De taal van de geschiedenis - herziene editie
Samenvatting
Taal is alomtegenwoordig in de constructie van historische waarheid: in de meeste bronnen die historici gebruiken, in de teksten die ze zelf op basis van die bronnen schrijven, in het gesprek dat ze erover aangaan met hun collega’s en met de maatschappij. Dit boek biedt niet alleen een grondige theoretische reflectie op dat uitgangspunt, maar staat ook uitvoerig stil bij de concrete implicaties ervan voor de geschiedschrijving. Het eerste deel bevat een uitgewerkt stappenplan voor een historische discoursanalyse, in het tweede deel wordt stilgestaan bij de keuzes die historici maken – en beter niet maken – wanneer ze de veranderlijke en ongrijpbare historische realiteit tot een tekst trachten te stollen. In elk deel versterken theoretische inzichten en praktische voorbeelden elkaar wederzijds. De lezer wordt ook uitgenodigd om zelf aan de slag te gaan met concrete oefeningen. Doordat theorie en praktijk voortdurend met elkaar in dialoog gaan, is dit boek zowel van belang voor wie aan geschiedschrijving wil doen, als voor wie reflecteert over de fundamenten van het vak.
Specificaties
Thema classificatie
Inhoudsopgave
Inleiding bij de eerste editie 17
Deel 1: Het verleden lezen 23
Hoofdstuk 1: Een kleine filosofie van de discoursanalyse 25
1.1 De discursieve verschuiving in de historiografie 25
1.2 Discoursanalyse, of de betekenisinflatie van een begrip 33
1.3 Het nut van de discoursanalyse 41
1.4 Over teksten en praktijken 44
Hoofdstuk 2: De discursieve praktijk 47
2.1 Genre en statuut 47
2.2 Verwachtingen met betrekking tot het publiek 55
2.3 Intertekstualiteit en interdiscursiviteit 59
2.3.1 Toe-eigening van tekstpassages 60
2.3.2 Parodiërend afstand nemen 64
2.3.3 Topoi als verklikker van vertogen 67
2.3.4 Toe-eigening van topoi 68
2.3.5. Interdiscursiviteit 70
2.4. De discursieve praktijk: twee concrete oefeningen 73
2.4.1 Mark Rutte en Theodor Holman over
het verdedigen van de grenzen 73
2.4.2 Een verkiezingsbrochure van Nahima Lanjri 77
Hoofdstuk 3: De bouwstenen van teksten 81
3.1 De semantiek: het niveau van het woord 82
3.1.1 Begrippen 82
3.1.2 Woordkeuze als verklikker van individuen en
maatschappelijke
groepen 84
3.1.3 Woorden als metaforen 89
3.1.4 Woorden als discursieve topoi 91
3.1.5 Adjectieven als normatieve en performatieve instanties 94
3.1.6 Voornaamwoorden als instanties van identificatie en othering 95
3.1.7 Het afbakenen van semantische velden 99
3.2 Syntaxis: het niveau van de zin 100
3.2.1 De discursieve constructie van agency 100
3.2.2 Zinsbouw en performativiteit 103
3.2.3 Zinsbouw en ideologie 105
3.3 De cohesie: het niveau van de tekstpassage 106
3.3.1 De nevenschikking 107
3.3.2 Onderschikkende verbanden 111
3.3.3 Contrast 112
3.4. Narratologie: het niveau van de tekst als geheel 114
Hoofdstuk 4: Zelf aan de slag met de historische discoursanalyse 125
4.1 De receptie van de Afro-Amerikaanse muziek in de Lage Landen
omstreeks 1950 126
4.1.1 Genre en statuut 130
4.1.2 Relatie tussen auteur en publiek 131
4.1.3 Intertekstualiteit en interdiscursiviteit 131
4.1.4 Het woord 132
4.1.5 De zin 134
4.1.6 De passage 134
4.1.7 De tekst als geheel 135
4.1.8 Synthese 136
4.2 Nederlandse reacties op de Hongaarse opstand van 1956 137
4.2.1 Genre en statuut 141
4.2.2 Relatie tussen auteur en publiek 142
4.2.3 Intertekstualiteit en interdiscursiviteit 143
4.2.4 Het woord 144
4.2.5 De zin 145
4.2.6 De passage 146
4.2.7 De tekst als geheel 147
4.2.8 Synthese 148
Deel 2: Het verleden schrijven 151
Hoofdstuk 5: Pleidooi voor een wetenschappelijk multinarrativisme 153
5.1 De waarheidsaanspraken van de geschiedschrijving 154
5.1.1 Realistische waarheidsregimes 155
5.1.2 Perspectivistische waarheidsregimes 158
5.1.3 Naar een intersubjectieve synthese 160
5.2 Geschiedenis, een wetenschap of een kunst? 162
5.3 Het wetenschappelijke multinarrativisme 166
5.4 Historici als moderatoren 170
5.5 Lef en bescheidenheid 172
Hoofdstuk 6: Het gesprek tussen heden en
verleden in historische teksten 173
6.1 De bronnen zicht- en hoorbaar maken 174
6.2 Chronologie en grammaticale tijden 182
6.3 Anachronismen vermijden 186
6.3.1 Materiële, performatieve en structurele anachronismen 187
6.3.2 Functie-aanduidende anachronismen 188
6.3.3 Institutionele anachronismen 190
6.3.4 Semantische anachronismen 192
6.3.5 Narratieve anachronismen 194
6.3.6 Normatieve anachronismen 198
6.4 Je taalgebruik beschermen tegen het verleden 201
Hoofdstuk 7: Het gesprek met peers en publiek 207
7.1 De positie van de wetenschappelijke gemeenschap(pen) in de tekst 208
7.1.1 De wetenschappelijke discussie 209
7.1.2 Het wetenschappelijke argument 215
7.2 De positie van het niet-academische publiek 232
7.2.1 Actualisering 233
7.2.2 Het gesprek met de publieksgeschiedenis 234
7.2.3 Identificatie met het publiek vermijden 235
7.2.4 Rekening houden met effecten van de tekst 236
7.3 Wetenschappelijk en maatschappelijk jargon 236
7.3.1 Wetenschappelijk jargon 237
7.3.2 Maatschappelijk of subcultureel jargon 240
7.4 De aanwezigheid van historici in hun eigen teksten 242
7.4.1 Zelden op de voorgrond 242
7.4.2 Altijd aanwezig op de achtergrond 245
Hoofdstuk 8: Valkuilen ontdekken in historische teksten 249
8.1 De Mau-Mau-opstand, stammenstrijd of nationale revolte? 249
8.2 Het spook van Mostar 256
Deel 3: Het verleden lezen én schrijven 265
Hoofdstuk 9: Van het ruwe bronnenmateriaal naar de
afgewerkte historische tekst 269
9.1. Reacties in Nederland op de ‘muiterij’ op De Zeven Provinciën (1933) 269
9.1.1 De opgave 269
9.1.2 De fragmenten uit bronnen en werken 270
9.1.3 Enkele tussenstappen 275
9.1.4 Een mogelijk resultaat 280
9.2 Veranderende beeldvorming over Peter Paul Rubens
in de negentiende en twintigste eeuw 283
9.2.1 De opgave 283
9.2.2 De fragmenten van bronnen en werken 284
9.2.3 Een mogelijke oplossing 292
Nawoord: De taal, de geschiedenis en het leven 299
Bijlage 303
Vaak samen gekocht
Anderen die dit kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht