

Willem Bantema is werkzaam als onderzoeker bij de interdisciplinaire onderzoeksgroep ‘Handhaving van Onderop’.
Meer over de auteursBlack Box van gemeentelijke online monitoring
Een wankel fundament onder een stevige praktijk
Samenvatting
Wat wel en niet mag bij het online monitoren van burgers blijkt voor veel gemeenten een onbekend terrein. Dat concludeert Willem Bantema, senior onderzoeker bij de Onderzoeksgroep Cybersafety van de Thorbecke Academie van NHL Stenden Hogeschool, in een nieuw onderzoek naar gemeentelijke online monitoring. In opdracht van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap bracht hij in kaart hoe Nederlandse gemeenten online bronnen monitoren voor de openbare orde en veiligheid. Het onderzoek is onder zijn leiding uitgevoerd binnen een multidisciplinair team met onderzoekers Maarten Hoekstra en Saskia Westers van NHL Stenden en in samenwerking met Solke Munneke en Rianne Herregodts van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG).
Gemeenten lijken steeds vaker geconfronteerd te worden met ordeverstoringen die online beginnen of online versterkt worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om onrust rondom politieke besluiten, overlast door groepen en individuen, oproepen tot demonstraties, illegale evenementen en polarisatie tussen inwoners. Bantema doet al jaren onderzoek naar de bestuurlijke rol en bevoegdheden van burgemeesters in online monitoring en handhaving.
Het onderzoek is gebaseerd op literatuur, juridisch bronnenonderzoek, groepsinterviews met gemeenten en politie en een online vragenlijst die is ingevuld door 196 gemeentelijke medewerkers (OOV/Communicatie), die werkzaam zijn binnen 156 verschillende Nederlandse gemeenten.
Hoewel 95% van de ondervraagde gemeentelijke medewerkers aangeven dat hun gemeente aan online monitoring doet, blijkt nog vaak onduidelijk aan welke regelingen zij zijn gebonden. Meer dan de helft (54%) van de gemeentelijke medewerkers geeft aan geen protocol of beleid te hebben voor online monitoring binnen hun gemeente. Dit is volgens Bantema wel noodzakelijk: “Je hebt al snel te maken met een privacywetgeving. Social media zijn weliswaar openbaar, maar het is een misverstand te denken dat je alles mag doen met gegevens die je uit openbare bronnen haalt. Een naam, IP-adres en zelfs een nickname zijn ook persoonsgegevens. Gemeenten weten niet wat ze wel of niet mogen en zijn niet op de hoogte van de juridische kaders als het gaat om online monitoring.”
Toch zegt bijna driekwart van de 95% die aan online monitoring doet, dat dit over het algemeen op een ethisch verantwoorde manier gebeurt. Opvallend is dat het volgen van ‘publieke’ personen relatief vaker als ethisch verantwoord wordt beschouwd (60%) dan het volgen van ‘onbekende’ personen (34%). Daarmee lijken hun opvattingen in lijn met de rechtspraak op dit gebied.
Wanneer een gemeente wil weten wat er online speelt aan sentimenten, komt zij in veel gevallen juridisch niet in de problemen. In dergelijke gevallen worden vooral fenomenen gemonitord, niet personen. Zodra echter technische hulpmiddelen (monitoringstools) worden ingezet om individuen of groepen stelselmatig te volgen, komen gemeenten in juridisch drijfzand terecht – ze hebben daar geen wettelijke basis voor.
Bantema vindt dat gemeenten meer uitgedaagd kunnen worden om goede doelstellingen voor online monitoring te formuleren. “Als je aan online monitoring doet als gemeente, omschrijf dan heel duidelijk het nut, maak de noodzaak helder en wees daar transparant over. Wanneer inwoners weten wat je monitort en met welk doel, kunnen zij daar rekening mee houden bij het doen van online uitlatingen.” Daarnaast ligt een overschatting van online monitoring op de loer”, stelt Bantema. “Er gebeurt veel in besloten groepen. Gemeenten zien maar een klein deel van de berichten en dit kan een vertekend beeld opleveren.”
Online monitoring van groepen en personen is een te gevoelig en juridisch complex onderwerp om als gemeente geen regie op te hebben. Op de vraag waar te beginnen, als een gemeente besluit een om online monitoring in te zetten, zegt Bantema: “Een goed gesprek over ethiek, doelen en effecten van online monitoring, is een goed begin. Leg dit vast in een protocol. Met een ‘Protocol Online Monitoring’, bied je praktische handvatten en kun je transparant handelen, van begin tot eind. Daarmee pak je regie op die juridische blackbox van online monitoring.” In het onderzoek geeft 8% van de gemeentelijke medewerkers aan binnen hun gemeente een dergelijk protocol te hebben. Bij 16% van de ondervraagde gemeentelijke medewerkers speelt de Functionaris Gegevensbescherming (FG) een rol bij de online monitoring.
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
W. Bantema
S. Westers
M. Hoekstra
R. Herregodts
S. Munneke
Ten geleide / 9
1. Introductie op het onderzoek / 11
1.1 Maatschappelijke relevantie ‘gemeentelijk online monitoren’ / 11
1.2 Kennisbehoefte, doelstelling en vraagstelling / 13
1.3 Kernbegrippen / 15
1.3.1 Openbare orde / 15
1.3.2 Open bronnen / 16
1.3.3 Sociale media / 17
1.3.4 Monitoring / 18
1.4 Methodologische verantwoording / 19
1.4.1 Inleiding / 19
1.4.2 Literatuurstudie / 20
1.4.3 Interviews / 20
1.4.4 Vragenlijst / 21
1.4.5 Juridisch bronnenonderzoek / 22
1.5 Leeswijzer / 22
2. Literatuuronderzoek naar de praktijk van politie en gemeenten / 25
2.1 Inleiding / 25
2.2 Online monitoren door de politie / 26
2.2.1 Intenties en doelstellingen / 26
2.2.2 Werkwijzen en instrumenten / 28
2.2.3 Knelpunten en dilemma’s / 30
2.3 Online monitoren door gemeenten / 33
2.3.1 Intenties en doelstellingen / 34
2.3.2 Werkwijzen en instrumenten / 36
2.3.3 Knelpunten en dilemma’s / 37
2.4 Afsluiting / 41
3. De gemeentelijke praktijk van online monitoring / 43
3.1 Inleiding / 43
3.2 De mate van online monitoring / 44
3.3 De werkwijze van online monitoring ten behoeve van de openbare orde en veiligheid / 45
3.3.1 Monitoren van online signalen / 45
3.3.2 Het gebruik van technologie bij monitoren / 49
3.3.3 De verwerking van informatie / 50
3.3.4 Omgevingsanalyse bij een concrete dreiging / 51
3.3.5 Informatiedeling bij concrete dreigingen / 54
3.4 Doelen van gemeentelijk monitoren / 57
3.4.1 Communicatiedoelen van online monitoring / 57
3.4.2 Openbare orde en veiligheidsdoelen van online monitoring / 58
3.5 Technische knelpunten van online monitoring (‘kunnen’) / 61
3.5.1 Bruikbaarheid en meerwaarde van online informatie / 61
3.6 Organisatorische knelpunten van online monitoring (‘kunnen’) / 64
3.6.1 Organisatorische randvoorwaarden / 64
3.7 Juridische grenzen en verantwoordelijkheid (‘mogen’) / 66
3.7.1 Werken met het juridische kader / 66
3.7.2 Waarborging van het juridisch kader / 68
3.7.3 Juridische verantwoordelijkheid / 69
3.8 Ethische opvattingen (‘willen’) / 70
3.8.1 Dilemma’s van verantwoording en transparantie / 70
3.8.2 Ethische opvatting over monitoren van groepen en (publieke) personen / 71
3.8.3 Ethische opvattingen over gebruik van privéaccounts / 72
3.9 Afsluiting / 73
4. Het juridisch kader voor de monitoring van online openbare bronnen / 75
4.1 Inleiding / 75
4.2 Algemene verordening gegevensbescherming / 76
4.2.1 Toepassingsbereik AVG / 77
4.2.2 Voorwaarden voor rechtmatige verwerking van persoonsgegevens / 84
4.2.3 Conclusie: AVG en observatie van online openbare bronnen / 88
4.3 Artikel 8 EVRM / 89
4.3.1 Reikwijdte en inbreuk: onder welke omstandigheden kan het monitoren van openbare bronnen een inmenging vormen in de persoonlijke levenssfeer? / 90
4.3.2 Tussenconclusie / 95
4.3.3 Bestaat voor de monitoring een adequate wettelijke grondslag? / 96
4.3.4 Tussenconclusie / 100
4.3.5 Voor de volledigheid: de overige twee criteria voor rechtvaardiging van een inbreuk / 100
4.4 Artikel 10 Grondwet / 102
4.5 Afsluiting / 105
5. Het wankele fundament onder een stevige monitoringspraktijk / 109
5.1 Inleiding / 109
5.2 Gemeenten: De ratio achter de beleidspraktijk van online monitoren / 110
5.2.1 De wijdverbreide praktijk van online monitoring / 110
5.2.2 Doelstellingen van gemeenten / 110
5.2.3 De middelen / 111
5.3 De kwaliteit van het fundament / 112
5.3.1 Het ontstaan van verschillen / 112
5.3.2 Juridisch drijfzand / 113
5.3.3 Gebrekkig zicht op werkzaamheid / 114
5.4 Heroverwegingen en aanbevelingen voor de beleidspraktijk / 115
5.4.1 Inventariseer de juridische risico’s van de gemeentelijke praktijk / 115
5.4.2 Kalibreer het morele kompas / 115
5.4.3 Verstrek handreikingen voor het delen van ‘good practices’ / 116
5.5 Aanbevelingen voor verder onderzoek / 117
5.5.1 Verdieping / 117
5.5.2 Verbreding / 117
5.6 Reflectie / 118
Literatuurlijst / 121
Bijlage I. Interviewprotocol gemeenten / 127
Bijlage 2. Vragenlijst / 133
Leden Redactieraad Programma Politie & Wetenschap / 143
Uitgaven in de reeks Politiekunde / 145
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht