Prof. Mr. A.A. van Velten studeerde rechten/notariaat aan beide Amsterdamse universiteiten.
Meer over A.A. van VeltenPrivaatrechtelijke aspecten van onroerend goed
Samenvatting
Het is makkelijk om de samenhang uit het oog te verliezen in de privaatrechtelijke aspecten rondom vastgoed. Alleen dit handboek brengt u een overzicht van alle veranderingen sinds 2015, inclusief jurisprudentie. Dit maakt de uitgave onmisbaar voor zowel studenten als professionals werkzaam in de vastgoedpraktijk.
Het privaatrechtelijk onroerendgoedrecht staat niet stil. Daarom beschrijft Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed alle ontwikkelingen van dit recht. Helder en beknopt.
Alle veranderingen sinds 2015 hebben hun weg gevonden in deze titel. Zo wordt ruim aandacht besteed aan de in 2017 ingevoerde regeling voor huurkoop en financial lease van vastgoed en de recente wetswijziging van het appartementsrecht.
Maar ook recente jurisprudentie op het gebied van verjaring, non-conformiteit en notariële aansprakelijkheid passeren de revue. Tevens schijnt de titel licht op nieuwe Europese ontwikkelingen, zoals de hypothekenrichtlijn, de vierde witwasrichtlijn en de breedbandrichtlijn.
Dit is de enige publicatie die in samenhang alle privaatrechtelijke aspecten van vastgoed behandelt. Dit maakt de titel onmisbaar voor iedereen werkzaam in de civiele vastgoedrechtpraktijk.
Dit maakt de titel niet alleen ideaal voor de praktijk, maar het vormt tevens een uiterst nuttige bron van informatie voor zowel masterstudenten als deelnemers aan gespecialiseerde vervolgopleidingen.
Specificaties
Inhoudsopgave
Voorwoord bij de zesde druk / XXI
Enkele afkortingen / XXIII
1. Wat is onroerend goed recht en waarom behandeling van de privaatrechtelijke aspecten daarvan? / 1
1.1 Inleiding / 1
1.2 Een functioneel vak / 2
1.3 Het privaatrecht als uitgangspunt / 3
1.4 Verhouding met andere functionele rechtsgebieden / 6
1.5 De privaatrechtelijke onroerend goed jurist / 8
1.6 De rol van de wetgever, de rechter en de onderzoeker / 9
1.7 Een Europese dimensie / 10
1.8 Onroerend goed in de wereld / 11
2. Eigendom van onroerende zaken in Nederland / 13
2.1 Inleiding / 13
2.2 Het belang van het onderscheid roerend/onroerend / 17
2.2.1 Maatschappelijke facetten / 17
2.2.2 Het onderscheid in het bestuursrecht en het Europees recht / 19
2.2.3 Het onderscheid in het privaatrecht / 21
2.2.4 Internationaal recht / 23
2.3 Systematiek en terminologie / 24
2.3.1 Begrippen / 24
2.3.2 Stapeling van rechten / 28
2.3.3 Koppeling van rechten / 30
2.3.4 Splitsing van rechten; gelaagde eigendom / 31
2.4 Nadere typering van ons goederenrechtelijk stelsel / 32
2.4.1 Goederenrechtelijke tegenover persoonlijke rechten / 32
2.4.2 Kenmerkende facetten van het goederenrecht / 34
2.4.3 Het gesloten systeem (numerus clausus) en het transparantiebeginsel / 35
2.4.4 Relatieve eigendom / 39
2.4.5 Oude zakelijke rechten en grafrechten / 40
2.5 Overheidseigendom / 42
2.5.1 Zaken buiten de handel? / 42
2.5.2 Invloed van het bestuursrecht / 44
2.5.3 Eigendom van de zee. Openbare wegen / 46
2.5.4 De tenaamstelling van staatsgronden / 46
2.5.5 De concessie / 47
2.5.6 Géén of gedeeltelijke invloed van het bestuursrecht / 47
2.6 Open normen in het goederenrecht / 48
2.6.1 Vraagstelling / 48
2.6.2 Misbruik van bevoegdheid. Hinder / 49
2.6.3 Redelijkheid en billijkheid / 50
2.6.4 Onvoorziene omstandigheden / 51
2.7 Ongerechtvaardigde verrijking / 51
2.8 Houderschap en bezit / 56
2.9 Wanneer is een zaak onroerend? De natrekkingsregel en het begrip bestanddeel. Verticale en horizontale natrekking / 60
2.9.1 Verticale natrekking / 60
2.9.2 Doorbreking van de verticale natrekking. Horizontale natrekking / 63
2.9.3 Bestanddelen; het eenheidsbeginsel / 66
2.9.4 Verdere casuïstiek / 69
2.9.5 Conclusies voor dit onderdeel / 70
2.9.6 Invloed van de circulaire economie / 71
2.10 Eigendom van netten van kabels en leidingen / 72
2.11 Ondergronds bouwen / 75
2.12 Met elkaar verweven gebouwen en multifunctionele complexen. Meervoudig grondgebruik. Gelaagde erfpacht. Footprint ownership. Volume-eigendom en driedimensionale eigendom / 77
2.13 Wonen op water of in woonwagens / 85
2.13.1 Woonboten en drijvende woningen / 85
2.13.2 Woonwagens, stacaravans en mobiele woningen / 92
2.13.3 Tiny houses / 93
2.14 Gemeentelijke gronduitgifte. Beginselen van behoorlijk bestuur. Tweewegenleer en doorkruisingsproblematiek / 94
2.14.1 Uitgiftebepalingen en beginselen van behoorlijk bestuur / 95
2.14.2 Tweewegenleer en doorkruisingsproblematiek / 98
2.14.3 Gemeentelijke anti-speculatiebedingen / 101
2.14.4 Naar een harmonisatie? / 101
2.15 Kerkelijke eigendommen / 103
2.15.1 Eigendom van kerken e.d. / 103
2.15.2 Sluiting van kerken / 104
2.15.3 Toe-eigening en onteigening / 105
2.16 Rechtsherstel en onteigening na de Tweede Wereldoorlog / 108
2.17 Eigendom van onroerende zaken en Europees recht: kunnen grondrechten doorwerken in het privaatrecht? / 109
2.18 Invloed van de Europese Unie op het gesloten stelsel / 114
2.19 Invloed van het Europees Parlement / 116
2.20 Invloed van het Europese Hof van Justitie / 117
3. Koop en ruil van onroerende zaken / 119
3.1 Inleiding / 119
3.2 Koop van onroerende zaken / 120
3.3 Totstandkoming van de koopovereenkomst van een onroerende zaak / 123
3.3.1 Het wettelijk stelsel en de praktijk / 123
3.3.2 Koop op afstand en elektronische koop / 126
3.3.3 Samenhangende rechtsbetrekkingen en meerpartijenovereenkomsten / 127
3.3.4 Contractsoverneming / 128
3.3.5 Elkaar opvolgende koopovereenkomsten / 129
3.3.6 Slotopmerking en plan van behandeling / 130
3.4 Precontractuele fase / 131
3.4.1 Voor-overeenkomst en letter of intent / 131
3.4.2 Het arrest Hofland/Hennis / 131
3.4.3 Het arrest Plas/Valburg / 132
3.4.4 De rechtsontwikkeling na Plas/Valburg / 134
3.4.5 Postcontractuele fase / 136
3.4.6 Entire agreement clauses / 136
3.5 Jurisprudentie. Onherroepelijk aanbod, koopoptie, voorkeursrecht tot koop, aanbiedingsplicht, recht van terugkoop / 137
3.5.1 Rechtspraak na invoering huidig BW / 137
3.5.2 Onherroepelijk aanbod; koopoptie; voorkeursrecht tot koop; aanbiedingsplicht; recht van terugkoop / 139
3.5.3 Manco’s / 144
3.6 Verstoring van de contractuele verhouding. Vernietiging wegens dwaling of onvoorziene omstandigheden en ontbinding / 147
3.7 Verkoop bij inschrijving en openbare veiling / 155
3.7.1 Inschrijving / 155
3.7.2 Tender / 156
3.7.3 Veiling / 157
3.7.4 Nader op te geven lastgever / 157
3.8 Medewerking van derden / 158
3.8.1 Beperkingen voortvloeiende uit de aard van het verkochte / 158
3.8.2 Beperkingen voortvloeiende uit de persoon van een der partijen / 160
3.8.3 Specifieke problemen bij rechtspersonen / 163
3.8.4 Nietig of vernietigbaar? / 167
3.9 Aankoop door een rechtspersoon in oprichting / 167
3.9.1 BV en NV i.o. / 167
3.9.2 Nachgründung en uitkeringstoets / 169
3.10 Verkoop in strijd met een testamentaire last of de bepalingen van een schenking / 170
3.11 Koop als onderdeel van een groter geheel / 172
3.12 Volmacht / 173
3.13 Bijzondere vereisten voor de koopovereenkomst van een woning door een particulier (‘consumentenkoop van onroerende zaken’) en de aan zo’n koper toekomende bedenktijd (art. 7:2 BW) / 176
3.13.1 Het beginsel van het BW / 176
3.13.2 Het voorontwerp / 177
3.13.3 Het wetsvoorstel en de kritiek daarop / 177
3.13.4 Wijziging van het wetsvoorstel / 178
3.13.5 Onzekerheden en eerste jurisprudentie / 180
3.13.6 Een evaluatie / 190
3.13.7 Conclusie voor dit onderdeel / 191
3.14 De waarborging van kopers recht op levering van een registergoed door het stellen van een aantekening (art. 7:3 BW) (Vormerkung) / 193
3.14.1 De strekking van de aantekening / 193
3.14.2 De beperkte duur van de aantekening / 195
3.14.3 Verdere opmerkingen over de inschrijving van de aantekening / 196
3.14.4 De aard van de aantekening / 199
3.14.5 Invloed van bewind of faillissement en retentierecht / 200
3.14.6 Dubbele verkoop / 201
3.14.7 De verhouding met beslag; eerste jurisprudentie / 202
3.14.8 Een wetswijziging / 206
3.14.9 De verhouding met art. 10 WVGem / 207
3.14.10 Conclusie voor dit onderdeel / 207
3.15 Algemene verplichtingen van verkoper / 208
3.16 Juridische gebreken / 212
3.16.1 De strekking van art. 7:15 lid 1 / 212
3.16.2 Het dwingendrechtelijke lid 2 / 214
3.16.3 Beperkingen van publiekrechtelijke aard / 214
3.17 Feitelijke gebreken / 217
3.17.1 De strekking van art. 7:17 / 217
3.17.2 Jurisprudentie / 219
3.17.3 Invloed van model-contracten / 224
3.17.4 Conclusie voor dit onderdeel / 225
3.17.5 De klacht-termijn van art. 7:23 BW / 227
3.18 Risicoregeling / 229
3.19 Algemene verplichtingen van koper / 231
3.20 Betaling van de koopprijs en het daaraan voorafgaand stellen van een waarborg / 236
3.20.1 De specifieke regeling voor koop van onroerende zaken / 236
3.20.2 De regeling voor de koop van woningen / 237
3.20.3 Waarborg en depot / 238
3.20.4 De koopprijzen bij misbruik van elkaar opvolgende A-B en B-C transacties / 239
3.20.5 De wetgeving tegen witwassen / 241
3.20.6 Overige bepalingen / 242
3.21 Categorieën van kopers / 244
3.22 Koop van appartementsrechten / 245
3.23 Rechten van erfpacht en opstal / 246
3.24 Lidmaatschappen, aandelen en certificaten / 248
3.25 Ruil en herverkaveling / 250
3.25.1 Ruil van onroerende zaken / 250
3.25.2 Driehoeksruil / 252
3.25.3 Herverkaveling en kavelruil / 252
3.25.4 Stedelijke herverkaveling / 254
3.26 Ipr-aspecten / 255
3.26.1 Rome I-verordening / 255
3.26.2 EEX-verordening II / 257
3.26.3 Europees ipr / 260
3.27 Europese ontwikkelingen. Het DCFR-project en de ontwerpverordening inzake koop. Oprichting ELI / 261
3.28 Ambtshalve toetsing aan Europese richtlijnen / 264
4. Huurkoop en financial lease van onroerende zaken / 267
4.1 Inleiding / 267
4.2 De voormalige Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken / 269
4.3 Het oorspronkelijke wetsvoorstel voor een nieuwe regeling van de huurkoop van onroerende zaken / 270
4.4 De huidige regeling / 271
4.4.1 De algemene regeling / 272
4.4.2 De toegespitste regeling voor de huurkoop van woonruimte / 274
4.4.3 Toevoegingen aan Boek 3 BW, aan de Onteigeningswet en aan de Overgangswet / 276
4.4.4 Conclusies / 276
4.5 Financial lease / 277
4.6 Groeiende en dalende eigendom / 279
5. Aanneming van onroerende zaken en projectontwikkeling / 281
5.1 Inleiding / 281
5.2 Aanneming van onroerende zaken / 283
5.3 Enkele bijzondere contractsvormen / 287
5.3.1 Overeenkomsten behorend bij de drie casus-posities / 287
5.3.2 Vormen van samenwerking / 292
5.3.3 Projectontwikkeling en PPS / 295
5.3.4 Raamovereenkomsten en convenanten / 298
5.3.5 Botsende bijzondere en algemene voorwaarden / 300
5.3.6 Conclusie voor dit onderdeel / 301
5.4 Exploitatieovereenkomsten en bouwclaims / 303
5.5 Aanbesteding / 307
5.6 De wettelijke regeling inzake aanneming (titel 12) / 310
5.6.1 Terminologie / 310
5.6.2 De wettelijke regeling / 312
5.6.3 Samenhang met Boek 6 en andere Boeken / 313
5.6.4 Plan van verdere behandeling / 315
5.7 Bepalingen van belang voor de bouw, in het bijzonder de particuliere woningbouw (afdeling 1) / 316
5.8 Bijzondere bepalingen inzake de consumentenopdracht (afdeling 2) / 319
5.9 Het voorrecht en het retentierecht van de aannemer / 322
5.10 Afsluitende rechtsvergelijkende opmerkingen en conclusie voor dit onderdeel / 325
5.11 Internationale aannemingsovereenkomsten / 326
5.12 Europese ontwikkelingen / 328
5.12.1 Consumentenbescherming / 328
5.12.2 Aanbestedingsrichtlijnen / 329
5.12.3 PPS / 330
6. Overdracht krachtens koop en andere wijzen van verkrijging onder bijzondere titel van onroerende zaken / 333
6.1 Inleiding / 333
6.2 Het stelsel van ons BW voor levering en overdracht van onroerende zaken, alsmede de vestiging van beperkte rechten daarop / 335
6.2.1 De obligatoire overeenkomst als grondslag van de levering / 335
6.2.2 De goederenrechtelijke (zakelijke) overeenkomst en de rol van de notaris / 338
6.2.3 De inschrijving in de openbare registers als vereiste voor de wijziging van rechtspositie / 341
6.2.4 Buitengerechtelijke vernietiging van een plaatsgevonden overdracht / 342
6.3 De causale leer en de gevolgen daarvan. Nadere opmerkingen over obligatoire en goederenrechtelijke overeenkomsten. De inhoud van de akte en de uitleg daarvan / 343
6.3.1 Het causale stelsel / 343
6.3.2 De vereisten waaraan een akte van levering ten minste moet voldoen / 344
6.3.3 Uitleg van de goederenrechtelijke overeenkomst / 345
6.4 Bescherming van opvolgende verkrijgers. Causaal tegenover abstract stelsel / 349
6.4.1 De helende werking van art. 3:88 BW / 349
6.4.2 Gevallen waarbij art. 3:88 BW in ieder geval toepassing mist / 351
6.4.3 Verschillen tussen het causale en het abstracte stelsel / 353
6.4.4 Overdracht na een gebrekkige splitsing / 354
6.4.5 Gevolgen van het wegvallen van een der onderliggende overeenkomsten na een ABC-levering / 355
6.5 Bekrachtiging, convalescentie, bevestiging, rectificatie / 358
6.5.1 Bekrachtiging / 358
6.5.2 Bekrachtiging door een rechtspersoon na oprichting / 359
6.5.3 Convalescentie / 360
6.5.4 Bevestiging / 361
6.5.5 Andere vormen van reparatie / 361
6.6 De verdere beschermingsartikelen / 363
6.6.1 Andere bepalingen van beschermende aard / 363
6.6.2 Cumulatieve werking / 368
6.6.3 Casuïstiek / 369
6.6.4 Conclusie voor dit onderdeel / 371
6.7 De trits koop, levering, overdracht / 374
6.8 Het negatieve/onvolledige stelsel en de gevolgen daarvan voor de eigendom van onroerende zaken / 379
6.9 Onderscheid tussen kadaster en openbare registers De Kadasterwet / 381
6.9.1 De functie van openbare registers / 382
6.9.2 De Kadasterwet en de positie van de bewaarder / 384
6.9.3 Het onderscheid tussen kadaster en openbare registers / 385
6.9.4 De basisregistratie kadaster / 387
6.9.5 Het kadaster als informatiecentrum ter voorkoming van graafschade / 388
6.9.6 De style sheet of KIK-akte / 389
6.9.7 Op weg naar een 3D-registratie / 389
6.9.8 Privacy en openbare registers / 390
6.10 Resumerend (en ter illustratie rechtsvergelijkend) Registration of deeds tegenover Registration of titles / 392
6.10.1 Causaal tegenover abstract en consensueel tegenover traditio / 392
6.10.2 Negatief tegenover positief stelsel / 393
6.10.3 Een viertal voorbeelden van de werking van ons stelsel / 394
6.10.4 Diverse stelsels met elkaar vergeleken / 396
6.11 Reële executie / 401
6.12 Levering na dubbele verkoop / 404
6.13 Positie van de notaris bij botsende rechten op levering / 408
6.14 Vernietiging van een rechterlijke uitspraak tot levering of tot opheffing beslag / 409
6.15 Verjaring als grondslag van verkrijging / 414
6.15.1 Bevrijdende verjaring / 415
6.15.2 Verkrijgende verjaring / 418
6.15.3 De notariële verklaring / 420
6.15.4 Verklaring voor recht / 420
6.15.5 Vaststellingsovereenkomst / 420
6.16 Onteigening / 421
6.17 De Angelsaksische of Antilliaanse trustee als verkrijger. Het Trustverdrag / 423
6.18 De trust in het DCFR-project / 427
6.19 Naar een harmonisatie van de Europese stelsels voor de overdracht van onroerende zaken? / 428
6.20 Invloed van de Erfrechtverordening op de beschikkingsbevoegdheid en de kadastrale registratie / 432
7. Economische eigendomsoverdracht van onroerende zaken / 435
7.1 Inleiding / 435
7.2 Economische eigendom van onroerende zaken / 436
7.3 Onderscheid in de diverse vormen van economische eigendom / 438
7.4 De zogenoemde economische eigendomsoverdracht / 439
7.5 Zekerheden voor partijen bij de economische eigendomsoverdracht / 440
7.5.1 De onherroepelijke volmacht / 440
7.5.2 De zekerheidshypotheek / 441
7.5.3 Koophuur / 443
7.5.4 Bijzondere risico’s / 443
7.5.5 Beslag op economische eigendom / 444
7.6 De aanval van het ministerie van Financiën op de economische eigendomsoverdracht / 446
7.7 Economische eigendom thans en in de toekomst / 447
7.8 De problematiek van de ontbonden rechtspersoon/juridisch eigenaar / 451
7.9 Kan de economische eigenaar jegens de juridische eigenaar een beroep doen op bevrijdende verjaring? / 451
7.10 Kan de vordering tot levering verjaren? / 452
8. Economische eigendom met behulp van een rechtspersoon / 453
8.1 Inleiding / 453
8.2 De onroerend goed NV / 453
8.3 Certificering en vastgoedfondsen / 455
8.4 De onroerend goed stichting / 457
8.5 De coöperatieve flatexploitatievereniging / 459
8.5.1 Ontstaan van deze rechtsvorm en de plaats daarvan in Boek 2 / 459
8.5.2 Overdraagbaarheid en financiering / 460
8.5.3 De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en de coöperatie. Nieuwe ontwikkelingen / 463
8.5.4 Woningcorporaties / 464
8.6 Maatschappelijk gebonden coöperatief eigendom / 466
8.7 Woongroepen / 467
8.8 De stichting voor de exploitatie van monumenten / 468
8.9 De stichting als beheerder ten dienste van de Nederlandse gemeenschap / 469
8.10 De monumentenrechtspersoon / 470
8.11 De rechtspersoon als instrument van beheer / 471
9. Eenvoudige gemeenschap en mandeligheid / 473
9.1 Inleiding / 473
9.2 Eenvoudige gemeenschap van een onroerende zaak / 477
9.2.1 De wettelijke regeling / 477
9.2.2 Bezwaren tegen de wettelijke regeling / 480
9.2.3 Problemen in de familiesfeer / 481
9.2.4 Problemen buiten de familiesfeer / 484
9.2.5 Het verbod om verdeling te vragen / 484
9.2.6 Verdere problemen / 485
9.2.7 Het einde van de gemeenschap / 487
9.3 Gemeenschap als alternatief voor splitsing in appartementsrechten? / 488
9.4 Mandeligheid / 490
9.4.1 Wettelijke en contractuele mandeligheid / 490
9.4.2 Het ontstaan van contractuele mandeligheid / 492
9.4.3 Bezwaren tegen contractuele mandeligheid / 496
9.4.4 Het einde van de contractuele mandeligheid / 497
9.4.5 Het einde van de wettelijke mandeligheid / 497
9.4.6 Mandeligheid in andere Europese landen / 499
10. Appartementsrecht / 501
10.1 Inleiding / 501
10.2 De wetgeving van 1951 (aangepast in 1972). Dualistisch tegenover unitair stelsel / 503
10.3 Splitsing van de rechten van erfpacht en opstal. Splitsingsvergunning. Overkoepelende werking van een splitsing / 506
10.3.1 Splitsing van de rechten van erfpacht en opstal. De splitsingsvergunning / 506
10.3.2 Overkoepelende werking van een splitsing / 507
10.4 De Vereniging van Eigenaars (VvE) en een eventueel extra kwalitatief lidmaatschap / 508
10.5 Twee gemeenschappen. Verhouding Boeken 2 en 5 / 510
10.6 Ondersplitsing / 512
10.7 Wijze van splitsing en de gevolgen daarvan voor bestaande rechten / 513
10.7.1 De akte en de tekening / 513
10.7.2 Gevolgen voor bestaande rechten / 516
10.7.3 Geen andere wijzen van ontstaan / 516
10.8 Heling van gebrekkige splitsingen / 517
10.9 Inhoud van de akte van splitsing / 519
10.10 Gebruiksbeperkende regelingen en de verhouding tussen reglement en huishoudelijk reglement. Uitleg / 521
10.10.1 Reglement en huishoudelijk reglement / 521
10.10.2 Aanbiedingsplichten en arbitrale bedingen / 523
10.10.3 Uitleg van het reglement / 524
10.10.4 Nietige en vernietigbare besluiten / 525
10.11 Splitsing van toekomstige gebouwen (‘splitsen op tekening’) / 526
10.12 De invoering van het huidige BW (1992) en de wetswijziging van 2005 / 529
10.13 Het begrip ‘(privé-)gedeelte’ in art. 5:106 lid 3 BW / 531
10.14 Floating space en floating time / 532
10.15 Bepaling der aandelen (breuken) / 533
10.16 Vestiging van de rechten van erfpacht en opstal op een appartementsrecht / 534
10.17 Aansprakelijkheid van kopers voor oude schulden / 536
10.18 Het tijdstip van aanvang van de VvE / 537
10.19 Het reservefonds / 538
10.20 Nadere regeling inzake ondersplitsing / 539
10.21 Wijziging van de splitsing met meerderheid van stemmen / 540
10.22 Onttrekking aan de splitsing / 544
10.23 De situatie bij de aankoop van bloot-eigendom door de appartementseigenaars / 545
10.24 Verhouding tot bestuursrecht. De wetswijziging van 2011 / 546
10.25 Een volgende wetswijziging / 547
10.26 Het einde van de splitsing / 548
10.27 Europees recht / 549
11. Time share (gebruik in deeltijd) van onroerende zaken / 551
11.1 Inleiding / 551
11.2 Poging tot een definitie / 552
11.3 Eigendomsproblematiek / 553
11.3.1 Mede-eigendom (gemeenschap) / 553
11.3.2 Andere juridische constructies / 554
11.3.3 Time share als wettelijk toegestane goederenrechtelijke rechtsfiguur / 556
11.3.4 De moeizame overlegstructuur / 558
11.4 De totstandkoming van de time share richtlijn / 558
11.5 De implementatie van de richtlijn in ons Burgerlijk Wetboek / 560
11.6 Ipr-aspecten / 561
11.7 Kritiek op de beperkte reikwijdte van de eerste richtlijn en verdere Europese ontwikkelingen / 562
12. De rechten van erfpacht en opstal / 565
12.1 Inleiding / 565
12.2 Verschillen en overeenkomsten tussen de rechten van erfpacht en opstal / 568
12.3 Diverse vormen van erfpacht. Gemeentelijke erfpacht / 571
12.4 Particuliere erfpacht. ‘Footprint lease’ en horizontaal verdeelde (‘gelaagde’) erfpacht / 576
12.5 Het recht van opstal / 581
12.6 Nadere beschouwing van de rechten van erfpacht en opstal / 587
12.7 Dwingend tegenover regelend recht / 590
12.8 Welke bepalingen zijn (on)mogelijk? / 591
12.9 Verhouding tot bestuursrecht / 596
12.10 Redelijkheid en billijkheid / 598
12.11 Onderrechten. Doorbrekingen van de ‘nemo plus’-regel en de onmogelijkheid van stapeling / 599
12.12 De toepasselijkheid van Boek 6 / 601
12.13 Verjaring / 604
12.14 Wijziging en splitsing van de rechten / 605
12.15 Beëindiging van de rechten / 606
12.16 Kan een splitsing in appartementsrechten vermenging (en daardoor tenietgaan van de beperkte rechten) voorkomen? / 609
12.17 Conclusie voor dit onderdeel / 610
12.18 De rechten van erfpacht en opstal in andere Europese landen / 611
13. De rechten van gebruik en bewoning / 613
13.1 Inleiding / 613
13.2 Verschillen en overeenkomsten tussen de rechten van gebruik en bewoning / 613
13.3 Verjaring / 617
13.4 Wettelijke rechten / 617
13.5 Beëindiging van de rechten / 617
14. Burenrecht en erfdienstbaarheden, alsmede aanverwante rechtsfiguren / 619
14.1 Inleiding / 619
14.2 Burenrecht / 624
14.3 Erfdienstbaarheden / 627
14.3.1 Ontstaansgronden: vestiging en verjaring / 629
14.3.2 Beperkingen / 631
14.3.3 Ondeelbaarheid / 633
14.3.4 Bijzonderheden / 634
14.3.5 Ipr-aspecten / 636
14.3.6 Erfdienstbaarheden in andere Europese landen / 636
14.4 Wijziging of opheffing door de rechter van een erfdienstbaarheid / 636
14.5 Einde van de erfdienstbaarheid / 638
14.6 Verhouding tot bestuursrecht / 640
14.6.1 Botsingen tussen beide rechtsgebieden / 640
14.6.2 Openbare private wegen / 642
14.6.3 Welstandstoezicht / 643
14.6.4 Gedoogplichten / 643
14.7 Kwalitatieve verplichtingen / 644
14.8 Kwalitatieve rechten / 647
14.9 Vaststellingsovereenkomsten tussen buren / 649
14.10 Kettingbedingen / 650
14.10.1 Bijzonderheden / 651
14.10.2 De (on)geldigheid van een monddood-clausule / 652
14.10.3 Wijziging en einde / 653
14.11 Verschillen en overeenkomsten van de besproken rechtsfiguren / 654
14.11.1 De belangrijkste verschillen / 654
14.11.2 Verbreking van een kettingbeding / 655
14.11.3 Het kettingbeding bij executoriale verkoop en bij faillissement / 658
14.11.4 (Niet-)oplegging van een kettingbeding / 659
14.11.5 Botsing tussen burgerlijk recht en tuchtrecht / 660
14.11.6 Verhouding tot bestuursrecht / 661
14.11.7 Conclusie voor dit onderdeel / 662
14.12 Intentieverklaringen en andere obligatoire bedingen / 663
14.13 Soms geen behoefte aan de besproken rechtsfiguren / 663
14.14 Europees recht / 664
15. Eigendom van netten van kabels en leidingen / 665
15.1 Inleiding / 665
15.2 Wie is de eigenaar van een net? / 666
15.3 Roerend of onroerend? / 669
15.4 De kabelnet-arresten en hun gevolgen / 670
15.5 Hoe diende een ondergronds telecomnet te worden overgedragen? De ‘paddestoel-theorie’ / 671
15.6 Registratie en ordening. Op weg naar een 3D-kadaster / 672
15.7 Gebruiks- en genotsrechten van ondergrondse telecomnetten / 675
15.8 De privaatrechtelijke grondslagen voor de eigendom, de aanleg en het gebruik van nutsleidingen / 676
15.9 Problemen bij het opstellen van een overkoepelende privaatrechtelijke regeling / 681
15.10 Eerste voorstellen / 682
15.11 Achtergrond van de in 2007 ingevoerde wettelijke regeling inzake de eigendom van netten / 684
15.12 De huidige kadastrale registratie / 687
15.13 In werking treding van de regeling en openstaande vragen / 689
15.14 Het uitgebreide overgangsrecht / 691
15.15 Verjaring / 693
15.16 Conclusie voor dit onderdeel / 694
15.17 Verhouding tot bestuursrecht / 696
15.18 Eigendom van kabels en leidingen in andere Europese landen / 696
16. Parkmanagement (terreinbeheer) / 697
16.1 Inleiding / 697
16.2 Appartementsrecht als vehikel voor terreinbeheer / 698
16.3 Eenvoudige gemeenschap en contractuele mandeligheid / 701
16.4 De rechten van erfpacht en opstal / 702
16.5 Erfdienstbaarheden en overeenkomsten / 702
16.6 De vastgoedcoöperatie / 704
16.7 Decentrale energievoorzieningen / 705
16.8 Bedrijveninvesteringszones / 706
16.9 Conclusie voor dit onderdeel / 706
17. Hypotheek en financiering. Verkoop door de hypotheekhouder / 709
17.1 Inleiding / 709
17.2 Het ontstaan van hypotheek / 711
17.2.1 De vestiging / 711
17.2.2 Positie van de notaris / 712
17.2.3 Het hypothecair te bezwaren registergoed en de onderliggende titel van verkrijging / 713
17.3 Andere vormen van financiering / 715
17.3.1 Diverse vormen van financiering / 716
17.3.2 Halal-financiering / 717
17.3.3 Positieve/negatieve hypotheekverklaring / 718
17.3.4 Crowdfunding / 719
17.4 Nadere karakterisering / 719
17.4.1 Een afhankelijk recht / 719
17.4.2 Soms een semi-zelfstandig recht / 720
17.4.3 Verhouding met bestuursrecht / 722
17.5 Woningfinanciering / 723
17.6 Algemene regeling en algemene leerstukken / 724
17.7 Mobiliteit van hypothecaire vorderingen en collectieve zekerheidsarrangementen / 727
17.8 Trusthypotheek / 731
17.9 Ultra vires-problematiek en andere kwesties bij hypotheekverlening door rechtspersonen / 733
17.10 Bijzondere bedingen / 735
17.11 Rangorde en rangwisseling / 737
17.12 Subrogatie / 739
17.13 Executie / 740
17.13.1 Openbare executoriale verkoop / 740
17.13.2 Executoriale verkoop uit de hand / 743
17.13.3 Onderhandse verkoop / 747
17.13.4 Verschillen tussen de diverse vormen van verkoop / 748
17.13.5 Wetswijziging verbetering executoriale verkoop / 748
17.14 De zogenoemde ‘onroerend goed portefeuille’ / 751
17.15 Het einde van de hypotheek. Zuivering en rangregeling / 752
17.15.1 Zuivering / 752
17.15.2 Verdeling van de verkoopopbrengst / 752
17.15.3 Rangregeling / 754
17.15.4 Andere wijzen van tenietgaan / 755
17.15.5 Herleving na een vernietigd vonnis tot opheffing? / 756
17.16 Grensoverschrijdende hypothecaire financiering / 757
17.17 Europese ontwikkelingen. Invoering afdeling consumentenkrediet overeenkomsten woningen / 759
17.18 Het voorstel voor een ‘Eurohypotheek’ / 761
17.19 De richtlijnen financiële diensten op afstand en consumentenkrediet / 764
17.20 Insolventieverordening / 765
18. Huur en pacht: enkele randnotities / 767
18.1 Inleiding / 767
18.2 Afgrenzingen en overlappingen tussen huur of pacht en koop / 768
18.3 De verhouding met beperkte genotsrechten, in het bijzonder erfpacht / 770
18.4 De positie van de huurder in het appartementsrecht / 772
18.5 Botsing tussen de rechten van huurders/pachters en hypotheekhouders / 774
18.6 Bestanddeelvorming als doorbreking van het wegneemrecht / 775
18.7 Gebruiksrechten / 775
18.8 Koppeling van eigendom en gebruik / 776
18.9 Afsluitende opmerkingen / 776
19. Enkele voorstellen tot verbetering en opmerkingen over de notariële zorgplicht / 777
19.1 Een beknopte inventarisatie van geconstateerde tekortkomingen / 777
19.2 Notarieel tuchtrecht en de plicht tot voorlichting / 780
19.3 Naar een meer flexibel eigendomsbegrip? / 783
19.4 Voorstel voor ‘gereglementeerde’ eigendom / 784
19.5 Diverse vormen van eigendom / 785
19.6 Introductie van de ‘Community Association’ in ons goederenrecht / 786
20. Epiloog / 789
Jurisprudentieregister / 791
Trefwoordenregister / 805
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht