Compendium Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
De 23e druk van dit toonaangevende compendium omvat een volledig geactualiseerd overzicht van de belangrijkste leerstukken binnen het burgerlijk procesrecht. De ordelijke opbouw van de informatie voorziet zowel de student als praktijkjurist van het gemak om dit complexe rechtsgebied te doorgronden.
Het burgerlijk procesrecht is een veranderlijk rechtsgebied dat, mede vanwege een groot aantal belangwekkende uitspraken en verschillende wetgevingsinitiatieven, belangrijke ontwikkelingen doormaakt. Deze 23e volledig herziene druk van Compendium Burgerlijk Procesrecht biedt een kernachtig en compleet overzicht van de belangrijkste leerstukken binnen het burgerlijk procesrecht, geheel in het teken van nieuwe thema’s en ontwikkelingen. Zo bent u zo snel mogelijk weer volledig op de hoogte van de huidige stand van zaken.
Het meest recent geldende procesrecht is op geordende wijze voor u gebundeld, waardoor u snel de informatie die u zoekt. Door de vele verwijzingen naar wetgeving, recente jurisprudentie en literatuur doet dit compendium niet alleen uitstekend dienst als studiemateriaal, maar is het tevens uitermate geschikt om de kennis van de praktijkjurist 'up-to-date' te brengen en waar nodig op te frissen.
In deze nieuwe druk worden uiteraard alle belangrijke inhoudelijke procesrechtelijke vernieuwingen uitgebreid voor u behandeld. Bovendien is deze uitgave volledig bijgewerkt met literatuur, jurisprudentie en wet- en regelgeving naar de stand van 1 oktober 2023. Zo is onder meer nieuwe richtinggevende rechtspraak op ht gebied van de rechtsmiddelen (met name appelrecht) verwerkt en zijn aanpassingen op grond van de Wet Technische Eenmaking Rv opgenomen. Ook bevat deze druk de laatste stand van zaken op het gebied van digitalisering van de rechtspraak, het procederen onder de WAMCA en het wetsvoorstel modernisering bewijsrecht.
Kortom: indien u op zoek bent naar een volledig up-to-date hand- en studieboek, waarin u snel en effectief antwoorden vindt op complexe procesrechtelijke vragen, dan biedt het Compendium Burgerlijk Procesrecht uitkomst. Al jarenlang geliefd onder studenten, maar zeker ook in de rechtspraktijk.
Specificaties
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XIX
HOOFDSTUK 1
Inleiding / 1
1.1 Doelstellingen van het burgerlijk procesrecht / 1
1.2 Eigenrichting / 2
1.3 Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak / 4
1.4 Soorten procedures / 5
1.4.1 De dagvaardings- en de verzoekschriftprocedure / 5
1.4.2 Digitaal procederen onder de KEI-wetgeving en het vervolg daarvan / 6
1.5 De rechtsvordering / 8
1.6 Wisselwerking tussen formeel en materieel recht / 9
1.7 Doorwerking van redelijkheid en billijkheid / 10
1.8 Belangvereiste en misbruik van procesrecht / 10
1.9 Instroom en productie / 13
1.10 Nederlandse regelingen van burgerlijk procesrecht / 13
1.10.1 Rechtsvordering en rechterlijke organisatie / 13
1.10.2 Andere nationale regelingen dan Rv en RO / 14
1.10.3 Rechtersregelingen / 15
1.11 Netherlands Commercial Court (NCC) / 16
1.12 Nieuw bewijsrecht, toepassing Experimentenwet / 17
1.13 Procesrecht van Europese herkomst / 18
1.14 Boeken en tijdschriften / 22
HOOFDSTUK 2
Artikel 6 EVRM en algemene voorschriften voor procedures / 25
2.1 Inleiding / 25
2.1.1 Art. 6 EVRM / 26
2.1.2 Algemene voorschriften voor procedures (art. 19-35 Rv) / 27
2.1.3 Plan van behandeling / 28
2.2 De toegang tot de rechter / 29
2.2.1 De kosten van de civiele procedure / 29
2.2.2 Gefi nancierde rechtshulp / 30
2.3 De eerlijke behandeling / 31
2.3.1 Hoor en wederhoor / 31
2.3.2 Equality of arms / 33
2.3.3 De motiveringsplicht / 34
2.4 De openbaarheid van behandeling en uitspraak / 35
2.5 Redelijke termijn / 37
2.6 De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Wraking en verschoning / 39
2.7 Onmiddellijkheidsbeginsel recht op oral hearing / 41
2.8 Volledigheids- en waarheidsplicht / 44
2.9 De zeggenschap in de civiele procedure / 45
2.9.1 Partijautonomie en lijdelijkheid / 46
2.9.2 De ambtshalve aanvulling van rechtsgronden / 48
2.9.3 Verboden aanvulling van feiten/feitelijke grondslag / 53
2.9.4 Andere gevallen van eigen zeggenschap rechter / 56
2.10 De verplichte procesvertegenwoordiging / 58
2.11 Goede procesorde / 61
HOOFDSTUK 3
De rechterlijke macht en haar bevoegdheid / 63
3.1 De rechterlijke macht / 63
3.1.1 De inrichting van de rechterlijke macht / 63
3.1.2 De organisatie van de gerechten / 64
3.1.3 De Raad voor de rechtspraak / 64
3.1.4 Klachtrecht / 66
3.2 De bevoegdheid van de rechterlijke macht / 66
3.2.1 De internationale bevoegdheid (rechtsmacht) / 67
3.2.2 De EU-Verordening betreffende rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging / 68
3.2.3 De rechtsmacht ingevolge het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering / 72
3.2.4 Forumkeuze en vreemdelingenbeslag / 75
3.3 De bevoegdheid van de Nederlandse rechter ten opzichte van vreemde mogendheden / 76
3.4 De rechterlijke bevoegdheid ten opzichte van andere overheidsorganen / 77
3.4.1 De rechter en de wetgever / 78
3.4.2 De rechter en het bestuur / 79
3.5 De absolute bevoegdheid / 82
3.5.1 De bevoegdheid van de rechtbank; interne bevoegdheid rechtbank / 82
3.5.2 De kantonzaken / 83
3.5.3 De bevoegdheid van de gerechtshoven / 86
3.5.4 De bevoegdheid van de Hoge Raad / 87
3.6 De relatieve bevoegdheid / 88
3.7 Er is niet voor de juiste rechter gedagvaard / 90
3.8 Er is voor het verkeerde procesinleidende stuk gekozen / 92
3.9 Rechterswissel / 92
3.10 Het Openbaar Ministerie / 94
3.11 Het parket bij de Hoge Raad / 95
HOOFDSTUK 4
Partijen, advocaten en deurwaarders / 97
4.1 De procederende partijen / 97
4.1.1 De handelingsonbekwame natuurlijke persoon / 97
4.1.2 De woonplaats van een natuurlijk persoon / 98
4.1.3 Rechtspersonen en vennootschapsvormen / 99
4.1.4 Het domicilie van de rechtspersoon / 100
4.1.5 Domiciliekeuze / 100
4.1.6 De rechtsvordering ter behartiging van een gemeenschappelijk belang / 101
4.1.7 Lastgeving en volmacht / 103
4.2 Advocaten / 104
4.2.1 De toelating als advocaat / 106
4.2.2 De orde van advocaten / 107
4.2.3 De rechtsverhouding met de cliënt / 108
4.2.4 De gedragsregels voor advocaten / 109
4.2.5 Tuchtrechtspraak / 109
4.2.6 Kantoorklachtenregeling en geschilbeslechting / 110
4.2.7 Rechtsbijstandverzekering en vrije advocatenkeuze / 111
4.3 Gerechtsdeurwaarders / 111
4.3.1 Het uitbrengen van exploten / 112
4.3.2 Andere verrichtingen van deurwaarders / 113
HOOFDSTUK 5
De dagvaarding / 115
5.1 De dagvaarding; aard en omschrijving / 115
5.2 Rechtsingang zonder dagvaarding / 115
5.3 De inhoud van de dagvaarding / 116
5.3.1 De gegevens betreffende de partijen / 118
5.3.2 De voor de eiser optredende gemachtigde of advocaat / 119
5.3.3 De woonplaatskeuze van de eiser / 120
5.4 De voorschriften omtrent het uitbrengen van exploten en dagvaardingen / 120
5.4.1 De algemene regeling / 120
5.4.2 Bijzondere regelingen / 122
5.5 De aanwijzing van de rechter en van de roldatum waartegen de gedaagde wordt opgeroepen / 125
5.6 De termijn van dagvaarden / 126
5.7 De gronden van de eis / 126
5.8 De eis / 128
5.9 Nevenvorderingen / 131
5.10 Nietigheid en herstel / 132
HOOFDSTUK 6
Het verloop van de rechtbankprocedure (afdeling civiel recht) / 135
6.1 Inschrijving op de rol / 135
6.1.1 De rol / 136
6.1.2 Elektronisch berichtenverkeer / 137
6.1.3 Griffi erecht eiser / 137
6.2 Verschijning van de gedaagde / 139
6.3 De conclusiewisseling / 140
6.4 Een incident / 141
6.5 De conclusie van antwoord / 142
6.5.1 Erkenning en referte / 143
6.5.2 Regels betreffende het verweer van de gedaagde / 144
6.6 De mondelinge behandeling / 148
6.6.1 De inrichting van de mondelinge behandeling / 149
6.6.2 Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling / 154
6.7 De conclusies van repliek en dupliek, eventuele (nadere) mondelinge behandeling / 155
6.8 De termijnen / 156
6.9 Wijziging van de eis / 159
6.10 Afbreking van de instantie / 160
6.11 Schorsing van het geding / 162
6.12 Rechtsovergang tijdens het geding / 164
6.13 Eindvonnis of tussenvonnis? / 165
HOOFDSTUK 7
De bewijslevering / 167
7.1 Inleiding / 167
7.1.1 De wettelijke regeling van het bewijsrecht / 167
7.1.2 Gevallen waarin het bewijsrecht niet of beperkt geldt / 169
7.1.3 Feiten die zonder bewijslevering voor de rechter kunnen komen vast te staan / 169
7.1.4 Bewijslevering zonder bewijsopdracht / 171
7.2 De bewijslastverdeling / 172
7.2.1 De hoofdregel / 173
7.2.2 Wettelijke uitzonderingen op de hoofdregel / 176
7.2.3 Het verband tussen bewijslast en bewijsopdracht. De plaats van de vermoedens / 179
7.2.4 De omkeringsregel / 182
7.2.5 Tegenbewijs / 184
7.3 Bewijs, bewijswaardering en bewijskracht / 186
7.3.1 De bewijsmiddelen / 186
7.3.2 Inzagerecht/exhibitieplicht / 187
7.3.3 Onrechtmatig bewijs / 190
7.3.4 Bewijswaardering / 191
7.3.5 Bewijskracht / 192
7.3.6 Bewijsovereenkomst / 193
7.4 Bewijs door geschriften / 194
7.4.1 Bewijslevering door middel van geschrift / 194
7.4.2 Geschriften en akten; elektronische akten / 194
7.4.3 Dwingende bewijskracht onderhandse akte / 195
7.4.4 Schuldbekentenis; kwitantie / 195
7.4.5 Vervalsing in de tekst of de ondertekening van de onderhandse akte / 196
7.4.6 Bewijskracht onderhandse akte tegenover derden / 196
7.4.7 Registratie onderhandse akte / 197
7.4.8 Akte als ontstaansvereiste/uitsluitend bewijsmiddel / 197
7.4.9 Authentieke akte / 198
7.4.10 Rechtsopvolgers en vertegenwoordigers / 199
7.4.11 De bewijskracht van vonnissen / 199
7.5 Getuigenbewijs en het tussenvonnis tot bewijslevering / 200
7.5.1 Bewijsaanbod en bewijsopdracht / 201
7.5.2 Het tussenvonnis tot getuigenverhoor / 202
7.5.3 De inhoud van het tussenvonnis tot getuigenverhoor / 202
7.5.4 Andere beslissingen in het tussenvonnis / 203
7.5.5 Bindende eindbeslissing? / 203
7.5.6 Het oproepen van de getuigen / 205
7.5.7 De verplichting om als getuige te verschijnen en verklaringen af te leggen / 205
7.5.8 Het verschoningsrecht / 206
7.5.9 Partijen als getuigen / 208
7.5.10 Het horen van de getuigen / 210
7.5.11 Eigen waarneming / 211
7.5.12 Na afl oop van het getuigenverhoor; contra-enquête / 211
7.5.13 Rogatoire commissie / 212
7.6 Voorlopig getuigenverhoor / 213
7.6.1 De functie van het voorlopig getuigenverhoor / 213
7.6.2 Procedure / 214
7.6.3 Beperking van voorlopig getuigenverhoor / 215
7.6.4 Kosten van voorlopig getuigenverhoor / 216
7.7 Deskundigenbericht / 216
7.7.1 De functie van het deskundigenbericht / 216
7.7.2 Het door de deskundige te verrichten onderzoek / 217
7.7.3 Het horen van partijen / 217
7.7.4 Het rapport van deskundigen / 218
7.7.5 Het honorarium van deskundigen / 218
7.8 De overige bewijsmiddelen / 219
7.8.1 Voorlopige plaatsopneming en bezichtiging; voorlopig deskundigenbericht / 219
HOOFDSTUK 8
Procedures met meer vorderingen en met meer partijen / 221
8.1 Objectieve cumulatie / 223
8.2 De tegenvordering van de gedaagde (reconventie) / 223
8.2.1 Belang van gedaagde bij reconventie / 224
8.2.2 Voorwaardelijke reconventie / 224
8.2.3 Beperkingen voor de eis in reconventie / 225
8.2.4 De procedure in reconventie / 226
8.3 Subjectieve cumulatie / 227
8.4 Processuele ondeelbaarheid en overige gedwongen deelname van ‘derden’ aan het geding / 227
8.5 Vrijwaring / 232
8.5.1 Vereisten voor oproeping in vrijwaring / 234
8.5.2 De vordering tot oproeping in vrijwaring / 235
8.5.3 Twee procedures / 236
8.5.4 Het belang van de gewaarborgde bij de vrijwaring / 237
8.6 Voeging en tussenkomst (samen ook: interventie) / 238
8.6.1 Voeging en tussenkomst moeten door de rechter worden toegestaan / 239
8.6.2 Beperkte toelating van voeging en tussenkomst / 239
HOOFDSTUK 9
Het vonnis / 243
9.1 Gezag van gewijsde / 243
9.1.1 De binding aan het vonnis in het algemeen / 243
9.1.2 Objectieve en subjectieve omvang van het gezag van gewijsde / 245
9.1.3 Gezag van gewijsde en het gesloten stelsel van rechtsmiddelen / 247
9.1.4 Nietigheid van rechtswege van het vonnis / 249
9.2 De onderscheiden vonnissen / 249
9.2.1 Condemnatoire, constitutieve en declaratoire vonnissen. Belang bij slechts declaratoir vonnis / 249
9.2.2 Eindvonnissen en tussenvonnissen / 252
9.2.3 Deelvonnissen / 252
9.2.4 Rolbeschikkingen / 253
9.3 Elementen van het vonnis / 253
9.3.1 De inhoud van het vonnis / 253
9.3.2 Toe- of afwijzing van de vordering; niet-ontvankelijkheid / 254
9.3.3 De uitvoerbaar bij voorraad verklaring / 255
9.4 De kostenveroordeling / 258
9.4.1 Welke kosten? / 258
9.4.2 Compensatie van proceskosten/nodeloze kosten / 262
9.4.3 De rechtsgrond van de veroordeling in de proceskosten / 262
9.4.4 Kostenveroordeling derde / 263
9.5 De uitspraak en de vastlegging van het vonnis. Schriftelijk en mondeling vonnis / 263
9.5.1 Afschriften voor partijen / 265
9.5.2 Afschriften voor derden / 265
9.6 Verbetering van rechterlijke uitspraken / 265
9.6.1 Verbetering van de uitspraak buiten art. 31 Rv om tegenover het gesloten
stelsel van rechtsmiddelen; wenselijk recht / 266
9.7 Aanvulling van rechterlijke uitspraken / 267
9.8 Aansprakelijkheid voor het gebruik van een nog aantastbaar vonnis / 268
9.9 Aansprakelijkheid van de Staat voor een onzorgvuldig vonnis / 269
HOOFDSTUK 10
De rechtsmiddelen / 271
10.1 Algemeen / 271
10.1.1 Gesloten stelsel van rechtsmiddelen / 271
10.1.2 Verbeteringen of aanvullingen / 274
10.1.3 Partijperikelen / 274
10.1.4 Rechtsmiddelenregister / 276
10.2 Verzet / 277
10.2.1 Verstek, zuivering verstek, verzet of hoger beroep / 278
10.2.2 Verzet; termijn / 281
10.2.3 Het instellen van het verzet / 282
10.2.4 Het verloop van de verzetprocedure / 283
10.2.5 Verzet na niet tijdig betalen griffi erecht / 283
10.3 Hoger beroep / 284
10.3.1 De behandeling in twee instanties / 284
10.3.2 Eindvonnissen niet vatbaar voor hoger beroep / 286
10.3.3 Bijzondere rechtsmiddelenverboden / 287
10.3.4 Hoger beroep van tussenvonnissen / 290
10.3.5 Hoger beroep van deelvonnissen / 293
10.3.6 De appeltermijn / 294
10.3.7 Omvang hoger beroep / 294
10.3.8 Rechtspleging in hoger beroep / 300
10.3.9 Na vernietiging in hoger beroep / 307
10.4 Cassatie / 307
10.4.1 Beroep in cassatie; functie / 307
10.4.2 Wanneer in cassatie / 310
10.4.3 Rechtspleging in cassatie / 313
10.4.4 Na cassatie / 317
10.5 Verzet door derden / 318
10.5.1 Beperkte toelating van derdenverzet / 318
10.5.2 Gevolg van toewijzing van derdenverzet / 319
10.6 Herroeping / 319
10.6.1 Functie van herroeping / 319
10.6.2 Gronden en verdere gang van zaken / 320
HOOFDSTUK 11
De procedure bij de kantonrechter / 323
11.1 Algemeen / 323
11.2 Afwijkingen ten opzichte van de (gewone)rechtbankprocedure bij de
afdeling civiel recht / 324
11.3 Bijzondere procedures bij de kantonrechter / 326
11.3.1 Kort geding / 326
11.3.2 Pachtgedingen / 326
HOOFDSTUK 12
Het kort geding / 327
12.1 De functie van het kort geding / 327
12.2 De toegenomen betekenis van het kort geding / 329
12.3 De vereisten voor het kort geding / 330
12.3.1 De zaak moet geschikt zijn om in kort geding te worden beslist / 330
12.3.2 Spoedeisend belang / 331
12.3.3 Voorziening bij voorraad / 331
12.3.4 Onherstelbare gevolgen / 332
12.4 De beoordeling door de kortgedingrechter / 333
12.4.1 De belangenafweging / 333
12.4.2 Geldvordering / 334
12.5 De bevoegdheid van de kortgedingrechter / 335
12.6 Het kort geding door en tegen de overheid / 336
12.7 Afwijkingen van de gewone procesvormen / 337
12.8 Rechtsmiddelen tegen het vonnis in kort geding / 344
12.9 De bodemprocedure / 345
12.10 Een andersluidende beslissing in het bodemgeschil / 346
HOOFDSTUK 13
De verzoekschriftprocedure / 349
13.1 Oneigenlijke rechtspraak / 349
13.2 Vermogensrechtelijke geschilbeslechting in de verzoekschriftprocedure / 350
13.3 De algemene regeling van de verzoekschriftprocedure / 351
13.3.1 Gesloten systeem / 351
13.3.2 Rechtsmacht / 352
13.3.3 Absolute bevoegdheid en interne bevoegdheid rechtbank / 354
13.3.4 Relatieve bevoegdheid / 355
13.3.5 Het verzoekschrift / 355
13.3.6 De wisselbepaling / 356
13.3.7 De verdere gang van zaken / 356
13.3.8 De beschikking / 360
13.3.9 De rechtsmiddelen / 361
13.3.10 Hoger beroep / 362
13.3.11 Het beroep in cassatie / 364
13.3.12 Herroeping / 364
13.4 Ontbinding van arbeidsovereenkomsten / 364
13.5 Echtscheiding en andere scheidingsgedingen / 365
13.5.1 De echtscheidingsprocedure / 366
13.5.2 Echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek / 370
13.5.3 Inschrijving van de echtscheidingsbeschikking / 370
13.6 Enkele andere verzoekschriftprocedures op het terrein van het personen- en familierecht / 370
13.7 Deelgeschil inzake letsel- en overlijdensschade / 372
HOOFDSTUK 14
Arbitrage, bindend advies en mediation / 373
14.1 Arbitrage / 373
14.1.1 Wettelijke regeling / 373
14.1.2 Voordelen en bezwaren van arbitrage / 375
14.1.3 Institutionele arbitrage en ad-hoc arbitrage / 376
14.1.4 Wat kan aan arbitrage worden onderworpen? / 377
14.1.5 Twee soorten arbitrageovereenkomsten / 379
14.1.6 Het karakter van de overeenkomst tot arbitrage / 379
14.1.7 De vastlegging en het bewijs van de overeenkomst tot arbitrage / 380
14.1.8 De overeenkomst tot arbitrage en de gewone rechter / 380
14.1.9 De benoeming van arbiters / 381
14.1.10 Bevoorrechte positie bij de benoeming / 382
14.1.11 Wraking van arbiters / 382
14.1.12 Het arbitraal geding / 383
14.1.13 Door arbiters bij hun beslissing in acht te nemen regels / 389
14.1.14 Het vonnis van arbiters / 393
14.1.15 Verbetering en aanvulling arbitraal vonnis / 394
14.1.16 De deponering van het vonnis ter griffi e / 394
14.1.17 Het verlof tot tenuitvoerlegging / 395
14.1.18 Het arbitraal hoger beroep / 396
14.1.19 De vernietiging door de gewone rechter / 397
14.1.20 De vordering tot vernietiging / 400
14.1.21 De beslissing op de eis tot vernietiging / 401
14.1.22 Herroeping / 401
14.1.23 Slotbepalingen / 402
14.1.24 Arbitrage buiten Nederland / 404
14.2 Bindend advies / 405
14.2.1 De geoorloofdheid van de clausule van bindend advies en van bindende partijbeslissing / 406
14.2.2 De overeenkomst tot onderwerping van een geschil aan bindend advies / 408
14.2.3 Rechterlijke toetsing / 409
14.2.4 Onderscheid tussen bindend advies en arbitrage / 410
14.2.5 Wat verdient de voorkeur, arbitrage of bindend advies? / 411
14.3 Mediation / 411
HOOFDSTUK 15
Nederlandse procedures van Europese herkomst / 415
15.1 De Europese executoriale titel (EET) / 416
15.2 Het Europese betalingsbevel (EBB) / 418
15.3 De Europese procedure voor geringe geldvorderingen (EGV) / 423
15.4 Europees bankbeslag / 426
HOOFDSTUK 16
Hoofdzaken van de executie, het beslag en de zijdelingse dwangmiddelen / 429
16.1 Inleiding / 429
16.1.1 Geven / 429
16.1.2 Doen / 430
16.1.3 Nalaten / 430
16.1.4 Dwangsom / 431
16.1.5 De deurwaarder / 431
16.2 De executie / 432
16.2.1 Herleiding en reële executie / 432
16.2.2 De executie van de verplichting tot geven, doen en nalaten / 434
16.2.3 Bijzondere gevallen van reële executie / 437
16.2.4 Schorsing executie door rechtsmiddel / 438
16.2.5 Executiegeschillen / 438
16.2.6 Executie en faillissement beslagschuldenaar / 440
16.3 Beslag / 440
16.3.1 Vatbaar voor beslag / 441
16.3.2 De omvang van het beslag / 443
16.3.3 Het blokkeringseffect / 445
16.3.4 Beslag geen zakelijk recht/geen voorrang / 447
16.3.5 Wat is belangrijker: uitwinning of blokkering? / 448
16.3.6 Misbruik van beslag en risicoaansprakelijkheid / 448
16.3.7 Regeling niet bij de tijd / 449
16.4 Uitwinning door faillissement / 449
16.4.1 Overwegingen ten gunste van faillissementsaanvraag / 450
16.4.2 Overwegingen ten gunste van beslaglegging / 451
16.5 Parate executie / 452
16.6 Indirecte dwangmiddelen dwangsom en lijfsdwang / 453
16.6.1 Dwangsom / 454
16.6.2 Het vorderen van de dwangsom / 454
16.6.3 Dwangsom en algemeen verbod / 455
16.6.4 Veroordelingen waaraan geen dwangsom kan worden verbonden / 455
16.6.5 De incasso van de dwangsom en het verweer daartegen / 456
16.6.6 Dwangsom niet of niet langer verbeurd / 458
16.6.7 Dwangsom en schadevergoeding / 459
16.6.8 Lijfsdwang / 460
HOOFDSTUK 17
Executoriaal beslag / 461
17.1 Wettelijke regeling / 461
17.2 Executoriale titel / 461
17.3 Executoriaal beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn / 465
17.3.1 De functie van het beslag op roerende zaken / 465
17.3.2 De gang van zaken / 466
17.3.3 De toegang tot de in beslag te nemen zaken / 466
17.3.4 Van beslag vrijgestelde zaken / 467
17.3.5 Geen verhaal op zaken van derden / 467
17.3.6 Beslag op in pand gegeven zaak / 469
17.3.7 Fiscaal bodembeslag / 469
17.3.8 Zaken van derden als verhaalsobject / 470
17.3.9 Beperkt blokkeringseffect; bewaring / 471
17.3.10 Tenietgaan of beschadiging van de beslagen zaak / 471
17.3.11 Medebeslag en de verdeling van de executieopbrengst / 472
17.3.12 Beslag tot afgifte van roerende zaken / 472
17.3.13 Samenloop van verhaalsbeslag en afgiftebeslag; pluraliteit van afgiftebeslagen / 473
17.4 Beslag op aandelen op naam in naamloze en besloten vennootschappen / 474
17.5 Executoriaal derdenbeslag / 475
17.5.1 Functie van het derdenbeslag / 475
17.5.2 De gang van zaken / 476
17.5.3 Inhoud beslagexploot / 477
17.5.4 Beslag voor en op toekomstige vorderingen / 478
17.5.5 Niet vatbaar voor derdenbeslag / 479
17.5.6 Blokkeringseffect bij derdenbeslag / 480
17.5.7 Medebeslag / 482
17.5.8 De verklaring van de derde-beslagene / 483
17.5.9 De verklaringsprocedure / 483
17.5.10 De positie van de bij het beslag betrokken partijen / 484
17.5.11 Beslag op levensverzekering / 488
17.5.12 Vereenvoudigde vormen van verhaal onder derden / 488
17.5.13 Derdenbeslag op zaken / 490
17.5.14 Beslag op effecten gedeponeerd bij een bank / 492
17.5.15 Internationale verwikkelingen bij derdenbeslag / 492
17.5.16 Derdenbeslag en faillissement / 493
17.6 Executoriaal beslag onder de schuldeiser (eigenbeslag) / 494
17.7 Executoriaal beslag op onroerende zaken / 495
17.7.1 Functie van beslag op onroerende zaken / 495
17.7.2 De gang van zaken / 496
17.7.3 Medebeslag / 497
17.7.4 Het blokkeringseffect van beslag op onroerende zaken / 497
17.7.5 Opvordering door derden / 500
17.7.6 Uitwinning door de hypotheekhouder / 500
17.7.7 De ontruiming van de zaak waarop beslag werd gelegd / 502
17.8 Executoriaal beslag op schepen / 502
17.9 Opheffing / 502
HOOFDSTUK 18
Conservatoir beslag / 505
18.1 Wettelijke regeling / 505
18.2 Het verlof van de voorzieningenrechter / 506
18.3 De afzonderlijke beslagen / 509
18.3.1 Conservatoir verhaalsbeslag op roerende zaken/bewaring / 509
18.3.2 Conservatoir beslag onder derden / 509
18.3.3 Conservatoir beslag onder de schuldeiser zelf / 510
18.3.4 Conservatoir beslag op onroerende zaken / 510
18.3.5 Vreemdelingenbeslag (saisie foraine) / 511
18.3.6 Conservatoir beslag tot afgifte of levering / 512
18.3.7 De Vormerkung / 514
18.3.8 Bewijsbeslag / 517
18.4 De opheffi ng van het beslag / 518
18.5 De eis in de hoofdzaak / 520
18.6 Schadevergoedingsplicht beslaglegger / 522
18.7 Maritaal beslag en verdelingsbeslag / 523
18.7.1 Karakter en functie van maritaal beslag / 523
18.7.2 De gang van zaken / 523
18.7.3 Maritaal beslag en rechten van crediteuren / 524
18.7.4 Het verdelingsbeslag / 524
Artikelenregister / 525
Jurisprudentieregister / 561
Trefwoordenregister / 601
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht