Publieke ernstpercepties van criminaliteit en het verband met televisiegebruik
Een kwantitatieve studie bij de Vlaamse bevolking (PDF-Download)
Samenvatting
In dit boek presenteert de auteur de resultaten van haar onderzoek naar publieke ernst percepties van criminaliteit en de mogelijke implicaties voor het beleid. Het onderzoek naar publieke ernstpercepties van criminaliteit is gegroeid vanuit het idee van het belang van de stem van het publiek in het beleid en kent een lange traditie. Meer bepaald kan een inzicht in publieke percepties over de ernst van criminaliteit nuttig zijn in verschillende beleidsfasen in de criminologische en strafrechtelijke sfeer.
Sinds het pionierswerk van Sellin en Wolfgang (1964), is er in de jaren zeventig en tachtig een omvangrijke hoeveelheid literatuur verschenen over ernstpercepties van criminaliteit. Ondanks deze vaststelling werd de laatste dertig jaar echter nog maar weinig gepubliceerd over dit thema, en in Europa werd dit onderwerp slechts zelden onderzocht. Bovendien bevat het onderzoekdomein een aantal conceptuele en methodologische tekortkomingen.
Opvallend binnen het publieke opinieonderzoek in de criminologie in het algemeen, en in het onderzoek naar percepties over criminaliteit in het bijzonder, is bovendien de vaststelling dat onderzoekers slechts zelden het mediagebruik van respondenten bestuderen, ondanks dat is gebleken dat mensen hun informatie over criminaliteit voornamelijk halen uit de massamedia. Vanuit deze achtergrond streeft de auteur in dit boek twee doelstellingen na:
1) de onderzoekstraditie naar de gepercipieerde ernst van misdrijven nieuw leven inblazen en introduceren in België,
2) met de cultivatietheorie als achterliggend kader nagaan in welke mate ernstpercepties samenhangen met televisieblootstelling.
Hiertoe zette de auteur een representatief survey-onderzoek bij 1.278 Vlamingen op en voerde ze een kwantitatieve inhoudsanalyse uit van 154 uren algemene televisie-inhoud en 15.756 nieuwsitems. De bevindingen van dit onderzoek tonen de wetenschappelijke waarde en beleidsrelevantie aan van het openen van de ‘black box’ van ernstpercepties en geven mede invulling aan het debat over de rol die de publieke opinie kan en mag hebben in het criminaliteitsbeleid. De auteur stelt op basis van de resultaten bovendien het idee van klassieke cultivatie aan de kaak en levert nuttige inzichten aan over de functie en de inhoud van het televisienieuws in de samenleving.
Trefwoorden
criminologie criminaliteit cultivatietheorie televisie publieke opinie media percepties kwantitatief onderzoek onderzoek beleid criminaliteitsbeleid survey nieuwsmedia mediabeïnvloeding methodologie massamedia structurele vergelijkingsmodellen vlaamse bevolking maatschappij inhoudsanalyse ernst van misdrijven empirisch onderzoek cultivatie-effecten belgië televisiekijken vragenlijstonderzoek statistiek sociaal-demografische factoren slachtofferschap representatief onderzoek
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Woord vooraf 7
Lijst van tabellen 15
Lijst van figuren 19
Lijst van afkortingen 23
Lijst van bijlagen 25
Inleiding 27
Deel 1. Hoe percipiëren burgers de ernst van misdrijven? 31
1 Publieke percepties over de ernst van criminaliteit: literatuuroverzicht 33
1.1 De opkomst van het publieke-opinieonderzoek binnen de criminologie 33
1.2 De substantiële bevindingen 34
1.2.1 De mate van consensus binnen de bevolking 35
1.2.2 De beïnvloedende factoren 40
1.3 Een kritische reflectie op voorgaande studies 46
1.3.1 Enkele methodologische twistpunten 46
1.3.2 Enkele conceptuele twistpunten 52
1.4 De beleidscontext van een onderzoek naar publieke ernstpercepties van criminaliteit 61
1.4.1 De groeiende aandacht voor rol van publieke opinie in het criminaliteitsbeleid 61
1.4.2 Vier beleidsfasen waarin het ernstbegrip van belang is 65
2 Het conceptueel kader en methodologie van het empirisch onderzoek naar ernstpercepties van criminaliteit in Vlaanderen 67
2.1 De conceptualisering van ernst van criminaliteit 67
2.2 De onderzoeksvragen en hypothesen 74
2.3 De steekproef 76
2.4 De vragenlijst 82
2.4.1 De voorafgaande keuzes 82
2.4.2 De inhoud, de betrouwbaarheid en de validiteit van de meetinstrumenten 84
2.4.3 Enkele kanttekeningen bij de vragenlijst en de aanpak van het onderzoek 93
2.5 De data-analyse 95
2.6 De meerwaarde van deze studie 96
3 De resultaten van het empirisch onderzoek naar ernstpercepties van criminaliteit in Vlaanderen 99
3.1 De percepties over criminaliteit in het algemeen 99
3.2 De percepties over de ernst, morele verkeerdheid, schade en incidentie van misdrijven en schade 103
3.2.1 De gemiddelde scores op de vragen naar ernst, morele verkeerdheid, schade en incidentie 103
3.2.2 De gemiddelde scores van de discriminators versus de non-discriminators 109
3.2.3 De samenhang tussen de misdrijven 112
3.3 De mate van consensus tussen groepen in ernstpercepties van misdrijven 113
3.3.1 De mate van relatieve consensus 114
3.3.2 De mate van absolute consensus 115
3.4 De componenten en samenhangende factoren van ernstpercepties van misdrijven 117
3.4.1 De componenten en samenhangende factoren van algemene ernstpercepties 118
3.4.2 De componenten en samenhangende factoren van misdrijfspecifieke ernstpercepties 125
3.4.3 Het gewicht van de componenten van ernstpercepties 135
3.4.4 De relatie tussen de componenten van ernstpercepties van misdrijven 137
4 Discussie en conclusie over publieke ernstpercepties van criminaliteit 141
Deel 2. In welke mate worden ernstpercepties beïnvloed door televisiegebruik en andere factoren? 151
5 Het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit: de cultivatietheorie als theoretisch uitgangspunt 155
5.1 De filosofische grondslag: de sociale constructie van de realiteit 155
5.2 De cultivatietheorie van George Gerbner 156
5.2.1 De basisassumpties: de rol en eigenschappen van televisie in de samenleving 156
5.2.2 De cultivatietheorie als onderdeel van het Cultural Indicators Project 159
5.3 De belangrijkste aanvullingen aan de cultivatietheorie 161
5.4 De invulling van de cultivatietheorie in het huidige onderzoek 166
Onderdeel 2.1 De representatie van criminaliteit op de televisie in Vlaanderen 171
6 De representatie van criminaliteit op televisie: literatuuroverzicht 173
6.1 De representatie van criminaliteit in de algemene televisie-inhoud 173
6.2 De representatie van criminaliteit in het televisienieuws 176
6.3 Het belang van contextfactoren in onderzoek naar de representatie van criminaliteit op televisie 183
6.4 Een kritische reflectie op de voorgaande studies 186
6.4.1 Enkele methodologische twistpunten 186
6.4.2 Enkele conceptuele twistpunten 188
7 Het conceptueel kader en methodologie van het empirisch onderzoek naar de representatie van criminaliteit op de televisie in Vlaanderen 191
7.1 De prevalentie van misdrijven en 17 contextfactoren als basis 192
7.2 De onderzoeksvragen 205
7.3 De steekproef 206
7.3.1 De steekproef voor de algemene televisie-inhoud 208
7.3.2 De steekproef voor het televisienieuws 211
7.4 Het codeboek 213
7.5 De data-analyse 216
7.6 De meerwaarde van deze studie 219
8 De resultaten van het empirisch onderzoek naar de representatie van criminaliteit op de televisie in Vlaanderen 221
8.1 De representatie van criminaliteit in de algemene televisie-inhoud 221
8.1.1 De prevalentie en distributie van criminaliteit in de algemene televisieinhoud: algemene patronen 221
8.1.2 De prevalentie en distributie van criminaliteit in de algemene televisieinhoud: de locator-variabelen 226
8.1.3 De context van criminaliteit in de algemene televisie-inhoud 230
8.1.4 Een samenvatting van de resultaten 244
8.2 De representatie van criminaliteit in het televisienieuws 249
8.2.1 De prevalentie en distributie van criminaliteit: algemene patronen 250
8.2.2 De prevalentie en distributie van criminaliteit: de locator-variabelen 253
8.2.3 De context van criminaliteit in het televisienieuws 256
8.2.4 Een samenvatting van de resultaten 276
Onderdeel 2.2 Het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit 281
9 Het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit: literatuuroverzicht 283
9.1 Drie studies over het verband tussen blootstelling aan nieuws en ernstpercepties van criminaliteit 283
9.1.1 De desensitisatiehypothese en de ankerhypothese 283
9.1.2 De resultaten van voorgaande studies 284
9.2 Een kritische reflectie op de voorgaande studies 287
9.2.1 Enkele methodologische twistpunten 287
9.2.2 Enkele conceptuele twistpunten 289
10 Het conceptueel kader en de methodologie van het empirisch onderzoek naar het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit 291
10.1 Structurele vergelijkingsmodellen als uitgangspunt 291
10.2 Het formuleren van het hypothetisch model 293
10.2.1 De hoofdvariabelen 294
10.2.2 De intermediërende variabelen 297
10.2.3 De controlevariabelen 311
10.2.4 Samengevat: het moreleverkeerdheidmodel, het schademodel en het samengesteld model 313
10.3 De onderzoeksvragen 318
10.4 De steekproef 319
10.5 De vragenlijst 321
10.5.1 De inhoud, betrouwbaarheid en validiteit van de meetinstrumenten 321
10.5.2 Enkele kanttekeningen bij de vragenlijst en de aanpak van het onderzoek 329
10.6 De data-analyse 331
10.7 De meerwaarde van deze studie 335
11 De resultaten van het empirisch onderzoek naar het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit 337
11.1 De beschrijvende analyses 337
11.2 Van een hypothetisch model naar een theoretisch model 340
11.2.1 Het moreleverkeerdheidmodel 341
11.2.2 Het schademodel 347
11.2.3 Het samengesteld model 352
11.2.4 Samenvatting van de resultaten 359
11.3 De toepassing van het theoretisch model op de specifieke misdrijven 361
11.3.1 Opzet en hypothetisch model 361
11.3.2 De resultaten per misdrijf 363
11.3.3 Samenvatting van de resultaten 366
11.4 De toepassing van het theoretisch model op subgroepen van respondenten 369
11.4.1 Opzet en hypothetisch model 369
11.4.2 De resultaten per subgroep van respondenten 370
11.4.3 Samenvatting van de resultaten 374
12 Discussie en conclusie over het verband tussen televisieblootstelling en ernstpercepties van criminaliteit 379
13 Algemeen besluit 385
13.1 Centrale bevindingen en belangrijkste reflecties 385
13.2 Beleidsimplicaties van het onderzoek naar publieke ernstpercepties van criminaliteit en het verband met televisiegebruik 388
13.3 Voornaamste beperkingen en suggesties voor toekomstig onderzoek 390
Referenties 397
Bijlage 1 Extra informatie over de methodologie 419
Het groene gras 433
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht