

Bestuurlijke boeten in het belastingrecht
Samenvatting
Het fiscale boeterecht is op vele fronten in beweging. Zowel het aantal beboetbare feiten als de hoogte van de op te leggen boeten, zijn de afgelopen jaren flink toegenomen. Daarom is het voor u als professional noodzakelijk om de actuele stand van zaken over dit recht niet uit het oog te verliezen. Deze uitgave helpt u daarbij.
Het fiscale boeterecht wordt steeds belangrijker. Dit blijkt alleen al uit het aantal beboetbare feiten, wat de laatste jaren is toegenomen. Hiernaast zijn een aantal boetemaxima fors verhoogd. Het belang van het fiscale boeterecht leidt tot de noodzaak voor professionals om meer en meer op de hoogte te zijn van alle ins en outs van dit recht.
Bestuurlijke boeten in het belastingrecht biedt daarvoor de uitkomst. Deze uitgave verheldert en becommentarieert geldende materiële en formele regelgeving omtrent het fiscale belastingrecht. Ook in het fiscale boeterecht zien we nu onder meer bestraffing van medeplegers, feitelijk leidinggevenden, medeplichtigen, doen plegers en uitlokkers.
De uitgave biedt inzicht in de geldende bepalingen binnen dit belangrijk deel van het belastingrecht. Hierbij wordt ruimschoots aandacht geschonken aan jurisprudentie van de Nederlandse belastingrechter en het Europese Hof voor de rechten van de mens.
Vanwege de toenemende stroom aan jurisprudentie en nieuwe wetgeving op gebied van het boeterecht is het fiscale boeterecht onderhevig aan continue verandering. Deze titel gaat uit van de stand van zaken op 15 januari 2018.
Specificaties
Inhoudsopgave
Lijst van gebruikte afkortingen / XV
HOOFDSTUK 1
De ontwikkeling van het fiscale boeterecht / 1
1.1 Inleiding / 1
1.2 De AWR tot 1 januari 1998 / 2
1.3 Beoordeling door de rechter / 3
1.3.1 Het toepassen van een verhoging / 3
1.3.2 Beperkte toetsing van het kwijtscheldingsbesluit / 3
1.3.3 De hoogte van de ‘lichte’ verhogingen / 4
1.3.4 Van marginale toetsing naar beoordeling in volle omvang / 5
1.4 Eerste aanloop tot wetswijziging / 7
1.5 De commissie-Van Slooten / 8
1.6 Tweede aanloop tot wetswijziging / 10
1.7 De vierde tranche van de Awb / 11
1.8 Verdere ontwikkelingen / 11
HOOFDSTUK 2
De twee boetecategorieën / 13
2.1 Verzuimboeten en vergrijpboeten / 13
2.2 Boetecategorieën in de vierde tranche Awb / 14
HOOFDSTUK 3
Daderschap / 15
3.1 De normadressaat / 15
3.2 Deelneming aan strafbare feiten / 15
3.3 Medeplegen en medeplichtigheid / 17
3.4 Rechtspersonen, opdrachtgevers en feitelijk leidinggevenden / 21
3.5 Andere entiteiten en publiekrechtelijke lichamen / 23
HOOFDSTUK 4
Opzet en schuld / 25
4.1 Opzet / 25
4.2 Schuld / 27
4.3 Pleitbaar standpunt / 28
4.4 Inschakelen van derden / 34
4.5 Afwezigheid van alle schuld / 37
HOOFDSTUK 5
Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst / 41
5.1 Het beleidsvoorschrift voor de Belastingdienst / 41
5.2 Ambtshalve toetsing aan het besluit? / 42
5.3 Wijzigingen na december 2008 / 44
HOOFDSTUK 6
Verzuimboeten bij aanslagbelastingen / 47
6.1 Niet of niet tijdig doen van aangifte / 47
6.1.1 Aangifteplicht / 47
6.1.2 Wanneer is de aangifte niet gedaan? / 48
6.2 Tijdstip van boeteoplegging / 50
6.3 Aanslag en conserverende aanslag / 52
6.4 Gecombineerde aangifte / 52
6.5 De hoogte van de boete / 53
6.6 Beleidsregels / 54
6.7 Betalingsverzuimen / 55
6.8 Bijkomende verplichtingen (artikel 67ca AWR) / 56
HOOFDSTUK 7
Verzuimboeten bij aangiftebelastingen / 59
7.1 Aangifteverzuimen / 59
7.1.1 Niet of niet tijdig doen van aangifte / 59
7.1.2 Onjuiste aangifte en vergelijkbare verzuimen met betrekking tot loonbelasting en premies sociale verzekeringen / 60
7.1.3 Verjaring / 62
7.1.4 De hoogte van de boete / 63
7.1.5 De beleidsregels bij het verzuim van artikel 67b lid 1 AWR / 63
7.1.6 De beleidsregels bij het verzuim van artikel 67b lid 2 AWR / 64
7.2 Betalingsverzuimen / 64
7.2.1 Niet of niet tijdig betalen / 64
7.2.2 Tijdstip van boeteoplegging / 67
7.2.3 De hoogte van de boete / 67
7.2.4 De beleidsregels bij betalingsverzuimen indien wel een juiste aangifte is gedaan / 67
7.2.5 De beleidsregels bij betalingsverzuimen indien geen (juiste) aangifte is gedaan / 69
7.3 Bijzondere verzuimboeten / 70
7.3.1 Motorrijtuigenbelasting / 70
7.3.2 Overige bijzondere verzuimboeten / 72
7.4 Boeten opgelegd aan fiscale mededaders / 73
7.5 Bijkomende verplichtingen (artikel 67ca AWR) / 74
HOOFDSTUK 8
Vergrijpboeten bij aanslagbelastingen / 75
8.1 Vergrijpboete bij een aanslag / 75
8.1.1 Artikel 67d AWR / 75
8.1.2 Grove schuld is niet voldoende / 76
8.1.3 Tijdstip van boeteoplegging / 77
8.1.4 De hoogte van en de grondslag voor de boete / 78
8.1.5 De beleidsregels bij het opleggen van de vergrijpboete bij een aanslag / 81
8.2 Vergrijpboete bij navordering / 82
8.2.1 Artikel 67e AWR / 82
8.2.2 Tijdstip van boeteoplegging / 82
8.2.3 De hoogte van en de grondslag voor de boete / 84
8.2.4 De beleidsregels bij het opleggen van de vergrijpboete bij navordering / 85
8.3 Vergrijpboete bij niet nakomen informatieplicht / 86
8.3.1 Artikel 10a AWR / 86
8.3.2 Artikel 75 SW 1956, artikel 11 WIB en artikel 29h Wet VPB 1969 / 88
8.4 Verstrekken van foutieve gegevens bij een verzoek tot (herziening van) een voorlopige aanslag / 89
8.4.1 Artikel 67cc AWR / 89
8.4.2 Opzet en een verzoek vereist / 90
8.4.3 Tijdstip van boeteoplegging / 90
8.4.4 De beleidsregels bij het opleggen van de boete van artikel 67cc AWR / 90
HOOFDSTUK 9
Vergrijpboeten bij aangiftebelastingen / 93
9.1 Artikel 67f AWR / 93
9.2 Tijdstip van boeteoplegging / 96
9.3 De hoogte van en de grondslag voor de boete / 97
9.4 De beleidsregels bij het opleggen van de vergrijpboete bij naheffing / 97
9.5 Vergrijpboete bij niet nakomen informatieplicht (artikel 10a AWR) / 98
9.5.1 De aangewezen situaties / 98
9.5.2 De beleidsregels bij het niet nakomen van de informatieverplichting / 99
HOOFDSTUK 10
De vaststelling van de hoogte van de boete door de inspecteur / 101
10.1 In aanmerking te nemen omstandigheden / 101
10.2 Strafverminderende omstandigheden / 103
10.3 Evenredigheidsbeginsel en inherente matigingsbevoegdheid / 104
10.4 Ambtshalve onderzoek naar strafverminderende factoren / 105
10.5 Recidive / 106
10.6 Ernst van de gedraging / 107
10.7 Belastingbedrag verhoudingsgewijs omvangrijk / 108
10.8 Samengaan met niet-fiscale overtredingen en delicten / 108
10.9 Persoonlijke omstandigheden / 109
HOOFDSTUK 11
Vrijwillige verbetering / 111
11.1 Inkeerregeling / 111
11.2 Vrijwillige verbetering / 113
11.3 Beperking in de tijd / 116
11.4 Inkeer bij het vergrijp van artikel 67cc AWR / 117
11.5 Niet voor in het buitenland opgekomen box 3-inkomen / 117
HOOFDSTUK 12
Vermindering van de boetegrondslag / 119
HOOFDSTUK 13
De aard van de boeten / 121
13.1 Inleiding / 121
13.2 Autonome uitleg van het begrip ‘criminal charge’ / 121
13.3 Verzuimboeten en ‘criminal charge’ / 124
13.3.1 Het EHRM / 124
13.3.2 Lichter regime buiten de harde kern van het strafrecht? / 128
13.3.3 De wetgever / 130
13.4 Rechtspersonen / 131
HOOFDSTUK 14
Bewijs / 133
14.1 Opzet en schuld / 133
14.1.1 Onschuldpresumptie / 133
14.1.2 Strafbaarstelling zonder opzet of schuld / 135
14.2 Bewijslevering / 136
14.3 Omkering van de bewijslast / 147
14.3.1 Inleiding / 147
14.3.2 Geen omkering voor zover beroep gericht tegen vergrijpboete / 148
14.3.3 Gebruik van veronderstellingen en het EVRM / 149
14.3.4 Omkering bewijslast ten aanzien van de boetegrondslag / 150
14.3.5 Geen ongeclausuleerde aanvaarding van de ‘omkering’ in boetezaken / 154
14.4 Boete bij een reeds onherroepelijk vaststaande belastingaanslag / 157
HOOFDSTUK 15
Boeteoplegging door de inspecteur / 159
15.1 Beboeting door het bestuur niet strijdig met het EVRM / 159
15.2 Geen afzonderlijke boete-inspecteur / 160
HOOFDSTUK 16
Bezwaar tegen de boetebeschikking / 163
16.1 Belastingaanslag en boete vermeld op één biljet / 163
16.2 Verplicht doorlopen bezwaarprocedure / 164
HOOFDSTUK 17
De mededelingsplicht / 167
17.1 Inleiding / 167
17.2 De inhoud van de mededeling / 167
17.3 De mededeling is vormvrij / 170
17.4 Mededeling in een begrijpelijke taal / 172
17.5 Kennisgeving van het voornemen tot boeteoplegging / 173
17.6 Geen ambtshalve toetsing door de rechter / 175
HOOFDSTUK 18
Overlijden van de beboete / 177
HOOFDSTUK 19
Informatieverplichting en zwijgrecht / 181
19.1 Nemo tenetur / 181
19.2 Het EHRM en het nemo tenetur-beginsel / 182
19.3 De Hoge Raad en het nemo tenetur-beginsel / 187
19.4 Nog geen ‘criminal charge’ / 191
19.5 ‘Criminal charge’ in een andere zaak / 194
19.6 De civielrechtelijke weg / 197
19.7 Slotsom ten aanzien van de informatieverplichting en het nemo tenetur-beginsel / 199
HOOFDSTUK 20
Verhoor / 201
20.1 Verhoor / 201
20.2 Cautie / 202
20.3 Vertolking / 203
HOOFDSTUK 21
Inzagerecht / 205
21.1 Grondslag en omvang van het inzagerecht / 205
21.2 Geen absoluut recht op inzage / 207
21.3 Recht op vertaling? / 209
HOOFDSTUK 22
Criminal charge / 211
22.1 Wanneer begint de ‘criminal charge’ / 211
22.2 Aanvang ‘criminal charge’ volgens het EHRM / 213
22.3 Zwijgrecht / 214
HOOFDSTUK 23
Samenloop / 215
23.1 Samenloop van bestuurlijke boeten / 215
23.2 Vergrijpboete bij nieuwe bezwaren / 218
23.3 Samenloop bestuurlijke boete en strafrechtelijke vervolging / 221
HOOFDSTUK 24
Redelijke termijn / 235
24.1 Strekking, begin en einde / 235
24.2 Eerste beleidsarrest van de Hoge Raad / 236
24.3 In aanmerking te nemen omstandigheden / 237
24.4 Gevolgen termijnoverschrijding / 238
24.5 Ambtshalve onderzoek / 239
24.6 Tijdsverloop na het instellen van beroep in cassatie, tweede beleidsarrest / 240
HOOFDSTUK 25
Openbaarheid van behandeling en uitspraak / 243
25.1 Behandeling en beslissing in raadkamer / 243
25.2 De wettelijke regeling met ingang van 1994 / 244
25.3 Behandeling zonder onderzoek ter zitting / 245
25.4 Behandeling van verzet / 246
HOOFDSTUK 26
Boeten en ontvankelijkheid / 249
26.1 Termijnoverschrijding / 249
26.2 Motiveringsplicht / 251
26.3 Herziening / 251
HOOFDSTUK 27
Rechtsbijstand / 253
27.1 Recht op bijstand en vertegenwoordiging / 253
27.2 Gefinancierde bijstand / 254
HOOFDSTUK 28
Boete en compromis / 259
HOOFDSTUK 29
Rechtspraak in twee feitelijke instanties / 261
HOOFDSTUK 30
Nader ten aanzien van de taak van de rechter / 265
30.1 Passend en geboden / 265
30.2 Volledige toetsing / 267
30.3 Geen terugwijzing naar het bestuursorgaan / 268
30.4 Geen reformatio in peius / 269
30.5 Geen hogere boete dan beleid voorschrijft / 273
30.6 Ambtshalve onderzoek door de rechter / 273
30.6.1 Stelplicht bij belanghebbende / 274
30.6.2 Persoonlijke en financiële omstandigheden / 274
30.7 Behandeling binnen een redelijke termijn / 275
30.7.1 De rechtspraak als medebepalende omstandigheid / 275
30.7.2 Toetsing van de termijn / 276
30.8 Zwijgrecht en cautie / 277
HOOFDSTUK 31
Legaliteitsbeginsel en overgangsrecht / 279
31.1 Legaliteitsbeginsel / 279
31.2 Het overgangsrecht / 282
Jurisprudentieregister / 285
Nederlandse rechtspraak / 285
EHRM/HvJ EU / 297
Transponeringstabel artikelen vierde tranche Awb / 301
Trefwoordenregister / 303
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht