Partijautonomie en lijdelijkheid in het nieuwe bewijsrecht
De rol van de rechter in het wetsvoorstel Modernisering Bewijsrecht
Samenvatting
Van oudsher zat de civiele rechter achterovergeleund en liet de discussie tussen partijen uitwoeden, om vervolgens een oordeel te vellen: ‘Geef mij de feiten, dan geef ik u het recht’. Deze al te ‘lijdelijke’ opstelling is inmiddels verleden tijd. Zo werd met de Wet herziening burgerlijk procesrecht (2002) lijdelijkheid steeds meer vervangen door partijautonomie. Het Wetsvoorstel vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht gaat een stap verder in de activering van de civiele rechter.
Dit boek richt zich op deze voorgestelde uitbreiding van bevoegdheden van de rechter en verplichtingen van partijen. De auteur biedt allereerst een historisch overzicht van de ontwikkeling van de rol van de civiele rechter. Hij analyseert daarbij de omvang van de preprocessuele informatieplichten, de aanvulling van de feitelijke gronden en mogelijke gevolgen als de rechter de gevolgtrekking maakt die hij geraden acht.
Daarna gaat de auteur uitgebreid in op de wijzigingen in het Wetsvoorstel modernisering bewijsrecht, waardoor gevolgen voor het huidige systeem van procesrecht en de partijautonomie inzichtelijk worden gemaakt. De analyse van lijdelijkheid, partijautonomie en preprocessuele informatieplichten komt samen in het onderwerp van dit boek: hoe dienen de begrippen ‘lijdelijkheid van de rechter’ en ‘autonomie van partijen’ in de preprocessuele fase te worden ingevuld, mede in het licht van het Wetsvoorstel modernisering bewijsrecht?
Specificaties
Inhoudsopgave
Inleiding 1
1 Historische opvatting over lijdelijkheid en partijautonomie 5
1.1 De lijdelijke rol van de rechter 5
1.2 Historische oorsprong van de lijdelijkheid 5
1.3 De ontwikkeling van de rol van de rechter in Nederland 8
1.3.1 De lijdelijkheid tussen 1838 en 1907 9
1.3.2 De lijdelijkheid tussen 1907 en 1951 12
1.3.3 De lijdelijkheid tussen 1951 en 2002 16
1.4 Partijautonomie en bewijslevering voor 2002 20
1.4.1 De partijautonomie in brede zin 20
1.4.2 Invloed van de wetswijziging ‘Nieuw bewijsrecht’ 22
1.5 Tussenconclusie 24
2 De hedendaagse lijdelijkheid en partijautonomie 27
2.1 Modernisering Burgerlijk Procesrecht 2002 27
2.2 Ontwikkeling van de rol van de rechter en de partijautonomie sinds 2002 30
2.2.1 De Commissie Fundamentele Herbezinning 31
2.2.2 Ontwikkeling van de discussie 34
2.2.3 Van partijautonomie naar waarheidsvinding? 36
2.2.4 Regierol van de rechter onder KEI 39
2.2.5 Partijautonomie op supranationaal niveau 42
2.3 Partijautonomie ten aanzien van specifieke processuele onderdelen 44
2.3.1 De invloed en omvang van de substantiëringsen bewijsaandraagplicht 44
2.3.2 Autonomie van partijen ten aanzien van de bewijslevering 46
2.3.3 De gevolgtrekking die de rechter geraden acht als (pre)processuele sanctie 48
2.4 Tussenconclusie 50
3 Van partijautonomie naar materiële waarheid? 53
3.1 Het Wetsvoorstel modernisering bewijsrecht 54
3.1.1 De expertgroep modernisering bewijsrecht 55
3.1.2 De uitgangspunten omgezet in wetgeving 57
3.1.3 Kritische noten vanuit de rechtspraktijk 60
3.2 De nieuwe rol van de rechter ten koste van de partijautonomie? 66
3.3 Verhoogde waarheidsvinding en efficiëntie zonder wetswijziging 70
3.4 Tussenconclusie 72
Conclusie en samenvatting 77
Geraadpleegde literatuur 87
Geraadpleegde jurisprudentie 95
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht