Studenteneditie Cursus Belastingrecht Internationaal Belastingrecht 2021-2022

Inleiding
0.0 Voorwoord / 1
0.1 Inleiding / 1
0.2 Subjectieve band / 2
0.2.1 Algemeen / 2
0.2.2 Het woonplaatsbegrip in de Nederlandse wet / 3
0.3 Objectieve band / 3
0.4 Bronnen van het Nederlandse internationale belastingrecht / 4
0.4.1 Nationale heffingswetten / 4
0.4.2 Belastingverdragen / 4
0.4.3 Besluit voorkoming dubbele belasting / 5
0.5 Samenhang tussen de nationale heffingswetten, de belastingverdragen en het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 / 5
0.5.1 Inleiding / 5
0.5.2 Inwoner van Nederland geniet inkomsten uit buitenlandse bron / 5
0.5.3 Niet-inwoner van Nederland geniet inkomsten uit Nederlandse bron / 6
0.6 Het voorkomen door Nederland van dubbele belasting van zijn inwoners / 7
0.7 Methoden ter voorkoming van dubbele belasting / 7
0.7.1 Inleiding / 7
0.7.2 Belastingvrijstelling / 8
0.7.3 Belastingverrekening / 10
0.7.4 Vergelijking belastingvrijstelling — belastingverrekening / 12
0.7.5 Kostenaftrek / 12
0.8 Internationale toedeling van winsten en inkomsten / 13
0.8.1 Algemeen / 13
0.8.2 Ondernemingswinst / 13
0.8.3 Inkomsten uit onroerende zaken / 15
0.8.4 Inkomsten uit arbeid / 16
0.8.5 Dividenden, interesten en royalty’s / 16
0.8.6 Globaal overzicht van de internationale toedeling van winst en inkomsten en de wijze van voorkoming van dubbele belasting / 17
0.8.7 Overzicht verdeling heffingsrechten per inkomenscategorie op basis van het
OESO-Modelverdrag en de wijze van voorkoming van dubbele belasting door Nederland / 18
0.9 Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) en aanverwante ontwikkelingen / 18
0.9.1 Algemeen / 18
0.9.2 De BEPS-actiepunten / 19
0.9.3 Implementatie van BEPS door Nederland / 21
0.9.4 De OESO en de digitale economie/BEPS 2.0 / 25
0.9.5 Parallelle ontwikkelingen op het niveau van de EU / 28
0.9.6 Verdere ontwikkelingen in de EU: CCTB en CCCTB / 32
Internationaal Belastingrecht

HOOFDSTUK I Algemene begrippen van internationaal belastingrecht
1.1 Inleiding / 35
1.1.1 Begrip ‘internationaal belastingrecht’; fiscale jurisdictie / 35
1.1.2 Juridisch tegenover economisch dubbele belasting / 35
1.2 Internationale juridisch dubbele belasting / 36
1.2.1 Persoonlijke tegenover zakelijke heffingsbeginselen / 36
1.2.2 Samenloop van heffingsbeginselen / 39
1.2.3 Verzachting van de gevolgen van samenloop van heffingsbeginselen / 42
1.3 Nationale en internationale economisch dubbele belasting van dividenden / 57
1.3.1 Nationaal / 57
1.3.2 Internationaal / 64

HOOFDSTUK II Besluit voorkoming dubbele belasting 2001
2.1 Inleiding / 65
2.1.1 Eenzijdige maatregelen ter voorkoming van dubbele belasting tegenover verdragen / 65
2.1.2 Nederlandse eenzijdige maatregelen buiten het Bvdb 2001 / 68
2.1.3 Het Bvdb 2001 tegenover de buitenlandse belastingplicht / 71
2.1.4 De structuur van het Bvdb 2001 / 72
2.1.5 Het Bvdb 2001 vergeleken met het Bvdb 1989 / 72
2.2 Toepassingsvoorwaarden Bvdb 2001 / 74
2.2.0 Geen verdrag / 74
2.2.1 Binnenlandse belastingplicht / 79
2.2.2 Onderworpenheid / 83
2.3 Definities / 94
2.3.0 Vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger (art. 2 Bvdb 2001) / 94
2.3.1 Mogendheid (art. 3 Bvdb 2001) / 96
2.3.2 Gebied van een andere Mogendheid (art. 4 Bvdb 2001) / 97
2.3.3 Dividenden, interest en royalty’s (art. 5 Bvdb 2001) / 98
2.3.4 Ontwikkelingsland (art. 6 Bvdb 2001) / 99
2.4 Inkomstenbelasting — box 1: inkomen uit werk en woning / 101
2.4.1 Box 1-vrijstelling — reikwijdte / 101
2.4.2 Box 1-vrijstelling — mechanisme / 116
2.4.3 Box 1-verrekening bij sporters en artiesten — reikwijdte / 133
2.4.4 Box 1-verrekening bij bemanningsleden van zee- en luchtvaartuigen / 138
2.4.5 Box 1-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — reikwijdte / 141
2.4.6 Box 1-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — mechanisme / 145
2.4.7 Kostenaftrek als alternatief voor verrekening / 157
2.5 Inkomstenbelasting — box 2: aanmerkelijkbelangdividenden / 160
2.5.1 Box 2-verrekening — reikwijdte / 160
2.5.2 Voorwaarden voor de box 2-belastingverrekening / 160
2.5.3 Grondslageis / 161
2.5.4 Box 2-verrekening — mechanisme / 161
2.5.5 Additionele box 2-verrekening bij dividenden in geval van afgezonderde particuliere vermogens (apv’s) (tot 20 september 2016) / 163
2.6 Inkomstenbelasting — box 3: inkomen uit sparen en beleggen / 165
2.6.1 Box 3-vrijstelling — reikwijdte / 165
2.6.2 Box 3-vrijstelling — mechanisme / 171
2.6.3 Box 3-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — reikwijdte / 176
2.6.4 Box 3-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — mechanisme / 178
2.6A Additionele verrekening voor alle boxen in geval van apv’s / 181
2.6A.1 Algemeen / 181
2.6A.2 Onderscheid heffing door apv-staat en heffing door bronland / 182
2.6A.3 Verrekening belasting geheven door apv-staat; voorwaarden / 183
2.6A.4 Verrekening belasting geheven door de apv-staat; mechanisme / 184
2.7 Loonbelasting / 186
2.8 Vennootschapsbelasting / 187
2.8.1 Inleiding / 187
2.8.2 Vrijstelling (tot 2012) — reikwijdte / 189
2.8.3 Vrijstelling (tot 2012) — mechanisme / 191
2.8.4 Verrekening bij dividenden, interest en royalty’s in de Vpb. — reikwijdte / 197
2.8.5 Verrekening — mechanisme / 199
2.8.6 Passieve vi-financieringswinst (art. 39-41(oud)) / 202
2.9 Bankenbelasting / 203
2.9.1 Algemeen / 203
2.9.2 Voorwaarden voor en wijze van verrekening buitenlandse belasting / 203

HOOFDSTUK III Belastingverdragen
3.1 Inleiding / 205
3.1.0 Object van de verdragen / 205
3.1.1 Modelverdragen / 206
3.1.2 Supranationale organisaties en multilaterale regelingen / 208
3.1.3 Verdragen en nationaal belastingrecht / 210
3.1.4 Procedure van totstandkoming van verdragen / 215
3.1.5 Multilateraal Instrument / 216
3.2 Structuur en inhoud van een belastingverdrag / 228
3.2.0 Inleiding / 228
3.2.1 Het verdrag en de daarmee samenhangende stukken / 228
3.2.2 Algemene indeling van een verdrag / 229
3.2.3 Toepassingsbereik wat betreft personen, belastingen, gebied en tijd / 231
3.2.4 Definities / 242
3.3 Methode van toewijzing en voorkoming van dubbele belasting / 293
3.3.1 Toewijzing / 293
3.3.2 Voorkoming van dubbele belasting (art. 23 OESO-Modelverdrag) / 295
3.4 De toewijzing van de verschillende inkomensbestanddelen en van het vermogen / 318
3.4.0 Inleiding / 318
3.4.1 Inkomsten uit onroerende goed (art. 6 OESO-Modelverdrag) / 319
3.4.2 Winst uit onderneming / 324
3.4.3 Dividenden, interesten en royalty’s / 393
3.4.4 Vermogenswinsten (art. 13 OESO-Modelverdrag) / 423
3.4.5 Inkomsten uit arbeid / 433
3.4.6 Overige inkomsten (art. 21 OESO-Modelverdrag) / 489
3.4.7 Vermogen (art. 22 OESO-Modelverdrag) / 493
3.5 Overige regelingen / 494
3.5.1 Non-discriminatie (art. 24 OESO-Modelverdrag) / 494
3.5.2 Regeling voor onderling overleg (art. 25 OESO-Modelverdrag) / 502
3.5.3 Uitwisseling van inlichtingen (art. 26 OESO-Modelverdrag) / 507
3.5.4 Bijstand bij de invordering van belastingen (art. 27 OESO-Modelverdrag) / 514
3.5.5 Diplomatieke en consulaire ambtenaren (art. 28 OESO-Modelverdrag) / 517
3.5.6 Gerechtigdheid tot verdragsvoordelen (art. 29 OESO-Modelverdrag) / 518
3.5.7 Uitbreiding tot andere gebieden (art. 30 OESO-Modelverdrag), Inwerkingtreding (art. 31 OESO-Modelverdrag) en Beëindiging (art. 32 OESO-Modelverdrag) / 529

HOOFDSTUK IV Capita Selecta Internationaal Belastingrecht
4.1 Hybride entiteiten onder belastingverdragen / 531
4.2 Onderling overleg en arbitrage / 532
4.2.1 Inleiding / 532
4.2.2 Belastingverdragen / 534
4.2.3 EU-Arbitrageverdrag / 537
4.2.4 Wet fiscale arbitrage en EU-Arbitragerichtlijn / 538
4.3 Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken / 542
4.3.1 Overzicht en achtergronden / 542
4.3.2 Werking van het WABB-verdrag / 546
4.3.3 Werkingssfeer van het WAB-verdrag / 547
4.3.4 Uitwisseling van inlichtingen / 551
4.3.5 Bijstand bij invordering / 561
4.3.6 Bezorging van documenten / 566
4.3.7 Bepalingen betreffende alle vormen van bijstand (Hoofdstuk IV WABB-verdrag) / 567
4.3.8 Bijzondere bepalingen (Hoofdstuk V WABB-verdrag) / 577
4.3.9 Slotbepalingen (Hoofdstuk VI WABB-verdrag) / 580

BIJLAGE I Inkomstenbelasting Hoofdstuk 7: Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen
7.0.0 Volgorde van behandeling / 587
7.0.1 Inleiding / 588
Afdeling 7.1
Nederlands inkomen
7.1.1 Opbouw van het object van belastingheffing en tarieftoepassing / 601
Afdeling 7.2
Belastbaar inkomen uit werk en woning
7.2.0 Inleiding box 1 / 607
7.2.1 Winst uit Nederlandse onderneming / 607
7.2.2 Vrijstelling internationaal verkeer / 622
7.2.3 Loon uit arbeid in dienstbetrekking — Algemeen / 623
7.2.4 Loon uit in Nederland verrichte arbeid / 623
7.2.5 Werkzaamheden in het internationale verkeer / 636
7.2.6 Ambtenaren / 638
7.2.7 Pensioen / 640
7.2.8 Socialezekerheidsuitkeringen / 660
7.2.9 Belastingheffing van leden van het Europees Parlement / 662
7.2.10 30%-regeling / 663
7.2.11 Resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland / 672
7.2.12 Periodieke uitkeringen uit inkomensvoorzieningen / 680
7.2.13 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard / 685
7.2.14 Belastbare inkomsten uit eigen woning / 687
7.2.15 Negatieve persoonsgebonden aftrek / 689
7.2.16 Artiesten en sporters / 689
7.2.17 Bestuurders en commissarissen / 693
7.2.18 Verlies uit werk en woning in Nederland / 695
Afdeling 7.3
Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
7.3.1 Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) / 697
Afdeling 7.4
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 7.4.1 Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) / 711
Afdeling 7.5
Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
7.5.1 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen / 723

BIJLAGE II
Vennootschapsbelasting 2.10.5: De objectvrijstelling voorbuitenlandse ondernemingswinsten
2.10.5 De objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten (art. 15e-15j) / 735

BIJLAGE III
Vennootschapsbelasting 5A.0.1: Verrekening bij beleggingsondernemingen
5A.0.1 Verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten (art. 23d) / 763

BIJLAGE IV
Vennootschapsbelasting Hoofdstuk III: Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen
3.0.0 Inleiding / 767
3.0.1 Het belastingobject voor buitenlandse belastingplichtigen (art. 17, 17a en 18) / 769
3.0.2 Het Nederlandse inkomen nader beschouwd / 771
3.0.3 De te verrekenen verliezen uit Nederlands inkomen (art. 17 lid 2) / 781
3.0.4 Winst uit Nederlandse onderneming (art. 17 lid 3 onderdeel a) / 782
3.0.5 Winsttoerekening aan de vi/vv / 790
3.0.6 De uitbreidingen van het begrip ‘Nederlandse onderneming’ (art. 17a) / 794
3.0.7 Belastbaar inkomen uit een aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap (art. 17 lid 3 onderdeel b) / 804
3.0.8 Belastbare winst van een op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd lichaam / 819
3.0.9 Vrijstelling voor internationaal vervoer (art. 19) / 819