

B.F. Keulen is hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Meer over de auteursStrafprocesrecht
Samenvatting
Wanneer u het hedendaagse strafprocesrecht vanuit zijn fundamentele uitgangspunten en beginselen wilt doorgronden, dan vormt dit studieboek de ultieme introductie. De inhoud is afgestemd op de onderwerpen die in het universitaire onderwijs centraal staan. Deze 14e druk bevat de laatste jurisprudentie en wetgeving.
Studenten en praktijkjuristen in het strafrecht vinden in Strafprocesrecht een grondige kennismaking met het strafprocesrecht op academisch niveau. De titel biedt meer dan enkel een naslagwerk van de actuele wetgeving en jurisprudentie binnen het strafprocesrecht. In plaats daarvan wordt een breder perspectief ingenomen, waarbij volop aandacht uitgaat naar de fundamentele uitgangspunten en beginselen van het rechtsgebied. Zo beschouwen de auteurs elementen van het Nederlandse strafprocesrecht in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De lezer leert de dynamiek achter het geldende recht te doorgronden. Hiermee biedt de titel houvast binnen een beweeglijk geheel aan regels en beginselen dat voortdurend onderhevig is aan debat en bredere ontwikkelingen.
De titel geldt dankzij haar brede perspectief als een veelgebruikte introductie tot het strafprocesrecht in het academisch onderwijs. De inhoud is afgestemd op de onderwerpen die in het universitaire onderwijs centraal staan.
Uiteraard is in deze vernieuwde 14e druk bijgewerkt met de laatste jurisprudentie en wetgeving. Tevens kennen diverse hoofdstukken een andere opzet om de stof zo helder mogelijk te structureren.
Specificaties
Inhoudsopgave
Verkort aangehaalde werken XIX
1 Inleiding 1
1.1 Aard en doel van het strafproces 1
1.1.1 Een tweeledig hoofddoel 1
1.1.2 Bijkomende doelen 3
1.1.3 Strafproces en waarheidsvinding 5
1.1.4 Strafproces en rechtsbescherming 8
1.1.5 Noodzakelijke afwegingen 9
1.2 Historische ontwikkeling 11
1.3 De bronnen van het strafprocesrecht 14
1.3.1 Wetgeving 14
1.3.2 Beleidsregels 16
1.3.3 Internationaal recht 17
1.3.4 Jurisprudentierecht 19
1.3.5 Beginselen 20
1.4 Het legaliteitsbeginsel 22
1.5 Verhouding tot andere rechtsgebieden 26
1.6 Naar een nieuw Wetboek van Strafvordering 29
2 Karakter en gang van het Nederlandse strafproces 31
2.1 Inleiding 31
2.2 Het inquisitoire en het accusatoire procesmodel 32
2.3 De inquisitoire wortels van het Nederlandse strafproces 35
2.4 In de hoofdrollen 41
2.5 Verschillen in afdoening 47
2.6 Het strafproces in fasen 49
2.6.1 Procesfasen en de wettelijke systematiek 49
2.6.2 Opsporing 50
2.6.3 Vervolging 55
2.6.4 De berechting in eerste aanleg 59
2.6.5 Hoger beroep en cassatie 62
3 Kennismaking met het EVRM 65
3.1 Inleiding 65
3.2 Doel en karakter van het verdrag 66
3.3 Algemene kenmerken van de Straatsburgse jurisprudentie 69
3.4 Schets van enkele verdragsrechten 78
3.4.1 Art. 5 EVRM 78
3.4.2 Art. 6 EVRM 84
3.4.3 Art. 8 EVRM 91
3.5 Gemeenschappelijke begrippen 96
3.5.1 Law 96
3.5.2 Afstand van recht (waiver) 101
4 Het strafprocessuele model 105
4.1 De beraadslaging in raadkamer 105
4.1.1 Inleiding 105
4.1.2 De formele vragen van art. 348 Sv 106
4.1.3 De materiële vragen van art. 350 Sv 107
4.2 De uitspraak. De verschillende mogelijke einduitspraken 109
4.3 Het onderzoek ter terechtzitting 110
4.4 Op de grondslag van de tenlastelegging 112
4.5 Samenvatting 113
5 De toegang tot de rechter 115
5.1 Inleiding 115
5.2 Organisatie en bevoegdheid 116
5.2.1 De organisatie van de rechterlijke macht 116
5.2.2 Absolute en relatieve competentie 120
5.2.3 Interne competentie 124
5.2.4 De toedeling van zaken 128
5.2.5 Raadkamerprocedures 133
5.3 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 137
5.3.1 Art. 6 EVRM; criteria 137
5.3.2 Onafhankelijkheid 140
5.3.3 Onpartijdigheid 143
5.3.4 Wraking, verschoning, vernietiging en terugwijzing 150
5.4 Buitengerechtelijke afdoening 153
6 Het Openbaar Ministerie en de vervolging 159
6.1 Inleiding 159
6.2 De organisatie van het Openbaar Ministerie 160
6.3 De taken van het Openbaar Ministerie 166
6.3.1 Inleiding 166
6.3.2 De tenuitvoerlegging 167
6.4 De vervolging 168
6.4.1 Inleiding 168
6.4.2 Vervolging door een strafbeschikking 170
6.4.3 De beslissing tot vervolging 171
6.5 Beklag over niet (verder) vervolgen 174
6.6 Het recht van de verdachte op een beslissing inzake vervolging 180
6.7 Het bezwaarschrift tegen de dagvaarding 182
6.8 Beginselen van een behoorlijke procesorde en de vervolgingsbeslissing 183
6.8.1 Inleiding 183
6.8.2 Het vertrouwensbeginsel 185
6.8.3 Het gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur 188
6.9 Samenloop van rechtsbescherming rond de vervolgingsbeslissing 191
6.10 Toezicht op het Openbaar Ministerie 194
7 De verdachte en zijn raadsman 197
7.1 Inleiding 197
7.2 Verdachte en verdenking 198
7.2.1 Twee begrippen verdachte 198
7.2.2 Redelijk vermoeden van schuld 199
7.2.3 De functie van het formele begrip ‘verdachte’ 202
7.2.4 Vergelijking met art. 6 EVRM 203
7.3 Zwijgrecht en verhoor 204
7.3.1 Art. 29 Sv: ratio en betekenis 204
7.3.2 Het pressieverbod 205
7.3.3 Cautie en verhoor 208
7.3.4 Zwijgrecht en inlichtingenplicht 212
7.4 Het recht op rechtsbijstand 214
7.4.1 Het EVRM 214
7.4.2 Het wettelijke kader 217
7.4.3 De gekozen raadsman 219
7.4.4 De aangewezen raadsman 221
7.5 Taak en positie raadsman 224
7.5.1 Uitgangspunten en beginselen 224
7.5.2 Het belang van een goede rechtsbedeling 226
7.5.3 Fouten van de raadsman 228
7.6 Rechtsbijstand: enkele bijzondere onderwerpen 228
7.6.1 Rechtsbijstand en politieverhoor 228
7.6.2 Recht op vrij verkeer met de raadsman 233
7.6.3 Stelbrief en de niet verschenen raadsman 235
7.6.4 Afstand van rechtsbijstand bij de berechting 238
7.7 Recht op kennisneming van de stukken 240
8 Het slachtoffer 247
8.1 Inleiding 247
8.2 Positieve verplichtingen voortvloeiend uit het EVRM 249
8.3 De Richtlijn slachtofferzorg 251
8.4 Een titel voor en een definitie van het slachtoffer 254
8.5 Het recht op correcte bejegening en informatie 256
8.6 Het recht op bijstand en een tolk 258
8.7 Opsporing 259
8.8 Vervolging: klachtvereiste en hoorplichten 262
8.9 Het spreekrecht tijdens het onderzoek ter terechtzitting 264
8.10 Voeging als benadeelde partij 267
8.10.1 Inleiding 267
8.10.2 De te vergoeden schade 268
8.10.3 Behandeling van en beslissingen op de vordering van de benadeelde partij 272
8.10.4 De schadevergoedingsmaatregel en de bijzondere voorwaarde 276
9 Het vooronderzoek 279
9.1 Inleiding 279
9.2 De opsporing: taken en verantwoordelijkheden 281
9.2.1 Wettelijke taaktoedeling 281
9.2.2 Personen met opsporing belast 282
9.2.3 Leiding en verantwoordelijkheid 285
9.2.4 Inschakeling van burgers 288
9.3 Afbakening van de opsporingstaak (opsporingsbegrip) 289
9.3.1 Historische ontwikkeling 289
9.3.2 Vijf typen opsporingsonderzoek 292
9.4 De normering van de opsporingstaak 296
9.4.1 Algemeen 296
9.4.2 Verbaliseringsplicht 297
9.4.3 Politiesepot 301
9.4.4 Aangiften en klachten 302
9.4.5 Dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden 304
9.4.6 Niet wettelijk geregelde opsporingsmethoden 305
9.5 De rol van de rechter-commissaris 308
9.5.1 Algemeen 308
9.5.2 Het onderzoek door de rechter-commissaris 311
9.5.3 Overige taken en bevoegdheden van de rechter-commissaris 320
10 Dwangmiddelen 323
10.1 Algemeen 323
10.1.1 Wettelijke systematiek en terminologie 323
10.1.2 Dwangmiddelen en grondrechten 325
10.1.3 Dwangmiddelen en vrijwilligheid 327
10.1.4 Structuurkenmerken 329
10.1.5 Steunbevoegdheden en connexe bevoegdheden 331
10.1.6 Voortgezette toepassing en oneigenlijk gebruik 331
10.2 Aanhouden en staande houden 333
10.2.1 Staande houden 333
10.2.2 Aanhouden 336
10.2.3 Verhouding tot stopbevel 339
10.2.4 Aanverwante bevoegdheden 342
10.3 Inbeslagneming en doorzoeking 343
10.3.1 Algemeen 343
10.3.2 De bevoegdheid tot inbeslagneming 347
10.3.3 Onderzoek aan/in lichaam of kleding 349
10.3.4 Betreding en doorzoeking van plaatsen 351
10.3.5 Bevel tot uitlevering 354
10.4 Bijzondere opsporingsbevoegdheden 357
10.4.1 Algemeen 357
10.4.2 Stelselmatige observatie 360
10.4.3 Pseudokoop en pseudodienstverlening 362
10.4.4 Telefoontap 367
10.5 De positie van professioneel verschoningsgerechtigden 369
11 Voorarrest 375
11.1 Inleiding 375
11.2 Gevallen en gronden (artt. 67 en 67a Sv) 376
11.2.1 Gevallen 376
11.2.2 Gronden 378
11.2.3 Ernstige bezwaren en anticipatiegebod 383
11.3 Ophouden voor onderzoek 384
11.4 Inverzekeringstelling 388
11.4.1 Algemeen 388
11.4.2 Rechtmatigheidstoetsing (art. 59a Sv e.v.) 392
11.5 Voorlopige hechtenis 396
11.5.1 Bewaring 396
11.5.2 Gevangenhouding en gevangenneming 399
11.5.3 Duur en einde van de voorlopige hechtenis 402
11.5.4 Schorsing van de voorlopige hechtenis 405
11.5.5 Rechtsmiddelen 407
11.6 Schadevergoeding 410
12 Dagvaarding en tenlastelegging 415
12.1 Inleiding 415
12.2 Het aanwezigheidsrecht 416
12.2.1 Rechtspraak van het EHRM 416
12.2.2 Betekening van de dagvaarding 424
12.2.3 Gevolgen van betekeningsfouten 429
12.2.4 Aanvullende waarborgen 431
12.3 Dagvaardingstermijn 436
12.4 De tenlastelegging 438
12.4.1 Verhouding tot art. 6 EVRM 438
12.4.2 De taal en de opbouw van de tenlastelegging 439
12.4.3 Eisen aan de tenlastelegging 441
12.4.4 Wetstermen in de tenlastelegging 446
12.4.5 Samengestelde tenlasteleggingen 447
12.4.6 Tenlastelegging in geval van grootschalige criminaliteit 449
12.4.7 Wijziging van de tenlastelegging 450
12.5 Op grondslag van de tenlastelegging 451
12.5.1 Rechtspraak van het EHRM 451
12.5.2 De grondslagleer 453
12.5.3 Interpretatie van de tenlastelegging 455
12.5.4 Grondslag en partiële vrijspraak 457
12.5.5 Grondslag en kwalificatie 462
13 Het onderzoek ter terechtzitting 465
13.1 Inleiding 465
13.2 De rechter en de terechtzitting 467
13.3 De verdachte en zijn raadsman 471
13.4 Het horen van de verdachte 476
13.5 De tolk 481
13.6 De selectie van getuigen 484
13.7 De selectie van deskundigen, schriftelijke bescheiden en andere informatiebronnen 490
13.8 Het horen van getuigen en deskundigen 492
13.9 Het voorlezen van de processtukken 499
13.10 Het slachtoffer en de benadeelde partij 501
13.11 Onderbreking en schorsing 504
13.12 Requisitoir, pleidooi, laatste woord, sluiting en heropening 505
13.13 De griffier en het proces-verbaal 508
14 Het bewijs 513
14.1 Inleiding 513
14.2 Het wettelijk bewijsstelsel op hoofdlijnen 515
14.2.1 Algemeen 515
14.2.2 Limitatieve opsomming van bewijsmiddelen 518
14.2.3 Bewijsmiddel versus bewijsgrond; redengevende feiten 519
14.2.4 Bewijsstelsel en bewijsvoering 521
14.2.5 Selectie en waardering 522
14.2.6 Bewijsstelsel en bewijsmotivering 524
14.3 Afscheid van onmiddellijke bewijsvoering 526
14.3.1 Het testimonium de auditu 526
14.3.2 Onmiddellijke bewijsvoering: the best evidence? 528
14.3.3 De auditu-bewijs en fair hearing 530
14.4 De wettigheid van bewijsmiddelen 533
14.4.1 De redenen van wetenschap 533
14.4.2 Eigen waarneming of ondervinding 535
14.4.3 De verklaring van de verdachte 540
14.4.4 Schriftelijke bescheiden 542
14.4.5 Deskundigenbewijs 543
14.4.6 Eigen waarneming van de rechter 547
14.5 Bewijsminima en andere bewijsvoorschriften 548
14.5.1 Klassieke bewijsregels 548
14.5.2 Anonieme getuigen en kroongetuigen 551
14.6 De bewijsconstructie 555
14.6.1 Toereikend bewijs 555
14.6.2 Feiten van algemene bekendheid 557
14.6.3 Schakelbewijs 558
14.6.4 Meer en Vaart-verweren 560
14.6.5 Leugenachtig bewijs en beroep op zwijgrecht 562
15 Sanctionering van onregelmatigheden in het strafproces 565
15.1 Inleiding 565
15.1.1 Het ontstaan van een leerstuk 565
15.1.2 De Commissie Moons en art. 359a Sv 566
15.1.3 Rechtspraak van het EHRM 568
15.1.4 Het concept van het nieuwe wetboek 572
15.2 Bewijsuitsluiting 573
15.2.1 Het verband tussen rechtsschending en bewijsverkrijging 573
15.2.2 Schending van de belangen van de verdachte 576
15.2.3 Een belangrijk voorschrift en een aanzienlijke schending 579
15.2.4 Het verband met het voorbereidend onderzoek 582
15.2.5 Onrechtmatig handelen buiten het kader van de (Nederlandse) strafvordering 583
15.3 Niet-ontvankelijkheid van het OM 586
15.3.1 Inleiding 586
15.3.2 Het recht op een eerlijk proces 587
15.3.3 Een goede procesorde 589
15.4 Strafvermindering 592
15.4.1 Inleiding 592
15.4.2 Berechting binnen een redelijke termijn 593
15.4.3 Andere gevallen van strafvermindering 594
15.4.4 Strafvermindering en voorarrest 597
15.5 Schadevergoeding 598
16 Het vonnis 601
16.1 Inleiding 601
16.1.1 Het schriftelijk vonnis van de meervoudige kamer 601
16.1.2 Het vonnis van de politierechter en de kantonrechter 604
16.1.3 Motiveringsverplichtingen en het recht op een eerlijk proces 606
16.1.4 Verschillende beslissingen 608
16.2 Beslissingen op formele vragen en vragen naar strafbaarheid van feit en dader 609
16.2.1 Inleiding 609
16.2.2 Art. 358 lid 3 Sv 613
16.2.3 Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten 619
16.2.4 Motivering bij twijfel 620
16.3 De bewijsvraag 621
16.3.1 Inleiding 621
16.3.2 De inhoud van de bewijsmiddelen 622
16.3.3 Een opgave van bewijsmiddelen 624
16.3.4 Motiveringseisen bij specifieke bewijsmiddelen 627
16.3.5 Uitdrukkelijk onderbouwde bewijsverweren 630
16.3.6 De motivering van de vrijspraak 634
16.4 Strafoplegging 637
16.4.1 De wettelijke basis 637
16.4.2 De redenen die in het bijzonder de straf hebben bepaald 637
16.4.3 Vrijheidsbenemende straffen en maatregelen; terbeschikkingstelling 641
16.4.4 Verweren en uitdrukkelijk onderbouwde standpunten 642
16.5 Overige beslissingen en motiveringen 644
16.6 Herstelmogelijkheden 646
17 Rechtsmiddelen 649
17.1 Inleiding 649
17.2 Verzet tegen de strafbeschikking 653
17.2.1 Inleiding 653
17.2.2 Het doen van verzet 653
17.2.3 De behandeling van het verzet 657
17.3 Gewone rechtsmiddelen tegen uitspraken 659
17.3.1 Inleiding 659
17.3.2 Het aanwenden, intrekken en afstand doen van rechtsmiddelen 661
17.3.3 De beroepstermijn 666
17.3.4 Staat hoger beroep of beroep in cassatie open? 671
17.3.5 Beperkingen van het hoger beroep of het beroep in cassatie 674
17.4 Hoger beroep tegen uitspraken 678
17.4.1 Inleiding 678
17.4.2 De schriftuur en het voortbouwend appel 679
17.4.3 De behandeling ter terechtzitting 683
17.4.4 Beslissen en motiveren in hoger beroep 687
17.5 Beroep in cassatie tegen uitspraken 694
17.5.1 Inleiding 694
17.5.2 De procedure 698
17.5.3 De cassatiemiddelen 699
17.5.4 De behandeling van het cassatieberoep 701
17.5.5 Beslissen en motiveren in cassatie 703
17.6 Herziening 707
17.6.1 Inleiding 707
17.6.2 Het novum bij herziening ten voordele nader bezien 709
17.6.3 De procedure bij herziening ten voordele 713
17.6.4 De herziening ten nadele 716
17.7 Cassatie in het belang der wet 719
17.8 Klagen bij het EHRM 720
17.9 Gratie 722
17.10 Rechtsmiddelen tegen beschikkingen 724
17.10.1 De artt. 445 en 446 Sv en bijzondere regelingen 724
17.10.2 Procedurele aspecten 725
Verkort jurisprudentieregister 727
Zakenregister 749
Namenregister 759
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht