Asser Procesrecht 5 - Beslag en executie

Voorwoord bij de eerste druk IX
Voorwoord bij de tweede druk XI
Uitgebreide inhoudsopgave XIX
Enige afkortingen XLI
Lijst van verkort aangehaalde werken XLIII

Hoofdstuk 1 - Inleiding 1
1.1 Plaats van beslag en executie in het recht 1
1.2 Vormen van beslag 6
1.3 Vormen van executie 10
1.4 Afbakening en opzet 13

Hoofdstuk 2 - Beslagobject 17
2.1 Inleiding 17
2.2 Vermogen van de schuldenaar 21
2.3 Vermogen van derden 36
2.3.I Beslag op goederen van derden 36
2.3.II Fiscaal bodembeslag 37
2.3.III Retentierecht 44
2.4 Algemene eisen aan het beslagobject 53
2.4.I Doel van het beslag 53
2.4.II Executeerbaarheid 55
2.4.III Economische waarde 58
2.5 Beslag op een beperkt recht 61
2.6 Beslag op een appartementsrecht 64
2.7 Beslag op een aandeel in een gemeenschap 66
2.7.I Algemeen 66
2.7.II Eenvoudige gemeenschap 68
2.7.III Bijzondere gemeenschap 72
2.7.IV Huwelijksgemeenschap 74
2.7.V Personenvennootschap 77
2.8 Roerende zaken 78
2.8.I Hoeveelheid 78
2.8.II Natuurlijke vruchten 80
2.8.III Burgerlijke vruchten 81
2.8.IV Substitutie 84
2.9 Onroerende zaken 87
2.9.I Object 87
2.9.II Natuurlijke vruchten 94
2.9.III Burgerlijke vruchten 95
2.9.IV Substitutie 99
2.9.V Verbonden rechten 101
2.9.VI Rechten die vervallen 104
2.10 Schepen en luchtvaartuigen 107
2.11 Vorderingen 108
2.12 Effecten 129
2.13 Intellectuele eigendomsrechten 143
2.14 Overige beslagobjecten 150

Hoofdstuk 3 - Verlof 159
3.1 Noodzaak van verlof 159
3.2 Indiening beslagrekest 162
3.3 Inhoud beslagrekest 169
3.3.I Gegevens 169
3.3.II Feiten 171
3.3.III Vordering 173
3.3.IV Beslag 178
3.3.V Informatieplichten 181
3.3.VI Vrees voor verduistering 185
3.3.VII Termijn eis in de hoofdzaak 190
3.4 Beoordeling beslagrekest 193
3.4.I Beleid 193
3.4.II Procedure 194
3.4.III Beoordeling 197
3.5 Verlening van het verlof 202
3.6 Gebruik van het verlof 213
3.7 Eis in de hoofdzaak 217
3.7.I Eisen aan de procedure 217
3.7.II Procedures 222
3.7.III Inhoud van de eis 232
3.7.IV Termijn 235
3.7.V Betekening 241
3.7.VI Verloop van de hoofdzaak 243

Hoofdstuk 4 - Beslaglegging 251
4.1 Noodzaak van beslag 251
4.2 Bevoegdheid 254
4.3 Onderzoek voor beslag 261
4.4 Plaats van beslag 265
4.4.I Beslag op locatie 265
4.4.II Beslag bij proces-verbaal 269
4.4.III Beslag bij exploot 272
4.4.IV Derdenbeslag 274
4.4.V Eigenbeslag 282
4.5 Tijdstip van beslag 283
4.6 Bevel om aan titel te voldoen 289
4.7 Inhoud exploot en proces-verbaal 294
4.8 Betekening 303
4.8.I Geadresseerde 303
4.8.II Wijze van betekening 307
4.8.III Termijnen 312
4.8.IV Sancties 315
4.9 Inschrijving 317
4.10 Gerechtelijke bewaring 321
4.11 Verplichtingen beslagene 329
4.12 Verplichtingen derde-beslagene 333
4.12.I Medewerking verlenen 333
4.12.II Onder zich houden 335
4.12.III Verklaring derdenbeslag 338
4.13 Derdenbescherming 356
4.14 Kosten van beslag 361

Hoofdstuk 5 - Tenietgaan en herleven 367
5.1 Tenietgaan van rechtswege 367
5.1.I Termijnoverschrijding 367
5.1.II Tenietgaan vordering waarvoor beslag is gelegd 369
5.1.III Tenietgaan beslagobject 372
5.1.IV Voortleven beslagobject 375
5.1.V Tenietgaan op grond van de wet 377
5.1.VI Inschrijving tenietgaan 381
5.2 Opheffing van beslagen 383
5.2.I Opheffing door de beslaglegger 383
5.2.II Opheffing door de rechter 388
5.3 Opheffingsgronden 393
5.3.I Algemeen 393
5.3.II Verzuim van vormen 397
5.3.III Ondeugdelijkheid vordering 399
5.3.IV Vexatoir beslag 401
5.3.V Derdenverzet 404
5.3.VI Zekerheidstelling 406
5.4 Herleving van beslagen 410
5.5 Vernietiging geëxecuteerde titel 415
5.5.I Executoriale overdracht 415
5.5.II Executoriale inning 418
5.5.III Reële executie 420
5.6 Aansprakelijkheid na vervallen beslag of titel 421
5.6.I Onrechtmatig beslag 421
5.6.II Onrechtmatige executie 425
5.7 Onttrekking aan beslag 428
5.7.I Civielrechtelijke aansprakelijkheid 428
5.7.II Strafrechtelijke veroordeling 430

Hoofdstuk 6 - Blokkerende werking 435
6.1 Inleiding 435
6.1.I Blokkerende werking 435
6.1.II Temporele reikwijdte 437
6.1.III Derdenbescherming 440
6.2 Vervreemding 442
6.3 Bezwaring 451
6.4 Betaling 456
6.4.I Betaling 456
6.4.II Afgifte 459
6.4.III Afstand 461
6.4.IV Verrekening 462
6.4.V Nogmaals betalen 468
6.4.VI Verhaal op de beslagene 471
6.4.VII Faillissement beslagene 473
6.5 Andere handelingen 482
6.5.I Reikwijdte 482
6.5.II Andere benoemde handelingen 483
6.5.III Bijzondere vormen van overdracht 489
6.5.IV Bijzondere goederenrechtelijke handelingen 493
6.5.V Verbintenisrechtelijke handelingen 497
6.5.VI Feitelijke handelingen 499

Hoofdstuk 7 - Executiebevoegdheid 505
7.1 Executiebevoegdheid bij cumulatief beslag 505
7.1.I Cumulatie met andere beslagen 505
7.1.II Cumulatie met pand of hypotheek 510
7.2 Executoriale titel 515
7.2.I Parate executie 515
7.2.II Belang executoriale titel 521
7.2.III Algemene eisen executoriale titel 522
7.2.IV Stukken 524
7.2.V Inhoud 536
7.2.VI Uitvoerbaarheid 540
7.2.VII Verjaring uitvoerbaarheid 551
7.3 Certificaat of exequatur 553
7.3.I Tenuitvoerlegging van Europese executoriale titels 553
7.3.II Tenuitvoerlegging van niet-Europese executoriale titels 556
7.3.III Tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen 559
7.4 Voorkoming van executie 565
7.4.I Schorsing van executie 565
7.4.II Opheffing beslag 570
7.4.III Lossing 572
7.4.IV Verplichte verhaalsvolgorde 575

Hoofdstuk 8 - Executie 581
8.1 Aanzegging van executie 581
8.1.I Betekening executoriale titel 581
8.1.II Bevel om aan titel te voldoen 586
8.2 Openbare verkoop 588
8.2.I Voorbereiding verkoop 588
8.2.II Bekendmaking verkoop 590
8.2.III Verkoop 594
8.2.IV Betaling 604
8.2.V Levering 609
8.2.VI Zuivering 614
8.3 Inning 625
8.3.I Tijdstip 625
8.3.II Bedrag 628
8.3.III Betaling 632
8.3.IV Verhaal 639
8.3.V Terugvordering 646
8.4 Reële executie 651
8.4.I Begripsbepaling 651
8.4.II Inleidend beslag 652
8.4.III Afgifte van roerende zaken 658
8.4.IV Ontruiming van onroerende zaken 659
8.4.V Levering van goederen 664
8.5 Lijfsdwang 670
8.6 Dwangsom 676

Hoofdstuk 9 - Opbrengst 687
9.1 Omvang opbrengst 687
9.1.I Te ontvangen bedrag 687
9.1.II Omzetbelasting 689
9.1.III Executiekosten 696
9.2 Verdelingsprocedure 701
9.2.I Wettelijke regeling 701
9.2.II Uitkering of bewaring 703
9.2.III Rangregeling 705
9.2.IV Verdeling na executie door pand- of hypotheekhouder 714
9.2.V Rekening en verantwoording 717
9.3 Gerechtigden tot de opbrengst 718
9.3.I Besloten kring 718
9.3.II Beslagleggers 720
9.3.III Schuldeisers die geen beslag hoeven te leggen 726
9.3.IV Overgang van gerechtigdheid 733
9.4 Te verhalen vorderingen 740
9.5 Rangorde 747
9.5.I Blokkerende werking 747
9.5.II Voorrang 748
9.5.III Achterstelling 751
9.5.IV Paritas creditorum 753
9.5.V Rangorde bij gedeeltelijke uitkering 757
9.6 Uitkering 758
9.7 Faillissement 761
9.8 Beslag op de opbrengst 766

Zakenregister 771
Wetsartikelenregister 779
Jurisprudentieregister 799