Insolventierecht
Samenvatting
Behandelt het volledige Nederlandse geldende insolventierecht op een toegankelijke wijze.
Zowel de Faillissementswet als de aanverwante regelgeving en de jurisprudentie komen uitgebreid aan bod. Deze herziene druk bevat handige en overzichtelijke schema’s die het insolventierecht verhelderen. Het is bovendien het enige actuele handboek op het niveau van zowel de masterstudent als praktijkbeoefenaar.
Deze titel behandelt de hele Faillissementswet aan de hand van de belangrijkste jurisprudentie. Het is een overzichtelijk leerboek voor wie zich in het insolventierecht wil verdiepen en een must voor praktijkbeoefenaren die zich snel een onderwerp eigen willen maken met diepgang. Deze 15e druk is niet alleen volledig geactualiseerd, maar ook herzien. De indeling is deels gewijzigd ten opzichte van vorige drukken, waardoor de centrale leerstukken van het materiële insolventierecht nog beter tot hun recht komen.
In Insolventierecht komen alle belangrijke en actuele leerstukken aan de orde. De titel beslaat een breed terrein van onderwerpen en thema’s binnen het insolventierecht. Aan de ene kant komen inleidende onderwerpen aan bod, zoals de leidende beginselen van insolventierecht, de verschillende insolventieprocedures en hun hoofdlijnen en de faillietverklaring. Maar ook wordt stilgestaan bij de overeenkomsten van de failliet, de schuldeisersbenadeling (de actio Pauliana, de Peeters/Gatzen-vordering en andere normen), bestuurdersaansprakelijkheid rondom faillissement, en verrekening.
Verder zet Insolventierecht de nieuwe Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) uiteen, met onder meer aandacht voor: de herstructureringsdeskundige, de afkoelingsperiode, de wijziging van overeenkomsten, de positie van medeschuldenaren, de inhoud van het akkoord, de klassenindeling, de tussentijdse voorzieningen, de observator en de stemming en de homologatie van een akkoord.
In deze uitgave zijn bovendien schema’s toegevoegd die de structuur van het insolventierecht verhelderen.
Insolventierecht actueel
Deze druk is volledig herzien en bijgewerkt met de meest actuele rechtspraak. Alle belangrijke ontwikkelingen en nieuwe wetten komen aan bod, in het bijzonder de WHOA en de WCO I. Verder is de tekst grondig verhelderd en is de hoofdstukindeling gewijzigd, waardoor belangrijke onderwerpen van materieel insolventierecht beter tot hun recht komen. Hierdoor is deze publicatie het enige handzame handboek dat het hele insolventierecht op hoog niveau bespreekt.
Insolventierecht is van grote waarde voor zowel de masterstudent als praktijkbeoefenaar die een grondig overzicht wil van het hele insolventierecht, inclusief alle actuele rechtspraak en wetgeving.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Insolventie 1
1.2 Insolventieprocedures 2
1.3 Schuldeisers 5
1.4 Rangorde 7
1.5 Fixatiebeginsel 8
1.6 Het vermogen, niet de persoon 9
1.7 Openbare orde en dwingend recht 9
1.8 Toepasselijk recht 10
1.9 De Faillissementswet en aanverwante regelingen 10
1.10 Komend recht 12
2. FAILLISSEMENT IN HET ALGEMEEN 15
2.1 Faillissementsbeslag 15
2.2 Verloop van het faillissement 16
2.2.1 Twee wettelijke fasen 16
2.2.2 Twee andere fasen 17
2.3 In- en uitgangen 19
2.3.1 Ingangen in faillissement 19
2.3.2 Verloop en beëindiging 20
3. DE FALLIETVERKLARING 21
3.1 Inleiding 21
3.2 Vereisten 21
3.3 De toestand te hebben opgehouden te betalen 22
3.3.1 Pluraliteitsvereiste 22
3.3.2 Toestand te hebben opgehouden te betalen 25
3.4 Vordering aanvrager 27
3.5 Summierlijk blijken 28
3.6 Vordering OM 29
3.7 Publieke schuldeisers 30
3.8 Redelijk belang en misbruik van bevoegdheid 31
3.8.1 Misbruik aanvrager 31
3.8.2 Misbruik eigen aangifte rechtspersonen 33
3.8.3 Misbruik eigen aangifte natuurlijke personen 36
3.9 Faillissementsaanvraag als incassomiddel en kosten aanvraag 37
3.10 Wie kunnen failliet worden verklaard? 38
3.10.1 Natuurlijke personen 38
3.10.2 Personenassociaties met een afgescheiden vermogen 39
3.10.3 Privaatrechtelijke rechtspersonen 40
3.10.4 Publiekrechtelijke rechtspersonen 40
3.10.5 Curator en failliet 41
3.11 Bevoegde rechter 41
3.12 Indiening van het verzoek 45
3.13 Behandeling van het verzoek 46
3.13.1 In raadkamer 46
3.13.2 Samenloop met andere (pre-)insolventieprocedures 46
3.13.2.1 Faillissement en schuldsaneringsverzoek 46
3.13.2.2 Faillissementsaanvraag tijdens de voorbereiding van een onderhands akkoord of pre-pack 48
3.13.2.3 Faillissementsaanvraag en surseanceverzoek 49
3.13.2.4 Insolventieprocedures van internationale groepsvennootschappen 49
3.13.3 Oproep 49
3.13.4 Stukken en behandeling 50
3.14 Uitspraak 51
3.15 Rechtsmiddelen 52
3.15.1 Inleiding 52
3.15.2 Verzet 52
3.15.3 Hoger beroep tegen faillietverklaring 53
3.15.4 Indiening, dagbepaling en oproep 54
3.15.5 Behandeling 54
3.15.6 Toetsing in appel en na verzet 54
3.15.7 Hoger beroep tegen afwijzing faillietverklaring 57
3.15.8 Derdenverzet en hoger beroep 57
3.15.9 Cassatie 59
3.16 Het faillissementsvonnis 60
3.16.1 Werking 60
3.16.2 Inhoud 61
3.16.3 Publicatie 63
3.16.4 Kosten bij vernietiging 64
3.17 Opheffing 64
3.17.1 Opheffing bij gebrek aan baten 64
3.17.2 Rechtsgevolgen opheffing 66
3.17.3 Omzetting faillissement in schuldsanering 67
4. DE FIXATIE VAN HET VERMOGEN 71
4.1 Inleiding 71
4.2 Wat het faillissement omvat 72
4.2.1 Het vermogen 72
4.2.2 Verwerven 75
4.2.3 Echtgenoten en geregistreerde partners 76
4.2.4 Wat blijft buiten het faillissement? 77
4.2.5 Uitgezonderd vermogen 78
4.2.6 Levensverzekering en pensioen 80
4.2.7 Grensgevallen 82
4.3 Handelingsbevoegdheid en beschikkingsonbevoegdheid van de gefailleerde 84
4.3.1 Verlies van beheer en beschikking 84
4.3.2 Werking jegens derden 86
4.3.3 Verbintenissen waardoor de boedel is gebaat 87
4.3.4 Betalingen aan de schuldenaar door derden onbekend met faillissement 88
4.4 Leveringen 90
4.4.1 Onvoltooide levering 90
4.4.2 Levering van toekomstige goederen 93
4.4.2.1 Effect van het leveringsverbod 93
4.4.2.2 Ontstaansmoment van vorderingen 93
4.4.3 Bekendheid met de onbevoegdheid 95
5. PROCEDURES 97
5.1 Inleiding 97
5.2 Algemene regeling 97
5.2.1 Drie typen civiele procedures 97
5.2.1.1 Onderscheid 97
5.2.1.2 Persoonlijke procedures 98
5.2.1.3 Boedelprocedures 99
5.2.1.4 Betalingsprocedures 100
5.2.2 Gevolgen voor aanhangige procedures 101
5.2.2.1 Hoofdlijn aanhangige procedures: schorsing op verzoek of van rechtswege 101
5.2.2.2 Procedures door de schuldenaar, schorsing o.g.v. art. 27 104
5.2.2.3 Boedelprocedures tegen de schuldenaar, schorsing o.g.v. art. 28 107
5.2.2.4 Betalingsprocedures tegen de schuldenaar, schorsing o.g.v. art. 29 108
5.2.2.5 Stukken reeds overgelegd voor uitspraak 111
5.2.2.6 Procespauliana 111
5.2.2.7 Liquidatieprocedures buiten Nederland 111
5.3 Enquêteprocedures 112
5.4 Bijzondere executies 113
5.4.1 Einde executies, verval van beslagen 113
5.4.2 Gijzeling 116
5.4.3 Dwangsommen 116
5.4.4 Voortzetting executie 117
5.4.5 Verjaring en termijnen 117
6 . OVEREENKOMSTEN 119
6.1 Inleiding 119
6.2 De algemene regeling 120
6.2.1 Inleiding: vier gevallen 120
6.2.2 Het voortbestaan van de overeenkomst 121
6.2.3 De wettelijke regeling 123
6.2.3.1 Termijnstelling 123
6.2.3.2 Gestand doen 124
6.2.3.3 Gevolgen niet gestand doen 125
6.2.3.4 Persoonlijke handelingen 127
6.2.3.5 Vorderingen wederpartij 128
6.3 Nutsbedrijven 129
6.4 Termijncontracten 130
6.5 Huurkoop 130
6.6 Huur 131
6.6.1 Inleiding 131
6.6.2 Opzegging en huurprijs 131
6.6.3 Gebruik door de curator 134
6.6.4 Leegstandschade 134
6.6.5 Andere gevolgen van de beëindiging 136
6.6.6 Indeplaatsstelling 137
6.6.7 Faillissement van een verhuurder 138
6.7 Arbeidsovereenkomst en agentuurovereenkomst 138
6.7.1 Inleiding 138
6.7.2 Opzegging 139
6.7.2.1 Mogelijkheid en termijn 139
6.7.2.2 Formaliteiten 140
6.7.2.3 Machtiging rechter-commissaris 141
6.7.2.4 Ontbinding van de arbeidsovereenkomst 142
6.7.3 Rechten van de werknemer 142
6.7.3.1 Loon, premies e.d. na faillissementsdatum 142
6.7.3.2 Loon, premies e.d. voor faillissementsdatum 144
6.7.3.3 Loongarantieregeling 144
6.7.3.4 Concurrentiebeding 145
6.7.3.5 Overgang van onderneming 146
6.7.3.6 Doorwerking van het arbeidsverleden 147
6.7.4 Faillissement werknemer 149
6.7.5 Agentuurovereenkomsten 150
7. SCHULDEISERSBEHANDELING 151
7.1 Inleiding 151
7.2 De actio Pauliana 153
7.2.1 Inleiding 153
7.2.2 Vernietiging van onverplichte rechtshandelingen om baat 155
7.2.2.1 Rechtshandeling door de schuldenaar 155
7.2.2.2 Uitgezonderde rechtshandelingen 157
7.2.2.3 Rechtshandeling om baat 158
7.2.2.4 Onverplicht verricht 159
7.2.2.5 Benadeling 161
7.2.2.6 Wetenschap van benadeling 166
7.2.2.7 Bewijsvermoedens 168
7.2.3 Vernietiging van onverplichte rechtshandelingen om niet 170
7.2.4 Vernietiging van verplichte rechtshandelingen 171
7.2.4.1 Inleiding 171
7.2.4.2 Voldoening van een opeisbare schuld 172
7.2.4.3 Benadeling 173
7.2.4.4 Wetenschap dat faillissement is aangevraagd 173
7.2.4.5 Samenspanning tot begunstiging 175
7.2.5 Vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen 176
7.2.6 Vernietiging van betalingen op order- of toonderpapieren 178
7.2.7 Inroepen van de vernietiging 178
7.2.8 Pauliana-procedures 179
7.2.9 Gevolgen van de vernietiging 180
7.2.9.1 Vermogensreconstructie 180
7.2.9.2 Bescherming van derden te goeder trouw 183
7.2.9.3 Teruggeven door de curator, restantvordering concurrent 184
7.2.9.4 Andere gevolgen dan restitutie 185
7.3 De Peeters/Gatzen-vordering 186
7.3.1 Inleiding 186
7.3.2 Formele aspecten 187
7.3.2.1 Bevoegdheid curator 187
7.3.2.2 Derde 188
7.3.2.3 Verhouding tot de schuldeisers 189
7.3.3 Grondslag van de vordering 190
7.3.3.1 Inleiding 190
7.3.3.2 Algemeen 191
7.3.3.3 Schuldeisers onderling 191
7.3.3.4 Onrechtmatige daad door dienstverlener 192
7.3.3.5 Andere grondslagen 194
7.3.4 Schadevergoeding 194
7.4 Nietigheid wegens strijd met goede zeden 195
7.5 Strafrechtelijke normen 195
8. BESTUURDERS- & AANDEELHOUDERSAANSPRAKELIJKHEID 199
8.1 Inleiding 199
8.2 Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad 201
8.2.1 Inleiding 201
8.2.2 Beklamel-norm, het aangaan van ongedekte verplichtingen 202
8.2.3 Ontvanger/Roelofsen, bemoeilijking van nakoming en verhaal 204
8.2.3.1 Algemeen 204
8.2.3.2 Selectieve betaling 206
8.2.4 Ernstig verwijt 208
8.3 Onbehoorlijke taakvervulling 209
8.3.1 Inleiding 209
8.3.2 Norm 210
8.3.3 Hoofdelijke aansprakelijkheid en disculpatie 212
8.3.4 Verjaring en decharge 213
8.4 Kennelijk onbehoorlijk bestuur 213
8.4.1 Inleiding 213
8.4.2 Kennelijk onbehoorlijk bestuur 214
8.4.3 Causaal verband 217
8.4.4 Bewijsvermoedens 217
8.4.4.1 Inleiding 217
8.4.4.2 Boekhoudplicht 218
8.4.4.3 Publicatieplicht 220
8.4.4.4 Informatievoorziening bij een pre-pack 221
8.4.4.5 Causaal verband 221
8.4.5 Omvang van de aansprakelijkheid 222
8.4.5.1 Het volledige boedeltekort 222
8.4.5.2 Hoofdelijke aansprakelijkheid en disculpatie 223
8.4.5.3 Matiging 223
8.4.6 Aansprakelijke personen 224
8.4.6.1 Bestuurders 224
8.4.6.2 Feitelijke beleidsbepalers 224
8.4.6.3 Commissarissen 225
8.4.6.4 Bestuurders van buitenlandse vennootschappen 226
8.4.7 Verhaal 227
8.4.7.1 Verjaring en decharge 227
8.4.7.2 Bijzondere actio Pauliana 227
8.4.7.3 Voorschotregeling 228
8.5 Verdere normen voor bestuurders 228
8.5.1 Andere aansprakelijkheden 228
8.5.1.1 Aansprakelijkheid voor belastingschulden en pensioenpremies 228
8.5.1.2 Aansprakelijkheid voor uitkeringen door de vennootschap 229
8.5.2 Civielrechtelijk bestuursverbod 229
8.5.3 Strafrechtelijke normen 233
8.6 Aansprakelijkheid van aandeelhouders 234
8.6.1 Inleiding 234
8.6.2 Zorgplicht 235
8.6.2.1 Ontstaan en schenden van een zorgplicht 235
8.6.2.2 Gewekte schijn 237
8.6.2.3 Concernstructuur 238
8.6.2.4 Uitkeringen en onttrekkingen 239
8.6.3 Misbruik van identiteitsverschil en vereenzelviging 240
9. VERREKENING 243
9.1 Inleiding 243
9.2 Verrekening buiten faillissement 244
9.2.1 Verrekening in het algemeen 244
9.2.2 Verrekening in rekening-courant, in het bijzonder bij betaalrekeningen 246
9.3 Verruiming verrekening in faillissement 247
9.3.1 Contouren van de regeling 247
9.3.2 Schuldeiser en schuldenaar 250
9.3.3 Vorderingen en schulden ontstaan voor de faillietverklaring 251
9.3.4 Vorderingen en schulden uit handelingen voor de faillietverklaring met de gefailleerde verricht 251
9.3.5 Verrekening na overdracht of verpanding 252
9.3.6 Verrekening door de curator en boedelschulden 253
9.4 Begrenzing van verrekeningsmogelijkheden in faillissement 254
9.4.1 Algemeen 254
9.4.2 Doel van de overname van de vordering of schuld 255
9.4.3 Aankoop en verrekening 255
9.4.4 Bankrekening 256
9.5 Verrekening van vorderingen aan order of aan toonder 256
9.6 Verrekening bij verdeling van gemeenschap 256
9.7 Doorkruising van de paritas creditorum 257
9.7.1 Ongedaanmakingsverbintenissen na schuldeisersbenadeling 257
9.7.2 ‘Gratis huren’ 258
9.8 Toepassingen van verrekening bij faillissement 258
9.8.1 Verrekening van binnenkomende betalingen door de bank 258
9.8.2 Verrekening door de bank van binnenkomende betalingen op verpande vorderingen 259
9.8.3 Verrekening door de bank van binnenkomende betalingen op verpande bankrekening, of voor verpande goederen 260
9.8.3.1 Betalingen op een verpande bankrekening 260
9.8.3.2 De koopprijs van verpande of verhypothekeerde goederen 260
9.9 Verwante rechtsfiguren 263
9.9.1 Stornering 263
9.9.2 Andere administratieve correcties van het rekeningsaldo 263
9.9.3 Overwaarde-arrangement 264
9.9.4 Voordeelsverrekening bij vroege beëindiging van goederenkrediet 264
10. GOEDERENRECHTELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN EN ANDERE REDENEN VAN VOORRANG 267
10.1 Inleiding 267
10.2 Pand- en hypotheekrechten 268
10.2.1 Separatisten 268
10.2.2 Parate executie tijdens het faillissement 269
10.2.3 Oneigenlijke lossing 270
10.2.3.1 Ratio en kostenomslag 270
10.2.3.2 Oneigenlijke lossing bij pandrechten 271
10.2.3.3 Oneigenlijke lossing bij hypotheekrechten 272
10.2.3.4 Moet de curator meewerken aan onderhandse verkoop? 272
10.2.4 Verdeling executieopbrengst 273
10.2.4.1 Algemeen 273
10.2.4.2 Beperkt gerechtigden 275
10.2.4.3 Hoger bevoorrechte schuldeisers 275
10.2.4.4 Beslagleggers 276
10.2.4.5 Overwaarde-arrangement 277
10.2.5 Talmende separatisten 278
10.2.6 Lossing door de curator 281
10.2.7 Restantvordering separatisten 281
10.2.8 Pandrecht op vorderingen 281
10.2.8.1 Vestiging pandrecht op een vordering; overdraagbaarheid 281
10.2.8.2 Inning van verpande vorderingen 283
10.2.9 Financiëlezekerheidsovereenkomsten 285
10.2.10 Hypotheek op luchtvaartuigen 286
10.3 Retentierecht 286
10.4 De Belastingdienst 287
10.4.1 Algemeen voorrecht en bodemvoorrecht 287
10.4.2 Bodemrecht 290
10.5 Eigendomsvoorbehoud, levering onder ontbindende voorwaarde en recht van reclame 291
10.5.1 Eigendomsvoorbehoud 291
10.5.1.1 Vestiging 291
10.5.1.2 Eigendom onder opschortende voorwaarde en verpanding 292
10.5.1.3 Faillissement van de verkoper onder eigendomsvoorbehoud 293
10.5.2 Levering onder ontbindende voorwaarde 293
10.5.3 Recht van reclame 293
11. BEWIND EN HUWELIJK 295
11.1 Inleiding 295
11.2 Onder bewind staande goederen 295
11.3 Faillissement van echtgenoten en geregistreerde partners 296
11.3.1 Inleiding 296
11.3.2 Goederen van de echtgenoot van de gefailleerde 296
11.3.3 Faillissement en huwelijksgemeenschap 297
11.3.3.1 Goederen in de gemeenschap 297
11.3.3.2 Goederen buiten de gemeenschap 298
11.3.3.3 Groepen van schuldeisers 299
11.3.3.4 Handelingen van de niet-gefailleerde echtgenoot 299
12. DE AFKOELINGSPERIODE 301
12.1 Inleiding 301
12.2 Afkondiging en werking 301
12.3 Pandhouder 303
12.4 Ontvanger 303
12.5 Financiëlezekerheidsovereenkomsten 304
13. HET BESTUUR OVER FALLIETE BOEDEL 305
13.1 Inleiding 305
13.2 De rechter-commissaris 306
13.2.1 Inleiding 306
13.2.2 Taken 306
13.2.2.1 Toezichthoudende taak 307
13.2.2.2 Informeren rechtbank 308
13.2.2.3 Horen getuigen 308
13.2.2.4 Deskundigenonderzoek en deskundigenbenoeming 311
13.2.3 Hoger beroep 311
13.2.3.1 Appellabele beschikkingen 311
13.2.3.2 Appellanten 313
13.2.3.3 Beroepstermijn 314
13.2.3.4 Toetsingskader 315
13.2.3.5 Cassatie 315
13.3 De curator 316
13.3.1 Aanstelling 316
13.3.1.1 Benoeming 316
13.3.1.2 Rechtspositie 317
13.3.2 Taken 318
13.3.2.1 Kerntaak 318
13.3.2.2 Poortwachtersfunctie 320
13.3.2.3 Maatschappelijke belangen 322
13.3.2.4 Taken op grond van publiekrechtelijke regelgeving 322
13.3.2.5 Taakuitvoering 323
13.3.3 Verhouding curator-gefailleerde 324
13.3.4 Aansprakelijkheid van de curator 326
13.3.4.1 Inleiding 326
13.3.4.2 Aansprakelijkheid q.q. 327
13.3.4.3 Aansprakelijkheid pro se 328
13.3.4.4 Enkele gevalstypen 330
13.3.4.5 Tuchtrecht 333
13.3.5 Toezicht 333
13.3.6 Opkomen met art. 69-verzoeken 334
13.3.6.1 Inleiding 334
13.3.6.2 Reikwijdte 335
13.3.6.3 Wie kunnen opkomen? 337
13.3.6.4 Toetsing 338
13.3.7 Salaris curator 339
13.3.8 Ontslag en toevoeging 340
13.3.9 Faillissementsverslagen 342
13.3.10 Inlichtingenplicht curator 343
13.3.10.1 Inleiding 343
13.3.10.2 Boedeladministratie 344
13.3.10.3 Administratie van de gefailleerde 345
13.3.10.4 Gegevensbescherming 346
13.3.10.5 Schuldeiserscommissie 347
13.4 De schuldeiserscommissie 347
13.4.1 Taak en instelling 347
13.4.2 Verplicht advies en toezicht 350
13.5 Vergaderingen van de schuldeisers 351
13.6 Rechterlijke beschikkingen 352
13.7 Vennootschapsorganen 353
13.7.1 Organen van de failliete vennootschap 353
13.7.2 De failliet als orgaan van een andere vennootschap 354
14. DE VOORZIENINGEN NA DE FAILLIETVERKLARING EN HET BEHEER VAN DE CURATOR 357
14.1 Inleiding 357
14.2 Voorzieningen na de faillietverklaring 358
14.2.1 Inbewaringstelling 358
14.2.2 Hoger beroep tegen inbewaringstelling 361
14.2.3 Ontslag uit inbewaringstelling en borgtocht 362
14.2.4 Verlaten woonplaats 363
14.2.5 Informatieplicht gefailleerde 363
14.2.5.1 Informatieplicht 363
14.2.5.2 Nemo tenetur-beginsel 365
14.2.5.3 Buitenlandse vermogensbestanddelen 366
14.2.6 Algemene medewerkingsplicht gefailleerde 366
14.2.7 Informatie- en medewerkingsplicht derden 367
14.2.8 Verplichtingen bij rechtspersonen 369
14.3 Beheer door de curator 370
14.3.1 Bewaring en toegang 370
14.3.2 Boedelbeschrijving en staat van baten en schulden 371
14.3.3 Voortzetten bedrijf 372
14.3.4 Post voor de gefailleerde 372
14.3.5 Post en exploten over de boedel 373
14.3.6 Levensonderhoud 373
14.3.7 Vervreemden goederen 374
14.3.8 Bewaring 374
14.3.9 Vaststellingsovereenkomsten en schikkingen 375
14.3.10 Afschriften 375
15. VERIFICATIE DER SCHULDVORDERINGEN 377
15.1 Inleiding 377
15.2 De verificatievergadering(en) en de voorbereiding daarvan 378
15.2.1 Datumbepaling 378
15.2.2 Indiening van de vorderingen 379
15.2.3 Lijsten van voorlopig erkende en betwiste vorderingen 381
15.2.4 Indieningstermijn 382
15.2.5 Verificatievergadering(en) 382
15.2.6 Verifiëren 384
15.2.7 Bezwaren ter vergadering 384
15.2.8 Overige onderwerpen ter vergadering 385
15.3 Erkenning van vorderingen 386
15.3.1 Lijst van erkende schuldeisers 386
15.3.2 Verifieerbare vorderingen 388
15.3.2.1 Uitgangspunt 388
15.3.2.2 Fixatiebeginsel 390
15.3.2.3 Verhaalsgerechtigden die geen schuldeiser zijn 392
15.3.2.4 Uitsluitingen van verificatie 392
15.3.3 Bijzondere verificatieregels 393
15.3.3.1 Rente 393
15.3.3.2 Voorwaardelijke vorderingen 394
15.3.3.3 Niet-opeisbare vorderingen en periodieke uitkeringen 396
15.3.3.4 Achtergestelde vorderingen 397
15.3.3.5 Separatisten en bevoorrechte vorderingen 399
15.3.3.6 Vorderingen in buitenlandse valuta of van onbepaalde waarde 399
15.3.3.7 Vorderingen aan toonder 399
15.3.3.8 Hoofdelijke vorderingen 400
15.3.3.9 Strafrechtelijke vorderingen 401
15.4 Betwisting 402
15.4.1 Betwisting door de curator of een schuldeiser 402
15.4.2 Renvooiprocedure 404
15.4.3 Betwisting door de gefailleerde 406
15.5 Vorderingen van en op de Belastingdienst 407
15.6 Massaschadevorderingen 409
15.6.1 Inleiding 409
15.6.2 Indiening via de overeenkomst, geen verificatie, geen betwisting 409
15.6.3 Uitdeling, geen verzet 410
15.6.4 Gevolgen voor een akkoord 411
15.7 Geconsolideerde afwikkeling 411
15.8 Vereenvoudigde afwikkeling 412
15.8.1 Inleiding 412
15.8.2 Beschikking van vereenvoudigde afwikkeling 412
15.8.3 Preferente schuldeisers en separatisten 412
15.8.4 Uitwinning en uitdeling 413
15.8.5 Verzet en uitkering 413
15.8.6 Extra baten 414
16. HET FAILLISSEMENTSAKKOORD 415
16.1 Inleiding 415
16.2 Inhoud 417
16.3 Aanbieding, raadpleging en stemming 418
16.4 Homologatie 421
16.4.1 Procedure 421
16.4.2 Verplichte weigeringsgronden 422
16.4.3 Andere gronden 425
16.5 Hoger beroep 426
16.6 Gevolgen 427
16.7 Einde faillissement en afwikkeling akkoord 429
16.8 Ontbinding akkoord en heropening faillissement 430
17. DE VEREFFENING VAN BOEDEL 433
17.1 Inleiding 433
17.2 Staat van insolventie 434
17.3 Voortzetten en staken bedrijf 434
17.4 Verkoop goederen 435
17.4.1 Hoofdregels 435
17.4.2 Verkoop onderneming en doorstart 437
17.4.3 Verbintenissen omtrent verkoop, aangegaan door de schuldenaar 439
17.4.4 Kwalitatieve verbintenissen 440
17.4.5 Zuivering bij registergoederen 440
17.5 Faillissementskosten 441
17.6 Boedelschulden 441
17.6.1 Algemeen 441
17.6.2 Welke schulden zijn boedelschulden? 442
17.6.2.1 Boedelschulden ingevolge de wet 443
17.6.2.2 Boedelschulden door de curator in zijn hoedanigheid aangegaan 443
17.6.2.3 Boedelschulden door handelen in strijd met een verplichting q.q. 444
17.6.3 Verhaal 445
17.6.4 Onverschuldigde betaling 447
17.7 Uitdeling 450
17.7.1 Bevel rechter-commissaris 450
17.7.2 Uitdelingslijst 451
17.7.3 Inhoud 452
17.7.4 Verdeling en omslag 452
17.7.5 Belangenbehartiging 454
17.7.6 Preferente schuldeisers 454
17.7.7 Concurrente schuldeisers 454
17.7.8 Achtergestelde schuldeisers 455
17.7.9 Deponering 456
17.8 Verzet tegen de uitdelingslijst 456
17.8.1 Doel en wijze 456
17.8.2 Behandeling 458
17.9 Verbindendheid van de uitdelingslijst 458
17.10 Uitkeringen 459
17.11 Einde van het faillissement 460
17.12 Vrijval reserveringen en nagekomen baten 460
18. RECHTSTOESTAND VAN DE SCHULDENAAR NA AFLOOP VAN DE VEREFFENING 463
18.1 Rechtstoestand na vereffening 463
18.1.1 Herstel van de beschikkingsbevoegdheid 463
18.1.2 Vorderingen van de schuldeisers 464
18.1.3 Executoriale titel voor erkende schuldeisers 464
18.1.4 Niet opgekomen schuldeisers 465
18.2 Rehabilitatie 465
18.2.1 Karakter 465
18.2.2 Verzoek 466
18.2.3 Aankondiging en verzet 466
18.2.4 Vonnis 467
19. BEPALING VAN IONTERNATIONAAL RECHT 469
19.1 Inleiding 469
19.2 Europese Insolventieverordening 469
19.2.1 Hoofdlijnen 469
19.2.1.1 Hoofdprocedures en secundaire procedures 469
19.2.1.2 Typen regels 471
19.2.1.3 Reikwijdte van de Verordening 471
19.2.2 Centrum van de voornaamste belangen 473
19.2.3 Met de insolventieprocedure samenhangende vorderingen 475
19.2.3.1 Algemeen 475
19.2.3.2 Actio Pauliana 477
19.2.3.3 Andere aansprakelijkheden 478
19.2.3.4 Brussel I bis-Verordening 479
19.2.4 Territoriale en secundaire procedures 480
19.2.5 Toepasselijk recht: de lex concursus 482
19.2.6 Uitzonderingen op de lex concursus 482
19.2.6.1 Materiële regels 483
19.2.6.2 Uitzonderlijke verwijzingsregels 483
19.2.7 Coördinatie en samenwerking 484
19.2.8 Indiening van vorderingen 486
19.3 Commuun Nederlands internationaal privaatrecht 487
19.3.1 Wettelijke regeling 487
19.3.2 Erkenning van buitenlandse faillissementen in Nederland 488
19.3.2.1 Beperkt territorialiteitsbeginsel 488
19.3.2.2 Openbare orde 490
19.4 Erkenning van Nederlandse insolventieprocedures in het buitenland 490
20. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR DE AFWIKKELING VAN BETALINGEN EN EFFECTENTRANSACTIES
EN INSOLVENTIE VAN BANKEN EN VERZEKERAARS 493
20.1 Inleiding 493
20.2 Definitieve afwikkeling van betalingen en effectentransacties 493
20.3 Faillissementen van banken en verzekeraars 494
20.4 De afwikkeling van banken en verzekeraars 495
21. SURCEANCE VAN BETALING 497
21.1 Inleiding 497
21.2 Aanvraag 498
21.3 Voorlopige verlening 499
21.3.1 Dadelijk voorlopige verlening 499
21.3.2 Benoeming bewindvoerder en rechtercommissaris 500
21.3.3 Indiening vorderingen 501
21.4 Definitieve verlening 501
21.4.1 Raadpleging en stemming 501
21.4.2 Verplichte weigeringsgronden 502
21.4.3 Maatwerk met beveiligingsbepalingen 503
21.4.4 Afwijzing surseance 504
21.4.5 Surseanceverzoek en faillissementsaanvraag 504
21.4.6 Uitspraak en duur 505
21.4.7 Hoger beroep en cassatie 505
21.5 De bewindvoerder 506
21.5.1 Samen met de schuldenaar 506
21.5.2 Bewindvoerder alleen bevoegd 507
21.5.3 Schuldenaar alleen onbevoegd 507
21.5.4 Meerdere bewindvoerders 508
21.5.5 Verslagen en salaris 508
21.6 Gevolgen van de surseance 509
21.6.1 Uitstel van betaling 509
21.6.2 Verval van beslagen 509
21.6.3 Omvang boedel 510
21.6.4 Procedures 510
21.6.5 Vorderingen waarvoor de surseance niet werkt 511
21.6.6 Diverse rechtshandelingen 511
21.6.7 Afkoelingsperiode 512
21.6.8 Internationaal recht 513
21.7 Intrekking en omzetting surseance 513
21.7.1 Gronden intrekking 513
21.7.2 Omzetting in faillissement 515
21.7.3 Omzetting in schuldsanering 515
21.7.4 Opvolgend faillissement 516
22 . HET SURSEANCE-AKKOORD 519
22.1 Hoofdlijnen 519
22.2 Aanbieden, publicatie en dagbepaling 520
22.3 Indienen vorderingen 520
22.4 Raadpleging en stemming 521
22.5 Homologatie 523
22.6 Verbindendheid 524
22.7 Einde surseance 524
22.8 Ontbinding akkoord 525
22.9 Geen tweede akkoord 525
22.10 Bijzondere bepalingen 525
22.11 Slotbepaling 526
23. INLEIDING EN HET UITSPREKEN VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING 527
23.1 Inleiding 527
23.2 Voorfase: minnelijk traject en schuldhulpverlening 528
23.3 Vereisten voor de schuldsanering 529
23.4 Verzoek om schuldsanering 530
23.5 Dwangregeling en voorlopige voorzieningen 532
23.5.1 Dwangregeling 532
23.5.2 Voorlopige voorzieningen 534
23.6 Uitspraak en publicatie 534
23.7 Gronden voor de beslissing 536
23.7.1 Toewijzingsgronden 536
23.7.2 Afwijzingsgronden 537
23.7.3 Gevolgen afwijzing 539
23.8 Rechtsmiddelen 540
24. DE GEVOLGEN VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING 543
24.1 Boedelomvang 543
24.2 Beschikkingsonbevoegdheid en handelingsbevoegdheid 545
24.3 Werking ten opzichte van de schuldeisers 546
24.4 Overige gevolgen 548
24.4.1 Beslag en executie 548
24.4.2 Gijzeling 549
24.4.3 Rente 549
24.4.4 Nutsvoorzieningen 550
24.4.5 Huur 550
24.4.6 Verrekening 551
24.4.7 Budgetbeheer en beschermingsbewind 552
24.4.8 Voortzetting beroep of bedrijf 553
24.4.9 Faillietverklaring 553
24.4.10 Diversen 554
25. HET BESTUUR VAN DE SCHULDSANERINGSBOEDEL, DE VERIFICATIE VAN VORDERINGEN EN HET AKKOORD 555
25.1 Bestuur en toezicht 555
25.1.1 De bewindvoerder 555
25.1.2 De rechter-commissaris 556
25.1.3 Geen schuldeiserscommissie 556
25.2 Voorzieningen en taak bewindvoerder 557
25.3 Verificatie 557
25.3.1 Verificatie vorderingen 557
25.3.2 Verificatievergadering 557
25.3.3 Akkoord 558
25.3.4 Stemming 558
25.3.5 Homologatie 559
25.3.6 Uitspraak 559
25.3.7 Verbindendheid 560
26. DE VEREFFENING VAN DE SCHULDSANERINGSBOEDEL 561
26.1 Vereffening 561
26.2 Uitdeling 561
27. TERMIJN EN BEËINDIGING VAN DE SCHULDSANERINGSREGELING, BIJZONDERE EN SLOTBEPALINGEN 565
27.1 Termijn 565
27.2 Einde 566
27.3 De tussentijdse beëindiging 566
27.4 De vereenvoudigde afwikkeling 569
27.5 De gewone beëindiging 570
27.6 De schone lei 573
27.7 Bijzondere bepalingen 575
27.7.1 Ontneming van de schone lei 575
27.7.2 Aansluitend faillissement 576
27.7.3 Internationaal recht 576
27.8 Slotbepalingen 576
28. AANWIJZING VAN EEN BEOOGD CURATOR 579
28.1 Inleiding 579
28.1.1 Centrale gedachte 579
28.1.2 Bestaande praktijk 580
28.1.3 Komende regelgeving 581
28.2 De pre-pack en de overgang van de onderneming 582
28.2.1 Huidig recht 582
28.2.2 Voorontwerp wet overgang van onderneming in faillissement 584
28.3 De Wet continuïteit ondernemingen I 585
28.3.1 Het verzoek en de aanwijzing 585
28.3.2 Voorwaarden 587
28.3.3 Positie van de beoogd curator 588
28.3.3.1 Aard en taak 588
28.3.3.2 Toezicht 589
28.3.3.3 Aansprakelijkheid 590
28.3.4 Duur en einde 591
28.3.5 Geen gevolgen voor verbintenissen 591
28.3.6 Overige aanpassingen 592
29. HOMOLOGATIE VAN EEN ONDERHANDS AKKOORD 593
29.1 Inleiding 593
29.2 Volledig buitengerechtelijk akkoord 596
29.3 Algemene bepalingen 597
29.3.1 Uitgezonderde schuldenaren en uitgezonderde schulden 597
29.3.2 Bevoegde rechter en rechtsmiddelen 599
29.4 De aanbieding van en stemming over een akkoord 600
29.4.1 Inleiding 600
29.4.2 Aanbieding 601
29.4.2.1 Pre-insolventie-toestand 601
29.4.2.2 Startverklaring 602
29.4.3 De herstructureringsdeskundige 603
29.4.4 Medeschuldenaren en groepsvennootschappen 607
29.4.5 Wijziging van lopende overeenkomsten 609
29.4.5.1 Opzegging van lopende overeenkomsten 609
29.4.5.2 Behoud van lopende overeenkomsten 610
29.4.6 Klassenindeling 611
29.4.7 Inhoud van het akkoord 614
29.4.8 Afkoelingsperiode 618
29.4.8.1 Afkondiging 618
29.4.8.2 Gevolgen 621
29.4.8.3 Verlenging en opheffing 624
29.4.9 Tussentijdse rechterlijke beslissingen en beschermende voorzieningen 625
29.4.9.1 Tussentijdse beslissingen 625
29.4.9.2 Beschermende voorzieningen 628
29.4.10 De observator 629
29.4.11 Stemming 631
29.4.11.1 Vormvereisten 631
29.4.11.2 Stemrechten 632
29.4.11.3 De uitslag 634
29.5 De homologatie 635
29.5.1 Inleiding 635
29.5.2 Formele aspecten 636
29.5.3 Algemene afwijzingsgronden 638
29.5.3.1 Totstandkoming van het akkoord 638
29.5.3.2 Best interest of creditors test 642
29.5.4 Cross class cram down 643
29.5.4.1 Inleiding 643
29.5.4.2 Onjuiste behandeling van de mkb-klasse 644
29.5.4.3 Absolute priority rule 645
29.5.4.4 Cash-out optie voor niet-professionele financiers 647
29.5.4.5 Niet-aandelen-optie voorprofessionele financiers 648
29.6 Gevolgen van de homologatie 648
A. VOORBEELD VAN EEN PROCESVERBAAL VAN EEN VERIFICATIEVERGADERING, WAARIN OOK IS
GESTEMD OVER EEN AKKOORD 651
B . VOORBEEL VAN EEN UITDELINGSLIJST 659
LIJST VAN AFKORTINGEN 663
WETSARTIKELEN REGISTER 671
JURISPRUDENTIEREGISTER 687
TREFWOORDENREGISTER 739
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht