / 452
163. De gewone rechter / 456
164. Slot / 463
XXV. Andere vormen van rechtsbescherming / 465
165. Administratief bezwaar en beroep / 465
166. Ombudsman en Huis voor klokkenluiders / 467
167. Overige klacht- en verzoekschriftprocedures / 471
168. Slot / 473
XXVI. Rechterlijke toetsing / 475
169. Toetsing van lagere aan hogere regelingen / 475
170. Toetsingsverboden / 476
171. Constitutionele toetsing / 477
172. Verdragstoetsing / 486
173. Toetsing aan beginselen / 493
174. Plaats en instrumenten van de rechter / 497
175. Slot / 502
DEEL VII. OVERHEID VERSUS BURGER: RECHTEN VAN DE MENS / 505
XXVII. Algemene leerstukken / 507
176. Algemene ontwikkeling / 507
177. Internationale rechtsbescherming / 513
178. Relatie Handvest – EVRM / 520
179. Aansprakelijkheid lidstaten voor handelingen van de EU / 523
180. Soorten grondrechten / 525
181. Rechtskarakter / 528
182. Grondrechtsgerechtigden / 534
183. Grondrechten zijn niet absoluut / 537
184. Reikwijdte van grondrechten / 537
185. Beperking van grondrechten: algemene en bijzondere beperkingen / 539
186. Beperkingssystematiek / 541
187. Horizontale werking / 547
188. Botsingen / 553
189. Slot / 561
XXVIII. Specifieke rechten / 562
190. Algemene inleiding / 562
191. Gelijkheid / 562
192. Recht op leven, lijf en leden / 574
193. Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging / 575
194. Recht op persoonlijke integriteit / 581
195. Vrijheid van meningsuiting / 582
196. Het recht tot vereniging / 592
197. Het recht tot vergadering en betoging / 596
198. Het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het gezinsleven / 599
199. Bescherming van persoonsgegevens / 604
200. De eigendom / 610
201. Persoonlijke vrijheid / 614
202. Eerlijk proces / 617
203. Vrijheid van en het recht op onderwijs / 619
204. Sociale grondrechten / 622
205. Slot / 624
Register op de voornaamste gebezigde begrippen / 625
Jurisprudentieregister / 635
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht