WWZ in praktijk

Woord vooraf 13
Max Keulaerds

Vereniging van Rotterdamse Arbeidsrecht Advocaten (VRAA)

Inleiding 17
Pieter van den Brink

Voorwoorden 19
Wim Wetzels, Pieter van den Brink, Max Keulaerds & Ruben Houweling

Verslag bijeenkomsten VRAA 9 december 2014 en 15 januari 2015 22

Eerste thema: Procesrecht 24
Christine Kehrer-Bot
Te behandelen stellingen:
1. De in lid 4 en 5 van artikel 7:686a BW opgenomen vervaltermijn en termijn voor behandeling van een verzoekschrift door de kantonrechter leiden ertoe dat geen verzoekschrift ‘op nader aan te voeren gronden’ kan worden ingediend en dat geen uitstel kan worden verleend voor het voeren van verweer.
2. Door de mogelijkheid van hoger beroep biedt het voeren van een pro-formaprocedure teneinde de bedenktermijn buiten werking te stellen slechts schijnzekerheid.
3. Door het ontbreken van de buitengerechtelijke vernietiging van de opzegging kan de werknemer niet meer in een zelfstandig kort geding wedertewerkstelling vorderen. Deze vordering kan uitsluitend als voorlopige voorziening worden gevraagd in een door de werknemer aanhangig te maken ‘bodemprocedure’.

Tweede thema: Ontslaggronden 40
Pieter van den Brink
Te behandelen stellingen:
1. De Asscher-escape is nodig om te voorkomen dat het ontslagstelsel vastloopt.
2. Oprekking van de h-grond is nodig om te voorkomen dat het ontslagstelsel vastloopt.
3. Bij ontbinding op grond van c t/m h tijdens arbeidsongeschiktheid moet de wegens-leer worden toegepast om te voorkomen dat het ontslagstelsel vastloopt.

Derde thema: Cao-recht 53
Zef Even
Te behandelen stellingen:
1. De binding van de werkgever aan een ontslag-cao bindt automatisch ook de werknemer.
2. De eisen die aan vakbonden worden gesteld voor het afsluiten van een ontslag-cao, zetten yellow unions buitenspel.
3. De rechter dient zich terughoudend op te stellen bij het toetsen van een ontslag-cao.

Vierde thema: Vergoedingen 68
Pascal Kruit
Te behandelen stellingen:
1. Het ontslagrecht kan enkel praktisch werkbaar worden gehouden indien het criterium ‘ernstige verwijtbaarheid’ door de kantonrechters wordt uitgelegd als ‘verwijtbaarheid’, vergelijkbaar met hoe ‘kennelijk onredelijk ontslag’ in de rechtspraak is verworden tot ‘onredelijk ontslag’.
2. Ter voorkoming van rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid dienen aanbevelingen voor de berekeningswijze van de billijke vergoeding te worden opgesteld.
3. De Baijingsleer biedt na 1 juli 2015 de mogelijkheid tot het verkrijgen van een aanvullende vergoeding naast de transitievergoeding.

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Arrondissement Limburg (VAAAL)

Verslag bijeenkomst VAAAL 22 mei 2015 81

Stellingen blok 1 82
Emile Savelkoul
Te behandelen stellingen:
1. Artikel 96 Rv biedt definitieve zekerheid bij geregelde ontbindingen.
2. Werkgevers kunnen voortaan maar beter voor ontbinding in plaats van ontslag op staande voet opteren.
3. De in lid 4 en 5 van artikel 7:686a BW opgenomen vervaltermijn en termijn voor behandeling van een verzoekschrift door de kantonrechter leiden ertoe dat geen verzoekschrift ‘op nader aan te voeren gronden’ kan worden ingediend en dat geen uitstel kan worden verleend voor het voeren van verweer.

Stellingen blok 2 88
Maruca Overdijk
Te behandelen stellingen:
1. De regel dat pas tot ontbinding mag worden overgegaan als zich daadwekelijk één van de wettelijke ontslaggronden geheel voordoet heeft als consequentie dat het ontslagstelsel vastloopt, omdat de mogelijkheden tot maatwerk daarmee ingrijpend zijn beperkt.
2. Onder de h-grond van artikel 7:669 lid 3 BW valt ook het huidige verschil van inzicht.
3. De consequentie van het tijdens-verbod in artikel 7:671b lid 6
BW is dat kleine werkgevers onevenredig worden geraakt, indien zij geen ontbinding wegens bedrijfseconomische redenen kunnen vragen van een arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer.

Stellingen blok 3 94
Frans Bronneberg
Te behandelen stellingen:
1. Het ontslagrecht kan enkel praktisch werkbaar worden gehouden indien het criterium “ernstige verwijtbaarheid” door de kantonrechters wordt uitgelegd als “verwijtbaarheid”, vergelijkbaar met hoe “kennelijk onredelijk ontslag” in de rechtspraak is verworden tot “onredelijk ontslag”.
2. Ter voorkoming van rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid dienen aanbevelingen voor de berekeningswijze van de billijke vergoeding te worden opgesteld (is het in het kader van de rechtszekerheid wenselijk een systematiek van een kantonrechtersformule voor verwijtbare gevallen te hanteren of niet?).
3. De Baijingsleer biedt na 1 juli 2015 de mogelijkheid tot het verkrijgen van een aanvullende vergoeding naast de transitievergoeding.

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Amsterdam (VAAA)

Voorwoord 101
Bart de Vroe

Verslag bijeenkomst VAAA 27 mei 2015 103

Eerste thema: Procesreglement WWZ 104
Inge de Laat
Te behandelen stellingen:
1. Het reguliere bewijsrecht moet ook in ontbindingszaken worden toegepast nu de ontbindingsprocedure niet meer gericht is op snelheid door de mogelijkheid van hoger beroep en cassatie.
2. Na ontslag op staande voet kunnen alleen nog maar bij verzoekschrift voorlopige voorzieningen worden gevraagd en heeft een zelfstandig kort geding geen zin.
3. Splitsen ex artikel 7:686a lid 10 BW is noodzakelijk om onevenredige vertraging te voorkomen.

Tweede thema: Toetsing van de opzeggingsgronden 114
Dirk van Genderen
Te behandelen stellingen:
1. De rechter mag niet afwijken van hetgeen is bepaald in de
Ontslagregeling en andere ministeriële regelingen.
2. De ruimte om ingeval van een incomplete opzeggingsgrond te ontbinden is niet groter dan een muizengat.
3. Een weigering van de werkgever om de arbeidsovereenkomst na twee jaar arbeidsongeschiktheid op te zeggen met het uitsluitende doel de werknemer zo de transitievergoeding te onthouden, moet worden aangemerkt als ernstig verwijtbaar handelen en nalaten.

Derde thema: Beroep en cassatie, vernietiging, herstel of billijke vergoeding? 125
Stefan Sagel
Te behandelen stellingen:
1. De billijke vergoeding van artikel 681 die als alternatief voor vernietiging kan worden verzocht, noopt tot spiegelen aan de waarde van de vernietiging, net als de billijke vergoeding die de appelrechter op grond van artikel 683 lid 3 kan toekennen noopt tot spiegelen aan de waarde van herstel.
2. Een goed werkgeefster kan gehouden zijn een ontslagen werknemer te wijzen op de korte vervaltermijn van artikel 686a lid 4 waarbinnen hij onder de WWZ moet ageren.

Vierde thema: Ontslagvergoedingen WWZ 134
Ferdinand Grapperhaus
Te behandelen stellingen:
1. Door het uiterst gedetailleerde netwerk van voorschriften wordt de rechterlijke speelruimte voor maatwerk ten aanzien van vergoedingen aanzienlijk versmald.
2. Wanneer de beëindiging van het dienstverband te wijten is aan een werkgever die “enkelvoudig” verwijtbaar handelt, bestaat er geen ruimte voor enigerlei vergoeding naast de transitievergoeding.
3. Het zonder enig onderscheid niet verschuldigd laten zijn van de transitievergoeding in geval van surséance van betaling, ondermijnt:
a. de doelstelling van de ook in surséance geldende Richtlijn 98/59, en b. het materiële uitgangspunt dat de transitievergoeding het karakter van een opgebouwd (spaar)tegoed ten behoeve van transitie op de arbeidsmarkt betreft.

BarentsKrans

Voorwoord 145
Max Keulaerds

Verslag bijeenkomst BarentsKrans 28 september 2015 147

Inleiding 148
Max Keulaerds

Het belang van de parlementaire geschiedenis 152
Frank Dekker

De politiek achter de WWZ 155
Fatma Koşer Kaya

De WWZ: een eerste postscriptum 157
Leonard Verburg

WWZ: welke rechter is aan zet? 160
Gerrard Boot

De oogst van enkele maanden WWZ 164
Ruben Houweling

Debat 167

Vereniging Noordelijke Arbeidsrecht Advocaten (VNAA)

Voorwoord 175

Verslag bijeenkomst VNAA 3 november 2015 176

Algemene inleiding 177
Max Keulaerds

Korte blik op de WWZ 180
Reijer Kooij

Eerste stelling 185
Bert Kingma
Door de beperkte ontslaggronden en de onmogelijkheid om door middel van de vergoeding maatwerk te leveren is het ontslagrecht in de WWZ onnodig harder geworden.

Tweede stelling 192
Saskia van Gessel
Bij het bepalen van de billijke vergoeding dienen álle omstandigheden, óók de gevolgen van het ontslag, te worden meegewogen.
Als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan mag de werknemer ten aanzien van het ‘gevolgencriterium’ niet worden afgescheept met de transitievergoeding.

Derde stelling 197
Govert Brouwer
De opvatting dat de WWZ de rechter de mogelijkheid biedt om in ontbindingsprocedures het bewijsrecht buiten toepassing te laten is onjuist en schaadt de waarheidsvinding.
Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Arrondissement Limburg

(VAAAL) & Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Breda - ’s-Hertogenbosch (VAR)

Verslag bijeenkomst VAAAL & VAR 25 maart 2016 205

Eerste Thema: Redelijke gronden 207
Mareine Callemeijn & Marcia Smorenburg
Te behandelen stelling:
De in artikel 7:669 lid 3 sub a tot en met h BW opgenomen limitatieve gronden zijn te beperkt.

Tweede thema: Billijke vergoeding 213
Marieke Tilman
Te behandelen stellingen:
1. Bij de hoogte van de billijke vergoeding bij ontbindingen moet duidelijk rekening worden gehouden met het punitieve karakter dat deze vergoeding heeft.
2. In de hoogte van de billijke vergoeding in het geval van artikel 7:681 BW moet het alternatieve karakter tot uitdrukking komen.
De hoogte zou gerelateerd moeten worden aan de financiële tegenwaarde die herstel zou hebben gehad.

Derde thema: Procesrechtelijke aspecten 221
Judith Schreurs
Te behandelen stelling: Gelet op het verbod van reformatio in peius is het belang bij een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst steeds gegeven, ondanks het bepaalde in artikel 7:683 lid 6 BW.Vierde thema: Gedragingen in de praktijk 226
Lawrence van Woensel & Anouk Cordang
Te behandelen stellingen:
1. De WWZ zorgt voor een toename van schikkingen bij ontslag.
2. De praktijk hanteert in onderhandelingen over beëindiging van het dienstverband de transitievergoeding als bodem.
3. De WWZ maakt het ontslagrecht eerlijker, goedkoper, sneller en eenvoudiger.

Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Oost-Nederland (VAARA)

Voorwoord 235
Annemarie Beijderwellen-Wittekoek

Verslag bijeenkomst VAARA 21 april 2016 237

Eerste thema: Ontslag en beëindiging 237
Evert Verhulp
Te behandelen onderwerpen:
1. Toetsing in hoger beroep: ex tunc of ex nunc?
2. Moment van totstandkoming van de beëindigingsovereenkomst
3. Redelijke gronden
4. Herplaatsingsplicht
5. De switch

Tweede thema: Procesrecht en hoger beroep 249
Peter Jansen
Te behandelen onderwerpen:
1. De vervaltermijn
2. Bewijsregels
3. Hoger beroep

Derde thema: Procesrechtelijke discussiepunten 257
Klaartje Hendriks
Te behandelen stellingen:
1. De advocaat van de partij die ontbinding verzoekt, bepaalt door de woordkeuze ten aanzien van de aan te voeren ontslaggronden (“primair/subsidiair” of “en/of”) hoe de feiten en omstandigheden door de kantonrechter getoetst worden.
2. Als er geen feiten en omstandigheden worden aangevoerd ter onderbouwing van een verzochte billijke vergoeding in verband met ernstige verwijtbaarheid, volgt er geen billijke vergoeding.
3. Het ontslag op staande voet past niet in het systeem van de WWZ.

Vierde thema: Ontslag op staande voet 267
Stefan Sagel
Te behandelen onderwerpen:
1. Ontslag op staande voet en de transitievergoeding
2. Onterecht gegeven ontslag op staande voet
3. Voorwaardelijke ontbinding