De Wet Inkomstenbelasting 2001 Editie 2022
Met hoofdzaken loonbelasting
Samenvatting
In bijna alle onderdelen van het boek wordt de stof breed en meestal diepgaand besproken, waardoor het boek behalve als studieboek ook waardevol is voor diegenen die in de praktijk met de belastingheffing over het inkomen te maken hebben. De bekende begrippen zoals verliescompensatie, partnerschap, (winst uit) onderneming, dienstbetrekking, loon, nevenwerkzaamheid, periodieke uitkering, aanmerkelijk belang en vaste inrichting worden aan de hand van de vaak omvangrijke en deels al wat oudere rechtspraak voor de lezer neergezet.
De actualiteit van bijvoorbeeld het afgezonderd particulier vermogen, het fiscale pensioenrecht, de 30%-regeling voor extraterritoriale werknemers in de loonbelasting, de fameuze terbeschikkingstellingsregeling, de vele facetten van de eigen woning, evenals de uitgaven voor lijfrenten en specifieke zorgkosten komen tot leven via onder meer de vele besluiten van de staatssecretaris van Financiën.
Een uitputtende behandeling van de inkomstenbelasting in een handboek is ondenkbaar. Wel is ernaar gestreefd de lezer het materiaal aan te dragen waarin verdere details te vinden zijn. Niet alleen zijn honderden van de belangrijkste arresten van de Hoge Raad en ettelijke tientallen besluiten opgenomen, maar ook wordt de lezer steeds ruim geïnformeerd over de literatuur. Verder zijn op diverse plaatsen historische en/of rechtsvergelijkende notities opgenomen. Ten slotte is niet verzuimd de stof herhaaldelijk met voorbeelden te verhelderen.
Specificaties
Inhoudsopgave
Afkortingenlijst / 19
1 Inleiding (Niessen) / 23
1.1 De totstandkoming van de Wet / 23
1.2 Hoofdstuk 2-4: Systeem van de belasting / 27
1.3 Hoofdstuk 5-10: Inkomen in box 1 / 27
1.4 Hoofdstuk 11: Persoonsgebonden aftrek / 28
1.5 Hoofdstuk 12: Inkomen in box 2 / 28
1.6 Hoofdstuk 13: Inkomen in box 3 / 29
1.7 Hoofdstuk 14: Internationale aspecten / 29
2 Historie en grondslagen (Niessen) / 31
2.1 Draagkrachtbeginsel / 31
2.2 Ontwikkeling van de inkomstenbelasting / 31
2.3 Nederland / 33
2.4 Van gesplitste naar synthetische inkomstenbelasting / 34
2.5 Loon- en dividendbelasting / 35
2.6 Relatie met de vennootschapsbelasting / 35
2.7 Het inkomensbegrip en het genieten van inkomen / 36
2.8 Het probleem van de vermogenswinsten / 40
2.9 Persoonlijke omstandigheden / 41
2.10 Het progressieve tarief / 42
2.11 Voornaamste wijzigingen in 2001 / 44
2.12 Toekomst / 45
3 Het boxensysteem (Niessen) / 51
3.1 Noodzaak tot revisie bij het fin de siècle / 51
3.2 Inrichting van de wet / 52
3.3 Inkomsten en aftrekposten in drie boxen / 54
3.4 Verzamelinkomen / 56
3.5 Verliescompensatie / 57
3.6 Gewone en conserverende aanslag / 63
3.7 Wettelijke rangorde van inkomsten / 64
3.8 Vermogensbestanddelen / 66
3.9 Anti-arbitragebepaling / 69
3.10 Box-switching / 72
3.11 Analytisch stelsel? / 72
4 Subject, tarief en heffingskorting (Vrolijks) / 75
4.1 Inleiding / 75
4.2 Binnen- en buitenlandse belastingplichtigen / 75
4.2.1 Wereldinkomen / 75
4.2.2 Nederlands inkomen / 76
4.2.3 Wonen in Nederland / 76
4.2.4 Woonplaatsficties / 78
4.3 Tweeverdienerswetgeving / 78
4.3.1 Samenwoning en draagkracht / 78
4.3.2 Tweeverdieners en samenwoners; Oort-wetgeving / 79
4.3.3 Fiscale drempel om te gaan werken / 80
4.3.4 Ongehuwd samenwonenden en geregistreerde partners / 80
4.4 Partner en gezin vanaf 2001 / 81
4.4.1 Emancipatie fiscaalrechtelijk voltooid / 81
4.4.2 Inkomenstoerekening bij partners / 81
4.4.3 Partners / 84
4.4.4 Minderjarige kinderen / 93
4.5 Tarief / 95
4.5.1 Belasting- en premieheffing / 95
4.5.2 Voorheffingen / 99
4.5.3 Bijzondere tarieven verdwenen / 101
4.5.4 Middeling / 102
4.6 Heffingskorting / 103
4.6.1 Belastingvrije som / 103
4.6.2 Een nominale korting op het belastingbedrag / 104
4.6.3 Gecombineerde heffingskorting / 105
4.6.4 Tijdsevenredige heffingskorting / 105
4.6.5 Standaardheffingskorting / 106
4.6.6 Korting voor groene beleggingen / 112
4.6.7 Negatieve belasting? / 113
5 Winst uit onderneming (Van Lint) / 117
5.1 Inleiding / 117
5.1.1 Inrichting van de wet / 117
5.1.2 Belastbare winst uit onderneming / 117
5.1.3 Betekenis van het ondernemerschap / 118
5.1.4 Winst die toevalt aan medegerechtigden / 119
5.1.5 Voordelen genoten door bepaalde crediteuren / 120
5.1.6 Plan van behandeling / 120
5.2 Onderneming / 120
5.3 Ondernemer / 127
5.3.1 Volledig erkende ondernemers / 127
5.3.2 Beperkt erkende ondernemers en urencriterium / 133
5.4 Ondernemingsvermogen en winst / 135
5.4.1 Een eigen fiscale kwalificatie / 135
5.4.2 Etikettering / 136
5.4.3 Inbreng / 143
5.4.4 Totale winst / 143
5.4.5 Verliezen uit de aanloopfase / 144
5.5 Opbrengsten, kosten en onttrekkingen / 145
5.5.1 Winst en verlies / 145
5.5.2 Onttrekkingen / 146
5.5.3 Gemengde kosten / 148
5.5.4 Van aftrek uitgesloten algemene kosten / 148
5.5.5 In aftrek beperkte algemene kosten / 152
5.5.6 Van aftrek uitgesloten kosten van de ondernemer zelf / 153
5.5.7 In aftrek beperkte kosten van de ondernemer zelf / 154
5.5.8 Privégebruik woning / 156
5.5.9 Autokostenforfait / 156
5.6 Goed koopmansgebruik / 159
5.6.1 Jaarwinst / 159
5.6.2 Oorsprong en ontwikkeling / 160
5.6.3 Het moment waarop baten worden verkregen en lasten worden genomen / 161
5.6.4 Eenvoud / 162
5.6.5 Voorzichtigheid / 163
5.6.6 Toerekening van opbrengsten en kosten / 164
5.6.7 Bestendige gedragslijn / 166
5.6.8 Aanvullende bepalingen / 167
5.6.9 Zeescheepvaart / 168
5.6.10 Fiscale en commerciële winstbepaling / 169
5.6.11 Toekomst / 170
5.7 Waardering van activa / 172
5.7.1 Waardering en resultaat / 172
5.7.2 Te activeren uitgaven / 172
5.7.3 Bedrijfsmiddelen / 173
5.7.4 Afschrijving op bedrijfsmiddelen / 175
5.7.5 Vervangingswaardeleer / 184
5.7.6 Lagere bedrijfswaarde / 185
5.7.7 Geactiveerde kosten / 186
5.7.8 Voorraad / 187
5.7.9 IJzerenvoorraadstelsel / 189
5.7.10 Zelfvervaardigde voorraden; productiekosten / 192
5.7.11 Onderhanden werk / 194
5.7.12 Realisatiemoment / 195
5.7.13 Vorderingen / 199
5.7.14 Vreemde valuta/samenhangende waardering / 201
5.8 Willekeurige afschrijving / 205
5.8.1 Strekking / 205
5.8.2 Welke investeringen kwalificeren? / 206
5.8.3 Overige wettelijke bepalingen / 207
5.9 Reserves en voorzieningen / 207
5.9.1 Passiefzijde van de fiscale balans / 207
5.9.2 Fiscale reserves / 208
5.9.3 Herinvesteringsreserve / 208
5.9.4 Egalisatiereserve / 219
5.9.5 Terugkeerreserve / 221
5.9.6 Pensioen en VUT / 225
5.9.7 Schulden / 226
5.9.8 Voorzieningen / 227
5.9.9 Baksteenarrest en andere jurisprudentie / 228
5.9.10 Voorzieningen wegens milieukosten / 230
5.9.11 Transitorische passiva / 231
5.10 Oudedagsreserve, / 232
5.10.1 Achtergrond en voorwaarden / 232
5.10.2 Urencriterium / 233
5.10.3 Dotatie / 234
5.10.4 Afname / 235
5.10.5 Onderdeel van de winstbepaling / 236
5.11 Vrijstellingen / 237
5.11.1 Bosbouwvrijstelling / 237
5.11.2 Landbouwvrijstelling / 238
5.11.3 Vrijstelling van kwijtscheldingswinst / 242
5.11.4 Overige vrijstelling voor pensioenaanspraken, andere aanspraken en uitkeringen en subsidies / 245
5.12 Investeringsaftrek / 246
5.12.1 Recht op investeringsaftrek / 246
5.12.2 Drie soorten investeringsaftrek / 247
5.12.3 Uitgesloten investeringen / 254
5.12.4 Uitgesloten verplichtingen / 255
5.12.5 Desinvesteringsbijtelling / 256
5.13 Aanvullende aftrek speur- en ontwikkelingswerk (vervallen) / 256
5.14 Staking en eindafrekening / 256
5.14.1 Afrekenen met de fiscus / 256
5.14.2 Stakingsmomenten / 258
5.14.3 Belastingheffing bij staking / 260
5.14.4 Vermijding van stakingswinst / 263
5.15 Doorschuiving / 264
5.15.1 Strekking / 264
5.15.2 Overdracht van de claim / 265
5.15.3 Geruisloze overgang / 265
5.15.4 Geruisloze omzetting / 270
5.15.5 Fusie en splitsing / 284
5.16 Ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling / 287
5.16.1 Definitie / 287
5.16.2 Zelfstandigenaftrek / 287
5.16.3 Speur- en ontwikkelingswerk / 289
5.16.4 Meewerkaftrek / 290
5.16.5 Stakingsaftrek / 291
5.16.6 MKB-winstvrijstelling / 292
5.17 Medegerechtigden en verstrekkers van hybride leningen / 293
5.17.1 Gevaar voor lekkende boxen / 293
5.17.2 Medegerechtigden / 294
5.17.3 Crediteuren / 295
5.17.4 Regime voor pseudo-ondernemers / 295
5.17.5 Verliesbeperking / 297
5.18 Balanscontinuïteit en foutenleer / 297
5.18.1 Continuïteitsprincipe / 297
5.18.2 Navordering of vrijwillige betaling / 298
5.18.3 Afweging tussen jaar- en totaalwinstprincipe / 299
5.18.4 Redelijke tegemoetkoming / 302
5.18.5 Toepassingsgebieden / 304
5.18.6 Besluit / 307
6 Loon uit dienstbetrekking (Werger), / 309
6.1 Inleiding / 309
6.2 Dienstbetrekking / 310
6.3 Uitbreidingen / 325
6.3.1 Fictieve dienstbetrekkingen / 325
6.3.2 Dienstbetrekking op verzoek / 326
6.3.3 Periodieke uitkeringen / 326
6.4 Loon / 327
6.4.1 Loon uit tegenwoordige en uit vroegere dienstbetrekking / 327
6.4.2 Fictief loon voor ‘dga’ / 335
6.4.3 Doorbetaald loon / 338
6.4.4 Loon ontvangen van derden / 340
6.4.5 Loon in natura / 343
6.4.6 Aanspraken / 348
6.4.7 Omkeerregel / 350
6.4.8 Excessieve vertrekpremie / 351
6.4.9 Crisisheffing 2013 en 2014 / 355
6.5 Pensioen en VUT / 357
6.5.1 De pensioenregeling / 357
6.5.2 Opbouw / 361
6.5.3 Toegelaten verzekeraars / 363
6.5.4 Heffingsmomenten / 365
6.5.5 Emigratie, waardeoverdracht en conserverende aanslag / 366
6.5.6 Strijd met verdragsrecht? / 368
6.5.7 Directeur-(groot)aandeelhouder / 370
6.5.8 Regeling voor vervroegde uittreding / 372
6.6 Spaar- en verlofregelingen / 375
6.6.1 Verlofsparen / 375
6.6.2 Levensloopregeling / 376
6.7 Kosten en kostenvergoedingen / 376
6.7.1 Geen aftrek voor arbeidskosten / 377
6.7.2 Strijd met verdragsrecht? / 378
6.7.3 Vrije vergoedingen (keuzeregeling 2011-2014) / 380
6.7.4 Bijzondere bepalingen / 381
6.7.5 Vergoedingen aan extraterritoriale werknemers / 382
6.7.6 Werkkostenregeling / 386
6.8 Werknemersaftrek (reisaftrek) / 393
6.8.1 Algemeen / 393
6.8.2 Reisaftrek / 393
6.9 Voor- of eindheffing? / 395
6.9.1 Verrekening van loon- met inkomstenbelasting / 395
6.9.2 Vermindering van loonbelasting / 395
6.9.3 Bepaling van de voorlopige teruggaaf / 396
6.9.4 De loonbelasting als eindheffing / 396
6.9.5 Aanslag inkomstenbelasting / 398
6.10 Afdrachtverminderingen / 399
6.10.1 Inleiding / 399
6.10.2 Afdrachtvermindering zeevaart / 400
6.10.3 S&O-afdrachtvermindering / 401
6.11 Artiesten en beroepssporters / 401
7 Resultaat uit overige werkzaamheden (Dijkstra) / 405
7.1 Inleiding / 405
7.2 Overige werkzaamheden / 406
7.2.1 Definitie / 406
7.2.2 Voordeel beogen – voordeel verwachten / 410
7.2.3 Belaste capital gains / 413
7.2.4 Auteursrecht en octrooi / 419
7.3 Terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen / 419
7.3.1 Vermijding van oneigenlijk gebruik / 420
7.3.2 Ter beschikking stellen van vermogen belast in box 1 / 420
7.3.3 Rendabel maken door ter beschikking te stellen / 421
7.3.4 Welke gevallen van terbeschikkingstelling? / 425
7.3.5 Uitbreiding van het begrip ter beschikking stellen / 434
7.3.6 De ter beschikking gestelde werkkamer / 443
7.4 Ondernemingsregime / 444
7.4.1 Resultaatbepaling / 444
7.4.2 Gevolgen voor het belastbaar resultaat; landbouwvrijstelling / 448
7.4.3 Het werkzaamheidsvermogen / 450
7.5 Lucratieve belangen / 451
7.6 Kostgangers en onderverhuur / 454
7.7 Overgangsrecht / 454
7.7.1 Hoofdregel: waarde in het economische verkeer / 454
7.7.2 Uitzonderingen / 455
7.7.3 Genotsrechten / 456
7.7.4 Aanmerkelijk belang / 456
7.7.5 Kapitaal- en lijfrenteverzekeringen / 457
8 Periodieke uitkeringen (Bollen) / 459
8.1 Inleiding / 459
8.1.1 Het begrip periodieke uitkeringen en verstrekkingen / 460
8.1.2 Regelingen betreffende stamrechten / 463
8.1.3 Soorten p.u.’s in afdeling 3.5 / 464
8.2 Publiekrechtelijke uitkeringen / 465
8.2.1 Algemeen / 465
8.2.2 Specifieke uitbreidingen / 466
8.3 Vrijgestelde uitkeringen / 467
8.4 Familierechtelijke uitkeringen / 471
8.4.1 Alimentatie / 471
8.4.2 Vervanging, pensioenverevening en pensioenverrekening / 475
8.4.3 Verrekening van lijfrenterechten / 483
8.5 Overige aangewezen periodieke uitkeringen / 484
8.6 Inkomensvoorzieningen / 485
8.6.1 Inkomsten uit gefaciliteerde voorzieningen / 485
8.6.2 Buitenlandse voorzieningen / 488
8.6.3 Bedrijfs- en beroepspensioenen / 489
8.6.4 Nettolijfrente / 490
8.7 Afkoop, omzetting en vervreemding / 490
8.7.1 Afkoop / 491
8.7.2 Omzetting / 491
8.7.3 Vervreemding / 491
8.7.4 Inkomensvoorzieningen / 492
8.8 Aftrekbare kosten / 492
9 Eigen woning, hypotheek en levensverzekering (Van Mourik) / 495
9.1 Inleiding / 495
9.2 Eigenlijke eigen woning / 496
9.2.1 Wettelijke definitie / 496
9.2.2 Enkele elementen / 496
9.2.3 Enkele inbreuken / 499
9.3 Fictieve eigen woning / 500
9.3.1 Voormalig hoofdverblijf bestemd voor verkoop / 501
9.3.2 Woning bestemd voor toekomstige bewoning / 501
9.3.3 Scheidingsregeling / 502
9.3.4 Verpleeg- of verzorgingstehuis / 503
9.3.5 Tijdelijk verblijf elders / 503
9.4 Voordelen uit eigen woning / 504
9.4.1 Eigenwoningforfait / 504
9.4.2 Eigenwoningwaarde / 506
9.4.3 Tijdelijke verhuur en kamerverhuur / 507
9.5 Aftrekbare kosten eigen woning / 508
9.5.1 Algemeen / 508
9.5.2 ‘Verwerving’, ‘vervreemding’, ‘verbetering’ of ‘onderhoud’ / 510
9.5.3 Causaal verband / 513
9.5.4 Bijleenregeling / 516
9.5.5 Aflossingseis / 527
9.5.6 Bestaande eigenwoningschuld: overgangsrecht / 539
9.5.7 Schulden die niet behoren tot de eigenwoningschuld / 543
9.5.8 Invloed schenkingsvrijstelling eigen woning / 546
9.5.9 Faciliteit voor restschulden / 546
9.5.10 Begrip ‘renten’ / 547
9.5.11 Kosten van geldleningen / 548
9.5.12 Erfpacht- en opstalcanons / 548
9.5.13 Drukken van renten en kosten en aftrekmoment / 549
9.5.14 Tariefmaatregel aftrekbare kosten eigen woning / 550
9.6 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld / 551
9.7 Kapitaalverzekering eigen woning en eigenwoningbanksparen / 553
9.7.1 Inleiding / 553
9.7.2 Kwalificerende KEW’s / 555
9.7.3 Voorwaarden KEW / 556
9.7.4 Voordeel uit KEW / 557
9.7.5 KEW-vrijstelling en belast rentebestanddeel / 560
9.7.6 Verhuisregeling / 564
9.7.7 Beperking renteaftrek na benutting KEW-vrijstelling / 567
9.8 Overgangsrecht voor op 31 december 2000 bestaande kapitaalverzekeringen / 569
10 Uitgaven voor lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen (Bollen) / 575
10.1 Inleiding / 575
10.1.1 Premieaftrek en Brede Herwaardering / 576
10.1.2 Oudedagsparaplu / 577
10.1.3 Van SER-advies naar wetsvoorstel / 577
10.1.4 Introductie van lijfrentebanksparen / 578
10.2 Voorwaarden voor premieaftrek / 579
10.2.1 Inkomensvoorzieningen / 579
10.2.2 Lijfrenten, periodieke uitkeringen en lijfrentebankproducten / 581
10.2.3 Vormgeving van de aanspraak / 584
10.2.4 Toegelaten verzekeraars en kredietinstellingen / 589
10.3 Omvang en tijdstip premieaftrek / 590
10.3.1 Tranchesysteem / 590
10.3.2 Basisruimte (2001 en 2002) / 590
10.3.3 Pensioentekort / 591
10.3.4 Is de ruimte toereikend? / 592
10.3.5 Inhaalregeling / 593
10.3.6 Ondernemersaftrekmogelijkheden / 594
10.3.7 Tijdstip premieaftrek / 596
10.3.8 Premierestitutie / 599
10.4 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen / 599
10.4.1 Handelen in strijd met de voorwaarden / 599
10.4.2 Reparatie pensioentekort / 602
10.4.3 Conserverende aanslagen / 603
10.4.4 Aansprakelijkheid van de verzekeraar en revisierente / 603
10.5 Vervanging van inkomsten / 604
10.5.1 Afkoop en omzetting / 605
10.5.2 Boedelscheiding e.d. / 607
10.6 Negatieve uitgaven bij beroepspensioenen / 608
10.7 Emigratie / 608
10.8 Overgangsrecht / 610
11 Persoonlijke aftrekposten (Breedveld) / 613
11.1 Inleiding / 613
11.2 Onderhoudsverplichtingen / 614
11.2.1 Inkomensoverdracht / 614
11.2.2 Alimentatie / 614
11.2.3 Afkoop van alimentatie / 615
11.2.4 Bijstandsverhaal / 616
11.2.5 Pensioenverrekening / 616
11.2.6 Schadevergoeding / 617
11.2.7 Natuurlijke verbintenis / 617
11.2.8 Verstrekking van huisvesting / 618
11.3 Ziekte en invaliditeit / 618
11.3.1 Buitengewone uitgaven / 618
11.3.2 Uitgaven voor specifieke zorgkosten / 619
11.3.3 Drempel / 621
11.3.4 Weekenduitgaven gehandicapte kinderen / 621
11.4 Scholing (regeling t/m 2021) / 622
11.4.1 Studiekosten / 622
11.4.2 Beperkingen scholingsaftrek / 623
11.4.3 Aftrekbaar bedrag / 623
11.5 Aftrekbare giften / 624
12 Aanmerkelijk belang (Dijkstra) / 631
12.1 Inleiding / 631
12.1.1 Klassiek stelsel / 631
12.1.2 Familie-nv’s / 632
12.1.3 De aanmerkelijkbelanghouder wordt quasi vennoot / 633
12.1.4 Aanmerkelijkbelangregime en boxensysteem / 634
12.2 Voorwaarden voor een aanmerkelijk belang / 635
12.3 Meegesleepte vermogensbestanddelen / 642
12.4 Meegetrokken personen / 642
12.5 Reguliere voordelen / 644
12.5.1 Inkomen uit aanmerkelijk belang / 644
12.5.2 Verliesverrekening / 645
12.5.3 Reguliere voordelen / 647
12.5.4 Forfaitair voordeel / 651
12.5.5 Aftrekbare kosten / 653
12.6 Vervreemding / 654
12.6.1 Het begrip vervreemding; diverse ficties / 654
12.6.2 Verlies aanmerkelijkbelangstatus / 659
12.6.3 Emigratie / 659
12.7 Vervreemdingsvoordelen / 662
12.7.1 Overdrachts- en verkrijgingsprijs / 662
12.7.2 Waardecorrectie / 665
12.7.3 Step up bij ontstaan aanmerkelijk belang / 666
12.7.4 Step up bij immigratie / 666
12.8 Doorschuif- en uitstelregelingen / 667
12.8.1 Ratio / 667
12.8.2 Doorschuiving / 667
12.8.3 Uitstel van betaling bij emigratie / 673
12.8.4 Betalingsfaciliteit bij overdracht tegen schuldigerkenning / 673
13 Vermogensrendementsheffing (Breedveld) / 675
13.1 Inleiding / 675
13.1.1 Box 3 / 675
13.1.2 Keuze voor een vermogensrendementsheffing / 675
13.1.3 Plan van behandeling / 679
13.2 Voormalige heffingen / 679
13.3 De rendementsgrondslag / 680
13.3.1 Het vermogen per 1 januari / 680
13.3.2 Rendementsklassen en forfaitaire spaarvariant / 681
13.3.3 Door het boxensysteem uitgesloten bestanddelen / 684
13.3.4 Bezittingen / 684
13.3.5 Zaken – rechten – genotsrechten / 685
13.3.6 Onroerende zaken en rechten daarop / 686
13.3.7 Roerende zaken en rechten daarop / 686
13.3.8 Rechten die niet op zaken betrekking hebben / 689
13.3.9 Overige vermogensrechten; trusts / 689
13.3.10 Voordeel verwachten / 693
13.3.11 Schulden / 693
13.3.12 Belastingvorderingen en -schulden / 695
13.3.13 Erfrechtelijke verhoudingen en voorwaarden terzijde gesteld / 696
13.3.14 Karakter van de heffing / 699
13.4 Vrijstellingen / 701
13.4.1 Algemeen / 701
13.4.2 Gewone vrijstellingen / 701
13.4.3 Vrijstelling voor groene beleggingen / 704
13.4.4 Nettolijfrente en nettopensioen / 705
13.5 Waardering / 707
13.5.1 Waarde in het economische verkeer / 707
13.5.2 Effecten / 710
13.5.3 Genotsrechten en periodieke uitkeringen; uitvoeringsregels / 712
13.6 Tarief / 713
13.6.1 Effectieve druk / 713
13.6.2 Heffingvrij vermogen / 714
13.7 Arbitrage / 714
13.7.1 Drukverschillen oud en nieuw / 714
13.7.2 Taxplanning / 714
13.7.3 Versplinterde regelgeving / 716
14 Buitenlandse belastingplicht en voorkoming van dubbele belasting (Meussen) / 717
14.1 Inleiding / 717
14.2 Heffing naar Nederlands inkomen / 717
14.2.1 Beperkte belastingplicht / 717
14.2.2 Box 1 / 718
14.2.3 Box 2 / 727
14.2.4 Box 3 / 728
14.2.5 Persoonlijke aftrekposten en heffingvrij vermogen / 730
14.3 Gekwalificeerde buitenlandse belastingplicht / 731
14.3.1 Voorwaarden regeling / 731
14.3.2 Hoofdlijnen regeling / 732
14.3.3 Positie partner / 733
14.3.4 Vangnetbepaling (art. 21bis Uitv.besl. IB 2001) / 734
14.3.5 De zaak X (HvJ EU 9 februari 2017, C-283/15) / 735
14.3.6 Onvoldoende inkomen in het woonland / 736
14.4 Voorkoming van dubbele belasting voor ingezetenen / 737
14.4.1 Samenloop van beginselen / 737
14.4.2 Belastingvrijstelling / 741
14.4.3 Belastingverrekening / 746
Trefwoordenregister / 749
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht