C.J.M. Jacobs,
Koorn,
T.J. Geersing
Convoy Uitgevers
1e druk, 2023
9789463173476
Agrarisch Belastingrecht - editie 2023-2024
Specificaties
Paperback, 304 blz.
|
Nederlands
Convoy Uitgevers |
1e druk, 2023
ISBN13: 9789463173476
Rubricering
Op voorraad | Vandaag voor 23:00 uur besteld, morgen in huis
Samenvatting
Vanuit een agrarische invalshoek maakt Agrarisch Belastingrecht studenten op een toegankelijke manier wegwijs in de complexe wereld van het Nederlandse belastingrecht. Deze studiemethode is ontwikkeld in samenwerking met Aeres Hogeschool Dronten en is gebaseerd op de wet- en regelgeving van 1 januari 2023.
Bij deze methode behoort een digitale leeromgeving. Studenten kunnen hier per hoofdstuk oefenen met het maken van diverse meerkeuze- en open vragen, begrippen trainen en video’s bekijken.
Specificaties
ISBN13:9789463173476
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:304
Uitgever:Convoy Uitgevers
Druk:1
Verschijningsdatum:1-8-2023
Hoofdrubriek:Fiscaal recht
ISSN:
Jongbloed:Belastingrecht - diversen
Inhoudsopgave
Voorwoord V
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Indeling stelsel van sociale zekerheid 4
1.3 Rechtsgrond voor belastingheffing 6
1.3.1 Inleiding 6
1.3.2 Plaats binnen de wetten 7
1.4 Soorten belastingen 7
1.4.1 Inleiding 7
1.4.2 Directe en indirecte belastingen 7
1.4.3 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 8
1.4.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 8
1.4.5 Subjectieve en objectieve belastingen 9
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht 10
1.5.1 Wetgeving 10
1.5.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 10
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen 13
2.1 Inleiding 14
2.2 Begripsbepalingen 14
2.3 Opbouw van de AWR 19
3 Loonbelasting 21
3.1 Inleiding 22
3.2 Dienstbetrekking 23
3.2.1 Inleiding 23
3.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 23
3.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 25
3.2.4 Fictieve dienstbetrekking 25
3.2.5 Dienstverlening aan huis 29
3.2.6 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 30
3.3 Loon 31
3.3.1 Inleiding 31
3.3.2 Belastbaar loon 31
3.3.3 Loon 31
3.3.4 Auto van de zaak 32
3.3.5 Fictief loon 34
3.4 De werkkostenregeling 35
3.4.1 Inleiding 35
3.4.2 Uitleg van de werkkostenregeling 36
3.5 Verschuldigde loonbelasting 37
3.6 Administratieve verplichtingen 38
3.6.1 Inleiding 38
3.6.2 Verplichtingen bij aanvang werkzaamheden 38
4 Inleiding inkomstenbelasting 41
4.1 Inleiding 42
4.2 Belastingplicht 42
4.3 Heffingsgrondslagen: het boxenstelsel 43
4.3.1 Inleiding 43
4.3.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 46
4.3.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 48
4.3.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 48
4.3.5 Verzamelinkomen 50
4.4 Heffingskortingen 50
4.4.1 Inleiding 50
4.4.2 Onderdelen van de heffingskorting 51
4.5 Toerekeningsregels 54
4.5.1 Inleiding 54
4.5.2 Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens 54
4.5.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 55
4.5.4 Toerekening inkomen tussen partners 56
4.5.5 Voordelen vrije toerekening 57
4.6 Wijze van heffing 58
4.6.1 Inleiding 58
4.6.2 Voorheffingen 58
4.6.3 Voorlopige teruggaaf 58
5 Box 1: winst uit onderneming 61
5.1 Algemeen 62
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 62
5.2 Inleiding 62
5.3 Onderneming 63
5.4 Ondernemers en andere winstgenieters 66
5.4.1 Inleiding 66
5.4.2 Ondernemerschap 67
5.4.3 Urencriterium 73
5.4.4 Medegerechtigden 75
5.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 75
5.4.6 Uitsluiting van ondernemersfaciliteiten 76
5.5 Winst uit onderneming versus loon, resultaat overige werkzaamheden, en box 3 76
5.5.1 Winst uit onderneming versus loon 76
5.5.2 Winst uit onderneming versus resultaat uit overige werkzaamheden 76
5.5.3 Winst uit onderneming versus opbrengsten uit sparen en beleggen 76
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 77
5.6 Inleiding 77
5.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 80
5.7.1 Inleiding 80
5.7.2 Goed koopmansgebruik 80
5.7.3 Balanscontinuïteit 82
5.8 Vermogensetikettering 82
5.8.1 Inleiding 82
5.8.2 De wijze van etikettering 83
5.8.3 Keuzeherziening 87
5.9 Waardering van vermogensbestanddelen 87
5.9.1 Inleiding 87
5.9.2 Bedrijfsmiddelen 88
5.9.3 Aandelen of participaties in afnemers/coöperaties 93
5.9.4 Gronden 96
5.9.5 Nieuwbouw na sloop 99
5.9.6 Boomgaarden 100
5.9.7 Vorderingen 100
5.9.8 Voorraden 102
5.9.9 Fosfaatrechten 105
5.9.10 Schulden 107
5.9.11 Voorzieningen 107
5.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 108
5.10.1 Inleiding 108
5.10.2 Privégebruik auto van de zaak 109
5.10.3 Privégebruik fiets van de zaak 110
5.10.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 111
5.11 Beperkt aftrekbare kosten 111
5.11.1 Inleiding 111
5.11.2 Algemene aftrekbeperking 112
5.11.3 Specifieke aftrekbeperking 112
5.12 Niet-aftrekbare kosten 113
5.12.1 Inleiding 113
5.12.2 Algemene uitsluiting van aftrek 114
5.12.3 Specifieke uitsluiting van aftrek 114
5.13 Objectieve vrijstellingen 115
5.13.1 Inleiding 115
5.13.2 Bosbouwvrijstelling 115
5.13.3 Landbouwvrijstelling 116
5.13.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 138
Onderdeel C Ondernemers- en ondernemingsfaciliteiten 140
5.14 Inleiding 140
5.15 Willekeurige afschrijving 141
5.16 Investeringsaftrek 143
5.16.1 Inleiding 143
5.16.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 146
5.16.3 Energie-investeringsaftrek 147
5.16.4 Milieu-investeringsaftrek 147
5.17 De desinvesteringsbijtelling 148
5.18 Kostenegalisatiereserve 149
5.19 Herinvesteringsreserve 150
5.19.1 Inleiding 150
5.19.2 Het vormen en aanwenden van de herinvesteringsreserve 152
5.19.3 Boekhoudkundige verwerking 152
5.20 Ondernemersaftrek 153
5.20.1 Inleiding 153
5.20.2 Zelfstandigenaftrek 154
5.20.3 Startersaftrek 154
5.20.4 Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk 155
5.20.5 Beloning voor meewerkende partner in de onderneming 155
5.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 157
5.21 De MKB-winstvrijstelling 157
Onderdeel D Staking van de onderneming 158
5.22 Inleiding 158
5.23 Stakingswinst 158
5.23.1 Inleiding 158
5.23.2 Begrip stakingswinst en goodwill 159
5.23.3 Berekening van de stakingswinst 160
5.23.4 Vrijval fiscale reserves 161
5.23.5 Desinvesteringsbijtelling 161
5.23.6 Stakingsaftrek 161
5.23.7 Doorschuiven onderneming 162
5.23.8 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 162
5.24 Bedrijfsoverdracht 164
5.24.1 Bedrijfssluiting 164
5.24.2 Overdracht aan derden 164
5.25 Het aangaan van een samenwerkingsverband 166
5.26 Overdrachten waarbij fiscale claims kunnen worden doorgeschoven 166
5.26.1 Inleiding 166
5.26.2 Het begrip ‘doorschuiven’ 166
5.26.3 Overdrachten waarbij doorgeschoven kan worden 167
5.27 Overlijden van de ondernemer 168
5.27.1 Overlijdenswinst 168
5.27.2 Doorschuiffaciliteit 168
5.28 Ontbinding huwelijksgemeenschap 168
5.28.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 168
5.28.2 Verplichte doorschuiving 169
5.29 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 169
5.30 Uitwerking geruisloze doorschuiving 169
5.31 Overdracht onderneming aan een eigen besloten vennootschap 172
5.32 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 173
6 Box 1: werk en inkomen 175
6.1 Inleiding 176
6.2 Algemene bepalingen binnen box 1 177
6.2.1 Inleiding 177
6.2.2 Waardering niet in geld genoten inkomen 177
6.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 177
6.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen 178
6.3 Het belastbare loon 179
6.3.1 Inleiding 179
6.3.2 Loon 179
6.3.3 Fooien 179
6.3.4 Reisaftrek 180
6.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 182
6.4.1 Inleiding 182
6.4.2 Terbeschikkingstelling aan eigen bv of die van een verbonden persoon 187
6.4.3 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 188
6.5 De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 190
6.5.1 Inleiding 190
6.5.2 De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 191
6.5.3 Termijnen van lijfrenten 192
6.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 192
6.6.1 Inleiding 192
6.6.2 Begrip eigen woning 193
6.6.3 Eigenwoningforfait 196
6.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 202
6.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 203
6.8.1 Inleiding 203
6.8.2 Lijfrentevoorzieningen 204
6.8.3 Premies 205
6.8.4 Tijdstip van aftrek 206
6.9 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 206
6.10 De persoonsgebonden aftrek 208
6.10.1 Inleiding 208
6.10.2 Tijdstip aftrek 209
6.10.3 Uitgaven van onderhoudsverplichtingen 209
6.10.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 211
6.10.5 Aftrekbare giften 213
7 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 217
7.1 Inleiding 218
8 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 221
8.1 Inleiding 222
8.2 Forfaitair rendement 222
8.2.1 Inleiding 222
8.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 222
8.2.3 Berekening inkomen box 3 met ingang van 1 januari 2023 224
8.2.4 Peildatum 226
8.2.5 Heffingvrij vermogen 228
8.3 Bezittingen 228
8.3.1 Inleiding 228
8.3.2 Onroerende zaken 229
8.3.3 Rechten op onroerende zaken 229
8.3.4 Roerende zaken 230
8.4 Schulden 230
8.4.1 Inleiding 230
8.4.2 Belastingschulden 231
8.4.3 Drempelbedrag 231
8.5 Vrijstellingen 232
8.5.1 Inleiding 232
8.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 232
8.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 232
9 Vennootschapsbelasting 233
9.1 Inleiding 234
9.2 Subjectieve belastingplicht 234
9.2.1 Inleiding 234
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 235
9.2.3 Vrijstellingen 237
9.3 Tarief 238
10 Omzetbelasting 239
10.1 Inleiding 240
10.2 Wie moet omzetbelasting voldoen? 243
10.2.1 Inleiding 243
10.2.2 Ondernemer 244
10.3 Belastbaar feit 1: de leveringen van goederen 245
10.4 Belastbaar feit 4: diensten 245
10.4.1 Inleiding 245
10.4.2 Het begrip dienst 245
10.4.3 Plaats van de dienst 248
10.5 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 253
10.5.1 Inleiding 253
10.5.2 De vergoeding 253
10.6 Hoeveel omzetbelasting moet worden voldaan? 254
10.6.1 Inleiding 254
10.6.2 Tabel I 255
10.6.3 Tabel II 256
10.7 In hoeverre bestaat recht op aftrek voorbelasting? 257
10.7.1 Inleiding 257
10.7.2 Factuurvereisten 258
10.7.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 258
10.7.4 Verleggingsregelingen 261
10.7.5 Uitsluiting aftrek voorbelasting 262
10.8 Wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 262
10.8.1 Inleiding 262
10.8.2 Aangifte en betaling 263
10.9 Bijzondere regelingen 264
10.9.1 Inleiding 264
10.9.2 Kleineondernemersregeling 264
10.9.3 Margeregeling 267
10.9.4 Overdracht van een onderneming 269
10.10 Agrarische varia 270
11 Schenk- en erfbelasting 277
11.1 Inleiding 278
11.2 Woonplaats 278
11.3 Begripsbepalingen 279
11.3.1 Inleiding 279
11.3.2 Bloedverwantschap en aanverwantschap 279
11.3.3 Partner 280
11.3.4 Kinderen 280
11.4 Verkrijging krachtens erfrecht 282
11.4.1 Inleiding 282
11.4.2 Erfgenamen op grond van de wet 282
11.4.3 Erfrechtelijke verkrijgers bij testament 285
12 Overdrachtsbelasting 289
12.1 Inleiding 290
12.2 Vrijstellingen 291
12.2.1 Vrijstelling bij verkrijging door kinderen van ouders 292
12.2.2 Vrijstelling bij inbreng 297
12.2.3 Vrijstelling bij ‘uitbreng’ uit een samenwerkingsverband 299
12.2.4 Cultuurgrondvrijstelling 299
12.2.5 Verkrijging krachtens kavelruil 300
Index 303
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Indeling stelsel van sociale zekerheid 4
1.3 Rechtsgrond voor belastingheffing 6
1.3.1 Inleiding 6
1.3.2 Plaats binnen de wetten 7
1.4 Soorten belastingen 7
1.4.1 Inleiding 7
1.4.2 Directe en indirecte belastingen 7
1.4.3 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 8
1.4.4 Aanslag- en aangiftebelastingen 8
1.4.5 Subjectieve en objectieve belastingen 9
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht 10
1.5.1 Wetgeving 10
1.5.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 10
2 Algemene wet inzake rijksbelastingen 13
2.1 Inleiding 14
2.2 Begripsbepalingen 14
2.3 Opbouw van de AWR 19
3 Loonbelasting 21
3.1 Inleiding 22
3.2 Dienstbetrekking 23
3.2.1 Inleiding 23
3.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 23
3.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 25
3.2.4 Fictieve dienstbetrekking 25
3.2.5 Dienstverlening aan huis 29
3.2.6 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 30
3.3 Loon 31
3.3.1 Inleiding 31
3.3.2 Belastbaar loon 31
3.3.3 Loon 31
3.3.4 Auto van de zaak 32
3.3.5 Fictief loon 34
3.4 De werkkostenregeling 35
3.4.1 Inleiding 35
3.4.2 Uitleg van de werkkostenregeling 36
3.5 Verschuldigde loonbelasting 37
3.6 Administratieve verplichtingen 38
3.6.1 Inleiding 38
3.6.2 Verplichtingen bij aanvang werkzaamheden 38
4 Inleiding inkomstenbelasting 41
4.1 Inleiding 42
4.2 Belastingplicht 42
4.3 Heffingsgrondslagen: het boxenstelsel 43
4.3.1 Inleiding 43
4.3.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 46
4.3.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 48
4.3.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 48
4.3.5 Verzamelinkomen 50
4.4 Heffingskortingen 50
4.4.1 Inleiding 50
4.4.2 Onderdelen van de heffingskorting 51
4.5 Toerekeningsregels 54
4.5.1 Inleiding 54
4.5.2 Toerekening tussen en binnen belastbare inkomens 54
4.5.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 55
4.5.4 Toerekening inkomen tussen partners 56
4.5.5 Voordelen vrije toerekening 57
4.6 Wijze van heffing 58
4.6.1 Inleiding 58
4.6.2 Voorheffingen 58
4.6.3 Voorlopige teruggaaf 58
5 Box 1: winst uit onderneming 61
5.1 Algemeen 62
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 62
5.2 Inleiding 62
5.3 Onderneming 63
5.4 Ondernemers en andere winstgenieters 66
5.4.1 Inleiding 66
5.4.2 Ondernemerschap 67
5.4.3 Urencriterium 73
5.4.4 Medegerechtigden 75
5.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 75
5.4.6 Uitsluiting van ondernemersfaciliteiten 76
5.5 Winst uit onderneming versus loon, resultaat overige werkzaamheden, en box 3 76
5.5.1 Winst uit onderneming versus loon 76
5.5.2 Winst uit onderneming versus resultaat uit overige werkzaamheden 76
5.5.3 Winst uit onderneming versus opbrengsten uit sparen en beleggen 76
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 77
5.6 Inleiding 77
5.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 80
5.7.1 Inleiding 80
5.7.2 Goed koopmansgebruik 80
5.7.3 Balanscontinuïteit 82
5.8 Vermogensetikettering 82
5.8.1 Inleiding 82
5.8.2 De wijze van etikettering 83
5.8.3 Keuzeherziening 87
5.9 Waardering van vermogensbestanddelen 87
5.9.1 Inleiding 87
5.9.2 Bedrijfsmiddelen 88
5.9.3 Aandelen of participaties in afnemers/coöperaties 93
5.9.4 Gronden 96
5.9.5 Nieuwbouw na sloop 99
5.9.6 Boomgaarden 100
5.9.7 Vorderingen 100
5.9.8 Voorraden 102
5.9.9 Fosfaatrechten 105
5.9.10 Schulden 107
5.9.11 Voorzieningen 107
5.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 108
5.10.1 Inleiding 108
5.10.2 Privégebruik auto van de zaak 109
5.10.3 Privégebruik fiets van de zaak 110
5.10.4 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 111
5.11 Beperkt aftrekbare kosten 111
5.11.1 Inleiding 111
5.11.2 Algemene aftrekbeperking 112
5.11.3 Specifieke aftrekbeperking 112
5.12 Niet-aftrekbare kosten 113
5.12.1 Inleiding 113
5.12.2 Algemene uitsluiting van aftrek 114
5.12.3 Specifieke uitsluiting van aftrek 114
5.13 Objectieve vrijstellingen 115
5.13.1 Inleiding 115
5.13.2 Bosbouwvrijstelling 115
5.13.3 Landbouwvrijstelling 116
5.13.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 138
Onderdeel C Ondernemers- en ondernemingsfaciliteiten 140
5.14 Inleiding 140
5.15 Willekeurige afschrijving 141
5.16 Investeringsaftrek 143
5.16.1 Inleiding 143
5.16.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 146
5.16.3 Energie-investeringsaftrek 147
5.16.4 Milieu-investeringsaftrek 147
5.17 De desinvesteringsbijtelling 148
5.18 Kostenegalisatiereserve 149
5.19 Herinvesteringsreserve 150
5.19.1 Inleiding 150
5.19.2 Het vormen en aanwenden van de herinvesteringsreserve 152
5.19.3 Boekhoudkundige verwerking 152
5.20 Ondernemersaftrek 153
5.20.1 Inleiding 153
5.20.2 Zelfstandigenaftrek 154
5.20.3 Startersaftrek 154
5.20.4 Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk 155
5.20.5 Beloning voor meewerkende partner in de onderneming 155
5.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 157
5.21 De MKB-winstvrijstelling 157
Onderdeel D Staking van de onderneming 158
5.22 Inleiding 158
5.23 Stakingswinst 158
5.23.1 Inleiding 158
5.23.2 Begrip stakingswinst en goodwill 159
5.23.3 Berekening van de stakingswinst 160
5.23.4 Vrijval fiscale reserves 161
5.23.5 Desinvesteringsbijtelling 161
5.23.6 Stakingsaftrek 161
5.23.7 Doorschuiven onderneming 162
5.23.8 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 162
5.24 Bedrijfsoverdracht 164
5.24.1 Bedrijfssluiting 164
5.24.2 Overdracht aan derden 164
5.25 Het aangaan van een samenwerkingsverband 166
5.26 Overdrachten waarbij fiscale claims kunnen worden doorgeschoven 166
5.26.1 Inleiding 166
5.26.2 Het begrip ‘doorschuiven’ 166
5.26.3 Overdrachten waarbij doorgeschoven kan worden 167
5.27 Overlijden van de ondernemer 168
5.27.1 Overlijdenswinst 168
5.27.2 Doorschuiffaciliteit 168
5.28 Ontbinding huwelijksgemeenschap 168
5.28.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 168
5.28.2 Verplichte doorschuiving 169
5.29 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 169
5.30 Uitwerking geruisloze doorschuiving 169
5.31 Overdracht onderneming aan een eigen besloten vennootschap 172
5.32 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 173
6 Box 1: werk en inkomen 175
6.1 Inleiding 176
6.2 Algemene bepalingen binnen box 1 177
6.2.1 Inleiding 177
6.2.2 Waardering niet in geld genoten inkomen 177
6.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 177
6.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten in aftrek mogen komen 178
6.3 Het belastbare loon 179
6.3.1 Inleiding 179
6.3.2 Loon 179
6.3.3 Fooien 179
6.3.4 Reisaftrek 180
6.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 182
6.4.1 Inleiding 182
6.4.2 Terbeschikkingstelling aan eigen bv of die van een verbonden persoon 187
6.4.3 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 188
6.5 De belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 190
6.5.1 Inleiding 190
6.5.2 De aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 191
6.5.3 Termijnen van lijfrenten 192
6.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 192
6.6.1 Inleiding 192
6.6.2 Begrip eigen woning 193
6.6.3 Eigenwoningforfait 196
6.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 202
6.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 203
6.8.1 Inleiding 203
6.8.2 Lijfrentevoorzieningen 204
6.8.3 Premies 205
6.8.4 Tijdstip van aftrek 206
6.9 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 206
6.10 De persoonsgebonden aftrek 208
6.10.1 Inleiding 208
6.10.2 Tijdstip aftrek 209
6.10.3 Uitgaven van onderhoudsverplichtingen 209
6.10.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 211
6.10.5 Aftrekbare giften 213
7 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 217
7.1 Inleiding 218
8 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 221
8.1 Inleiding 222
8.2 Forfaitair rendement 222
8.2.1 Inleiding 222
8.2.2 Verleden, heden en toekomst van box 3 222
8.2.3 Berekening inkomen box 3 met ingang van 1 januari 2023 224
8.2.4 Peildatum 226
8.2.5 Heffingvrij vermogen 228
8.3 Bezittingen 228
8.3.1 Inleiding 228
8.3.2 Onroerende zaken 229
8.3.3 Rechten op onroerende zaken 229
8.3.4 Roerende zaken 230
8.4 Schulden 230
8.4.1 Inleiding 230
8.4.2 Belastingschulden 231
8.4.3 Drempelbedrag 231
8.5 Vrijstellingen 232
8.5.1 Inleiding 232
8.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 232
8.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 232
9 Vennootschapsbelasting 233
9.1 Inleiding 234
9.2 Subjectieve belastingplicht 234
9.2.1 Inleiding 234
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 235
9.2.3 Vrijstellingen 237
9.3 Tarief 238
10 Omzetbelasting 239
10.1 Inleiding 240
10.2 Wie moet omzetbelasting voldoen? 243
10.2.1 Inleiding 243
10.2.2 Ondernemer 244
10.3 Belastbaar feit 1: de leveringen van goederen 245
10.4 Belastbaar feit 4: diensten 245
10.4.1 Inleiding 245
10.4.2 Het begrip dienst 245
10.4.3 Plaats van de dienst 248
10.5 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 253
10.5.1 Inleiding 253
10.5.2 De vergoeding 253
10.6 Hoeveel omzetbelasting moet worden voldaan? 254
10.6.1 Inleiding 254
10.6.2 Tabel I 255
10.6.3 Tabel II 256
10.7 In hoeverre bestaat recht op aftrek voorbelasting? 257
10.7.1 Inleiding 257
10.7.2 Factuurvereisten 258
10.7.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 258
10.7.4 Verleggingsregelingen 261
10.7.5 Uitsluiting aftrek voorbelasting 262
10.8 Wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 262
10.8.1 Inleiding 262
10.8.2 Aangifte en betaling 263
10.9 Bijzondere regelingen 264
10.9.1 Inleiding 264
10.9.2 Kleineondernemersregeling 264
10.9.3 Margeregeling 267
10.9.4 Overdracht van een onderneming 269
10.10 Agrarische varia 270
11 Schenk- en erfbelasting 277
11.1 Inleiding 278
11.2 Woonplaats 278
11.3 Begripsbepalingen 279
11.3.1 Inleiding 279
11.3.2 Bloedverwantschap en aanverwantschap 279
11.3.3 Partner 280
11.3.4 Kinderen 280
11.4 Verkrijging krachtens erfrecht 282
11.4.1 Inleiding 282
11.4.2 Erfgenamen op grond van de wet 282
11.4.3 Erfrechtelijke verkrijgers bij testament 285
12 Overdrachtsbelasting 289
12.1 Inleiding 290
12.2 Vrijstellingen 291
12.2.1 Vrijstelling bij verkrijging door kinderen van ouders 292
12.2.2 Vrijstelling bij inbreng 297
12.2.3 Vrijstelling bij ‘uitbreng’ uit een samenwerkingsverband 299
12.2.4 Cultuurgrondvrijstelling 299
12.2.5 Verkrijging krachtens kavelruil 300
Index 303
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht