Prof.mr. W.H.M. Reehuis is hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Meer over de auteursGoederenrecht
Het Nederlands burgerlijk recht deel 3 (Pitlo)
Samenvatting
Deze titel buigt zich over het goederenrecht. Hierbij gaan de auteurs verder dan enkel inleidende verduidelijking, maar beogen zij de lezer op overzichtelijke wijze vertrouwd te maken met de beginselen en systematiek van dit rechtsgebied. Niet alleen de leerstukken worden behandeld, maar ook gaat er volop aandacht uit naar begripsvorming en uitleg.
De laatste jaren heeft het goederenrecht veel belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Goederenrecht schetst voor u een actueel, compleet en begrijpelijk beeld hiervan.
Na een inleidend onderzoek duikt de titel de diepte in en behandelt achtereenvolgens een groot aantal onderwerpen, waaronder:
- de openbare registers
- overdracht
- verkrijgende verjaring
- eigendom
- genotsrechten
- zekerheidsrechten
De titel gaat verder dan enkel een inleidende verduidelijking van de wet. Doel is de lezer echt vertrouwd te laten raken met de beginselen en systematiek van het goederenrecht. De auteurs slagen hierin door niet alleen leerstukken te behandelen maar ook veel aandacht te besteden aan begripsvorming en uitleg. Bovendien verlevendigen de vele voorbeelden - vaak ontleend aan jurisprudentie - de stof en maken zo de uitleg behapbaar.
De systematische opzet, overzichtelijke kopjes, interne verwijzingen en uitgebreide registers maken de titel zeer geschikt voor zowel het onderwijs als de rechtspraktijk.
Actueel beeld goederenrecht
Het goederenrecht heeft de laatste jaren niet stilgestaan. Mede door invloed van het Europese recht zijn in het Burgerlijk Wetboek talrijke veranderingen doorgevoerd. Deze variëren van aanpassing van de regels van het cultuurgoederen-regime, het huurbeding en de executie bij hypotheek tot de nieuwe regeling van verschillende vormen van goederenkrediet in boek 7.
Ook nieuwe rechtspraak komt aan bod. De Hoge Raad heeft vele arresten gewezen op het terrein van het goederenrecht waardoor dit rechtsgebied allang niet meer alleen uit de wet kan worden gekend. Deze nieuwe druk biedt niet alleen een bondige weergave van deze actuele ontwikkelingen, ook worden deze geduid binnen de goederenrechtelijke systematiek.
De auteurs slagen erin de perfecte balans te vinden tussen wetenschappelijke diepgang en praktijkgerichtheid. Dit maakt de titel van onschatbare waarde voor zowel de student als voor de praktijkjurist.
Specificaties
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Algemene inleiding 1
Goederenrecht 1 – Vermogen 2 – Goederen (art. 3:1) 2 – Zaken (art. 3:2) 2 – Vermogensrechten; goodwill (art. 3:6) 4 – Onroerende en roerende zaken (art. 3:3) 6 – Registergoederen (art. 3:10) 6 – Bestanddelen (art. 3:4) 7 – Vruchten (art. 3:9) 10 – Algemeenheid van goederen; inboedel 10 – Tegenwoordige en toekomstige goederen 12 – Absolute en zakelijke rechten 12 – Onderscheid tussen absolute en relatieve rechten; kwalitatieve rechten 13 – Beperkte rechten (art. 3:8) 15 – Afhankelijke rechten (art. 3:7) 15 – Vorderingen op naam, aan order en aan toonder 16 – Eigendom, bezit en houderschap 18 – Eigenaar, rechthebbende, gerechtigde, ‘toebehoren aan’ 19 – Goede trouw, ontbreken van goede trouw, kwade trouw 19 – Redelijkheid en billijkheid, misbruik van bevoegdheid 20 – Publiekrecht; zaken met openbare bestemming 21 – Plan van verdere behandeling 23
Hoofdstuk 2 Openbare registers 25
Naast de openbare registers ook het kadaster 25 – De kadastrale registratie, de registratie voor schepen en de registratie voor luchtvaartuigen 28 – Bijwerking: bijhouding en vernieuwing (art. 53 Kadw) 32 – De openbare registers 33 – Welke feiten kunnen worden ingeschreven in de openbare registers 35 – De inschrijving (Kadasterwet en art. 3:18 en 3:19) 40 – Tegenwerping van de ingeschreven feiten (art. 3:23) 43 – Tegenwerping krachtens art. 3:23 van feiten, die kenbaar zijn uit de publiekrechtelijke registraties en de kadastrale kaarten? 45 – Bescherming van het vertrouwen op de volledigheid van de registers (art. 3:24) 46 – Uitzonderingen op de bescherming van het vertrouwen op de volledigheid 48 – Bescherming van het vertrouwen op de juistheid van de registers (art. 3:25 en 3:26) 49 – Andere beschermende bepalingen (art. 3:36 en 3:88) 51 – Rechtsuitwijzing (art. 3:27) 52 – Verklaring van waardeloosheid of een bevel; doorhaling van hypotheek en beslag (art. 3:28 en 3:29) 53 – Samenvatting van de werking van het registerstelsel 53 – Beperkte aansprakelijkheid van de Staat (art. 3:30) 54 – Nederlandse notaris (art. 3:31) 55 – Inschrijving krachtens publiekrechtelijk voorschrift 55
Hoofdstuk 3 Verkrijging en verlies van goederen 57
Systeem 57 – Verkrijging onder algemene en bijzondere titel (art. 3:80) 58 – Derivatieve en originaire verkrijging 64 – Op het goed rustende beperkte rechten 65 – Persoonlijke rechten en verplichtingen met betrekking tot het goed 66 – Verlies van goederen 68 – Verkrijging en verlies van beperkte rechten (art. 3:81) 68 – Verkrijging en verlies van afhankelijke rechten (art. 3:82) 69
Hoofdstuk 4 Overdracht 71
4.1 Inleiding 71
Overdrachtsvereisten (art. 3:83 en 3:84 lid 1) 71 – De begrippen ‘overdracht’ en ‘levering’ 72
4.2 Overdraagbaarheid van goederen 74
Overdracht is beperkt tot goederen 74 – Overdraagbaarheid van eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten (art. 3:83 lid 1) 75 – Onoverdraagbaarheid op grond van de aard van het recht (art. 3:83 lid 1) 76 – Onoverdraagbaarheid op grond van de wet (art. 3:83 lid 1) 77 – (Geen) onoverdraagbaarheid door partijafspraak (art. 3:83 lid 1 en 2) 79 – Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij eigendom (art. 3:83 lid 1) 79 – Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij beperkte rechten (art. 3:83 lid 1) 82 – Werking onoverdraagbaarheidsbeding bij vorderingsrechten (art. 3:83 lid 2) 83 – Overdraagbaarheid overige rechten (art. 3:83 lid 3) 86
4.3 Geldige titel 86
Verhouding tussen titel en levering 86 – Overdrachtstitel (art. 3:84 lid 1) 87 – Causaal overdrachtsstelsel (art. 3:84 lid 1) 89 – Gevallen van ongeldige titels 90 – Bescherming tegen ongerechtvaardigde vermogensverschuivingen 91 – Betaling is geen vereiste voor de geldigheid van de titel 93 – Voldoende bepaaldheid bij de titel (art. 3:84 lid 2) 94 – Ongeldige titels krachtens art. 3:84 lid 3 96 – (Verbintenis tot) overdracht onder voorwaarde 102 – (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder ontbindende voorwaarde (art. 3:84 lid 4) 103 – (Levering krachtens verbintenis tot) overdracht onder opschortende voorwaarde 109 – Intermezzo: De positie van de verkrijger onder opschortende voorwaarde nader beschouwd 112 – Overdracht onder tijdsbepaling is niet mogelijk (art. 3:85) 121
4.4 Levering 122
Levering (art. 3:84 lid 1, art. 3:89 e.v.) 122 – Goederenrechtelijke overeenkomst 126
4.5 Beschikkingsbevoegdheid 133
Het begrip beschikkingsbevoegdheid (art. 3:84 lid 1) 133 – Wie is beschikkingsbevoegd? 134 – Gevolg levering door een beschikkingsonbevoegde 141
Hoofdstuk 5 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid 147
Inleiding 147
5.1 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid door art. 3:86 148
De grondslag van art. 3:86 148 – De regel van art. 3:86 149 – De goederen en leveringen waarvoor de regel van art. 3:86 geldt 150 – Goede trouw van de derde-verkrijger (art. 3:86 lid 1 jo. art. 3:11) 150 – Wegwijsplicht (art. 3:87) 154 – Stelplicht en bewijslast goede trouw (art. 3:118 lid 3) 155 – Vereist is een verkrijging anders dan om niet (art. 3:86 lid 1) 156 – Waartegen art. 3:86 lid 1 niet beschermt 157 – Werking art. 3:86 lid 1 158 – De uitzondering van art. 3:86 lid 3: de zaak is van diefstal afkomstig 159 – Uitzonderingen op de uitzondering van art. 3:86 lid 3 160 – De verhouding tussen eerste en tweede hand 161 – De verhouding tussen tweede en derde hand 162 – Positie vierde hand 162 – Bescherming tegen beperkte rechten (art. 3:86 lid 2) 163 – Bescherming bij overdracht of vestiging van een beperkt recht (art. 3:98) 165 – Bescherming bij levering van een aandeel in een roerende zaak (art. 3:96) 165 – Beschikkingsonbevoegdheid veroorzaakt door faillissement (art. 35 lid 3 Fw) 165 – De zaak betreft een cultuurgoed (art. 3:86a en art. 3:86b) 166 – Nederlands 86a-cultuurgoed (art. 3:86a lid 2) 167 – Buitenlands EU/EER-cultuurgoed (art. 3:86a lid 1) 169 – Buitenlands UNESCO-cultuurgoed (art. 3:86b lid 1) 171 – De nodige zorgvuldigheid (art. 3:87a) 173
5.2 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid door art. 3:88 174 Systeem, regel en grondslag van art. 3:88 174 – Voor welke goederen en leveringen geldt de regel van art. 3:88 lid 1? 175 – Vereist is dat de beschikkingsonbevoegdheid voortvloeit uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht (art. 3:88 lid 1) 176 – Vereist is goede trouw van de derde-verkrijger (art. 3:88 lid 1) 178 – Werking art. 3:88 lid 1, positie vierde hand 180 – Geen bescherming tegen een beperkt recht, wel bij overdracht of vestiging daarvan (art. 3:98) 180 – Bescherming bij levering van een aandeel (art. 3:96) 181 – Het goed betreft een cultuurgoed (art. 3:88 lid 2) 181
Hoofdstuk 6 Wijzen van levering en derdenbescherming 183
6.1 Levering van registergoederen 183
Systeem (art. 3:89) 183 – De akte van levering (art. 3:89 lid 1 en 2) 184 – Wat is geleverd respectievelijk overgedragen? 189 – De inschrijving (art. 3:89 lid 1) 193 – Tijdstip en rangorde van inschrijving (art. 3:19 lid 2 en art. 3:21) 194 – Incidenten 195 – Reële executie 200 – Middelen tot bewaring van recht 201 – Bezitsverschaffing, ontruiming/afgifte 202 – Onderzoek openbare registers 203 – Derdenbescherming 205 – Bescherming tegen onvolledigheid openbare registers (art. 3:24) 205 – Beperkte bescherming tegen onjuistheid openbare registers (art. 3:25 en 3:26) 208 – Beperkte bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid: art. 3:88 210 – Beperkte bescherming door art. 3:36 211
6.2 Levering van roerende zaken, niet-registergoederen 212
Systeem (art. 3:90 lid 1) 212 – Bezitsverschaffing (art. 3:90 lid 1) 214 – Wijzen van bezitsverschaffing 216 – Constitutum possessorium 218 – De zaak is na levering in handen van de vervreemder gebleven (art. 3:90 lid 2) 220 – Traditio brevi manu 224 – Traditio longa manu 224 – Andere wijzen van levering van een onder een derde bevindende roerende zaak 226 – Levering door middel van een zakenrechtelijke papier 228 – Levering op grond van verbintenis onder opschortende voorwaarde (art. 3:91) 230 – Levering van roerende zaken die niet in de macht van de vervreemder zijn 231 – Reële executie/middelen tot bewaring van recht 231 – Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid 232
6.3 Levering van rechten aan toonder of order 232
Systeem (art. 3:93 en 3:94) 232 – Levering met behulp van het papier (art. 3:93) 233 – Gevolgen van levering van toonder- en ordervorderingen 234 – Derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid bij toonder- en orderrechten 235 – Leges speciales 235
6.4 Levering van vorderingen op naam 235
Systeem: twee vormen van cessie, openbare en stille (art. 3:94) 235 – De akte van cessie (art. 3:94 lid 1 en lid 3) 238 – Openbare cessie (art. 3:94 lid 1) 245 – Stille cessie (art. 3:94 lid 3) 248 – Levering bestaande vordering tegen onbekende schuldenaar (art. 3:94 lid 2) 251 – Reële executie 251 – De lijdelijke rol van de schuldenaar 252 – Betaaladres en bevrijdende betaling 252 – In welke staat en omvang gaat de vordering over? 257 – Nevenrechten gaan mee over (art.
6:142) 258 – Verplichtingen cedent/vorige schuldeiser (art. 6:143; 6:144) 259 – Verweermiddelen van de schuldenaar blijven onverlet (art. 6:145) 260 – Verweermiddelen bij overdracht order- en toondervorderingen (art. 6:146) 262 – De mogelijkheid tot verrekening door de schuldenaar (art. 6:130) 263 – Beperkte derdenbescherming bij cessie van vorderingen op naam 265 – Beperkte bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid: art. 3:88 265 – Geen bescherming tegen beperkte rechten en beslag 267 – Beperkte bescherming door de algemene beschermingsbepaling van art. 3:36 267 – Cessie als financieringsinstrument 269 – Subrogatie en contractsoverneming 272
6.5 Levering in andere gevallen 273
Bijzondere leveringsbepalingen 273 – De vangnetbepaling van art. 3:95 274 – Akte (art. 3:95) 275 – Levering van roerende zaken die niet meer in de macht van de vervreemder zijn (art. 3:95) 275 – Derdenbescherming 276 – Levering van aandelen in goederen (art. 3:96) 277 – Levering van beperkte rechten (art. 3:98) 280 – Levering van toekomstige goederen (art. 3:97) 281
6.6 Levering met inschakeling van een tussenpersoon 281
Inleiding 281 – De vervreemder schakelt een tussenpersoon in 282 – De (beoogde) verkrijger schakelt een tussenpersoon in 285
6.7 Levering bij voorbaat van toekomstige goederen 290
Inleiding 290 – Systeem (art. 3:97 lid 1) 291 – Beperkingen aan de levering bij voorbaat 293 – Geen levering bij voorbaat van registergoederen 294 – Levering bij voorbaat van roerende zaken, niet-registergoederen 294 – Levering bij voorbaat van toonder- en orderrechten 298 – Levering bij voorbaat van vorderingen op naam 299 – Afbakening levering bij voorbaat 307 –
Hoofdstuk 7 Verkrijging door verjaring 313 Systeem en functie van verkrijging door verjaring (art. 3:99 e.v.) 313 – Vereisten verkrijging door verjaring krachtens art. 3:99 lid 1 en die krachtens 3:105 lid 1 317 – Bezit van het goed (art. 3:99 lid 1 en art. 3:105 lid 1) 317 – Verkrijgende verjaring vereist goede trouw (art. 3:99 lid 1 jo. art. 3:11) 328 – Verjaringstermijnen verkrijgende verjaring (art. 3:99 lid 1; art. 3:101; 3:102; 3:104) 331 – Verkrijgende verjaring vereist onafgebroken bezit/tijdelijk bezitsverlies (art. 3:99 lid 1; art. 3:103) 335 – Bijzondere regels verkrijgende verjaring van een cultuurgoed (art. 3:99 lid 2 en 3) 335 – Verkrijgende verjaring nalatenschap (art. 3:100) 338 – Verkrijging ex art. 3:105 door verjaring vordering tot opeising bezit (art. 3:105 lid 1) 339 – Verjaringstermijn vordering tot opeising van het bezit (art. 3:105; 3:306; 3:314) 341 – Verkrijging ex art. 3:105 vereist geen goeder trouw (art. 3:105, art. 6:162) 344 – Verkrijging ex art. 3:105 vereist geen onafgebroken bezit/tijdelijk bezitsverlies (art. 3:105) 346 – Verkrijging ex art. 3:105 in relatie tot eerste protocol bij het EVRM 347 – Verlies beperkt recht door een met dat recht strijdige toestand (art. 3:106) 347 – Gevolgen bevrijdende verjaring voor pand- en hypotheekrechten 347 – Werking verkrijging door verjaring 348 – Gevolgen verkrijging door verjaring voor op het goed rustende beperkte rechten 349 – Inschrijving in de openbare registers (art. 3:17 sub i) 351
Hoofdstuk 8 Bezit 353
Algemene kenmerken (art. 3:107) 353 – Constatering/bewijs van het bezit (art. 3:108 en 3:109) 356 – Verkrijging van bezit voor een ander (art. 3:110) 357 – Interversie van het bezit (art. 3:111) 360 – Bezitsverkrijging in het algemeen (art. 3:112) 362 – Verkrijging van bezit door inbezitneming (art. 3:113) 363 – Verkrijging van bezit door overdracht (art. 3:114) 365 – Bezitsoverdracht zonder feitelijke handeling (art. 3:115) 367 – Constitutum possessorium (art. 3:115 sub a) 368 – Traditio brevi manu (art. 3:115 sub b) 369 – Traditio sine manu 369 – Traditio longa manu (art. 3:115 sub c) 370 – Bezitsverkrijging onder algemene titel (art. 3:116) 372 – Verlies van bezit (art. 3:117) 373 – Bezit te goeder trouw (art. 3:118) 374 – Processuele functie van het bezit (art. 3:119) 376 – Overige rechtsgevolgen van het bezit 377 – Vruchten (art. 3:120 en 3:121) 378 – Vergoeding van kosten en schade (art. 3:120, 3:121 en 3:122) 379 – Wegneemrecht (art. 3:123) 382 – Rechten van de houder (art. 3:124) 382 – Bescherming van de bezitter en van de houder (art. 3:125) 383
Hoofdstuk 9 Gemeenschap 387
Algemeen (art. 3:166) 387 – Indeling van gemeenschapsvormen in de wet 389 – Aandelen van de deelgenoten, zaaksvervanging (art. 3:166 en 3:167) 390 – Rechten en plichten tussen de deelgenoten; de beheersregeling (art. 3:166 en 3:168) 391 – Het gebruik en beheer van het gemeenschappelijk goed (art. 3:169 e.v.) 394 – Procedures (art. 3:171) 396 – Vruchten, voordelen en uitgaven; machtiging tot te gelde maken (art. 3:172 e.v.) 397 – Vervreemding en uitwinning van een aandeel (art. 3:175 en 3:189 e.v.) 398 – Verkrijging van een aandeel (art. 3:176) 401 – Beperkt recht op een aandeel (art. 3:177) 402 – De verdeling van de gemeenschap (art. 3:178 e.v.) 404 – Het vorderen van verdeling (art. 3:178 e.v.) 405 – De uitvoering van de verdeling 408 – Nietige en vernietigbare verdelingen (art. 3:195 e.v.) 411
Hoofdstuk 10 Eigendom 417
10.1 Eigendom in het algemeen 417
Omschrijving van het recht van eigendom (art. 5:1) 417 – Uitholling of vermaatschappelijking van het eigendomsrecht? 420 – Een pluriform eigendomsbegrip? 421 – Eigendom als grondrecht 423 – Economische eigendom 425 – Bevoegdheden van de eigenaar (art. 5:1) 427 – Exclusiviteit (art. 5:1) 427 – Goederenrechtelijke rechtsvorderingen (art. 5:2) 428 – De moderne actio negatoria 430 – Beperkingen (art. 5:1 lid 2) 430 – Hinder (art. 5:37) 433 – De wettelijke regeling van hinder tussen buren (art. 5:37) 436 – Criteria voor onrechtmatige hinder 436 – Misbruik van (eigendoms)recht (art. 3:13) 438 – Criteria misbruik van recht (art. 3:13) 442 – Welke situaties? 442 – Eigendom van de vruchten (art. 5:1 lid 3) 442 – Bestanddelen (art. 5:3) 443
10.2 Eigendom van roerende zaken 443 Toe-eigening (art. 5:4) 443 – De vinder (art. 5:5-5:12) 444 – Schatvinding (art.
5:13) 446 – Natrekking, vermenging en zaaksvorming (art. 5:14-5:16) 448 –
Natrekking van roerende zaken (art. 5:14) 449 – Vermenging (art. 5:15) 450 – Zaaksvorming (art. 5:16) 452 – Vruchttrekking (art. 5:17) 456 – Verlies van eigendom door prijsgeven van bezit (art. 5:18) 457 – Verlies van eigendom van dieren (art. 5:19) 458
10.3 Eigendom van onroerende zaken 459
Eigendom van grond 459 – Wat tot de eigendom van de grond behoort (art. 5:20) 460 – Exclusief gebruiksrecht van de eigenaar (art. 5:21) 466 – Vrije toegang tot het erf (art. 5:22 en 5:23) 467 – Eigendom van de Staat en van openbare lichamen (art. 5:24-5:28) 469 – Publiek domein 471 – Aanwas en afslag (art. 5:29) 473 – Vaststelling van een vaste grens tussen erf en water (art. 5:30-5:35) 474 – Grens tussen erven (art. 5:36) 475
Hoofdstuk 11 Burenrecht en mandeligheid 477
11.1 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven 477 Aard van het burenrecht (art. 5:37 e.v.) 477 – Hinder, water, afvoer (art. 5:37-5:41 en 5:52-5:53) 479 – Beplanting (art. 5:42 en 5:44-5:45) 481 – Grensbepaling, afpaling, afsluiting en scheidsmuur (art. 5:43, 5:46-5:49) 483 – Vensters en balkons (art. 5:45 en 5:51) 485 – Overbouw en instortingsgevaar (art. 5:54-5:55) 486 – Tijdelijk gebruiksrecht (art. 5:56) 488 – Noodweg en noodleiding (art. 5:57-5:58) 488 – Gemeenschappelijke sloot (art. 5:59) 491
11.2 Mandeligheid 491
Kenmerkende eigenschappen (art. 5:63) 491 – Mandeligheid ontstaan door rechtshandeling (art. 5:60) 492 – Mandeligheid uit de wet (art. 5:62) 493 – Rechten en verplichtingen van de eigenaars van de zaak (art. 5:64-5:69) 493 – Einde van de mandeligheid (art. 5:61) 495
Hoofdstuk 12 Beperkte rechten op goederen 497
12.1 Beperkte rechten in het algemeen 497
Algemene kenmerken (art. 3:8) 497 – Genots- en zekerheidsrechten 499 – Limitatief stelsel; oude rechten (art. 3:81) 499 – Ontstaan van beperkte rechten 501 – Overgang van beperkte rechten 505 – Tenietgaan van beperkte rechten (art. 3:81) 506 – Behandeling beperkte rechten in vervolg 511
12.2 Erfdienstbaarheden 512
Definitie (art. 5:70) 512 – Vereisten (art. 5:70 en 5:71) 513 – Erfdienstbaarheid, kettingbeding en kwalitatieve verplichting 515 – Inhoud van de erfdienstbaarheid (art. 5:71 en 5:73-5:75) 518 – Verdeling van de erven (art. 5:76) 523 – Geldelijke verplichtingen (art. 5:77) 523 – Ontstaan en overgang van erfdienstbaarheden (art. 5:72) 524 – Wijziging en tenietgaan van erfdienstbaarheden (art. 5:78-5:83) 528
12.3 Erfpacht 534
Definitie en functie (art. 5:85) 534 – Inhoud van het erfpachtrecht; algemeen 536 – Wettelijke rechten en verplichtingen (art. 5:89-5:90, 5:95-5:96 en 5:99-5:100) 537 – Betaling canon (art. 5:85 en 5:92) 539 – Vervreemden, bezwaren en in gebruik geven (art. 5:91; 5:93 en 5:95) 541 – Ontstaan en overgang van het erfpachtrecht 545 – Duur van het erfpachtrecht (art. 5:86 en 5:98) 545 – Wijziging en tenietgaan van de erfpacht (art. 5:87-5:88 en 5:97) 546
12.4 Opstal 549
Definitie en functie (art. 5:101) 549 – Inhoud van het opstalrecht (art. 5:102-5:103 en 5:105) 553 – Vervreemden, bezwaren en in gebruik geven (art. 5:104) 554 – Ontstaan en overgang van het opstalrecht 555 – Duur en einde van het opstalrecht (art. 5:104) 555
12.5 Vruchtgebruik 556
Definitie (art. 3:201 en 3:222) 556 – Maatschappelijke functie 557 – Ontstaan van het vruchtgebruik (art. 3:202) 559 – Koppeling aan het leven van de vruchtgebruiker (art. 3:203 en 3:223) 560 – Het recht van de vruchtgebruiker op vruchten (art. 3:216) 561 – Het gebruik door de vruchtgebruiker (art. 3:207, 3:210-3:213, 3:215) 563 – Beheers- en beschikkingsmacht (art. 3:207, 3:217-3:218 en 3:223) 566 – Verplichtingen van de vruchtgebruiker (art. 3:205-3:209, 3:213-3:214, 3:220 en 3:222) 568 – Tekortschieten van de vruchtgebruiker (art. 3:221) 571 – Het bewind (art. 3:221) 572 – Einde van het vruchtgebruik (art. 3:224-3:225) 573 – Het recht van gebruik en van bewoning (art. 3:226) 574
Hoofdstuk 13 Appartementsrechten 577
Algemeen 577 – Definitie appartementsrecht (art. 5:106) 577 – Voorrang gebruik appartementsrecht ten opzichte van opstalrecht 578 – Splitsing (art. 5:106) 579 – Splitsingsvergunning 582 – Vormvoorschriften (art. 5:109-5:113) 582 – Het splitsingsreglement 583 – Gevolgen van splitsing 587 – Derdenbescherming 587 – Bestaande rechten 589 – Overdracht van appartementsrechten (art. 5:117) 590 – Veranderingen aan het appartement (art. 5:119) 591 – Vestiging erfdienstbaarheid of erfpacht door appartementseigenaar (art. 5:118 en 5:118a) 591 – De Vereniging van Eigenaars (art. 5:124 e.v.) 591 – Verhouding tot het algemene verenigingsrecht van Boek 2 593 – Rechten uit verzekeringsovereenkomsten (art. 5:136) 594 – Wijziging van de akte van splitsing en opheffing van de splitsing (art. 5:139 e.v.) 594 –
Hoofdstuk 14 Verhaal en voorrang 597
14.1 Verhaal en voorrang algemeen 597
Hoofdregels verhaalsrecht (art. 3:276; 3:277) 597 – Niet voor uitwinning vatbare goederen 600 – Voorrang (art. 3:277 lid 1 jo. art. 3:278) 601 – Onderlinge rangorde voorrangsrechten (art. 3:279-3:281) 602 – Persoonlijke zekerheid, oneigenlijke of feitelijke voorrang 602 – Achtergestelde vordering (art. 3:277 lid 2) 605
14.2 Algemene bepalingen pand- en hypotheekrecht 606
Karakteristiek pand- en hypotheekrecht (art. 3:227 lid 1; art. 3:230) 606 – Tot zekerheid van welke vorderingen? Voldoende bepaalbaarheid (art. 3:231) 612 – Pand en hypotheek tot zekerheid van toekomstige vorderingen (art. 3:231) 614 – Op welke goederen? (art. 3:228) 617 – Waarover strekken pand en hypotheek zich uit? (art. 3:227 lid 2) 619 – Zaaksvervanging (art. 3:229) 619 – Derdenpand/hypotheek (art. 3:231; 3:233) 621 – Verbod tot toe-eigening (art. 3:235) 621 – Nadere regelingen 622
14.3 Pandrecht op roerende zaken, niet-registergoederen 624
Van zekerheidsoverdracht naar stille verpanding 624 – Op stil pandrecht van toepassing zijnde regels 626 – Vestigingsvereisten pandrecht op roerende zaken c.a. (art. 3:98 jo. art. 3:84 lid 1) 626 – Vuistpandrecht: vestiging gepaard gaand met afgifte (art. 3:236 lid 1) 628 – Stil pandrecht: vestiging zonder afgifte (art. 3:237) 628 – Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever (art. 3:238) 632 – Bekrachtiging (art. 3:58) 634 – Vestiging bij voorbaat (art. 3:98 jo. art. 3:97) 634 – Vestiging door voorbehoud (art. 3:81) 636 – Pandrecht van rechtswege 637 – Vervreemding door de pandgever 637 – Meervoudige verpanding (art. 3:238 lid 2; art. 3:97 lid 2) 638 – Rechten en verplichtingen pandhouder en pandgever staande het pandrecht 640 – Tenietgaan pandrecht 642 – Uitoefening pandrecht buiten faillissement en derdenbeslag 643 – Het recht op afgifte (art. 3:237 lid 3) 644 – Het recht van parate executie (art. 3:248 en 3:249) 645 – Wijze van executie (art. 3:250; 3:251; 3:254 en 3:255) 647 – Verhaal op en verdeling van de executieopbrengst (art. 3:253 en 490b Rv) 651 – Uitoefening pandrecht bij beslag (art. 453a, 461a en 496 Rv) 652 – Uitoefening pandrecht in faillissement (art. 57, 58 en 63a Fw) 654 – Uitoefening pandrecht bij surseance van betaling (art. 232 Fw) 661 – Uitoefening pandrecht bij toepassing schuldsaneringsregeling (art. 299 Fw) 661 – Pandrecht tegenover rechten van derden 662
14.4 Pandrecht op vorderingen op naam 663
Inleiding 663 – Van stille cessie naar stille verpanding 663 – Op stil pandrecht van toepassing zijnde regels 664 – Vestigingsvereisten pandrecht op vorderingen op naam (art. 3:98 jo. art. 3:84 lid 1) 664 – Openbaar pandrecht: vestiging gepaard gaand met mededeling (art. 3:236 lid 2) 666 – Stil pandrecht: vestiging zonder mededeling (art. 3:239 lid 1) 667 – Inhoud pandakte; voldoende bepaaldheid van de te verpanden vordering 669 – Beperkte bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid (art. 3:239 lid 4) 673 – Vestiging bij voorbaat (art. 3:98 jo. art. 3:97; 3:239 lid 1) 673 – Periodiek opmaken van pandakten als alternatief voor vestiging bij voorbaat 677 – Pandrecht van rechtswege 680 – Vervreemding door de pandgever 680 – Meervoudige verpanding 681 – Uitoefening pandrecht buiten faillissement en derdenbeslag (art. 3:246 e.v.) 682 – Uitoefening pandrecht bij beslag 689 – Uitoefening pandrecht in faillissement (art. 3:246; 57 Fw) 691 – Uitoefening pandrecht bij surseance en bij toepassing schuldsaneringsregeling 698 – De rechtspositie van de schuldenaar van de verpande vordering 699 – Pandrecht tegenover rechten van derden 701
14.5 Hypotheek 701
Inleiding 701 – Voor hypotheek vatbare goederen (art. 3:228 jo. art. 3:227) 702 – Vestigingsvereisten recht van hypotheek (art. 3:98 jo. art. 3:84 lid 1) 703 – De hypotheekakte (art. 3:260) 704 – Inschrijving hypotheekakte (art. 3:260 lid 1) 708 – Tijdstip en rangorde van de inschrijving (art. 3:19 lid 2 en art. 3:21) 708 - Beschikkingsbevoegdheid is pas ten tijde van de inschrijving vereist 709 – Incidenten voor de inschrijving 709 – Het bij voorbaat vestigen van hypotheek is niet mogelijk (art. 3:98 jo. art. 3:97 lid 1) 710 – Reële executie vestiging hypotheek (art. 3:300) 711 – Onderzoek openbare registers/Derdenbescherming 711 – Vervreemding door de hypotheekgever 712 – Rangorde bij meervoudige verhypothekering of vestiging ander beperkt recht 712 – Afwijkingen van de naar tijdstip van inschrijving bepaalde rangorde 714 – Rechten en verplichtingen hypotheekgever 716 – Beding inzake niet-verandering (art. 3:265) 717 – ‘Ius tollendi’ en het beding inzake niet-wegneming (art. 3:266) 717 – Hulpzakenbeding (art. 3:254) 719 – Huurbeding (art. 3:264) 720 – Beheersbeding (art. 3:267 lid 1) 727 – Het beding inzake onder zich nemen (ontruimingsbeding) (art. 3:267 lid 2) 728 – Uitoefening buiten faillissement en beslag 729 – Het recht van parate executie (art. 3:268 e.v.) 729 – Wijze van executie (art. 3:268) 734 – Zuivering (art. 3:273) 739 – Verhaal en verdeling van de executieopbrengst (art. 3:270 en 3:271) 743 – Uitoefening hypotheekrecht bij beslag (art. 508 en 509 Rv) 746 – Uitoefening hypotheekrecht in faillissement (art. 57 Fw) 747 – Uitoefening hypotheekrecht bij surseance van betaling (art. 232 Fw) 750 – Uitoefening hypotheekrecht bij toepassing schuldsaneringsregeling (art. 299 Fw) 751 – Hypotheekrecht tegenover rechten van derden 751 – Tenietgaan hypotheekrecht 752 – Vervallenverklaring (art. 3:274 en 3:275) 755
14.6 Voorrechten 756
Karakteristiek en werking 756 – Uitoefening voorrecht 759 – Rangorde voorrechten (art. 3:279 e.v.) 759 – Bijzondere voorrechten (art. 3:283 e.v.) 760 – Voorrecht ter zake van kosten tot behoud (art. 3:284) 760 – Voorrecht ter zake van aanneming van werk (art. 3:285) 762 – Voorrecht ter zake van appartementsbijdragen (art. 3:286) 763 – Voorrecht ter zake van vergoeding van de schade (art. 3:287) 763 – Zaaksvervanging bij bijzondere voorrechten (art. 3:283) 765 – Algemene voorrechten (art. 3:288 e.v.) 765 – Voorrecht ter zake van kosten faillissementsaanvraag (art.
3:288 sub a) 765 – Voorrecht ter zake van lijkbezorging (art. 3:288 sub b) 766 – Voorrecht ter zake van pensioenvorderingen (art. 3:288 sub c en d) 766 – Voorrecht ter zake van vorderingen uit arbeidscontract (art. 3:288 sub e) 766 – Het voorrecht en bodemrecht van de fiscus (art. 21, 22 en 22bis IW 1990) 767
14.7 Retentierecht 776
Karakteristiek (art. 3:290) 776 – In welke gevallen bestaat een retentierecht? (art. 3:290) 779 – Zorgplicht retentor 783 – Tegenover wie kan het retentierecht worden ingeroepen? (art. 3:291) 783 – Verhaalsrecht met voorrang (art. 3:292) 788 – Positie retentor in faillissement (art. 60 Fw) 789 – Einde retentierecht (art. 3:294 en 3:295) 790
Hoofdstuk 15 Reclamerecht en eigendomsvoorbehoud 793
15.1 Inleiding 793
15.2 Recht van reclame 794
Karakteristiek reclamerecht (art. 7:39 e.v.) 794 – Vereisten inroeping reclamerecht (art. 7:39 lid 1) 795 – Gevolgen inroeping reclamerecht (art. 7:39 lid 1) 795 – Werking reclamerecht tegenover derden (art. 7:39 lid 1, art. 7:42) 796 – Werking reclamerecht in faillissement en bij beslag (art. 7:40) 797 – Verval reclamerecht (art. 7:44) 798
15.3 Eigendomsvoorbehoud 798
Karakteristiek eigendomsvoorbehoud (art. 3:92) 798 – Het wettelijke vermoeden van art. 3:92 lid 1 799 – Levering door machtsverschaffing (art. 3:91) 800 – Overdracht onder opschortende voorwaarde 800 – Voor welke vorderingen is eigendomsvoorbehoud mogelijk? (art. 3:92) 802 – Geen verlenging voorbehouden eigendom tot de vervaardigde eindproducten 804 – Rechtspositie van de verkoper 806 – Rechtspositie koper 807 – Uitoefening eigendomsvoorbehoud 813 – Uitoefening eigendomsvoorbehoud in faillissement en bij beslag 816 – Verval eigendomsvoorbehoud 817 – Voorbehouden eigendom tegenover rechten van derden 818
15.4 Huurkoop en lease 818
Huurkoop van roerende zaken, niet-registergoederen
818 – Lease van roerende zaken, niet-registergoederen 820 – Huurkoop en lease van onroerende zaken
822 Aanhangsel Financiëlezekerheids overeenkomst 825
Inleiding 825 – Begrip financiëlezekerheidsovereenkomst (art. 7:51) 827 – Beperking reikwijdte regeling fzo (art. 7:51 en 7:52) 829 – Aansluiting bij algemene regels 831 – Het fzo-pandrecht (art. 7:53 en 7:54) 831 – De fzo-overdracht (art. 7:55) 839
Lijst van werken, waarnaar verkort wordt verwezen 847
Registers
Register op wetsartikelen 865
Register op de rechtspraak 891
Zakenregister 907
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht