De weigerende aandeelhouder en de WHOA
De gedwongen debt-for-equity swap buiten surseance en faillissement
Samenvatting
Een vennootschap in financiële problemen kan baat hebben bij de omzetting van schulden in aandelenkapitaal (‘debt-for-equity swap’) om een dreigende toestand van betalingsonmacht te voorkomen. De zittende aandeelhouders steunen echter de totstandkoming van een debt-for-equity swap in veel gevallen niet, omdat zij verwatering van hun relatief aandelenbelang in de vennootschap kunnen ondervinden.
De Wet homologatie onderhands akkoord (‘WHOA’, in werking getreden op 1 januari 2021) beoogt levensvatbare ondernemingen een mogelijkheid te bieden om hun schulden buitengerechtelijk te herstructureren, met behulp van een dwangakkoord dat alle vermogensverschaffers bindt. Een gedwongen debt-for-equity swap valt onder de herstructureringsmogelijkheden van de WHOA. Maar ook vóór de inwerkingtreding van de WHOA bestond onder het enquêterecht al de mogelijkheid om een debt-for-equity swap tegen de wil van de zittende aandeelhouders tot stand te brengen.
Aangezien de totstandkoming van een debt-for-equity swap ingrijpende gevolgen voor de weigerende aandeelhouder kan hebben, rijst de vraag of diens positie door de inwerkingtreding van de WHOA is veranderd. Die vraag wordt in dit boek beantwoord.
De auteur behandelt eerst de achtergrond van de debt-for-equity swap en beschrijft hoe dit instrument soelaas kan bieden voor een kapitaalvennootschap in financieel zwaar weer.
Vervolgens wordt de positie van de weigerende aandeelhouder bij de totstandkoming van een debt-for-equity swap buiten surseance en faillissement onderzocht en diens positie onder het enquêterecht vergeleken met diens positie onder de WHOA. Volgens de auteur is de materiële bescherming die aan de aandeelhouder onder de WHOA tegen een gedwongen debt-for-equity swap toekomt slechter dan in het kader van noodzaakfinanciering.
Specificaties
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Aanleiding 1
1.2 Probleemstelling en doelstelling onderzoek 2
1.3 Opbouw en methodologie 3
1.4 Afbakening 4
2 De debt-for-equity swap 7
2.1 Aard en kenmerken van de debt-for-equity swap 7
2.2 Nut van en noodzaak voor een debt-for-equity swap 8
2.2.1 Terreinverkenning en financiële ratio’s 8
2.2.2 Effect van een debt-for-equity swap op de solvabiliteit 9
2.2.3 Effect van een debt-for-equity swap op de liquiditeit 11
2.2.4 Noodzaak voor een debt-for-equity swap 13
2.3 Vennootschapsrechtelijke aspecten van de debt-for-equity swap 15
2.3.1 Emissiebesluit voor de uitgifte van nieuwe aandelen 15
2.3.2 Voorkeursrecht bij uitgifte van nieuwe aandelen 16
2.3.3 Verwatering van zeggenschap zittende aandeelhouder 17
2.3.4 Voldoening aan stortingsplicht 17
2.4 Tussenconclusie 19
3 De positie van de aandeelhouder bij de totstandkoming van een onderhands akkoord 21
3.1 Totstandkoming onderhands akkoord 21
3.2 Onderhandelingspositie partijen 23
3.3 Faalfactoren bij de totstandkoming van een onderhands akkoord 25
3.4 Vennootschapsrechtelijke positie aandeelhouder 26
3.4.1 Vennootschapsrechtelijke positie meerderheidsaandeelhouder 26
3.4.2 Vennootschapsrechtelijke positie minderheidsaandeelhouder 27
3.4.3 Aandeelhouderspositie bij een delegatie van de emissiebevoegdheid 28
3.4.4 Blokkering besluitvorming door aandeelhouder 29
3.5 Tussenconclusie 29
4 De positie van de aandeelhouder onder het enquêterecht 31
4.1 Formele toegangsdrempels van het enquêterecht 31
4.2 Materiële voorwaarden noodzaakfinanciering via onmiddellijke voorziening 33
4.2.1 Voorwaarde 1: een impasse in de aandeelhoudersvergadering 34
4.2.2 Voorwaarde 2: aanvullende financiering is noodzakelijk 36
4.2.3 Voorwaarde 3: geen reëel alternatief 38
4.2.4 Voorwaarde 4: geen disproportionele benadeling van de zittende aandeelhouders 39
4.3 De onmiddellijke voorziening als vehikel voor de gedwongen debt-for-equity swap 41
4.4 Tussenconclusie 43
5 De positie van de aandeelhouder onder de WHOA 45
5.1 Formele aspecten 45
5.1.1 Toegangsdrempels homologatieprocedure 45
5.1.2 Instemming in the money-klasse 46
5.2 Materiële voorwaarden voor homologatie 47
5.2.1 Pre-insolventietoestand 47
5.2.2 Toepassing best interests-test 50
5.2.3 Toepassing absolute priority rule 51
5.3 Resultaat gehomologeerd akkoord 54
5.4 Aandeelhouders met een bijzondere positie 55
5.4.1 Meerderheidsaandeelhouder 55
5.4.2 Aandeelhouder van een mkb-onderneming 56
5.5 Tussenconclusie 57
6 Vergelijking van de positie van de aandeelhouder onder het enquêterecht en onder de WHOA 59
6.1 Formele aspecten 59
6.2 Materiële aspecten 60
6.2.1 Een impasse in de besluitvorming 60
6.2.2 De toestand van de schuldenaar-vennootschap 61
6.2.3 Geen reëel alternatief 63
6.2.4 Verschuiving van grondslag voor proportionaliteitstoets 64
6.2.5 Beperking van de rechterlijke beoordelingsvrijheid 65
6.2.6 Bijzondere positie aandeelhouder mkb-onderneming 66
7 Slotbeschouwing en conclusie 69
7.1 Overeenkomsten aandeelhouderspositie noodzaakfinanciering en WHOA 69
7.2 Verslechtering van materiële aandeelhouderspositie onder de WHOA 69
7.3 Gevolgen van verslechtering van materiële aandeelhouderspositie 70
7.4 Verbetering positie meerderheidsaandeelhouder mkb-onderneming 70
7.5 Vooruitzicht 71
Geraadpleegde literatuur 73
Geraadpleegde jurisprudentie 91
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht