Nationale parlementen in de Europese Unie
Een juridische vergelijking tussen het Nederlandse en het Duitse parlement in Europese aangelegenheden
Samenvatting
Nationale parlementen hebben verschillende bevoegdheden om Europese besluitvorming te beïnvloeden. Zij kunnen dit onder andere doen door de eigen regering te controleren op het Europese beleid. Nationale parlementen kunnen daarnaast direct met de Europese Commissie communiceren en kunnen door middel van de politieke dialoog hun standpunten overbrengen. Bovendien kunnen zij via de gelekaartprocedure aan de Europese Commissie laten weten dat voorgenomen nieuwe wetgeving een onderwerp omvat dat beter door de lidstaten zelf geregeld kan worden.
In dit boek wordt onderzocht in welke mate het Nederlandse parlement de naar nationaal en Europees recht toekomende bevoegdheden gebruikt om invloed uit te oefenen op Europese aangelegenheden. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt met de bevoegdheden die het Duitse parlement heeft en toepast. Op basis van dit onderzoek wordt een antwoord gegeven op de vraag of het Nederlandse parlement zijn controle ten aanzien van Europese aangelegenheden kan verbeteren, al dan niet naar Duits voorbeeld.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Aanleiding 11
1.2 Landenkeuze 18
1.3 Periodekeuze 20
1.4 Onderzoeksvraag 20
1.5 Onderzoeksmethode 23
1.6 Opbouw 24
Hoofdstuk 2 Van Europees naar nationaal 27
2.1 Inleiding 27
2.2 Nationale parlementen in de Europese Unie 28
2.2.1 Europees perspectief 28
2.2.2 Nationaal perspectief 31
2.3 Welke documenten worden verstrekt? 31
2.4 Parlementaire invloed op Europese ontwerpwetgeving 34
2.4.1 Het Barroso-initiatief en de politieke dialoog 34
2.4.1.1 Nieuwe Europese wetgeving 35
2.4.1.2 Nationale parlementen 36
2.4.1.3 Beoordeling van de politieke dialoog 38
2.4.2 Gelekaartprocedure 42
2.4.2.1 ‘Groene’ en ‘rode’ kaart 45
2.4.2.2 Tweede Kamer en Eerste Kamer 48
2.4.2.3 Bundestag en Bundesrat 49
2.4.2.4 Drie gele kaarten 50
2.5 Interparlementaire samenwerking 54
2.5.1 Het Europees Parlement 55
2.5.2 Conferentie van Voorzitters van de parlementen van de Europese Unie 57
2.5.3 COSAC 58
2.5.4 Interparlementaire Commissiebijeenkomsten 60
2.5.5 Gezamenlijke Commissiebijeenkomsten 61
2.5.6 Gezamenlijke parlementaire bijeenkomsten 61
2.5.7 Gezamenlijke parlementaire controlegroep EUROPOL 62
2.5.8 Artikel 13-conferentie 62
2.5.9 Europese Parlementaire Week 63
2.5.10 Interparlementaire Conferentie voor gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid 64
2.6 Alternatieve bronnen van informatie 65
2.6.1 IPEX 65
2.6.2 ECPRD 66
2.7 Tussenconclusie 67
Hoofdstuk 3 Nederland 73
3.1 Inleiding 73
3.2 Nederland en de Europese Unie 74
3.3 Controle 76
3.3.1 Verhouding tussen de Staten-Generaal en de regering 76
3.3.2 Parlementaire controlemiddelen 78
3.3.2.1 Inlichtingenplicht 79
3.3.2.2 Recht van interpellatie, debat en vragen 80
3.3.2.3 Enquêterecht 81
3.3.2.4 Ministeriële verantwoordelijkheid en de vertrouwensregel 82
3.3.3 Tweede Kamer 82
3.3.4 Eerste Kamer 89
3.3.5 Overige controle-instrumenten 92
3.3.5.1 Algemeen Overleg Tweede Kamer 92
3.3.5.2 Notaoverleg 99
3.3.5.3 Debat over de Europese Raad 99
3.3.5.4 Afspraken 102
3.3.5.5 Overleg Eerste Kamer 106
3.4 Wetgeving 106
3.4.1 BNC-fiches 107
3.4.2 Behandeling commissievoorstellen door de Tweede Kamer 110
3.4.2.1 Wetgevings- en werkprogramma 111
3.4.2.2 Consultaties 111
3.4.2.3 Rapporteur 114
3.4.3 Behandeling Commissievoorstellen door de Eerste Kamer 117
3.4.3.1 Wetgevings- en werkprogramma 118
3.4.4 Nieuwe nationale bevoegdheden na Lissabon 125
3.4.4.1 Instemmingsrecht 125
3.4.4.2 Parlementair behandelvoorbehoud 128
3.4.5 Ondersteuning 133
3.4.5.1 Tweede Kamer 133
3.4.5.2 Eerste Kamer 134
3.5 Het parlement en de Europese Unie 135
3.5.1 De parlementaire vertegenwoordiging van de Staten-Generaal bij de Europese Unie 135
3.5.2 Staat van de Europese Unie 136
3.5.3 Begrotingsrecht en Europees Semester 139
3.5.4 Wet informatiepositie Staten-Generaal inzake de Europese Unie 141
3.5.5 Voorstel tot verandering van de Grondwet strekkende tot toevoeging van bepalingen inzake het lidmaatschap van de Europese Unie 143
3.6 Tussenconclusie 145
Hoofdstuk 4 Duitsland 149
4.1 Inleiding 149
4.2 Staatsstructuur 152
4.2.1 Bundestag 154
4.2.2 Bundesrat en Länder 157
4.2.2.1 Vertegenwoordiger Länder bij de EU 160
4.2.3 Bondsregering; bondskanselier en de bondsministers 160
4.2.4 Verhouding tussen de Bundestag en de regering 162
4.2.5 Bondspresident 164
4.2.6 Bundesverfassungsgericht 165
4.2.6.1 Het Bundesverfassungsgericht en de Europese Unie 167
4.2.7 Ondersteuning 173
4.3 Wetgevingsproces 175
4.4 Controle van de regering 178
4.4.1 Controlebevoegdheden 180
4.4.1.1 Kleine und Große Anfragen 181
4.4.1.2 Schriftliche Fragen, Mündliche Fragen en Fragestunden 182
4.4.1.3 Aktuelle Stunde 184
4.4.1.4 Regierungsbefragung 186
4.4.1.5 Aanwezigheidsplicht 186
4.4.1.6 Overzicht 187
4.4.2 Kamercommissies 189
4.4.2.1 Permanente commissies 189
4.2.2.2 Controlecommissies 193
4.4.2.3 Onderzoekcommissies 193
4.5 Duitsland en de Europese Unie 194
4.5.1 Artikel 23 Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland 196
4.5.2 Gesetz über die Zusammenarbeit von Bundesregierung und Deutschem Bundestag in Angelegenheiten der Europäischen Union 203
4.5.3 Gesetz über die Wahrnehmung der Integrationsverantwortung des Bundestages und des Bundesrates in Angelegenheiten der Europäischen Union 206
4.5.4 Gesetz über die Zusammenarbeit von Bund und Ländern in Angelegenheiten der Europäischen Union 210
4.5.5 Stellungnahme 212
4.5.6 Overzicht 216
4.6 Tussenconclusie 217
Hoofdstuk 5 Nederland en Duitsland vergeleken 223
5.1 Inleiding 223
5.2 Van Europees naar nationaal 224
5.2.1 Het Barroso-initiatief en de politieke dialoog 224
5.2.2 De gelekaartprocedure 226
5.3 Nationale bevoegdheden 228
5.3.1 Controlebevoegdheden 229
5.3.1.1 Inlichtingenplicht 229
5.3.1.2 Recht van interpellatie, debat en vragen 229
5.3.1.3 Enquêterecht 232
5.3.1.4 Parlementair voorbehoud 233
5.3.1.5 Artikel 23 Duitse Grondwet en verwante wetten 234
5.3.1.6 Gewone controlebevoegdheden vs. bijzondere controlebevoegdheden 236
5.4 Overige elementen van controle 237
5.4.1 Bundesverfassungsgericht 237
5.4.2 Overleg voorafgaand aan vergadering van de Raad en Europese Raad 239
5.4.3 Kamercommissies 240
5.4.4 Ambtelijke ondersteuning 240
5.4.5 Interparlementaire samenwerking 242
5.5 Tussenconclusie 243
Hoofdstuk 6 Conclusie 247
6.1 Bevindingen 249
6.2 Aanbevelingen 265
6.2.1 Verzamelen en vastleggen van bevoegdheden 265
6.2.2 Betere procedures voor inzetten en beëindigen bevoegdheden 268
6.2.2.1 Rapporteur 268
6.2.2.2 Subsidiariteitstoets 269
6.2.2.3 Parlementair behandelvoorbehoud 270
6.2.3 Leden Europees Parlement zitting in Kamercommissie Europese Zaken 270
6.2.4 Parlementaire betrokkenheid bij handelsverdragen 271
6.2.5 Uitbreiding van het ambtenarenapparaat 272
6.2.6 Openbare statistieken Tweede Kamer 273
6.2.7 Betere samenwerking tussen nationale parlementen 273
7 Bibliografie 277
7.1 Literatuur 277
7.2 Jurisprudentie 286
7.3 Wetgeving 287
7.3.1 Nederlandse wetgeving 287
7.3.2 Duitse wetgeving 287
7.3.3 Europese wetgeving 288
7.4 Officiële documenten 291
7.5 Parlementaire stukken 294
7.5.1 Tweede Kamer 294
7.5.2 Eerste Kamer 296
7.5.3 Tweede Kamer en Eerste Kamer 297
7.5.4 Bundestag 297
7.5.5 Bundesrat 297
7.6 Websites 298
7.6.1 Europese websites 298
7.6.2 Nederlandse websites 299
7.6.3 Duitse websites 303
7.6.4 Overige 305
7.7 Overige bronnen 306
Bijlage I. Procedure behandeling Europese voorstellen in de Eerste Kamer 309
Bijlage II. Prioritaire voorstellen uit wetgevings- en werkprogramma 2010 van de Europese Commissie 311
Bijlage III. Overzicht van voor de Tweede Kamer prioritaire voorstellen uit het wetgevings- en werkprogramma voor 2011 van de Europese Commissie 317
Bijlage IV. Kleine Anfrage 321
Bijlage V. Antwoord regering op Kleine Anfrage 329
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht