Studenteneditie Cursus Belastingrecht Internationaal Belastingrecht 2024-2025

Inleiding
0.0 Voorwoord / 1
0.1 Inleiding / 1
0.2 Subjectieve band / 2
0.2.1 Algemeen / 2
0.2.2 Het woonplaatsbegrip in de Nederlandse wet / 3
0.3 Objectieve band / 3
0.4 Bronnen van het Nederlandse internationale belastingrecht / 4
0.4.1 Nationale heffingswetten / 4
0.4.2 Belastingverdragen / 4
0.4.3 Besluit voorkoming dubbele belasting / 5
0.5 Samenhang tussen de nationale heffingswetten, de belastingverdragen en het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 / 5
0.5.1 Inleiding / 5
0.5.2 Inwoner van Nederland geniet inkomsten uit buitenlandse bron / 5
0.5.3 Niet-inwoner van Nederland geniet inkomsten uit Nederlandse bron / 6
0.6 Het voorkomen door Nederland van dubbele belasting van zijn inwoners / 7
0.7 Methoden ter voorkoming van dubbele belasting / 7
0.7.1 Inleiding / 7
0.7.2 Belastingvrijstelling / 8
0.7.3 Belastingverrekening / 10
0.7.4 Vergelijking belastingvrijstelling — belastingverrekening / 12
0.7.5 Kostenaftrek / 12
0.8 Internationale toedeling van winsten en inkomsten / 13
0.8.1 Algemeen / 13
0.8.2 Ondernemingswinst / 13
0.8.3 Inkomsten uit onroerende zaken / 15
0.8.4 Inkomsten uit arbeid / 16
0.8.5 Dividenden, interesten en royalty’s / 16
0.8.6 Globaal overzicht van de internationale toedeling van winst en inkomsten en de wijze van voorkoming van dubbele belasting / 17
0.8.7 Overzicht verdeling heffingsrechten per inkomenscategorie op basis van het OESO-Modelverdrag en de wijze van voorkoming van dubbele belasting door Nederland / 18

HOOFDSTUK I
Algemene begrippen van internationaal belastingrecht
1.1 Inleiding / 19
1.1.1 Begrip ‘internationaal belastingrecht’; fiscale jurisdictie / 19
1.1.2 Juridisch tegenover economisch dubbele belasting / 19
1.2 Internationale juridisch dubbele belasting / 20
1.2.1 Persoonlijke tegenover zakelijke heffingsbeginselen / 20
1.2.2 Samenloop van heffingsbeginselen / 23
1.2.3 Verzachting van de gevolgen van samenloop van heffingsbeginselen / 26
1.3 Nationale en internationale economisch dubbele belasting van dividenden / 41
1.3.1 Nationaal / 41
1.3.2 Internationaal / 48

HOOFDSTUK II
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001
2.1 Inleiding / 49
2.1.1 Eenzijdige maatregelen ter voorkoming van dubbele belasting tegenover verdragen / 49
2.1.2 Nederlandse eenzijdige maatregelen buiten het Bvdb 2001 / 52
2.1.3 Het Bvdb 2001 tegenover de buitenlandse belastingplicht / 55
2.1.4 De structuur van het Bvdb 2001 / 55
2.1.5 Het Bvdb 2001 vergeleken met het Bvdb 1989 / 56
2.2 Toepassingsvoorwaarden Bvdb 2001 / 58
2.2.0 Geen verdrag / 58
2.2.1 Binnenlandse belastingplicht / 63
2.2.2 Onderworpenheid / 67
2.3 Definities / 77
2.3.0 Vaste inrichting en vaste vertegenwoordiger (art. 2 Bvdb 2001) / 77
2.3.1 Mogendheid (art. 3 Bvdb 2001) / 79
2.3.2 Gebied van een andere Mogendheid (art. 4 Bvdb 2001) / 80
2.3.3 Dividenden, interest en royalty’s (art. 5 Bvdb 2001) / 81
2.3.4 Ontwikkelingsland (art. 6 Bvdb 2001) / 82
2.4 Inkomstenbelasting — box 1: inkomen uit werk en woning / 84
2.4.1 Box 1-vrijstelling — reikwijdte / 84
2.4.2 Box 1-vrijstelling — mechanisme / 99
2.4.3 Box 1-verrekening bij sporters en artiesten — reikwijdte / 116
2.4.4 Box 1-verrekening bij bemanningsleden van zee- en luchtvaartuigen / 122
2.4.5 Box 1-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — reikwijdte / 125
2.4.6 Box 1-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — mechanisme / 129
2.4.7 Kostenaftrek als alternatief voor verrekening / 141
2.5 Inkomstenbelasting — box 2: aanmerkelijkbelangdividenden / 144
2.5.1 Box 2-verrekening — reikwijdte / 144
2.5.2 Voorwaarden voor de box 2-belastingverrekening / 144
2.5.3 Grondslageis / 144
2.5.4 Box 2-verrekening — mechanisme / 145
2.5.5 Additionele box 2-verrekening bij dividenden in geval van afgezonderde particuliere vermogens (apv’s) (tot 20 september 2016) / 147
2.6 Inkomstenbelasting — box 3: inkomen uit sparen en beleggen / 149
2.6.1 Box 3-vrijstelling — reikwijdte / 149
2.6.2 Box 3-vrijstelling — mechanisme / 156
2.6.3 Box 3-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — reikwijdte / 162
2.6.4 Box 3-verrekening bij dividenden, interest en royalty’s — mechanisme / 165
2.6A Additionele verrekening voor alle boxen in geval van apv’s / 169
2.6A.1 Algemeen / 169
2.6A.2 Onderscheid heffing door apv-staat en heffing door bronland / 169
2.6A.3 Verrekening belasting geheven door apv-staat; voorwaarden / 170
2.6A.4 Verrekening belasting geheven door de apv-staat; mechanisme / 171
2.7 Loonbelasting / 174
2.8 Vennootschapsbelasting / 175
2.8.1 Inleiding / 175
2.8.2 Vrijstelling (tot 2012) / 175
2.8.3 Passieve vi-financieringswinst (tot 2012) / 177
2.8.4 Verrekening bij dividenden, interest en royalty’s in de Vpb. — reikwijdte / 178
2.8.5 Verrekening — mechanisme / 180
2.8.6 Aanvullende bepalingen / 184
2.9 Bankenbelasting / 186
2.9.1 Algemeen / 186
2.9.2 Voorwaarden voor en wijze van verrekening buitenlandse belasting / 186

HOOFDSTUK III
Belastingverdragen
3.1 Inleiding / 189
3.1.0 Object van de verdragen / 189
3.1.1 Modelverdragen / 190
3.1.2 Supranationale organisaties en multilaterale regelingen / 193
3.1.3 Verdragen en nationaal belastingrecht / 195
3.1.4 Procedure van totstandkoming van verdragen / 200
3.1.5 Multilateraal Instrument / 201
3.2 Structuur en inhoud van een belastingverdrag / 214
3.2.0 Inleiding / 214
3.2.1 Het verdrag en de daarmee samenhangende stukken / 215
3.2.2 Algemene indeling van een verdrag / 216
3.2.3 Toepassingsbereik wat betreft personen, belastingen, gebied en tijd / 218
3.2.4 Definities / 232
3.3 Methode van toewijzing en voorkoming van dubbele belasting / 289
3.3.1 Toewijzing / 289
3.3.2 Voorkoming van dubbele belasting (art. 23 OESO-Modelverdrag) / 291
3.4 De toewijzing van de verschillende inkomensbestanddelen en van het vermogen / 316
3.4.0 Inleiding / 316
3.4.1 Inkomsten uit onroerende goed (art. 6 OESO-Modelverdrag) / 319
3.4.2 Winst uit onderneming / 324
3.4.3 Dividenden, interesten en royalty’s / 398
3.4.4 Vermogenswinsten (art. 13 OESO-Modelverdrag) / 432
3.4.5 Inkomsten uit arbeid / 442
3.4.6 Overige inkomsten (art. 21 OESO-Modelverdrag) / 508
3.4.7 Vermogen (art. 22 OESO-Modelverdrag) / 513
3.5 Overige regelingen / 514
3.5.1 Non-discriminatie (art. 24 OESO-Modelverdrag) / 514
3.5.2 Regeling voor onderling overleg (art. 25 OESO-Modelverdrag) / 524
3.5.3 Uitwisseling van inlichtingen (art. 26 OESO-Modelverdrag) / 530
3.5.4 Bijstand bij de invordering van belastingen (art. 27 OESO-Modelverdrag) / 539
3.5.5 Diplomatieke en consulaire ambtenaren (art. 28 OESO-Modelverdrag) / 541
3.5.6 Gerechtigdheid tot verdragsvoordelen (art. 29 OESO-Modelverdrag) / 543
3.5.7 Uitbreiding tot andere gebieden (art. 30 OESO-Modelverdrag), Inwerkingtreding (art. 31 OESO-Modelverdrag) en Beëindiging (art. 32 OESO-Modelverdrag) / 554

HOOFDSTUK IV
Capita Selecta Internationaal Belastingrecht
4.1 Hybride entiteiten onder belastingverdragen / 555
4.1.1 Inleiding / 555
4.1.2 Het OESO Partnership Report / 556
4.1.3 Art. 1 lid 2 OESO-Modelverdrag 2017 en art. 3 lid 1 MLI / 566
4.2 Internationale geschilbeslechting door middel van arbitrage / 572
4.2.1 Inleiding / 572
4.2.2 Mutual agreement procedure en arbitrageregelingen / 574
4.2.3 Mogelijke collisie van arbitrageregelingen / 581
4.2.4 Materiële reikwijdte van de Arbitragerichtlijn en de WFA / 584
4.2.5 Enige formele aspecten / 589
4.3 Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken / 590
4.3.1 Overzicht en achtergronden / 590
4.3.2 Werking van het WABB-verdrag / 594
4.3.3 Werkingssfeer van het WABB-verdrag / 595
4.3.4 Uitwisseling van inlichtingen / 599
4.3.5 Bijstand bij invordering / 610
4.3.6 Bezorging van documenten / 614
4.3.7 Bepalingen betreffende alle vormen van bijstand (Hoofdstuk IV WABB-verdrag) / 616
4.3.8 Bijzondere bepalingen (Hoofdstuk V WABB-verdrag) / 626
4.3.9 Slotbepalingen (Hoofdstuk VI WABB-verdrag) / 628
4.4 Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) en aanverwante ontwikkelingen / 634
4.4.1 Algemeen / 634
4.4.2 De BEPS-actiepunten / 635
4.4.3 Implementatie van BEPS door Nederland / 639
4.4.4 De OESO en de digitale economie/BEPS 2.0 / 644
4.4.5 Parallelle ontwikkelingen op het niveau van de EU / 664
4.4.6 Verdere ontwikkelingen in de EU: BEFIT en DEBRA / 669

BIJLAGE I
Inkomstenbelasting Hoofdstuk 7: Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen
7.0.0 Volgorde van behandeling / 671
7.0.1 Inleiding / 672
Afdeling 7.1
Nederlands inkomen
7.1.1 Opbouw van het object van belastingheffing en tarieftoepassing / 687
Afdeling 7.2
Belastbaar inkomen uit werk en woning
7.2.0 Inleiding box 1 / 695
7.2.1 Winst uit Nederlandse onderneming / 695
7.2.2 Vrijstelling internationaal verkeer / 711
7.2.3 Loon uit arbeid in dienstbetrekking — Algemeen / 712
7.2.4 Loon uit in Nederland verrichte arbeid / 713
7.2.5 Werkzaamheden in het internationale verkeer / 726
7.2.6 Ambtenaren / 729
7.2.7 Pensioen / 731
7.2.8 Socialezekerheidsuitkeringen / 753
7.2.9 Belastingheffing van leden van het Europees Parlement / 755
7.2.10 30%-regeling / 756
7.2.11 Resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland / 767
7.2.12 Periodieke uitkeringen uit inkomensvoorzieningen / 775
7.2.13 Periodieke uitkeringen en verstrekkingen van publiekrechtelijke aard / 781
7.2.14 Belastbare inkomsten uit eigen woning / 782
7.2.15 Negatieve persoonsgebonden aftrek / 785
7.2.16 Artiesten en sporters / 785
7.2.17 Bestuurders en commissarissen / 789
7.2.18 Participanten in een omgekeerd hybride lichaam / 792
7.2.19 Verlies uit werk en woning in Nederland / 794
Afdeling 7.3
Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
7.3.1 Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) / 795
Afdeling 7.4
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
7.4.1 Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) / 811
Afdeling 7.5
Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
7.5.1 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen / 823

BIJLAGE II
Vennootschapsbelasting 2.10.5: De objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten
2.10.5 De objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten (art. 15e-15j) / 837

BIJLAGE III
Vennootschapsbelasting 5A.0.1: Verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten
5A.0.1 Verrekening bij buitenlandse ondernemingswinsten (art. 23d) / 869

BIJLAGE IV
Vennootschapsbelasting Hoofdstuk III: Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen
3.0.0 Inleiding / 873
3.0.1 Het belastingobject voor buitenlandse belastingplichtigen (art. 17, 17a en 18) / 875
3.0.2 Het Nederlandse inkomen nader beschouwd / 877
3.0.3 De te verrekenen verliezen uit Nederlands inkomen (art. 17 lid 2) / 890
3.0.4 Winst uit Nederlandse onderneming (art. 17 lid 3 onderdeel a) / 890
3.0.5 Winsttoerekening aan de vi/vv / 899
3.0.6 De uitbreidingen van het begrip ‘Nederlandse onderneming’ (art. 17a) / 904
3.0.7 Belastbaar inkomen uit een aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap (art. 17 lid 3 onderdeel b) / 917
3.0.8 Belastbare winst van een op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd lichaam / 935
3.0.9 Vrijstelling voor internationaal vervoer (art. 19) / 936