Mr. drs. Frits-Joost Beekhoven van den Boezem is hoogleraar Onderneming en Financiering aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer over de auteursGeld in beweging: actualiteiten geld en betalingsverkeer
Samenvatting
Geeft een actueel overzicht van de juridische ontwikkelingen op het gebied van geld en betalingsverkeer. De lezer krijgt een compleet en samenhangend overzicht van de verschillende verschijningsvormen van de euro. Ook het vermogensrecht, financieel toezichtrecht en digitalisering van geld en het betalingsverkeer komen aan bod. Aan crypto’s is een los hoofdstuk gewijd.
Geld kent verschillende verschijningsvormen: contant geld, giraal geld en steeds meer digitale varianten. Het feitelijk gebruik van een bepaalde geldvorm is aan veranderingen onderhevig. Banken vervullen van oudsher een sleutelrol in het betalingsverkeer, maar er zijn ook nieuwe spelers die betaaldiensten aanbieden. Deze ontwikkelingen leiden tot juridische vragen met een grote relevantie voor de praktijk.
Deze bundel in de OO&R-serie bevat een overzicht van deze actuele juridische ontwikkelingen, op het snijvlak van het vermogensrecht en financieel toezichtrecht en met bijzondere aandacht voor de digitalisering van geld en het betalingsverkeer.
Geld in beweging: actualiteiten geld en betalingsverkeer bevat bijdragen over munten en bankbiljetten, giraal geld, elektronisch geld en CBCD wat staat voor ‘central bank digital currency’. Ieder hoofdstuk belicht een financieel-juridische actualiteit die verband houdt met de desbetreffende manifestatie van geld. Ook crypto’s blijven niet onbesproken.
De titel bevat een inleidend hoofdstuk die de onderlinge samenhang van de afzonderlijke hoofdstukken en deelonderwerpen beschrijft. De actuele bijdragen zijn geschreven door wetenschappers en praktijkjuristen en geeft de lezer een samenhangend overzicht over zowel de verschillende verschijningsvormen van de euro als (digitaal) betalingsverkeer.
Geld in beweging: actualiteiten geld en betalingsverkeer is van grote waarde voor juristen werkzaam in de praktijk, zoals advocaten, bedrijfsjuristen en bankjuristen. En tevens voor toezichthouders, de rechtelijke macht en wetenschap.
Specificaties
Over Bart Bierens
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Geld in beweging: een inleiding 1
B. Bierens & F.E.J. Beekhoven van den Boezem
1.1 Een inleiding tot deze bundel 1
1.2 De geschiedenis geschetst in kernbegrippen 2
1.2.1 Een globale tijdlijn 2
1.2.2 Stabiliteit: een publiek belang 3
1.2.3 Verandering: een afspiegeling van de maatschappij 4
1.2.4 Inwisselbaarheid: geldvormen in één muntstelsel 6
1.2.5 Wetgeving: het belang van juridische ordening 7
1.3 Een officiële munt en de opkomst van virtuele valuta 8
1.3.1 De euro als officiële munt 8
1.3.2 Buiten het officiële geldstelsel: virtuele valuta 10
1.4 Concrete verschijningsvormen van de euro 10
1.4.1 Munten en bankbiljetten 11
1.4.2 Girale tegoeden 11
1.4.3 Elektronisch geld 14
1.4.4 In voorbereiding: digitaal centralebankgeld 14
1.5 Enkele actuele thema’s 15
1.5.1 De gevolgen van veranderend betaalgedrag 16
1.5.2 Toegang tot contant en giraal geld 16
1.5.3 Het bestrijden van witwassen 18
1.5.4 Het bevorderen van innovatie en concurrentie 19
1.5.5 Het belang van data en het waarborgen van de privacy 20
1.5.6 Bescherming van monetaire soevereiniteit 21
1.6 Ter afronding 22
Hoofdstuk 2 Het recht om met contant geld te betalen 25
A.A. Scholten
2.1 Inleiding 25
2.2 ‘Ik gebruik eigenlijk nooit meer contant geld’ 25
2.3 Eurobankbiljetten en -munten wettig betaalmiddel 26
2.4 Het Hof van Justitie over wettig betaalmiddel: de zaken C-422/19 en C-423/19 27
2.5 Verplichte raadpleging ECB bij wettelijke beperkingen gebruik wettig betaalmiddel 38
2.6 Het recht om contant te betalen in Nederland 39
2.6.1 Nakoming van privaatrechtelijke betalingsverplichtingen 40
2.6.2 Nakoming van publiekrechtelijke betalingsverplichtingen 48
2.7 Slotbeschouwing 53
Hoofdstuk 3 Verpanding van geld, in het bijzonder aan de bank 57
M. van Wingerden & P.M.P. Frenken
3.1 Inleiding 57
3.2 Munten en bankbiljetten: fysiek geld 58
3.3 Verkrijging van fysiek geld 61
3.4 Verpanding van fysiek geld aan de bank 63
3.4.1 Vereisten voor verpanding van fysiek geld 63
3.4.2 Fysiek geld in vuistpand bij de bank 65
3.4.3 Fysiek geld stil verpand aan de bank 66
3.5 Afdwingbaarheid van pandrechten ten aanzien van fysiek geld 67
3.5.1 Executie van verpand fysiek geld 67
3.5.2 Vermengd fysiek geld 68
3.5.2.1 Munten en bankbiljetten: soortzaken 68
3.5.2.2 Twee verschillende wijzen van vermenging 70
3.5.2.3 Eigenlijke vermenging 71
3.5.2.4 Oneigenlijke vermenging 75
3.5.3 Casusanalyse: rechtsgevolgen bij na faillissement vermengd fysiek geld 78
3.6 Fysiek geld als executieopbrengst 80
3.6.1 Fysiek geld als (onderhandse) executieopbrengst 80
3.6.2 Vermenging van fysiek geld als executieopbrengst met aan de bank verpand fysiek geld 82
3.6.3 Casusanalyse: fysiek geld als executieopbrengst in een faillissement 84
3.7 Fysiek geld omzetten naar giraal geld 87
3.7.1 Giraliseren van fysiek geld 87
3.7.2 Giraliseren via een afstortautomaat 87
3.7.3 Giraliseren door middel van sealbags 88
3.7.4 Giraliseren via een geldvervoerder en een geldverwerker 89
3.8 Een betaling met fysiek geld en een girale betaling nader vergeleken 90
3.8.1 Onderscheid tussen een betaling met fysiek geld en een girale betaling 90
3.8.2 Giralisering in het licht van art. 54 Fw 93
3.8.3 Casusanalyse: giralisering en verrekening in (het zicht van) faillissement 97
3.8.4 Artikel 54 Fw, een betaling met fysiek geld en een girale betaling 99
3.9 Conclusies 101
Hoofdstuk 4 Het vernieuwde bankbeslag 103
B.A. Schuijling
4.1 Inleiding 103
4.2 Rekeninginformatie 104
4.2.1 Het traceren van banktegoeden als knelpunt 104
4.2.2 Nieuwe informatiebevoegdheden 106
4.3 Vereenvoudiging en digitalisering van de formaliteiten 109
4.3.1 Elektronische betekening 109
4.3.2 Elektronische verklaring derdenbeslag 110
4.3.3 Verkorting wachttermijn 112
4.3.4 Maximering van de kostenvergoeding voor de bank 113
4.4 Het beslagvrije bedrag 114
4.4.1 Omvang van het bankbeslag 114
4.4.2 De introductie van een beslagvrij bedrag 117
4.4.3 Verrekening door de bank 122
4.5 Tot besluit 125
Hoofdstuk 5 Betaalinstellingen en de (on)wenselijkheid van een wettelijke kwaliteitsrekening 127
W.A.K. Rank & L.J. Silverentand
5.1 Inleiding 127
5.2 Verplichting tot zekerstelling 129
5.3 Stichting derdengelden 131
5.4 Conceptwetsvoorstel 135
5.4.1 Achtergrond en opzet 135
5.4.2 Tekst en toelichting 137
5.5 Stichting derdengelden vs wettelijke kwaliteitsrekening 140
5.5.1 Inleiding 140
5.5.2 Geboden bescherming 140
5.5.3 Verhaalbare vorderingen 141
5.5.4 Effectueren van verhaal 142
5.5.5 Tegemoetkomen buitenlandse partijen 143
5.5.6 Operationeel eenvoudiger en goedkoper 143
5.5.7 Bescherming beleggingen 144
5.6 Conclusie 145
Hoofdstuk 6 Aansprakelijkheid van de bank voor onjuiste of ongeautoriseerde betalingstransacties 147
A. Stortelder
6.1 Inleiding 147
6.2 Belangrijke begrippen 148
6.3 Niet-toegestane betalingstransacties 150
6.3.1 Instemming met een betalingstransactie 150
6.3.2 Instemming verleend via een begunstigde 152
6.3.3 Terugbetalingsverplichting niet-toegestane betalingstransacties 152
6.3.4 Bewijslast instemming rust op de betaaldienstverlener 157
6.3.5 De uitzondering voor fraude, opzet of grove nalatigheid van de betaler 158
6.3.6 Uitzondering mogelijk voor instrumenten voor betaling van kleine bedragen 164
6.4 Aansprakelijkheid voor niet-uitgevoerde of gebrekkig uitgevoerde betalingstransacties 165
6.4.1 Verplichting tot uitvoering betaalopdracht 165
6.4.2 Geen aansprakelijkheid voor fouten van de betaaldienstgebruiker 166
6.4.3 Aansprakelijkheid voor een niet, niet tijdig of onjuist uitgevoerde betalingstransactie 168
6.5 Recht op terugbetaling op grond van art. 7:530 BW 171
6.6 De verhouding tussen de rekeninghoudende betaaldienstverlener en de betaalinitiatiedienstverlener 173
6.6.1 Recht op gebruik betaalinitiatiedienstverlener 173
6.6.2 De positie van de betaalinitiatiedienstverlener in de aansprakelijkheidsregeling 174
6.7 Overige onderwerpen in verband met de aansprakelijkheidsregeling 177
6.7.1 Mogelijkheden voor regres door de betaaldienstverlener 177
6.7.2 De positie van de begunstigde 177
6.7.3 Overmacht 177
6.7.4 Dwingend recht 178
6.8 Tot slot 178
Hoofdstuk 7 Giraal betalingsverkeer als bron van informatie voor opsporingsdoeleinden 181
B. Snijder-Kuipers & A.P.C. Godlieb
7.1 Inleiding 181
7.2 Monitoring 183
7.3 Melding ongebruikelijke transacties 188
7.3.1 Meldcijfers 188
7.3.2 Meldingsplicht 188
7.3.3 Indicatoren 190
7.3.3.1 Subjectieve indicator 190
7.3.3.2 Objectieve indicatoren 190
7.3.4 Mislukt cliëntenonderzoek 192
7.3.5 Beëindigen zakelijke relatie 196
7.4 Meldproces 196
7.4.1 Derdenrekening en kwaliteitsrekening 196
7.4.2 Onverwijld melden van ongebruikelijke transacties 198
7.4.3 Meldprocedure 199
7.5 Het verwijzingsportaal bankgegevens 201
7.5.1 Achtergrond en werking van het verwijzingsportaal 201
7.5.2 Aansluiting 203
7.5.3 Identifi cerende gegevens 204
7.6 Tot slot 207
Hoofdstuk 8 Elektronisch geld en betaling: hoe vermogensrechtelijk te duiden? 209
J.A. Voerman
8.1 Inleiding 209
8.2 Begrip elektronisch geld 211
8.2.1 EMD en EMD2 211
8.2.2 Kernelementen 213
8.3 MiCA en e-money tokens 214
8.4 Elektronisch geld: de inhoud van de vordering 216
8.4.1 Recht op terugbetaling 217
8.4.2 Terugbetaling nominale waarde 218
8.4.3 Geen rente, geen bescherming depositogarantiestelsel 219
8.5 Elektronisch geld en betaling van een geldsom 220
8.5.1 Inleiding 220
8.5.2 Betaling met elektronisch geld? 221
8.6 Verlies en verkrijging vordering elektronisch geld 223
8.6.1 Soorten vorderingen 223
8.6.2 Overdracht vordering? 224
8.6.3 Verkrijging vordering elektronisch geld door overdracht? 225
8.6.4 Andersoortige verkrijging? Vergelijking met girale betaling 229
8.6.5 Het ‘verschaffen’ van de vordering op de EGI? 230
8.6.6 Verlies vordering? 232
8.7 Afronding 234
Hoofdstuk 9 Regulering van virtuele valuta en cryptoactiva 235
M. van Oosten & L.B.G. Hillen
9.1 Inleiding 235
9.1.1 Enig historisch perspectief rondom virtuele valuta 235
9.1.2 Vijf perspectieven van virtuele valuta 237
9.2 Inhoud van dit hoofdstuk 239
9.3 Aanbieders van wisseldiensten en bewaarportemonnees inzake virtuele valuta 241
9.3.1 Algemeen en achtergrond 241
9.3.2 De registratieplicht 243
9.3.3 De definitie ‘virtuele valuta’ 244
9.3.4 Bewaarportemonnees 246
9.3.5 Wisseldiensten 247
9.3.6 Aanbieding cryptodiensten ‘in of vanuit Nederland’ 249
9.3.6.1 Algemeen 249
9.3.6.2 Territoriale reikwijdte onder de Wwft en onderscheid situaties 249
9.3.7 Verhouding tot een vergunningplicht onder de Wft 254
9.3.8 Van vergunning- naar registratieplicht; verkapte vergunningplicht? 255
9.3.9 Toezicht door DNB 257
9.4 De registratie en de daaraan verbonden vereisten 258
9.4.1 Algemeen 258
9.4.2 Toetsingen voor dagelijks- en medebeleidsbepalers, personen met een toezichthoudende functie en houders van een gekwalificeerde deelneming 260
9.4.3 Reputatietoets UBO’s 262
9.4.4 Transparante zeggenschapsstructuur 264
9.4.5 Adequaat beleid ter waarborging van een integere en beheerste uitoefening van het bedrijf 264
9.4.5.1 Algemeen 264
9.4.5.2 Belangrijkste verplichtingen uit hoofde van de Wwft en Sanctiewet 265
9.5 Afsluitende opmerkingen 273
9.6 Voorstel voor een verordening betreffende markten in cryptoactiva (MiCA) 273
9.6.1 Inleiding 273
9.6.2 Doel en reikwijdte van het MiCA Voorstel 276
9.6.2.1 Doelstellingen 276
9.6.2.2 In-scope cryptoactiva 276
9.6.2.3 In-scope activiteiten en diensten 279
9.6.2.4 Uitzonderingen 279
9.6.2.5 Temporele reikwijdte 280
9.6.3 Het aanbieden en tot de handel toelaten van cryptoactiva 280
9.6.3.1 Cryptoactiva die kwalificeren als ‘overige cryptoactiva’ of ‘utility tokens’ 280
9.6.3.2 Cryptoactiva die kwalificeren als ARTs 285
9.6.3.3 Cryptoactiva die kwalificeren als EMTs 292
9.6.4 Dienstverlening met betrekking tot cryptoactiva 298
9.6.4.1 Toegang tot de Europese markt 298
9.6.4.2 Organisatorische eisen voor alle type aanbieders van cryptoactivadiensten 301
9.6.4.3 Gedragseisen voor alle type aanbieders van cryptoactivadiensten 303
9.6.4.4 Doorlopende eisen voor specifi eke type diensten 303
9.6.4.5 Verhouding tot PSD2 305
9.6.4.6 Verhouding tot het bestaande Wwftregistratieregime 306
9.6.5 Regels ter voorkoming van marktmisbruik 307
9.6.6 Wie moeten toezicht gaan houden, en hoe? 309
9.6.6.1 Inleiding 309
9.6.6.2 Toezicht door nationale toezichthouders 310
9.6.6.3 Toezicht door EBA op emittenten van significante ARTs en EMTs 312
9.7 Tot besluit 313
Hoofdstuk 10 Een digitale euro: een nieuwe toevoeging aan het
geldstelsel? 317
C.A.R. Oudhuis
10.1 Inleiding 317
10.2 Bestaande verschijningsvormen euro 318
10.2.1 Bankbiljetten en munten 319
10.2.2 Tegoeden die worden aangehouden bij de centrale bank 319
10.2.3 Tegoeden die worden aangehouden bij een commerciële bank 320
10.2.4 Centralebankgeld en commerciëlebankgeld 321
10.3 Wat is een digitale euro 321
10.3.1 Account based CBDC 322
10.3.2 Token based CBDC 322
10.4 Bevoegdheid van het Eurosysteem om een digitale euro uit te geven 324
10.4.1 Bevoegdheid van het Eurosysteem om een account based digitale euro uit geven 325
10.4.2 Bevoegdheid van het Eurosysteem om een token based digitale euro uit te geven 327
10.4.2.1 Bevoegdheid van het Eurosysteem om een digitaal bankbiljet uit te geven 328
10.4.2.2 Een token based digitale euro ter uitvoering van een ESCB taak 329
10.5 Aandachtspunten voor het Eurosysteem bij de uitgifte van een digitale euro 330
10.5.1 Het beginsel van een open markt economie 330
10.5.1.1 Het beginsel van een open markteconomie in het licht van het proportionaliteitsbeginsel 331
10.5.1.2 De betekenis van het beginsel van een open markt economie voor de uitgifte van een digitale euro 332
10.5.2 De digitale euro als risico voor de fi nanciële stabiliteit 334
10.5.3 De toepasselijkheid van (fi nanciële) regelgeving 335
10.5.3.1 De AML Directive 336
10.5.4 De digitale euro en privacy regelgeving 338
10.5.5 Gevolgen voor de uitvoering van het monetair beleid 341
10.5.5.1 Wisselwerking tussen commerciëlebankgeld en centralebankgeld 341
10.5.5.2 Centrale bank onafhankelijkheid 342
10.5.5.3 Transparantie en accountability als tegenhanger van centrale bank onafhankelijkheid 345
10.5.5.3.1 Accountablity 345
10.5.5.3.2 Transparantie 346
10.5.5.3.3 Transparantie en accountability van de ECB over de mogelijke uitgifte van een digitale euro 347
10.6 Conclusie 348
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht