Circulair bouwen: knelpunten en oplossingen in het goederenrecht
Samenvatting
De overheid streeft een circulaire economie na ter vervanging van de huidige lineaire economie. Deze circulaire economie moet verspilling van grondstoffen voorkomen en de aarde, het milieu, in acht nemen. In alle sectoren - van landbouw tot textiel - stimuleert zij het ontwerpen van kringlopen, gericht op hergebruik van grondstoffen, zo ook in de bouw.
Vele initiatieven die al leidden tot circulaire gebouwen, zonnepanelen, modulaire leasegevels, hergebruikte bouwstoffen en het Madaster brachten circulariteit zo goed mogelijk in de praktijk, maar kregen te maken met juridische uitdagingen en onmogelijkheden.
Drie rechtsgebieden, hun beperkingen en mogelijkheden krijgen in dit preadvies bijzondere aandacht: het goederenrecht, het publiekrecht en het aanbestedingsrecht. Zal het eenheidsbeginsel een obstakel blijven voor de leasegevel? Hoe kan een meer circulaire bouweconomie door publiekrechtelijke regelgeving worden bevorderd? Is gunning op levenscycluskosten als alternatief voor gunning op laagste prijs de garantie voor een circulaire bouweconomie?
Specificaties
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding 11
1.1 Aanleiding 11
1.2 Juridische problematiek 12
1.3 Vraagstelling 13
Hoofdstuk 2 Circulair bouwen en het product–as-a-service-model: een definitie 15
2.1 Inleiding 15
2.2 Definitie circulaire economie 15
2.2.1 Lineaire economie versus circulaire economie 15
2.2.2 De circulaire economie 16
2.3 Circulair bouwen en product-as-a-service 19
2.3.1 Lineair versus circulair bouwen 19
2.3.2 Wat is circulair bouwen? 20
2.3.3 Definitie circulair bouwen 22
Hoofdstuk 3 Circulair bouwen en het goederenrecht: knelpunten en mogelijkheden 23
3.1 Inleiding 23
3.2 Het eenheidsbeginsel en circulair bouwen 24
3.3 Bestanddeelvorming en natrekking 25
3.3.1 Inleiding 25
3.3.2 Bestanddeelvorming: art. 5:3 jo. 3:4 BW. 26
3.3.3 Natrekking door de grond: art. 3:3 jo. 5:20 BW 28
3.3.4 De eigendomsvraag bij circulair bouwen 30
3.4 Eigendom van het circulaire onderdeel na afscheiding 33
3.4.1 Inleiding 33
3.4.2 Afscheiding/splitsing van een bestanddeel 34
3.4.3 De juridische gevolgen van afscheiding van een bestanddeel 35
3.5 Circulaire mogelijkheden in het goederenrecht? 38
3.5.1 Inleiding 38
3.5.2 De eenvoudige gemeenschap 38
3.5.3 Het erfpachtrecht 40
3.5.3.1 Inleiding 40
3.5.3.2 Recht van erfpacht: genot beperken tot een bestanddeel? 40
3.5.3.3 De eerste circulaire gevel? 41
3.5.3.4 Wegneemrecht voor de erfpachter bij een verplicht gebouwd werk . . 42
3.5.4 Het opstalrecht 44
3.5.4.1 Inleiding 44
3.5.4.2 Opstalrecht ten behoeve van bestanddeel? 45
3.5.4.3 Wegneemrecht bij het recht van opstal 49
3.5.4.4 Opstalrecht ten behoeve van circulair onderdeel 50
3.5.5 De kwalitatieve verplichting 51
3.5.6 Afscheiding van een circulair bestanddeel op basis van een wegneemrecht 53
3.6 Tussenconclusie 56
Hoofdstuk 4 Circulair bouwen en de financierings- en faillissementsproblematiek 59
4.1 De financieringsproblematiek 59
4.1.1 Inleiding 59
4.1.2 Vestigen van een zekerheidsrecht bij circulair bouwen 60
4.1.3 Afscheiding van een bestanddeel van een met hypotheekrecht bezwaarde onroerende zaak 60
4.1.4 Uitwinnen van een hypotheekrecht op een onroerende zaak met een circulair onderdeel als bestanddeel 62
4.2 Faillissementskwesties en circulair bouwen 64
4.2.1 Inleiding 64
4.2.2 Faillissement van de grondeigenaar 64
4.2.2.1 Executie van het hypotheekrecht bij faillissement van de grondeigenaar 64
4.2.2.2 Faillissement van de grondeigenaar, zonder executie
van hypotheekrecht 65
4.2.3 Faillissement van de circulaire leverancier 69
4.2.3.1 Gevolgen van faillissement 69
4.2.3. Overkoepelende problematiek 70
4.3 Tussenconclusie 70
Hoofdstuk 5 Circulair bouwen: aanpassingen in het goederenrecht noodzakelijk? 73
5.1 Inleiding 73
5.2 Voorwaarden voor een geschikte circulaire oplossing 74
5.3 Aanpassing van bestanddeelvormings- en natrekkingsregels 75
5.3.1 Inleiding 75
5.3.2 Bestanddeelvorming voorkomen 75
5.3.2.1 Voorkomen van materiële verbondenheid: demontabel bouwen 75
5.3.2.2 Voorkomen van bestanddeelvorming op grond van de verkeersopvatting: in zwang raken van bepaalde overeenkomsten 76
5.3.3 Aanpassing natrekkingsregels 78
5.3.4 Geschikte oplossing? 80
5.4 Ingeschreven eigendomsvoorbehoud naar voorbeeld van Belgisch recht en Frans recht 82
5.4.1 Inleiding 82
5.4.2 Het ingeschreven eigendomsvoorbehoud in België en Frankrijk 82
5.4.3 Het ingeschreven eigendomsvoorbehoud naar Nederlands recht 84
5.4.3.1 De beperking van art. 3:92 lid 2 BW 84
5.4.3.2 Het fiduciaverbod 85
5.4.4 Geschikte rechtsfiguur? 85
5.5 Het verruimde opstalrecht 86
5.5.1 Inleiding 86
5.5.2 Verruimd opstalrecht naar Nederlands recht 87
5.5.3 Geschikte rechtsfiguur? 88
5.6 Een geschikte circulaire oplossing in het goederenrecht: ingeschreven eigendomsvoorbehoud of opstalrecht met verruimde toepassing? 90
5.7 Een blik op een circulaire toekomst 92
5.7.1 Inleiding 92
5.7.2 Driedimensionaal eigendom 92
5.7.3 Het 3D-kadaster: 3D-weergave registreren ten behoeve van rechtszekerheid 93
5.8 Tussenconclusie 94
Hoofdstuk 6 Conclusie 97
Literatuur- en bronnenlijst 101
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht