Waarborgen voor rechterlijke onafhankelijkheid
De Raad voor de rechtspraak en de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht
Samenvatting
Oneigenlijke beïnvloeding van de rechtspraak is in Nederland een risico, onder meer mogelijk gemaakt door kwetsbaarheden in de structuur van de Raad voor de rechtspraak. Deze Raad speelt een belangrijke rol in het waarborgen van de rechterlijke onafhankelijkheid. Zijn autonomie dient dan ook te worden beschermd tegen aantasting door de uitvoerende en wetgevende macht.
In dit boek onderzoekt Assamaual Saidi Rabah of de Raad voor de rechtspraak de rechterlijke onafhankelijkheid op effectieve wijze waarborgt. Daartoe beschrijft hij de totstandkomingsgeschiedenis, functie en rechtspositie van de Raad en analyseert hij hoe de Raad zich verhoudt tot de staatsrechtelijke uitgangspunten van machtenscheiding, rechterlijke onafhankelijkheid, ministeriële verantwoordelijkheid en het begrotingsrecht van de wetgever.
Om de waarborgfunctie van de Raad te versterken is volgens de auteur een hervorming noodzakelijk die meer nadruk legt op de rechterlijke onafhankelijkheid en gelijkwaardigheid van de rechterlijke macht ten opzichte van de andere staatsmachten. Daarbij zou ook rekening moeten worden gehouden met legitieme behoeften van politiek en samenleving, zoals doelmatigheid. Mede geïnspireerd door raden voor de rechtspraak in andere Europese landen, doet de auteur meerdere concrete hervormingsvoorstellen. Zo stelt hij onder meer voor om de Raad voor de rechtspraak grondwettelijk te verankeren, de benoemingsprocedure van leden van de Raad te democratiseren en om uit te gaan van voorwaardelijke ministeriële aanwijzings- en vernietigingsbevoegdheden.
Specificaties
Inhoudsopgave
Respecteer het machtsevenwicht XI
Henk Naves, voorzitter Raad voor de rechtspraak
Lijst van gebruikte afkortingen XIII
Samenvatting XV
1 Inleiding 1
1.1 Achtergrond en probleemstelling 1
1.2 Opzet van dit boek 2
1.3 Onderzoeksopzet en methodologische verantwoording 3
2 Totstandkoming, functie en rechtspositie van de Raad voor de rechtspraak 5
2.1 Inleiding 5
2.2 Eerste voorstellen tot een landelijke raad voor de rechterlijke macht na de Tweede Wereldoorlog 5
2.3 New Public Management en discussies over het beheer en bestuur van de rechtspraak in de jaren
80 en 90 7
2.4 Efficiency en waarborgfunctie 10
2.5 Spanning tussen rechterlijke onafhankelijkheid en publieke controle op de rechtspleging 11
2.6 Rechtspositie en bevoegdheden Raad voor de rechtspraak 12
2.7 Conclusie 16
3 De Raad voor de rechtspraak in staatsrechtelijk perspectief 17
3.1 Inleiding 17
3.2 De Raad voor de rechtspraak en machtenscheiding 17
3.2.1 Staatsrechtelijke uitgangspunten machtenscheiding 17
3.2.2 Vertegenwoordiger van een inferieure staatsmacht? 18
3.2.3 Deelconclusie 20
3.3 De Raad voor de rechtspraak en rechterlijke onafhankelijkheid 20
3.3.1 Staatsrechtelijke uitgangspunten rechterlijke onafhankelijkheid 20
3.3.2 Internationale normen ten aanzien van rechterlijke onafhankelijkheid 21
3.3.3 De Raad voor de rechtspraak in het licht van de rechterlijke onafhankelijkheid 23
3.3.4 Deelconclusie 26
3.4 De Raad voor de rechtspraak en de ministeriële verantwoordelijkheid 27
3.4.1 Staatsrechtelijke uitgangspunten ministeriële verantwoordelijkheid 27
3.4.2 De problematische figuur van de ministeriële stelselverantwoordelijkheid 27
3.4.3 Een ministeriële stelselverantwoordelijkheid voor de rechtspleging? 29
3.4.4 De ministeriële stelselverantwoordelijkheid in wetgevende zin ex art. 82 Gw 31
3.4.5 Verwarring tussen de ministeriële verantwoordelijkheid ex art. 42 Gw en de ministeriële stelselverantwoordelijkheid in wetgevende zin ex art. 82 Gw 32
3.4.6 De prospectieve stelselverantwoordelijkheid in wetgevende zin, machtenscheiding en rechterlijke onafhankelijkheid 34
3.4.7 Deelconclusie 35
3.5 De Raad voor de rechtspraak en het begrotingsrecht van de wetgever 36
3.6 Conclusie 36
4 De Raad voor de rechtspraak in rechtsvergelijkend perspectief 39
4.1 Inleiding 39
4.2 Verschillende Europese modellen voor raden voor de rechtspraak 39
4.3 Rechtspositie Raad voor de rechtspraak in vergelijking met raden in andere Europese landen 41
4.3.1 Grondwettelijke verankering van raden voor de rechtspraak 42
4.3.2 Rechtspositionele bevoegdheden van raden voor de rechtspraak 43
4.3.3 Samenstelling en benoeming van raden voor de rechtspraak 44
4.3.4 Toezicht op raden voor de rechtspraak 47
4.3.5 Begrotingsmodellen 50
4.4 Kritiek op het ‘Euromodel’ 50
4.4.1 Raden voor de rechtspraak als ‘monitoring device’? 51
4.4.2 Democratische legitimatie en raden voor de rechtspraak als ‘fourth branch institutions’ 52
4.5 Conclusie 54
5 Naar een effectievere waarborgfunctie voor de Raad voor de rechtspraak 55
5.1 Inleiding 55
5.2 Van formele toezichts- en verantwoordingsstructuur naar responsiviteit 55
5.3 Grondwettelijke verankering 56
5.4 Positionering en begrotingssystematiek 57
5.4.1 Hoog College van Staat en niet-departementale begroting 57
5.4.2 Objectieve en stabiele begroting 58
5.5 Toezicht en publieke verantwoording 58
5.6 Herziening samenstelling en democratisering benoemingsprocedure 59
5.6.1 Vaste meerderheid van rechters 60
5.6.2 Selectie van rechterlijke leden door het College van Afgevaardigden 60
5.6.3 Benoeming voorzitter door College van Afgevaardigden 61
5.6.4 Afschaffing schorsingsbevoegdheid 61
5.7 Conclusie 61
Slotbeschouwing 63
Geraadpleegde literatuur 65
Geraadpleegde jurisprudentie 71
Overige geraadpleegde documenten 73
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht