Ondernemingsstrafrecht
(Belgisch recht)
Samenvatting
Het ondernemingsstrafrecht heeft de laatste decennia een zeer hoge vlucht genomen en is voortdurend in evolutie, zowel ten gevolge van ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak als door maatschappelijke en technologische evoluties. Dit boek, dat een uitloper is van het themacollege ondernemingsstrafrecht dat in 2022 werd georganiseerd aan de Universiteit Antwerpen, bekijkt vanuit zeer verschillende invalshoeken enkele actuele raakvlakken tussen het strafrecht en het ondernemingsrecht.
De onderwerpen gaan van de problemen inzake de bestraffing en straftoemeting bij rechtspersonen, over de GDPR vanuit strafrechtelijk perspectief, cryptoactiva en de verhouding tussen mensenrechten en de digitalisering van de fiscus, tot het verval van de strafvordering voor de rechtspersoon, de bijzonderheden van het deskundigenonderzoek in financiële strafzaken en de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bedrijfsrevisor en de commissaris.
Ook het strafrecht als handhavingsinstrument voor het (ruime) ondernemingsrecht krijgt aandacht met bijdragen over het strafrecht als handhavingsinstrument in het fiscaal recht, het douanerecht en het consumentenrecht. Ten slotte wordt ingegaan op de mogelijkheden die het herstelrecht biedt in het ondernemingsstrafrecht, in het bijzonder in het kader van de zogenoemde witteboordencriminaliteit.
Ondernemingsstrafrecht biedt een rijk palet aan bijdragen, dat een weerspiegeling is van de diversiteit van dit rechtsdomein.
Met bijdragen van Joëlle Rozie, Jeroen De Herdt, Pieter Tersago, Robby Houben, Joeri Vandendriessche, Anne Van de Vijver, Sylvie De Raedt, Jef Van Eyndhoven, Koen Reniers, Patrick Waeterinckx, Bart De Smet, Pierre Thiriar, Eric Van Dooren, Jarich Werbrouck, Gert Straetmans, Dilyara Nigmatullina en Lawrence Kershen.
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Jeroen De Herdt en Joëlle Rozie
I. Inleiding en opzet 1
II. Het huidige strafrechtelijke kader: een wankele aanbouw bij het
Strafwetboek 3
§ 1. De straffen die kunnen worden opgelegd aan ondernemingen 3
A. De geldboete 3
B. De bijzondere verbeurdverklaring 7
C. De ontbinding 8
D. Het verbod een werkzaamheid te verrichten die deel uitmaakt
van het maatschappelijk doel 9
E. De sluiting van een of meer inrichtingen 10
F. De bekendmaking of verspreiding van de beslissing 10
G. Het beroepsverbod 11
H. De opschorting en het uitstel 12
§ 2. Afwijkende straftoemetingsregels voor ondernemingen 14
§ 3. Nog enkele bijzonderheden over de bestraffing van ondernemingen 15
A. Tenietgaan van straffen 15
B. Het strafregister van de rechtspersoon 16
C. De minnelijke schikking 16
§ 4. Obstakels voor een effectieve bestraffing van lucratieve criminaliteit 17
III. De voorstellen de lege ferenda: bestraffing van ondernemingen in het
voorstel van nieuw Strafwetboek 18
§ 1. Algemene uitgangspunten 18
§ 2. Hoofdstraffen de lege ferenda 20
§ 3. Bijkomende straffen de lege ferenda 23
§ 4. Straftoemetingsregels de lege ferenda 24
IV. Besluit 25
Het gegevensbeschermingsrecht vanuit strafrechtelijk perspectief. Misdrijven in de AVG en de Belgische kaderwet aangestipt 27
Pieter Tersago
I. Inleiding 27
II. De basisprincipes van het gegevensbeschermingsrecht in vogelvlucht 28
III. De handhaving van gegevensbeschermingsrechtelijke inbreuken 32
§ 1. De AVG-misdrijven ontleed 36
A. Het materieel bestanddeel van de AVG-misdrijven 37
1. Artikel 222, 1° Kaderwet: ontoelaatbare verwerkingen 38
2. Artikel 222, 2° Kaderwet: onrechtmatige verwerkingen 40
B. Het moreel bestanddeel van de AVG-misdrijven 44
C. De toerekenbaarheid van de AVG-misdrijven 48
§ 2. De straffen in de AVG 54
§ 3. Ne bis in idem 55
Cryptoactiva, witwassen en terrorismefinanciering anno 2022 57
Robby Houben en Joeri Vandendriessche
I. Inleiding 57
II. Cryptoactiva? 59
§ 1. Cryptoactiva: what’s in a name? 59
§ 2. Klassiek onderscheid: cryptocurrencies, security en utility tokens 60
A. Central Bank Digital Currencies 62
B. Stablecoins 63
C. Non-fungible tokens (NFT’s) 65
§ 3. De uitgifte van cryptoactiva (‘Initial Coin Offerings’) 65
III. Relevante actoren in het ‘cryptonetwerk’ 67
IV. Voornaamste uitdagingen in de strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme via cryptoactiva 69
V. Het ontoereikende bestaande EU-kader inzake witwassen van geld en terrorismefinanciering 70
§ 1. Een introductie tot het EU-regime inzake het witwassen van geld en terrorismefinanciering 70
§ 2. Cryptoactiva en de huidige Europese AML/CFT-wetgeving 72
§ 3. De FATF-initiatieven van 2018 en 2019 74
§ 4. De weeffouten in de huidige EU AML/CFT-wetgeving 75
VI. De lege ferenda (?): het legislatieve pakket van de Commissie 77
§ 1. Actieplan Commissie 77
§ 2. Aanknoping bij de definitie van cryptoactiva in het MiCA-voorstel 78
§ 3. Aanknoping bij de definitie van aanbieders van cryptoactivadiensten
in de (voorgestelde) MiCA 79
§ 4. Een “travel rule” inzake cryptoactiva 82
§ 5. Een Europese AML/CFT-waakhond 83
VII. Conclusie 83
Mensenrechten en digitalisering van de belastingadministratie: is artificiële intelligentie gevaarlijker dan menselijke intelligentie? 85
Anne Van de Vijver en Sylvie De Raedt
I. Inleiding 85
II. Mensenrechten en digitale transformatie van belastingadministraties 88
§ 1. Geautomatiseerde verzameling van publieke fiscale gegevens 88
§ 2. Profilering van belastingfraude 96
§ 3. Geautomatiseerde belastingbeslissingen 100
III. Convergentie tussen menselijke en artificiële intelligentie 104
§ 1. Bewustzijn van belastingambtenaren 104
§ 2. (Publieke) transparantie 107
IV. Besluit 109
Inzet van het strafrecht voor de handhaving van fiscale verplichtingen 111
Jef Van Eyndhoven
I. Inleiding 111
II. Het basismisdrijf fiscale fraude (art. 449, lid 1 WIB 1992 en art. 73, lid 1 WBTW) 113
§ 1. Algemeen 113
§ 2. Materieel bestanddeel 114
A. Strafbaarstelling door verwijzing 114
B. Allesomvattende strafbaarstelling 115
§ 3. Moreel bestanddeel 118
A. Opzettelijke gedraging 118
B. Een bijzondere intentie 119
III. Toetsingskader 122
IV. Proportionaliteitsbeginsel 126
V. Lex certa-beginsel 130
VI. Besluit 134
De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bedrijfsrevisor en de commissaris in het WVV 137
Koen Reniers
I. Inleiding 137
II. Strafrechtelijke aansprakelijkheidsgronden in het WVV 139
§ 1. Artikel 3:97 WVV: overtreding van de regels inzake controle op de (geconsolideerde) jaarrekening 139
§ 2. Artikel 3:44 WVV: valsheid in de jaarrekening 141
A. Materiële component van valsheid in de jaarrekening 142
B. Morele component van valsheid in de jaarrekening 143
C. De commissaris als dader van valsheid in de jaarrekening 144
D. De commissaris als mededader van valsheid in de jaarrekening 145
§ 3. Artikel 3:96 WVV: cooling off-periode en niet-controlediensten 145
§ 4. Artikel 5:158 WVV (art. 6:128 WVV – art. 7:232 WVV – art. 16:32
WVV): stortingen op aandelen 146
III. Medeplichtigheid van de commissaris aan misdrijven van het bestuursorgaan 147
IV. Gevolgen van strafrechtelijke aansprakelijkheid 148
V. Besluit 149
Het verval van de strafvordering voor de rechtspersoon, toegespitst op het geval van de herstructurering van de rechtspersoon door ontbinding zonder vereffening. Het regent in Parijs, zal het weldra druppelen in Brussel? 151
Patrick Waeterinckx
I. Wettelijke regeling van het verval van de strafvordering voor de rechtspersoon
152
§ 1. Algemeen – inleiding 152
§ 2. Analyse van artikel 20 V.T.Sv. 155
A. Het hakbijlmechanisme bij afsluiting van de vereffening, gerechtelijke ontbinding en ontbinding zonder vereffening 155
B. Temperingen van het hakbijlmechanisme 159
C. Herstructureringen die niet leiden tot verval van de strafvordering 161
D. Evaluatie 164
II. Rechtspraak van het Hof van Justitie, het EHRM en het Franse Hof van Cassatie als richtsnoer voor een eventuele hervorming van de Belgische rechtspraak en uiteindelijk de wijziging van artikel 2O V.T.Sv.? 165
§ 1. De huidige regeling in Frankrijk in kort bestek 165
§ 2. Het arrest van 25 november 2020 van het Franse Hof van Cassatie 166
§ 3. Evaluatie 170
Het deskundigenonderzoek in financiële strafzaken 173
Bart De Smet en Pierre Thiriar
I. Het belang van het deskundigenonderzoek 173
II. Opsporingsonderzoek 177
§ 1. Inbreng van een technisch raadsman 177
§ 2. Deontologie van de technisch raadsman 177
§ 3. Aanstelling en opdracht van de technische raadsman 179
§ 4. Kosten van de technische raadsman 180
§ 5. Advies van de technische raadsman 181
III. Gerechtelijk onderzoek 182
§ 1. Keuze van de gerechtsdeskundige 182
§ 2. Wraking van de deskundige 183
§ 3. Opdracht van de deskundige 185
§ 4. Optreden van de deskundige 187
§ 5. Inbreng van de partijen 189
§ 6. Transparantie 192
§ 7. Handtekening en eed 194
§ 8. Taalwet Gerechtszaken 195
§ 9. Bewijswaarde van het deskundigenverslag 196
§ 10. Vergoeding van de deskundige 198
IV. Vonnisfase 201
§ 1. Het Gerechtelijk Wetboek als uitgangspunt 201
§ 2. Aanstelling van de deskundige 202
§ 3. Opdracht van de deskundige en aanvaarding 205
§ 4. Verloop van de expertise 207
§ 5. Verslag van de deskundige 211
§ 6. Indienen van het verslag 214
§ 7. Aanvullend onderzoek 215
§ 8. Kosten van de expertise 216
V. Besluit 219
Gepenaliseerd douanecontentieux 223
Eric Van Dooren
I. Inleiding en situering 223
§ 1. Douane- en accijnsrecht in België 223
§ 2. Belgisch douanestrafrecht 224
§ 3. Geschillenregelingen in België 226
II. Bevoegdheid van de fiscale rechter 227
§ 1. Jurisdictioneel beroep na administratief beroep 229
§ 2. Verzet tegen dadelijke uitwinning 235
III. Bevoegdheid van de strafrechter 237
§ 1. Ingekantelde fiscale rechtspleging 237
§ 2. Attractieve strafprocedure 246
IV. Slotbeschouwing 250
Handhaving van consumentenrecht 251
Jarich Werbrouck en Gert Straetmans
I. Handhaving van Europees recht: essentialia 252
II. Uitgangspunten en insteek van consumentenrecht 258
III. Bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving van consumentenrecht 262
§ 1. De waarschuwing en de administratieve transactie 262
§ 2. Strafrechtelijke vervolging 267
§ 3. Administratieve vervolging 275
IV. Private handhaving 285
§ 1. De onverjaarbare vordering 288
§ 2. De verplichting ambtshalve onderzoeksmaatregelen te nemen 292
A. Profi Credit Polska en Bondora 294
B. Lintner 295
C. Kancelaria Medius 297
V. Besluit 299
Restorative justice in white-collar crime: worth giving it a try? 301
Dilyara Nigmatullina and Lawrence Kershen
Introduction 301
I. Theoretical discussion of restorative justice and white-collar crime 302
§ 1. Restorative justice 302
§ 2. White-collar crime 305
A. Definition 305
B. Characteristics of white-collar crime 306
C. Characteristics of a white-collar offender 309
§ 3. Framework for applying restorative justice to white-collar crime 311
II. Role playing restorative justice in white-collar crime 315
§ 1. The exercise 315
§ 2. Lessons learned from the exercise 318
A. Number of victims 318
B. Offender’s ability to empathize 320
C. Significance of timing 321
III. Conclusion 321
Appendix 1 324
Appendix 2 326
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht