Suzanne Mol-Verver is sinds 2000 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Tevens is zij werkzaam bij Loyens & Loeff NV.
Meer over Suzanne Mol-VerverFiscale behandeling van de DGA
Samenvatting
Fiscale behandeling van de DGA bevat een overzicht van de fiscale behandeling van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Bij de behandeling wordt ingegaan op de diverse fiscale wet- en regelgeving waarmee de DGA te maken krijgt. De volgende heffingen staan centraal: Wet inkomstenbelasting 2001, Wet op de vennootschapsbelasting 1969, Wet op de loonbelasting 1964 en de Successiewet 1956.
Het boek is verdeeld in twee afzonderlijke delen. Het eerste gedeelte vormt een behandeling op hoofdlijnen van de verschillende fiscale regelingen waarmee een DGA te maken krijgt. In het tweede gedeelte wordt op thematische wijze ingegaan op de fiscale gevolgen van een aantal veelvoorkomende situaties waarmee een DGA in de praktijk geconfronteerd kan worden.
In oorsprong is Fiscale behandeling van de DGA bedoeld als studieboek voor studenten fiscaal recht en fiscale economie aan de universiteiten en hogescholen, maar het is ook geschikt voor de fiscale beroepspraktijk. Het boek is een initiatief van de leerstoelgroep belastingrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.
Alle auteurs zijn verbonden aan de leerstoelgroep belastingrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.
Specificaties
Inhoudsopgave
I INLEIDEND DEEL 19
1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21
1.1 Inleiding 21
1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22
1.3 Samenloop box 2 en box 3 Wet IB 2001 24
1.4 Het leerstuk van de rechtsvormneutraliteit 25
2 Kwalificatie als DGA 27
2.1 Inleiding 27
2.2 Fiscaal partnerschap 27
2.3 Basisregels aanmerkelijk belang 29
2.3.1 Aanmerkelijk belang volgens artikel 4.6 Wet IB 2001 29
2.3.2 Economische eigendom uitgangspunt bij artikel 4.6 Wet IB 2001 34
2.3.3 Aanmerkelijk belang volgens de soortbenadering van artikel 4.7 Wet IB 2001 35
2.4 Bijzondere vormen van aanmerkelijk belang 37
2.4.1 Genotsrechten artikel 4.3 Wet IB 2001 37
2.4.2 Meesleepregeling artikel 4.9 Wet IB 2001 38
2.4.3 Meetrekregeling artikel 4.10 Wet IB 2001 38
2.4.4 Fictief aanmerkelijk belang artikel 4.11 Wet IB 2001 39
3 Hoofdregels voor het inkomen uit aanmerkelijk belang (object) 41
3.1 Inleiding 41
3.2 Opbouw belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 41
3.3 Inkomen uit aanmerkelijk belang: reguliere voordelen 42
3.3.1 Inleiding 42
3.3.2 Winstuitdelingen 43
3.3.2.1 Verkapte of vermomde winstuitdeling 43
3.3.2.2 Vererfd aanmerkelijk belang 44
3.3.3 Uitbreidingen en beperkingen van het begrip reguliere voordelen 45
3.3.3.1 Forfaitair voordeel buitenlandse beleggingsmaatschappijen 45
3.3.3.2 Teruggaaf van op aandelen gestort kapitaal 46
3.3.3.3 Teruggaaf van wat op winstbewijzen is gestort 48
3.3.3.4 Bonusaandelen 48
3.3.3.5 Excessief lenen bij eigen vennootschap 49
3.3.4 Aftrekbare kosten 50
3.3.5 Niet-aftrekbare kosten 52
3.4 Inkomen uit aanmerkelijk belang: vervreemdingsvoordelen 52
3.4.1 Inleiding 52
3.4.2 Het reguliere begrip ‘vervreemding’ 53
3.4.3 Fictieve vervreemdingen 53
3.4.3.1 Inkoop van aandelen 53
3.4.3.2 Afkopen en inkopen van winstbewijzen 54
3.4.3.3 Betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen 54
3.4.3.4 Juridische fusie/juridische splitsing 55
3.4.3.5 Overgang onder algemene titel/overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel 57
3.4.3.6 Het brengen in het ondernemingsvermogen/het gaan behoren tot het resultaat uit een werkzaamheid 58
3.4.3.7 Aanmerkelijk belang niet langer aanwezig 60
3.4.3.8 Einde binnenlandse belastingplicht 61
3.4.3.9 Verlenen van een koopoptie (= calloptie) 62
3.4.3.10 Afgezonderd particulier vermogen 63
3.4.3.11 Vrijgestelde beleggingsinstelling 64
3.5 De omvang van vervreemdingsvoordelen 66
3.5.1 Inleiding 66
3.5.2 Overdrachtsprijs en verkrijgingsprijs 66
3.5.3 Bijzondere regelingen voor het bepalen van het vervreemdingsvoordeel 67
3.5.3.1 Onzakelijke of ontbrekende tegenprestatie 67
3.5.3.2 Aandelen of winstbewijzen gaan op later tijdstip tot aanmerkelijk belang behoren 68
3.5.3.3 Uitstel nemen van een verlies uit aanmerkelijk belang 69
3.5.3.4 Negatief vervreemdingsvoordeel bij afgezonderd particulier vermogen 69
3.5.3.5 Verkrijgingsprijs bij immigratie en remigratie 70
3.5.3.6 Forfaitair voordeel bij buitenlandse beleggingsmaatschappij 71
3.5.3.7 (Ver)koop met tegenprestatie in onzekere termijnen 71
3.5.3.8 Latere wijziging overdrachtsprijs 72
3.5.3.9 Call- en putopties 73
3.5.3.10 Betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen 75
3.6 Doorschuiffaciliteiten 76
3.6.1 Inleiding 76
3.6.2 Doorschuiving verkrijgingsprijs 77
3.6.3 Niet langer aanwezig zijn van een (fictief) aanmerkelijk belang 77
3.7 Tijdstip van heffing (heffingsmomenten) 79
3.7.1 Inleiding 79
3.7.2 Tijdstip van heffing bij reguliere voordelen 79
3.7.3 Tijdstip van heffing bij vervreemdingsvoordelen 79
3.8 Verrekening van een verlies uit aanmerkelijk belang 82
3.8.1 Inleiding 82
3.8.2 Voorwaarden 82
3.9 Omzetting van een verlies uit aanmerkelijk belang in een belastingkorting 83
3.9.1 Inleiding 83
3.9.2 Voorwaarden 83
4 De TBS-regeling van artikel 3.92 Wet IB 2001 85
4.1 Inleiding 85
4.2 TBS-regeling 85
4.2.1 Algemeen 85
4.2.2 Hoofdregel kwalificatie terbeschikkingstelling in de zin van artikel 3.92 Wet IB 2001 87
4.2.2.1 Ruime invulling begrip ‘ter beschikking stellen’ 87
4.2.2.2 Vereist is een aanmerkelijk belang in de vennootschap waaraan ter beschikking wordt gesteld 89
4.2.2.3 De ‘voor zover’-benadering 92
4.2.3 Gelijkstellingen aan feitelijke terbeschikkingstelling in de zin van artikel 3.92 lid 1 Wet IB 2001 93
4.2.4 Samenwerkingsverbanden en de TBS-regeling 94
4.2.5 De maatstaf van heffing bij de TBS-regeling 95
4.2.6 Aanvang en einde van TBS-situaties 97
4.2.6.1 Start van een terbeschikkingstellingsituatie 97
4.2.6.2 Eindtijdstip terbeschikkingstelling 100
5 Lucratief belang 103
5.1 Lucratiefbelangregeling algemeen 103
5.2 Systematiek van de lucratiefbelangregeling 104
5.3 Wijze van bepaling van het resultaat bij een lucratief belang 105
6 Dividendbelasting 109
6.1 Inleiding 109
6.2 Werkwijze heffing van dividendbelasting 109
6.3 Belaste opbrengst uit aandelen in de zin van de Wet DB 1965 111
7 De bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 113
7.1 Inleiding 113
7.2 De faciliteiten 114
7.2.1 Voorwaardelijke vrijstelling 114
7.2.2 Uitstel van betaling 115
7.3 De voorwaarden 116
7.3.1 Ondernemingsvermogen 116
7.3.2 Bezitstermijn 120
7.3.3 Voortzettingvereiste 121
8 De DGA en de loonheffingen 123
8.1 Algemeen 123
8.1.1 De loonheffingen 123
8.1.2 De relatie van de loonbelasting met de inkomstenbelasting 123
8.1.3 De heffing van premies sociale verzekeringen 124
8.2 Belasting- en premieplicht van de DGA 125
8.2.1 Belasting- en premieplicht 125
8.2.2 De werknemer voor de loonbelasting 126
8.2.3 De dienstbetrekking 127
8.2.3.1 De privaatrechtelijke dienstbetrekking 127
8.2.3.2 De fictieve dienstbetrekking 130
8.2.3.3 De management-BV 132
8.2.4 De inhoudingsplichtige 136
8.2.4.1 Algemeen 136
8.2.4.2 Onduidelijkheid over de dienstbetrekking 137
8.2.4.3 De doorbetaaldloonregeling 137
8.2.5 Premieplicht voor de volksverzekeringen 140
8.2.6 Premieplicht voor de werknemersverzekeringen 141
8.2.6.1 Werknemers 141
8.2.6.2 De uitzondering voor DGA’s 142
8.2.7 Bijdrageplicht voor de Zvw 147
8.3 Loon: de maatstaf van heffing 148
8.3.1 Het loonbegrip 148
8.3.1.1 Algemeen 148
8.3.1.2 Negatief loon 148
8.3.2 Loon in natura 149
8.3.3 Aanspraken 152
8.3.4 De gebruikelijkloonregeling 153
8.4 Loon: het moment van genieten 160
8.4.1 Het genietingsmoment 160
8.4.2 Vrijgestelde aanspraken 162
8.4.3 Pensioenaanspraken 163
8.4.3.1 Algemeen 163
8.4.3.2 Ouderdomspensioen 165
8.4.3.3 Arbeidsongeschiktheidspensioen 166
8.4.3.4 Afkoop, vervreemden, tot zekerheid stellen en afzien van een pensioenrecht 166
8.4.4 (Aanvullende) socialeverzekeringsaanspraken 167
8.4.5 Verlofaanspraken 167
8.4.6 Loon genieten op een ongebruikelijk tijdstip 168
8.5 Tarief 170
8.5.1 Algemeen 170
8.5.2 De loonheffingskorting 171
8.6 Wijze van heffen 173
8.6.1 Inhouding van loonbelasting 173
8.6.2 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige (de BV) en de werknemer (de DGA) 174
8.6.2.1 Verplichtingen van de werkgever (de BV) 174
8.6.2.2 Verplichtingen van de werknemer (de DGA) 175
8.6.3 Eindheffing en pseudo-eindheffing 175
8.6.3.1 Eindheffing 175
8.6.3.2 Pseudo-eindheffing 176
8.6.4 De werkkostenregeling 177
9 De buitenlandse belastingplicht van de DGA 183
9.1 Inleiding 183
9.2 Fiscale woonplaats van een natuurlijke persoon 184
9.3 Buitenlandse belastingplicht ter zake van aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigd lichaam 184
9.4 Buitenlandse belastingplicht ter zake van terbeschikkingstelling aan een in Nederland gevestigd lichaam 186
II THEMATISCH DEEL 187
10 Fiscale behandeling (on)zakelijke handelingen tussen de DGA en de BV 189
10.1 Inleiding 189
10.2 (On)zakelijk handelen in de arbeidsrelatie van de DGA 190
10.3 (On)zakelijk handelen in de vreemdvermogensverhouding 191
10.3.1 Gehele vermogensverstrekking door DGA is in fiscale zin eigen vermogen 191
10.3.2 Onzakelijke rente op zakelijke vordering van de DGA op de BV 193
10.3.3 Onzakelijke lening in de zin van de ‘25 november 2011’-arresten 195
10.3.4 Onzakelijke-leningproblematiek in DGA-sfeer uitgewerkt in een aantal voorbeelden 198
10.3.5 Fiscale gevolgen in omgekeerde situatie 200
10.3.5.1 Lening van BV aan DGA kwalificeert fiscaal als eigen vermogen 200
10.3.5.2 Lening van BV aan DGA kent rentecomponent die niet at arm’s length is 201
10.3.5.3 Lening van BV aan DGA draagt onzakelijk debiteurenrisico 201
10.4 Borgstellingen 201
10.4.1 Borgstelling die zich volledig in de aandeelhoudersfeer afspeelt versus een zakelijke borgstelling 202
10.4.2 Fiscale behandeling zakelijke borgstelling 202
10.4.3 Fiscale behandeling borgstelling in de kapitaalsfeer 205
11 Privébetrekkingen aandeelhouder 207
11.1 Inleiding 207
11.2 De fiscale gevolgen van het huwelijk van de DGA 207
11.2.1 Huwelijk en ontstaan fiscaal partnerschap 207
11.2.2 De DGA en het gekozen huwelijksgoederenregime 208
11.2.3 De DGA sluit huwelijkse voorwaarden waardoor een (algehele) gemeenschap van goederen ontstaat waartoe het AB-pakket wordt gerekend 209
11.2.4 Bij het huwelijk ontstaat een (wettelijke) beperkte gemeenschap van goederen waar het AB-pakket buiten valt 212
11.2.5 De DGA en verrekenbedingen 213
11.2.6 De DGA en vergoedingsrechten in de zin van artikel 1:87 BW 213
11.3 De DGA en echtscheiding 214
11.4 Het overlijden van de AB-houder 217
11.4.1 Inleiding 217
11.4.2 Versterferfrecht en testament 217
11.4.3 De DGA als erflater 218
11.4.4 Doorschuifregeling bij overlijden 219
11.4.4.1 Ondernemingsvermogen 219
11.4.4.2 Aanmerkelijk belang 221
11.4.4.3 Verkrijger 222
11.4.4.4 Bijzondere titel 224
11.5 Doorschuifregeling bij verdeling nalatenschap 224
11.6 Het overlijden van de ‘terbeschikkingsteller’ 225
11.6.1 Inleiding 225
11.6.2 Doorschuifregeling bij overlijden 225
11.7 Schenking door de AB-houder 226
11.7.1 Inleiding 226
11.7.2 De DGA als schenker 226
11.7.3 Doorschuifregeling bij schenking 227
12 Aanpassing van structuren 231
12.1 Aandelenruil, fusie en splitsing van vennootschappen 231
12.1.1 Inleiding 231
12.1.2 Uitgangssituatie 231
12.1.3 Eén BV is geen BV 231
12.1.3.1 Route 1: aandelenruil 234
12.1.3.2 Route 2: overdracht onderneming aan dochtervennootschap 237
12.1.4 Afronding 245
12.2 Van eenmanszaak naar BV en terug uit de BV 245
12.2.1 Van eenmanszaak naar BV 245
12.2.2 De inbreng in een BV nader belicht 246
12.2.2.1 De geruisvolle inbreng in een BV nader belicht 246
12.2.2.2 De geruisloze inbreng nader belicht 248
12.2.2.3 De geruisloze terugkeer nader belicht 250
13 Emigratie, immigratie en remigratie 253
13.1 Inleiding 253
13.2 Emigratie van de AB-houder 253
13.3 Emigrant en buitenlandse belastingplicht 256
13.4 Buitenlandse belastingplicht en verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap 259
13.5 Na emigratie genoten reguliere voordelen gevolgd door een vervreemding van het aanmerkelijk belang 263
13.6 Immigratie van een AB-houder 266
13.7 Immigratie en eerdere toepassing van artikel 7.5 lid 7 Wet IB 2001 271
13.8 Remigratie 272
Trefwoordenregister 275
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht