Asser Procesrecht 3 - Bewijs
Samenvatting
Dit Asser-deel verschaft inzicht in de verschillende kernthema’s rondom bewijsvoering in het civiele proces. De praktijkgeoriënteerde lezer krijgt inzicht in verschillende aspecten van het civiele bewijs, waaronder de vertrouwelijkheid van de informatie, de betrouwbaarheid van informatiebronnen en de preprocessuele verzameling van informatie.
Feitelijke informatie staat aan de basis van elke rechterlijke uitspraak. Asser-deel Procesrecht 3 Bewijs behandelt de gehele range aan thema’s rondom de vergaring, beoordeling en toepassing van informatie in de rechtspraak. De uitgave kenmerkt zich door een thematische opzet, die de verbanden tussen alle aspecten van het burgerlijk bewijs voor de lezer inzichtelijk maakt.
De auteur neemt de waarheidsvinding in het civiele proces als uitgangspunt. Een gezond proces vereist immers voldoende informatie om de partijen in staat te stellen tot een behoorlijk debat en de rechter tot een feitelijk solide uitspraak. Deze uitgave verheldert de actuele regels van het civiele bewijsrecht en de manier waarop zij in de rechtspraktijk worden toegepast.
Thema's civiele proces
Asser-deel Procesrecht 3 Bewijs belicht enerzijds de fundamentele uitgangspunten van het bewijsrecht, zoals de rol van het feit in de rechtstoepassing, de waarheidsvinding en de grenzen daaraan. Daarnaast komen uiteenlopende thema’s aan bod met betrekking tot de informatie die in het civiele proces wordt gegeven, gevraagd, verkregen en soms afgedwongen. Dit zijn onder meer de vertrouwelijkheid van de informatie, betrouwbaarheid van de informatiebronnen en preprocessuele verzameling van informatie.
Bewijsrecht actueel
De actuele ontwikkelingen in het civiele bewijsrecht vragen om de nodige verdieping, met name het wetsvoorstel Vereenvoudiging en modernisering burgerlijk bewijsrecht. Deze uitgave belicht de verschillende aspecten van de in het wetsvoorstel voorgestelde vernieuwingen van het bewijsrecht.
Bewijsmiddelen
De auteur staat niet alleen stil bij de algemene voorschriften van bewijsrecht, maar tevens bij de concrete bewijsmiddelen, zoals geschriften, getuigen en deskundigen. Deze elementen komen terugkerend per thema aan bod. De uitgave sluit af met een beschouwing op de bewijslastverdeling, die ook in de werkelijkheid van het proces het sluitstuk vormt.
Specificaties
Inhoudsopgave
Voorwoord bij de derde druk XI
Uitgebreide inhoudsopgave XVII
Lijst van verkort aangehaalde werken XXIX
Hoofdstuk 1 - Inleiding 1
1.1 Afstamming en tradities 1
1.2 Procesrechthervormingen 7
1.3 Plaats van ons wettelijk bewijsrecht 16
1.4 Internationaal privaatrecht 24
1.5 Europese en internationale ontwikkelingen 26
1.6 Toepasselijkheid van het wettelijk bewijsrecht 34
Hoofdstuk 2 - Informatie en bewijs 37
2.1 Een overzicht 37
2.2 Feiten 41
2.3 De klassieke functie van feitelijke informatie bij de toepassing van het recht – feiten en hun rechtsgevolg 43
2.4 Informatie in het proces 52
2.5 Bewijzen: verifi catie van specifi eke informatie 63
2.6 Vrijheid van informatie: bewijs door alle middelen 69
2.7 Vrijheid van tegenspraak: tegenbewijs 75
2.8 Het recht op bewijs 82
Hoofdstuk 3 - Waarheidsvinding 97
3.1 Taking facts seriously 97
3.2 Op zoek naar de werkelijke feiten: waarheidsvinding 100
3.3 Waarborgen van waarheidsvinding 106
3.4 Onmiddellijkheid 110
3.5 Samenwerking tussen partijen en rechter? 119
3.6 Dwangmiddelen 121
3.7 Enkele sancties 124
Hoofdstuk 4 - Grenzen van de waarheidsvinding 131
4.1 Inleiding 131
4.2 Partijautonomie 136
4.2.1 Inleiding 136
4.2.2 De feitelijke grondslag van de beslissing: art. 149 Rv 138
4.2.3 De bewijsovereenkomst 154
4.2.4 Erkenning 160
4.3 Vertrouwelijkheid en geheimhouding 172
4.3.1 Inleiding 172
4.3.2 Verschoningsrecht 175
4.3.3 Gewichtige redenen 203
4.3.4 Onrechtmatig verkregen informatie 210
4.4 Misbruik en ontbreken van procesbelang 221
Hoofdstuk 5 - Bronnen van informatie voor het bewijs (bewijsmiddelen) 227
5.1 Inleiding 227
5.2 Geschriften en elektronische gegevens 227
5.2.1 Geschriften 227
5.2.2 Elektronische gegevens 230
5.2.3 Akten 231
5.3 Verklaringen ten overstaan van de rechter: partijen en derden (getuigen en deskundigen) 236
5.3.1 Inleiding 236
5.3.2 Partijverklaringen 238
5.3.3 Getuigenverklaringen 242
5.3.4 De deskundige en de descente 258
Hoofdstuk 6 - Preprocessuele informatieverzameling voor
het bewijs 263
6.1 Inleiding 263
6.2 Het inzagerecht 269
6.2.1 Inzagerecht 269
6.2.2 Het inzagerecht in Nederland – een hele geschiedenis 273
6.2.3 Diverse met inzage verwante bepalingen 278
6.2.4 Art. 843a Rv 281
6.2.5 De inzagebepalingen in wetsvoorstel 35 498 Vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht 289
6.3 Bewijsbeslag en proces-verbaal van constatering van de deurwaarder 292
6.4 Openlegging van boeken 303
Hoofdstuk 7 - Bewijslevering 307
7.1 Inleiding 307
7.2 Bewijsaandraagplicht 308
7.3 Het in de procedure brengen van informatie voor het bewijs 310
7.3.1 Geschriften (producties) 311
7.3.2 Getuigen 321
7.3.3 Het bewijsaanbod 321
7.3.4 Het horen van de getuigen 339
7.3.5 Verzoek tot het bevelen van een deskundigenbericht en descente 348
7.3.6 Het verzoek tot het houden van een of meer voorlopige bewijsverrichtingen 353
7.3.7 Het bewijsproces naar de kern genomen 367
Hoofdstuk 8 - Het bewijsoordeel 371
8.1 Inleiding 371
8.2 De betrouwbaarheid van de informatie 373
8.2.1 Authenticiteit en integriteit 373
8.2.2 Het geschrift 376
8.2.3 De authenticiteit en integriteit van de akte: twee bewijsregels 378
8.2.4 De (on)betrouwbaarheid van het getuigenbewijs 380
8.2.5 De betrouwbaarheid van het deskundigenadvies 387
8.3 Bewijskracht en bewijsoordeel 388
8.3.1 De vrijheid en de onvrijheid ten aanzien van het bewijsoordeel 388
8.3.2 Akten en het strafvonnis 395
8.3.3 Getuigen en partijen 398
8.4 De maatstaven voor het bewijsoordeel 401
8.5 Het bewijsinterlocutoir 407
Hoofdstuk 9 - De verdeling van het bewijsrisico 411
9.1 Bewijslast 411
9.2 Non Liquet: de ratio voor regels van bewijslastverdeling 414
9.3 Theoretische onderbouwing van de bewijslastverdeling 415
9.3.1 Verschillende uitgangspunten 415
9.4 De procesrechtelijke theorie van Anema 418
9.5 De objectiefrechtelijke theorie 419
9.5.1 De Duitse herkomst: Normentheorie 419
9.5.2 Stelplicht 422
9.5.3 Bewijsrisico en non liquet 422
9.5.4 Stelplicht, bewijslast en bewijsrisico 423
9.5.5 Keuze voor de objectiefrechtelijke theorie 424
9.6 De bewijslastverdeling in de wet 426
9.6.1 Een algemene bepaling in de wet 426
9.6.2 Art. 150 Rv 428
9.7 Stellen en motiveren 430
9.8 De kwalifi catie van het verweer 432
9.9 Afwijken van de hoofdregel 436
9.10 Redelijkheid en billijkheid 437
9.11 Omkering van het bewijsrisico 438
9.12 Ratio van de omkering 441
9.13 Het vermoeden 443
9.13.1 Direct en indirect bewijs; feiten en hulpfeiten 443
9.13.2 Vermoeden 444
9.13.3 De soorten vermoedens; terminologie 444
9.14 De wettelijke vermoedens 446
9.14.1 Het ‘onweerlegbare wettelijke vermoeden’ 446
9.14.2 Weerlegbare wettelijke vermoedens 447
9.15 Rechterlijke vermoedens 448
9.15.1 Jurisprudentiële vermoedens; de ‘omkeringsregel’ 448
9.15.2 Het rechterlijke of feitelijke vermoeden en het ‘voorshandse’ bewijsoordeel 450
9.16 Ingrijpen in het debat: verzwaring van de informatieplicht 452
9.16.1 Verlichting van de bewijslevering en het bewijsrisico 452
9.16.2 Ratio 453
9.16.3 De grens met omkering van het bewijsrisico 454
9.16.4 Sanctie 455
Zakenregister 457
Wetsartikelenregister 465
Jurisprudentieregister 477
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht