

Mr. J. den Hartog is als advocaat verbonden aan Van Benthem & Keulen.
Meer over J. den HartogOnvoorziene omstandigheden pre- en post-corona
De invloed van de coronacrisis op artikel 6:258 BW
Samenvatting
De coronacrisis heeft ook gevolgen voor de nakoming van contractuele verplichtingen. In dit boek analyseert de auteur of artikel 6:258 BW – dat een wijzigings- of ontbindingsmogelijkheid bij de rechter creëert voor een partij die zich met onvoorziene omstandigheden geconfronteerd ziet – enig soelaas kan bieden in de coronacrisis. Waar beroepen op onvoorziene omstandigheden in de kredietcrisis weinig mochten baten, is dat nu anders. Vooral huurovereenkomsten zijn in de coronarechtspraak meermaals gewijzigd.
De auteur bespreekt allereerst de achtergrond en werking van artikel 6:258 BW. Vervolgens behandelt hij de rechtspraak van vóór de coronacrisis. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan uitspraken waarin een beroep werd gedaan op de kredietcrisis als onvoorziene omstandigheid. Daarna inventariseert hij hoe de rechterlijke beoordeling van een beroep op artikel 6:258 BW geschiedt als de onvoorziene omstandigheid in kwestie de coronacrisis. Tot slot wordt de coronarechtspraak vergeleken met de pre-coronarechtspraak.
Dit boek heeft betrekking op onvoorziene omstandigheden bij commerciële contracten: overeenkomsten tussen ondernemers. Centraal staat de vraag in hoeverre artikel 6:258 BW in deze coronacrisis op een andere wijze dan voorheen fungeert en in hoeverre de coronarechtspraak de regeling van onvoorziene omstandigheden en de invulling van haar vereisten heeft ontwikkeld en kan ontwikkelen.
De auteur constateert dat coronacrisis een goed voorbeeld is van een omstandigheid waarvoor artikel 6:258 BW in het leven is geroepen. De coronarechtspraak heeft gezichtspunten opgeleverd die kunnen worden aangewend voor de wijziging of ontbinding van een overeenkomst op grond van onvoorziene omstandigheden.
Specificaties
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Introductie 1
1.2 Onderwerp van onderzoek 3
1.3 Opbouw 4
1.4 Methodologie 5
2 De wettelijke regeling van onvoorziene omstandigheden 7
2.1 Inleiding 7
2.2 Totstandkomingsgeschiedenis 7
2.2.1 Clausula rebus sic stantibus 7
2.2.2 De Eerste Wereldoorlog en overmacht 8
2.2.3 Het interbellum 9
2.2.4 De aanloop naar het nieuw BW 10
2.3 Wettelijke regeling 11
2.3.1 Verankering in artikel 6:258 BW 11
2.3.2 Vereisten 11
2.3.2.1 Onvoorziene omstandigheden 11
2.3.2.2 Ongewijzigde instandhouding niet mogen verwachten 12
2.3.2.3 Lid 2 van artikel 6:258 BW 13
2.3.3 Rechtsgevolgen 14
2.3.4 Verhouding ten opzichte van andere leerstukken 16
2.3.4.1 Inleiding 16
2.3.4.2 Redelijkheid en billijkheid 16
2.3.4.3 Dwaling 17
2.3.4.4 Tekortkoming en overmacht 18
2.3.5 Differentiatie bij commerciële contracten? 18
2.4 Conclusie 19
3 Onvoorziene omstandigheden pre-corona 21
3.1 Inleiding 21
3.2 De Hoge Raad en onvoorziene omstandigheden 21
3.2.1 In vogelvlucht naar de Gemeente Bronckhorst 21
3.2.2 Terughoudendheid: waarom en hoe? 25
3.3 De kredietcrisis 26
3.3.1 Inleiding 26
3.3.2 Kredietcrisis geen onvoorziene omstandigheid 28
3.3.3 Wederpartij kan ongewijzigde instandhouding verwachten 29
3.3.4 Ondernemersrisico 31
3.3.5 Kanttekeningen 35
3.3.6. Conclusie 36
3.4 Overige onvoorziene omstandigheden 37
3.4.1 Toewijzende vonnissen 37
3.4.2 Afwijzende vonnissen 44
3.4.2.1 Onvoldoende onderbouwing 44
3.4.2.2 Geen onvoorziene omstandigheden 45
3.4.2.3 Wederpartij kan ongewijzigde instandhouding verwachten 47
3.4.2.4 Ondernemersrisico 49
3.5 Overkoepelende beschouwingen 53
4 Coronacrisis en onvoorziene omstandigheden 55
4.1 Inleiding 55
4.2 Coronarechtspraak 56
4.2.1 Inleiding 56
4.2.2 Huurovereenkomsten 56
4.2.2.1 Gebrekenregeling of onvoorziene omstandigheden? 56
4.2.2.2 Toewijzende vonnissen 57
4.2.2.2.1 Vereisten van artikel 6:258 BW 57
4.2.2.2.2 Rechtsgevolgen 60
4.2.2.3 Afwijzende vonnissen 65
4.2.3 Koopovereenkomsten 67
4.2.4 Overige overeenkomsten 69
4.2.5 Conclusie 71
4.3 Overige rechtspraak uit het coronatijdperk 72
4.3.1 Toewijzende vonnissen 72
4.3.2 Afwijzende vonnissen 73
4.3.2.1 Geen onvoorziene omstandigheden 73
4.3.2.2 Wederpartij kan ongewijzigde instandhouding verwachten 75
4.3.2.3 Ondernemersrisico 76
4.3.3 Conclusie 76
4.4 Overkoepelende beschouwingen 76
5 De ontwikkeling van onvoorziene omstandigheden door de coronacrisis 79
5.1 Inleiding 79
5.2 Vergelijking coronarechtspraak en pre-coronarechtspraak 79
5.2.1 Wel of geen onvoorziene omstandigheden? 79
5.2.2 Ongewijzigde instandhouding niet mogen verwachten 83
5.2.3 Ondernemersrisico 85
5.2.4 Rechtsgevolgen 89
5.3 De (mogelijke) invloed van de coronacrisis op de nadere ontwikkeling van artikel 6:258 BW 91
5.3.1 Nadere scheiding tussen de vereisten 91
5.3.2 Onvoorziene omstandigheden 92
5.3.3 Ongewijzigde instandhouding niet mogen verwachten 93
5.3.4 Ondernemersrisico 94
5.3.5 Rechtsgevolgen 95
5.3.6 Afscheid van de terughoudende benadering? 100
5.4 Toekomstblik 102
6 Conclusie en slotbeschouwing 105
Geraadpleegde literatuur 107
Geraadpleegde jurisprudentie 141
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht