Handboek Recht en bio-ethiek (herwerking)
(Belgisch recht)
Samenvatting
Handboek voor zorgverleners
- Moeten dokters kindermishandeling melden aan de politie?
- Een patiënt weigert een bloedtransfusie. Wat nu?
- Wanneer mag je organen wegnemen bij een overleden patiënt?
Zonder te vervallen in technische details, geeft dit boek de niet-juridisch geschoolde zorgverlener alle noodzakelijke inzichten om, in versterkt vertrouwen, zorg voor de gezondheid te geven.
In tien hoofdstukken bespreekt het de rechtsregels die de kern van de gezondheidszorg raken en daardoor onlosmakelijk verbonden zijn met de bio-ethiek. Die regels scheppen het kader waarin de verworvenheden van de hedendaagse gezondheidszorg kunnen worden toegepast, aangepast, bijgesteld, in vraag gesteld en bij het falen ervan - wat onvermijdelijk is - naar rechtvaardige oplossingen wordt gezocht
Specificaties
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Juridische waarborgen voor deskundige zorg 21
1.1 De wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen 21
1.1.1 De beoefenaars van de geneeskunde: artsen, tandartsen, vroedvrouwen, klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen 22
1.1.1.1. Artsen 22
1.1.1.2. Tandartsen 24
1.1.1.3. Vroedvrouwen 24
1.1.1.4. Klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen 25
1.1.2 De beoefenaars van de kinesitherapie, de verpleegkunde, een paramedisch beroep en het beroep van vroedvrouw 26
1.1.2.1. De kinesitherapeuten 26
1.1.2.2. De verpleegkundigen 27
1.1.2.3. De paramedici 28
1.1.2.4. De vroedvrouwen 28
1.1.3 De beoefenaars van de artsenijbereidkunde (apothekers) 28
1.1.4 De ondersteunende beroepen 29
1.1.4.1. De zorgkundigen 29
1.1.4.2. De hulpverlener-ambulanciers 29
1.1.4.3. De ondersteunende geestelijke gezondheidszorgberoepen 29
1.1.5 Andere beroepen in de gezondheidszorg 29
1.1.6 Wettelijke voorwaarden om een gezondheidszorgberoep uit te oefenen 30
1.1.6.1. Het visum 30
1.1.6.2. Inschrijving bij een beroepsorde 30
1.2 De wet betreffende de niet-conventionele praktijken 31
1.2.1 Algemene voorwaarden voor de uitoefening van een nietconventionele praktijk 31
1.2.1.1. Een visum 31
1.2.1.2. Een beroepsverzekering 32
1.2.1.3. Een registratie 32
1.2.1.4. Regels inzake bekendmaking aan het publiek naleven 32
1.2.1.5. Vragen naar een recente diagnose 32
1.2.1.6. De patiënt geen conventionele behandeling ontzeggen 32
1.2.1.7. Het beroepsgeheim respecteren 32
1.2.1.8. Verboden handelingen voor niet-artsen 33
1.2.2 Bijzondere voorwaarden voor de uitoefening van de homeopathie 33
1.2.2.1. Registratie als homeopaat 33
1.2.2.2. Homeopathie als ‘bijberoep’ 33
1.2.2.3. Enkel ‘evidence based medicine’ 33
1.3 Het Vlaams decreet betreffende de zorg- en bijstandsverleners 34
Hoofdstuk 2 Het begin van het leven 37
2.1 De medisch begeleide voortplanting 37
2.1.1 Medisch begeleide voortplanting door middel van een embryotransfer 37
2.1.1.1. Maximumleeftijd van de wensmoeder 38
2.1.1.2. Bevruchting in een erkend fertiliteitscentrum 38
2.1.1.3. Geen ondoordachte medisch begeleide voortplanting 38
2.1.1.4. Schriftelijke overeenkomst 39
2.1.1.5. Duidelijke afspraken over de overtallige embryo’s 39
2.1.1.6. Vermijden dat embryo’s overblijven 39
2.1.2 Medisch begeleide voortplanting na embryodonatie 40
2.1.2.1. De embryodonatie 40
2.1.2.2. De embryodonor(en) 41
2.1.2.3. De ontvanger(s) van embryo’s 41
2.1.3 Kunstmatige inseminatie 42
2.1.3.1. Maximumleeftijd van de wensmoeder 42
2.1.3.2. (Beperkte) tussenkomst van een erkend fertiliteitscentrum 42
2.1.3.3. Transparante besluitvorming en beroep op de gewetensclausule 42
2.1.3.4. Schriftelijke overeenkomst 43
2.1.3.5. Duidelijke afspraken over de ingevroren zaadcellen 43
2.1.3.6. Kunstmatige inseminatie na overlijden van de mannelijke partner 43
2.1.4 Kunstmatige inseminatie na donatie van zaadcellen 43
2.2 Vrijwillige zwangerschapsafbreking 45
2.2.1 De voorwaarden voor het uitvoeren van een zwangerschapsafbreking 45
2.2.1.1. Het verzoek en de schriftelijke kennisgeving van de zwangere vrouw 45
2.2.1.2. In principe voor het einde van de twaalfde week na de bevruchting 46
2.2.1.3. Door een arts onder medisch verantwoorde omstandigheden 46
2.2.1.4. Wachttijd van zes dagen respecteren 46
2.2.1.5. Zwangerschapsafbreking na het einde van de twaalfde week na de bevruchting 46
2.2.2 Aangifte van een zwangerschapsafbreking 47
Hoofdstuk 3 De rechtspositie van de patiënt in de wet patiëntenrechten 51
3.1 Enkele definities 51
3.1.1 Iedereen patiënt! 51
3.1.2 Gezondheidszorg 52
3.1.3 Beroepsbeoefenaar 52
3.2 Het recht op kwaliteitsvolle dienstverlening 53
3.2.1 De menselijke waardigheid 53
3.2.2 De zelfbeschikking 54
3.2.3 Zonder enig onderscheid 54
3.2.4 De kwaliteitsvolle dienstverstrekking 54
3.2.5 Beantwoordend aan de behoeften 55
3.3 De vrije keuze met kennis van zaken van zorgverlener 56
3.3.1 De vrije keuze (artikel 6) 56
3.3.2 De vrije keuze met kennis van zaken (artikel 8/1 en 8/2) 57
3.4 De informatie over de gezondheidstoestand 58
3.4.1 Het recht op informatie over de gezondheidstoestand 58
3.4.2 Het recht op bijstand door een vertrouwenspersoon 59
3.4.3 Het recht om niet te weten 60
3.4.4 Niet informeren om de patiënt te ontzien: ‘therapeutische exceptie’ 61
3.5 Het recht om toe te stemmen met kennis van zaken 62
3.5.1 De wijze(n) van toestemmen 62
3.5.2 Informatie die aan de toestemming voorafgaat 63
3.5.3 Wijze van informatieverstrekking 66
3.6 Weigeren en intrekken van een toestemming 67
3.6.1 De weigering met onmiddellijk gevolg (actuele weigering) 67
3.6.2 De weigering met uitgesteld gevolg (voorafgaande weigering) 68
3.7 De veronderstelde toestemming bij spoedhulp 72
3.8 Rechten van de patiënt en het patiëntendossier 73
3.8.1 Het recht op een patiëntendossier 73
3.8.2 Toevoeging van documenten 75
3.8.3 Inzage in het patiëntendossier 76
3.8.3.1. Geen inzage in persoonlijke notities en gegevens over derden 77
3.8.3.2. Inzage door bijstand van en via een vertrouwenspersoon 78
3.8.3.3. Inzage en therapeutische exceptie 79
3.8.4 Recht op afschrift van het patiëntendossier 80
3.8.4.1. Het afschrift is strikt persoonlijk en vertrouwelijk 81
3.8.4.2. De weigering van een afschrift 81
3.8.5 Inzage door nabestaanden in het patiëntendossier 82
3.9 Recht op bescherming van privéleven en van intimiteit 83
3.10 Het klachtrecht 85
3.11 Het recht op behandeling van pijn 85
3.12 De rechten van minderjarige patiënten 85
3.13 Meerderjarige wilsonbekwame patiënten 89
3.13.1 De patiënt is een meerderjarige beschermde persoon 89
3.13.1.1. Het statuut van meerderjarige beschermde persoon in grote lijnen 89
3.13.1.2. De uitoefening van de rechten van de patiënt van een meerderjarige beschermde persoon 92
3.13.2 De patiënt is geen meerderjarige beschermde persoon 94
3.13.2.1. De samenwonende partner 94
3.13.2.2. Een meerderjarig kind 94
3.13.2.3. Een ouder 95
3.13.2.4. Een meerderjarige broer of zus 95
3.13.3 Belangenbehartiging door de zorgverlener 95
3.13.4 Het betrekken van de wilsonbekwame patiënt 96
3.13.5 Afwijken van de beslissing van de vertegenwoordiger 97
3.14 De medewerkingsplichten van de patiënt 98
Hoofdstuk 4 De rechtspositie van de patiënt in specifieke wetgeving 101
4.1 De wet op de bescherming van de psychiatrische patiënt 101
4.1.1 De gedwongen opname voor observatie 101
4.1.1.1. Algemene voorwaarden voor een gedwongen opname 102
4.1.1.2. De gedwongen opname is niet dringend 105
4.1.1.3. De gedwongen opname is dringend 109
4.1.1.4. De duur en het einde van de gedwongen opname voor observatie 110
4.1.2 Het verder verblijf na de observatie 111
4.1.3 De rechten van de psychiatrische patiënt die onder dwang is opgenomen 111
4.1.3.1. Recht op behandeling 112
4.1.3.2. Respect voor de vrijheid van mening, godsdienstige en filosofische overtuiging 112
4.1.3.3. Klachtrecht 112
4.1.3.4. Recht op contact met een advocaat en een arts 113
4.1.3.5. Recht op informatie en inzage in het medisch dossier 113
4.2 De wet betreffende de controlegeneeskunde 114
4.2.1 De uitoefening van de controlegeneeskunde 114
4.2.2 De rechten van de gecontroleerde persoon 114
4.2.2.1. De rechten van de patiënt 114
4.2.2.2. Andere rechten 115
4.3 De wet betreffende het medisch onderzoek van werknemers of kandidaat-werknemers 116
4.3.1 Voorspellend genetisch onderzoek en de aidstest zijn verboden 116
4.3.2 Toegelaten vormen van medisch onderzoek 116
4.3.3 De rechten van de onderzochte persoon 117
4.3.3.1. De rechten van de patiënt 117
4.3.3.2. Andere rechten 118
4.4 De wet op de esthetische genees- en heelkunde 118
4.4.1 De uitoefening van de niet-heelkundige esthetische geneeskunde en de esthetische heelkunde 118
4.4.2 De rechten van de patiënt bij niet-heelkundige esthetische geneeskunde en de esthetische heelkunde 119
4.5 De wet betreffende de palliatieve zorg 120
4.5.1 Palliatieve zorg en de wet patiëntenrechten 120
4.5.2 Definitie en doel van palliatieve zorg 120
4.5.3 Palliatieve zorg is een recht 120
4.5.4 Recht op informatie en toestemming 121
4.6 Het Vlaams decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid 121
4.6.1 Individuele verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en die van de medemens 121
4.6.2 Recht op een aanbod van preventieve gezondheidszorg 123
4.7 Het Vlaams decreet betreffende de centra voor geestelijke gezondheidszorg 123
4.7.1 De rechten van de patiënt 124
4.7.1.1. Het recht op kwaliteitsvolle zorg 124
4.7.1.2. Het recht op toestemming met kennis van zaken 124
4.7.1.3. Het recht op een patiëntendossier 125
4.7.1.4. Klachtrecht 125
4.7.2 Andere rechten 125
4.7.2.1. De rechten van het kind 125
4.7.2.2. De rechten van de mens 125
4.7.2.3. Het recht op bescherming door het beroepsgeheim 125
4.8 Het Vlaams decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg 126
4.8.1 Recht op een individueel dossier 126
4.8.2 Recht om deel te nemen aan het netwerk voor gegevensdeling 126
4.8.3 Recht op een elektronisch deelbaar dossier 127
4.8.4 Recht om gegevens in te voeren in het elektronisch deelbaar dossier 127
4.8.5 Recht om toestemming te geven voor de toegang tot het elektronisch deelbaar dossier 127
4.8.6 Recht op informatie 127
4.9 Andere plichten en verantwoordelijkheden van de patiënt 128
4.9.1 Het betalen van het honorarium 128
4.9.2 Respect voor het beroepsgeheim en het privéleven van de zorgverleners en andere patiënten 131
4.9.3 Niet belemmeren van de normale beroepsuitoefening 131
Hoofdstuk 5 Het einde van het leven 133
5.1 Euthanasie 133
5.1.1 Euthanasie: wat is het (niet)? 133
5.1.2 Hulp bij zelfdoding en euthanasie 135
5.1.3 Euthanasie: een monopolie voor artsen 135
5.1.4 Geen recht op euthanasie en geen plicht euthanasie toe te passen of eraan mee te werken 136
5.1.5 Eerste scenario 137
5.1.5.1. Meerderjarig of ontvoogd minderjarig 138
5.1.5.2. Handelingsbekwaam en bewust 138
5.1.5.3. Vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek zonder externe druk (artikel 3 § 1, tweede streepje) 138
5.1.5.4. Schriftelijk verzoek 138
5.1.5.5. Medisch uitzichtloze toestand 139
5.1.5.6. Overleg met de patiënt 140
5.1.5.7. Overleg met de verpleegkundigen en de naasten van de patiënt 140
5.1.5.8. Extra voorwaarden 141
5.1.5.9. Aangifte aan de controlecommissie 141
5.1.6 Tweede scenario 141
5.1.6.1. Medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden 141
5.1.6.2. Een kinder- of jeugdpsychiater of een psycholoog raadplegen 142
5.1.6.3. Schriftelijke instemming van de ouders 142
5.1.7 Derde scenario 142
5.1.7.1. Een tweede arts raadplegen 142
5.1.7.2. Minstens één maand laten verlopen 143
5.1.8 Vierde scenario 143
5.1.8.1. Een wilsverklaring 143
5.1.8.2. Het opstellen van een wilsverklaring 144
5.1.8.3. Aanwijzen van een vertrouwenspersoon 144
5.1.8.4. De registratie van de wilsverklaring 145
5.1.8.5. De geldigheidsduur van de wilsverklaring 145
5.1.8.6. De gezondheidstoestand van de patiënt 146
5.1.8.7. Overleg voeren met de direct betrokkenen 146
5.1.8.8. Extra voorwaarden 147
5.1.8.9. Aangifte aan de controlecommissie 147
5.1.9 De federale controle- en evaluatiecommissie 147
5.2 Autopsie bij een kind van minder dan achttien maanden 148
Hoofdstuk 6 De donor van lichaamsmateriaal voor geneeskundig gebruik 151
6.1 De donor van organen voor transplantatie 151
6.1.1 De bepalingen die zowel op donatie door levende als overleden donoren van toepassing zijn 151
6.1.1.1. Donatie voor transplantatie 151
6.1.1.2. Wegneming door een arts 151
6.1.1.3. Gratis donatie 152
6.1.1.4. Verbod de koop van een orgaan te vragen of aan te bieden 152
6.1.1.5. Anonimiteit van donor en receptor 152
6.1.2 De levende orgaandonor 152
6.1.2.1. Vergoeding voor onkosten en verlies van inkomsten 152
6.1.2.2. De donor moet meerderjarig zijn, in staat zijn om zijn wil te uiten en schriftelijk toestemmen 153
6.1.2.3. De receptor is in levensgevaar 154
6.1.2.4. Het orgaan van een overledene kan geen even goede resultaten bieden 155
6.1.2.5. De wegneming van een orgaan bij een meerderjarige die niet zelf kan toestemmen 155
6.1.2.6. Geen onaanvaardbaar gezondheidsrisico voor de donor 156
6.1.2.7. Wegneming en transplantatie door een arts van een transplantatiecentrum 156
6.1.2.8. Orgaandonatie door een minderjarige 156
6.1.3 De overleden orgaandonor 157
6.1.3.1. De overledene was in het Belgisch bevolkingsregister of sinds langer dan zes maanden in het vreemdelingenregister ingeschreven 157
6.1.3.2. De overledene was niet in het Belgisch bevolkingsregister of niet of minder dan zes maanden in het vreemdelingenregister ingeschreven 162
6.2 De donor van weefsel voor geneeskundige toepassing op de mens 163
6.2.1 Algemene voorwaarden voor de donatie van weefsel 163
6.2.2 Toestemming voor de donatie en het primair gebruik van weefsel 164
6.2.2.1. Donatie door een levende donor 164
6.2.2.2. Donatie door een overleden donor 164
6.2.3 Toestemming voor het secundair gebruik van weefsel 165
6.2.3.1. De toestemming van de donor kan nog gevraagd worden 166
6.2.3.2. De toestemming van de donor kan niet meer gevraagd worden 166
6.3 De bloeddonor 166
6.4 De donor van gameten of embryo’s 167
Hoofdstuk 7 Medisch wetenschappelijk onderzoek 171
7.1 Wetenschappelijk onderzoek met mensen 171
7.1.1 Wat is een medisch experiment? 172
7.1.1.1. De menselijke persoon 172
7.1.1.2. Een proef, studie of onderzoek 172
7.1.1.3. De ontwikkeling van kennis 172
7.1.1.4. Kennis eigen aan de WUG-gezondheidszorgberoepen 173
7.1.2 De bescherming van de deelnemers (proefpersonen) van een medisch experiment 174
7.1.2.1. De proefpersoon is meerderjarig en wilsbekwaam 174
7.1.2.2. De proefpersoon is minderjarig 184
7.1.2.3. De proefpersoon is een meerderjarige beschermde persoon 186
7.1.2.4. Medische experimenten in hoogdringende omstandigheden 188
7.2 Wetenschappelijk onderzoek met embryo’s in vitro en met gameten 188
7.2.1 Onderzoek met overtallige embryo’s 189
7.2.1.1. Overtallige embryo’s 189
7.2.1.2. Algemene voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek met overtallige embryo’s in vitro 189
7.2.1.3. Specifieke voorwaarden voor wetenschappelijk onderzoek met overtallige embryo’s in vitro 192
7.2.2 Verboden onderzoek of handelingen met overtallige embryo’s in vitro 192
7.2.2.1. Inplanten bij dieren en creëren van chimaeren of hybride wezens 192
7.2.2.2. Na onderzoek inplanten bij mensen 192
7.2.2.3. Onderzoek of behandelingen met een eugenetisch oogmerk 193
7.2.2.4. Onderzoek of behandelingen gericht op geslachtsselectie 193
7.2.3 Onderzoek met aangemaakte embryo’s in vitro 193
7.2.3.1. Het aanmaken van embryo’s in vitro voor onderzoek 193
7.2.3.2. Het verrichten van onderzoek met aangemaakte embryo’s in vitro 194
7.2.4 Onderzoek met gameten 194
7.3 Wetenschappelijk onderzoek met menselijk lichaamsmateriaal 195
7.3.1 Onderzoek met lichaamsmateriaal dat wordt afgenomen voor wetenschappelijk onderzoek 195
7.3.1.1. Bij een levende donor 196
7.3.1.2. Bij een overleden donor 197
7.3.2 Wetenschappelijk onderzoek met residuair lichaamsmateriaal 198
7.3.2.1. Geen verzet van de donor of zijn vertegenwoordiger 198
7.3.2.2. Gunstig advies van een volledig erkend ethisch comité 198
Hoofdstuk 8 Bescherming van het beroepsgeheim en het privéleven 201
8.1 De bescherming van het beroepsgeheim 201
8.1.1 Wie heeft een beroepsgeheim? 202
8.1.1.1. Geneesheren, apothekers en vroedvrouwen 202
8.1.1.2. Andere personen die door hun beroep kennis dragen van geheimen 203
8.1.2 Toevertrouwde geheimen 204
8.1.3 Opzettelijke bekendmaking is strafbaar 204
8.1.4 Wettelijke uitzonderingen 205
8.1.4.1. Getuigen in rechte (spreekrecht en zwijgrecht) 205
8.1.4.2. Een wet, decreet of ordonnantie verplicht of laat toe geheimen bekend te maken 206
8.1.5 Andere uitzonderingen op het beroepsgeheim 206
8.1.5.1. Een wettelijke toelating 206
8.1.5.2. Een noodtoestand of een conflict van plichten 209
8.1.5.3. De toestemming of het verzoek van de patiënt 211
8.2 De bescherming van het privéleven 219
8.2.1 Algemene beginselen 220
8.2.1.1. Rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie 221
8.2.1.2. Doelbinding 222
8.2.1.3. Minimale gegevensverwerking 222
8.2.1.4. Juistheid 223
8.2.1.5. Opslagbeperking 223
8.2.1.6. Integriteit en vertrouwelijkheid 223
8.2.2 Verwerking door of onder verantwoordelijkheid van geheimplichtige 224
8.2.3 De rechten van de betrokkene over zijn persoonsgegevens betreffende zijn gezondheid 224
8.2.3.1. Recht op informatie over de verwerking 224
8.2.3.2. Recht op inzage 225
8.2.3.3. Recht op verbetering 225
8.2.3.4. Recht op gegevenswissing 226
8.2.3.5. Recht op beperking van de verwerking 226
8.2.3.6. Recht op gegevensoverdracht 226
8.2.4 Plichten voor gegevensbescherming 227
8.2.4.1. Afsluiten van een overeenkomst met de verwerkers 227
8.2.4.2. Opstellen van een register van verwerkingsactiviteiten 228
8.2.4.3. Aanstellen van een functionaris voor gegevensbescherming 228
8.2.4.4. Gegevensbeschermingseffectbeoordeling 229
8.2.5 Wetenschappelijk onderzoek met gegevens betreffende de gezondheid 230
8.2.5.1. Algemeen 230
8.2.5.2. Verzamelen van gezondheidsgegevens voor wetenschappelijk onderzoek met het oog op actieve deelname 232
8.2.5.3. Gebruik van reeds verzamelde gezondheidsgegevens voor wetenschappelijk onderzoek 232
8.3 Het eHealth-platform 232
Hoofdstuk 9 Het klachtrecht 235
9.1 Het klachtrecht in de wet patiëntenrechten 235
9.1.1 De bevoegde ombudsfunctie 235
9.1.2 Klachtrecht als de patiënt zijn rechten niet kan uitoefenen 236
9.1.3 De vorm van de klacht 237
9.1.4 Opdrachten van de ombudspersoon 237
9.1.5 De onafhankelijkheid en juridische bescherming van de ombudsfunctie 238
9.2 Het klachtrecht bij de orde van artsen en van apothekers 238
9.2.1 De tuchtrechtelijke bevoegdheid in eerste aanleg 239
9.2.1.1. Beroepsfouten en zware fouten buiten het beroep 239
9.2.1.2. Het klachtrecht van de patiënt bij een provinciale raad van een orde 240
9.2.1.3. De tuchtsancties 241
9.2.1.4. De samenstelling van de provinciale raden 242
9.2.2 De tuchtrechtelijke bevoegdheid in hoger beroep 242
9.3 Klachtrecht bij de provinciale geneeskundige commissies 242
9.4 Arbitrage bij discussies over honoraria 243
9.5 Bemiddeling door of via het fonds voor medische ongevallen 243
Hoofdstuk 10 Vergoeding van schade geleden door patiënten 247
10.1 De vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg door of met behulp van het fonds voor medische ongevallen 247
10.1.1 Schade als gevolg van gezondheidszorg 248
10.1.1.1. De oorzaak van de schade 248
10.1.1.2. De bron van de schade 250
10.1.2 Uitgesloten schade 253
10.1.2.1. Schade als gevolg van een experiment op de menselijke persoon 253
10.1.2.2. Schade als gevolg van een esthetische ingreep 253
10.1.3 Slechts één keer vergoeding van dezelfde schade 253
10.1.4 Voorwaarden voor de vergoeding door het fonds 254
10.1.4.1. Schade veroorzaakt door een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid 254
10.1.4.2. Schade veroorzaakt door een feit dat aanleiding geeft tot de aansprakelijkheid van de zorgverlener 255
10.1.5 De vraag om advies aan het fonds 255
10.1.5.1. De vraag om advies over schade als gevolg van gezondheidszorg 255
10.1.5.2. De vraag om advies over een minnelijk voorstel tot schadevergoeding 256
10.1.6 Het inzamelen van de nodige documenten en informatie voor de behandeling van de aanvraag 257
10.1.6.1. Het opvragen van documenten en informatie bij alle betrokkenen 257
10.1.6.2. Inzage en afschrift van het patiëntendossier van de betrokken patiënt 258
10.1.6.3. Een beroep op gespecialiseerde beroepsbeoefenaars 259
10.1.6.4. Het organiseren van een tegensprekelijke expertise 259
10.1.6.5. Het horen van de betrokken partijen 259
10.1.7 Het advies van het fonds 260
10.1.7.1. Het advies over schade als gevolg van gezondheidszorg 260
10.1.7.2. Het advies over een minnelijk voorstel tot schadevergoeding 261
10.1.8 De beslissing van het fonds en het verdere verloop van procedure 261
10.1.8.1. Een voorstel tot schadevergoeding aan de aanvrager 261
10.1.8.2. Een verzoek tot schadevergoeding aan de verzekeraar van de zorgverlener 262
10.2 Vergoeding van andere schade geleden door patiënten 264
10.2.1 Schade als gevolg van het niet verlenen van gezondheidszorg 264
10.2.2 Schade als gevolg van het niet naleven van de wet patiëntenrechten 265
10.2.3 Schade als gevolg van geneesmiddelen, gezondheidsproducten of medische hulpmiddelen (prothesen) 266
10.2.4 Schade aan de persoonlijke bezittingen van de patiënt 266
Voor wie meer wil lezen 267
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht