Woord vooraf 11
Je mag ook niets meer zeggen, toch? 13
DEEL 1 – GESLACHT, GENDERIDENTITEIT & SEKSUELE ORIËNTATIE 23
Waarde 1: Iedereen wordt erkend, begroet en aangesproken 25
Waarde 2: Queer is geen paradepaardje 47
Waarde 3: Doorbreek kleinering, uitsluiting en seksisme 72
DEEL 2 – TOEGANKELIJKHEID & VALIDISME 97
Waarde 4: Een persoon heeft een beperking, maar is niet beperkt 99
Waarde 5: Toegankelijkheid is een dagelijkse bezigheid (waar we flink mee aan de slag moeten) 119
Waarde 6: Iedereen doet ertoe en kan meedoen 138
DEEL 3 – DEKOLONISATIE & RACISME 155
Waarde 7: Dekoloniseer de Nederlandse taal 157
Waarde 8: Doorbreek het zwart-witdenken 185
Waarde 9: Erken de geschiedenis en benoem die 214
DEEL 4 – INCLUSIE & ERKENNING 249
Waarde 10: Een persoon is wie die zegt te zijn, niet wat anderen daarvan maken 251
Waarde 11: Expertise en identiteit zijn verschillende zaken 277
Waarde 12: Respecteer (en waardeer) religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen 305
DEEL 5 – DEMOCRATISERING & EIGENAARSCHAP 329
Waarde 13: Weg met de elitaire bubbel 331
Waarde 14: De nieuwe taal maakt excuses 346
Waarde 15: De nieuwe taal blijft zich vernieuwen 368
Tot slot –Een persoonlijk woord van de auteur 381
Bronnen – De verantwoording 385
Wat betekent wat ook alweer? – Verklarende woordenlijst 389
