De toepassing van het Haags Kinderontvoeringsverdrag in Nederland en het belang van het kind

Specificaties
Paperback, 726 blz. | Nederlands
Boom Juridische Uitgevers | 1e druk, 2015
ISBN13: 9789462901407
Boom Juridische Uitgevers 1e druk, 2015 9789462901407
Onderdeel van serie NILG - Familie & recht
Verwachte levertijd ongeveer 6 werkdagen

Samenvatting

Per jaar worden ‘enkele schoolklassen kinderen’ vanuit en naar Nederland ontvoerd. Zij worden niet meegenomen door een onbekende, maar veelal door hun eigen moeder of vader. Wereldwijd gaat het jaarlijks om duizenden kinderen. Om internationale ontvoering van kinderen tegen te gaan, is in 1980 het Haags Kinderontvoeringsverdrag in het leven geroepen.

In dit boek wordt onderzocht in welke mate recht wordt gedaan aan het belang van het kind bij de toepassing van het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Voornamelijk wordt onderzocht hoe dit Verdrag in Nederland wordt toegepast. Ingegaan wordt op de achtergrond en totstandkoming(sgeschiedenis) van het Verdrag (deel I); de wijze waarop het Verdrag in Nederland wordt toegepast (deel II); de toepassing van het Verdrag vanuit een internationaal perspectief (deel III); en op ervaringen van kinderen en ouders die te maken hebben gehad met internationale kinderontvoering (deel IV). Ten slotte wordt in deel V van dit onderzoek een conclusie getrokken en worden aanbevelingen gedaan.

Dit boek is bestemd voor personen- en familierecht specialisten uit wetenschap, overheidsinstellingen en advocatuur.

Specificaties

ISBN13:9789462901407
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:726
Druk:1
Verschijningsdatum:17-10-2015

Over Geeske Ruitenberg

Geeske Ruitenberg is verbonden aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, afdeling privaatrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Andere boeken door Geeske Ruitenberg

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1
Inleiding 1
1.1 Introductie 1
1.2 Enkele cijfers 2
1.3 Het Haags Kinderontvoeringsverdrag in vogelvlucht 3
1.3.1 Inleiding 3
1.3.2 Definitie van internationale kinderontvoering 4
1.3.3 Doel van het Verdrag 6
1.3.4 Toepassing van het Verdrag 7
1.4 Vraagstelling en onderzoeksmethode 8
1.4.1 Vraagstelling 8
1.4.2 Onderzoeksopzet, methode en afbakening 9
1.5 Opbouw van het onderzoek 10

Deel I
De achtergrond van het HKOV en het belang van het kind als uitgangspunt bij de toepassing ervan 13

Hoofdstuk 2
Naar een Haags Kinderontvoeringsverdrag… 15
2.1 Inleiding 15
2.2 De Nederlandse situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor het ontstaan van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 15
2.2.1 Inleiding 15
2.2.2 Bestaande regelingen 16
2.2.3 Beschikbare informatie en jurisprudentie over internationale kinderontvoering 19
2.3 De situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor het ontstaan van het Haags Kinderontvoeringsverdrag op internationaal niveau 23
2.3.1 Inleiding 23
2.3.2 Aanleiding tot het opstellen van een verdrag 25
2.3.3 Kenmerken van de situatie die leidt tot kinderontvoering 26
2.3.4 Gevolgen van kinderontvoering 28
2.3.5 Juridische context in gezagszaken en het belang van het kind 29
2.3.6 Correlatie tussen omgangsrecht en kinderontvoering 30
2.3.7 Methoden om kinderontvoering tegen te gaan 31
2.4 Vragen over kinderontvoering en antwoorden van de lidstaten 33
2.5 Kinderontvoering en ervaringen van International Social Service 34
2.6 Eerste bijeenkomst Special Commission over kinderontvoering – maart 1979 36
2.7 Het ontwerpverdrag 37
2.8 Veertiende zitting van de Haagse Conferentie, ondertekening en inwerkingtreding 38
2.9 Conclusie 41
2.9.1 De situatie ten aanzien van internationale kinderontvoering voor de inwerkingtreding van het HKOV 41
2.9.2 De totstandkoming van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 42
2.9.3 Slot 43

Hoofdstuk 3
De inhoud van het Haags Kinderontvoeringsverdrag aan de hand van het toelichtend rapport van Pérez-Vera 45
3.1 Inleiding 45
3.2 De doelen van het Verdrag 46
3.3 De aard van het Verdrag 51
3.4 De instrumenten voor de toepassing van het Verdrag 52
3.5 Terminologie 52
3.6 Commentaar bij de verdragsbepalingen 53
3.7 Conclusie 61
3.7.1 Het belang van het kind in de tekst van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 61
3.7.2 Slot 63

Hoofdstuk 4
Het belang van het kind 65
4.1 Inleiding 65
4.2 Het belang van het kind als uitgangspunt in het IVRK 66
4.2.1 Artikel 3 IVRK, het belang van het kind als ‘sleutelbepaling’ 66
4.2.2 Artikel 2, 5-12, 18 en 20 IVRK 67
4.2.3 General Comment No. 6 71
4.3 Het belang van het kind bij toepassing van het HKOV: enkele dilemma’s 72
4.3.1 Inleiding 72
4.3.2 Dilemma’s 73
4.3.2.1 Het belang van het (individuele) kind versus andere belangen 74
4.3.2.2 Teruggeleiding in of niet strijdig met het belang van het kind 77
4.3.2.3 Snelheid versus kwaliteit 79
4.3.2.4 Het belang van het kind na terugkeer? 81
4.3.2.5 Verenigbaarheid van het HKOV met (artikel 3) IVRK 83
4.4 Het belang van het kind nader ingevuld 86
4.5 Conclusie 92
4.5.1 Het belang van het kind in het IVRK en als criterium in Nederlandse juridische procedures 92
4.5.2 Dilemma’s ten aanzien van het belang van het kind bij toepassing van het HKOV 94

Hoofdstuk 5
Conclusie van deel I: De achtergrond van het HKOV en het belang van het kind als uitgangspunt bij de toepassing ervan 97

Deel II
Toepassing van het Verdrag in Nederland 107

Hoofdstuk 6
Ratificatie van het HKOV door en (ontwikkeling van) de Uitvoeringswetgeving in Nederland 109
6.1 Inleiding 109
6.2 De wetsvoorstellen 110
6.2.1 Inleiding 110
6.2.2 Motivering voor ratificatie 110
6.2.3 Voorbehoud 113
6.2.4 Rechtstreekse werking 113
6.2.5 De Uitvoeringswet 114
6.3 Adviezen en behandeling van het wetsvoorstel 119
6.3.1 Adviezen van diverse organisaties en de Raad van State 119
6.3.2 Behandeling in de Staten-Generaal 120
6.4 De wijzigingen in de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering per 1 januari 2012 121
6.4.1 Inleiding 121
6.4.2 De wijzigingen in de Uitvoeringswet 122
6.4.2.1 Concentratie van rechtspraak in teruggeleidingszaken 123
6.4.2.2 Beperking van het cassatieberoep in teruggeleidingszaken 130
6.4.2.3 Schorsende werking van het hoger beroep in teruggeleidingszaken 136
6.4.2.4 Afschaffing van de procesvertegenwoordigende bevoegdheid van de CA 139
6.5 Conclusie 142
6.5.1 Het belang van het kind in de Nederlandse wetsgeschiedenis van het HKOV en bij de invoering van de Uitvoeringswet 142
6.5.2 Het belang van het kind bij de wijziging van de Uitvoeringswet in 2012 144

Hoofdstuk 7
Toepassing van het HKOV in Nederland – inclusief de toepassing van andere internationaal rechtelijke instrumenten 147
7.1 Inleiding 147
7.2 Cijfers 148
7.2.1 Inleiding 148
7.2.2 Ontvoeringen naar Nederland (inkomende zaken) 151
7.2.3 Ontvoeringen vanuit Nederland naar het buitenland (uitgaande zaken) 160
7.2.4 Internationale omgangszaken 167
7.3 Toepassingsgebied van het Verdrag 170
7.4 Ontvoeringen naar Nederland (inkomende zaken) 173
7.5 Inkomende verzoeken tot omgang 187
7.6 Ontvoeringen vanuit Nederland en uitgaande verzoeken tot omgang (uitgaande zaken) 189
7.7 Juridische maatregelen die kunnen bijdragen aan het voorkomen van kinderontvoering 204
7.8 Andere internationaal rechtelijke instrumenten en de samenloop daarvan met het HKOV 212
7.8.1 Inleiding 212
7.8.2 Europees Verdrag 1980 213
7.8.2.1 Inleiding 213
7.8.2.2 De inhoud van het EV 214
7.8.2.3 Samenloop EV/HKOV 218
7.8.2.4 Het belang van het kind in het EV 221
7.8.3 Verordening Brussel II bis 225
7.8.3.1 Inleiding 225
7.8.3.2 De inhoud van de Verordening Brussel II bis 227
7.8.3.3 De Verordening Brussel II bis: in het belang van het kind? 237
7.8.4 Europees Verdrag inzake de omgang van en met kinderen 2003 244
7.8.5 De Haagse Kinderbeschermingsverdragen van 1961 en 1996 246
7.8.5.1 Inleiding 246
7.8.5.2 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961 246
7.8.5.3 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 248
7.8.5.4 Uitvoeringswet Internationale Kinderbescherming 255
7.8.6 Kinderrechtenverdragen 256
7.8.6.1 Europees Verdrag inzake de uitoefening van Rechten van Kinderen 1996 256
7.8.6.2 Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 1989 257
7.8.7 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 1950 258
7.9 Conclusie 259
7.9.1 Inkomende zaken 259
7.9.2 Uitgaande zaken 260
7.9.3 Samenloop met andere internationale regelingen 261
7.9.4 Slot 264

Hoofdstuk 8
Analyse van de jurisprudentie van internationale hoven en Nederlandse gerechten inzake de toepassing van het HKOV 267
8.1 Inleiding 267
Jurisprudentie van het EHRM en HvJEU
8.2 Jurisprudentie van het EHRM 268
8.2.1 Inleiding 268
8.2.2 Het belang van het kind als eerste overweging 268
8.2.3 De belangenafweging in het kader van artikel 13 lid 1 sub b HKOV 275
8.2.4 Een snelle terugkeer in een zorgvuldige procedure is in het belang van het kind 277
8.2.5 Wijziging van omstandigheden 280
8.2.6 Slot 281
8.3 Jurisprudentie van het HvJEU 284
Nederlandse rechtspraak
8.4 Inkomende teruggeleidingszaken 286
8.4.1 Inleiding 286
8.4.2 Enkele eerdere analyses en kwantitatieve gegevens uit mijn jurisprudentieanalyse 287
8.5 Ongeoorloofde overbrenging of achterhouding in de zin van het HKOV? 290
8.5.1 Inleiding 290
8.5.2 Ontvankelijkheid van het teruggeleidingsverzoek; artikel 8 HKOV, artikel 6 EVRM 291
8.5.3 Gewone verblijfplaats; artikel 3 lid 1 sub a HKOV 292
8.5.3.1 Inleiding 292
8.5.3.2 Toetsingskader 293
8.5.3.3 Wijziging van de gewone verblijfplaats gedurende de ontvoering? 294
8.5.3.4 Duur van het verblijf; hoe snel gaat de gewone verblijfplaats na (legale) verhuizing over? 296
8.5.3.5 Intentie van de ouders 299
8.5.3.6 Conclusie 301
8.5.4 Interpretatie van 'gezagsrecht'; artikel 3, 5, 14 en 15 HKOV 302
8.5.4.1 Inleiding 302
8.5.4.2 Gezag in de zin van het HKOV en gezagsbeslissingen die na de ontvoering genomen zijn 303
8.5.4.3 Conclusie 309
8.6 Weigeringsgronden 309
8.6.1 Inleiding 309
8.6.2 Geen daadwerkelijke gezagsuitoefening; toestemming of berusting; artikel 13 lid 1 sub a HKOV 310
8.6.2.1 Inleiding 310
8.6.2.2 Daadwerkelijke gezagsuitoefening 311
8.6.2.3 Toestemming 314
8.6.2.4 Berusting 318
8.6.3 Ernstig risico op lichamelijk of geestelijk gevaar/ondragelijke toestand voor het kind; artikel 13 lid 1 sub b HKOV 322
8.6.3.1 Inleiding 322
8.6.3.2 Toetsingskader 323
8.6.3.3 (Potentieel) gevaarlijke achtergebleven ouder 326
8.6.3.4 (Potentieel) gevaarlijke gewone verblijfplaats 332
8.6.3.5 Omstandigheden met betrekking tot de ontvoerende ouder 333
8.6.3.6 Ernstige schade aan de ontwikkeling van het kind 337
8.6.3.7 Overige 339
8.6.3.8 Conclusie 341
8.6.4 Het kind verzet zich/ het horen van het kind; artikel 13 lid 2 HKOV, artikel 13 lid 2 Uitvoeringswet, artikel 11 lid 2 Verordening Brussel II bis 341
8.6.4.1 Inleiding 341
8.6.4.2 Toetsingskader 342
8.6.4.3 Wanneer is sprake van ‘verzet’ in de zin van artikel 13 lid 2 HKOV? 343
8.6.4.4 Conclusie 353
8.6.5 Worteling van het kind; artikel 12 lid 2 HKOV 354
8.6.5.1 Inleiding 354
8.6.5.2 Toetsingskader 354
8.6.5.3 Wanneer is sprake van ‘worteling’ in de zin van artikel 12 lid 2 HKOV? 356
8.6.5.4 Conclusie 357
8.6.6 Strijd met fundamentele beginselen; artikel 20 HKOV 358
8.6.7 Overige omstandigheden en bepalingen die een rol spelen bij het al dan niet teruggeleiden; zoals artikel 8 EVRM en artikel 3 IVRK 360
8.6.7.1 Inleiding 360
8.6.7.2 Minnelijke regeling tussen de ouders en andere omstandigheden op grond waarvan een ontvoerd kind niet wordt teruggeleid 360
8.6.7.3 Artikel 8 EVRM en artikel 3 IVRK; het belang van het kind 362
8.6.7.4 Conclusie 367
8.7 De gerechtelijke procedure in teruggeleidingszaken 367
8.7.1 Inleiding 367
8.7.2 Algemeen 368
8.7.3 Het teruggeleidingsbevel 368
8.7.3.1 Inleiding 368
8.7.3.2 Teruggeleidingstermijn 368
8.7.3.3 Teruggeleiding onder voorwaarden 370
8.7.3.4 Afdwingbaarheid van een teruggeleidingsbevel; dwangmiddelen; artikel 585-600, 611a-611i, 812, 813 Rv, artikel 13 lid 6 Uitvoeringswet 374
8.7.3.5 Uitvoerbaarheid bij voorraad en schorsing van de tenuitvoerlegging 376
8.7.3.5.1 Uitvoerbaarheid bij voorraad (artikel 13 lid 5 Uitvoeringswet) 376
8.7.3.5.2 Schorsing van de tenuitvoerlegging 378
8.7.3.5.3 De ‘houdbaarheidsdatum’ van een teruggeleidingsbevel 381
8.7.4 Kinderbeschermingsmaatregelen 382
Slot
8.8 Conclusie 386
8.8.1 Jurisprudentie van het EHRM en HvJEU 386
8.8.2 Inkomende teruggeleidingszaken 387
8.8.3 Slot 398

Hoofdstuk 9
Knelpunten bij en suggesties voor een (verdere) verbetering van de toepassing van het HKOV 399
9.1 Inleiding 399
9.2 Kritiek op de inhoud van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 400
9.2.1 Inleiding 400
9.2.2 Algemene kritiek 400
9.2.3 De toepassing van de weigeringsgronden 402
9.2.4 Wijziging van gezag gedurende de ontvoering (artikel 16 HKOV) 410
9.2.5 Supranationale instantie; uniforme verdragstoepassing 411
9.2.6 Protocol bij het Verdrag 413
9.3 Suggesties voor een verdere verbetering van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering 414
9.4 Knelpunten bij de (praktische) toepassing van het Verdrag 421
9.4.1 Inleiding 421
9.4.2 Functioneren van de Nederlandse CA 421
9.4.3 Deskundigheid, informatie en mediation 423
9.4.4 Voorbereiding op, begeleiding bij en situatie na terugkeer 425
9.4.5 Financiële problemen; fonds voor rechtsbijstand/rechtshulp en schadevergoeding 428
9.4.6 Verblijfstatus van de niet-Nederlandse ouder 433
9.4.7 Uitoefening van een omgangsregeling 434
9.4.8 Klachten bij de Nationale ombudsman 435
9.5 Overige knelpunten en suggesties 442
9.5.1 Inleiding 442
9.5.2 De aandacht in het parlement voor internationale kinderontvoering in het licht van het belang van het kind 442
9.5.3 Strafrechtelijke aanpak van kinderontvoering 445
9.6 Conclusie 445
9.6.1 Inleiding 445
9.6.2 Knelpunten en suggesties ten aanzien van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 446
9.6.3 Knelpunten en suggesties ten aanzien van de toepassing in Nederland 449
9.6.4 Slot 451

Hoofdstuk 10
Conclusie van deel II: Toepassing van het Verdrag in Nederland 453

Deel III
Suggesties voor een toepassing van het HKOV die meer recht doet aan het belang van het kind vanuit internationaal perspectief 465

Hoofdstuk 11
Suggesties voor een toepassing van het HKOV die meer recht doet aan het belang van het kind vanuit internationaal perspectief 467
11.1 Inleiding 467
11.2 Cijfers 468
11.3 Guides to Good Practice 472
11.3.1 Inleiding 472
11.3.2 Guide to Good Practice Part I – Central Authority Practice 472
11.3.3 Guide to Good Practice Part II – Implementing Measures 473
11.3.4 Guide to Good Practice Part III – Preventive Measures 474
11.3.5 Guide to Good Practice Part IV – Enforcement 475
11.4 Enkele conclusies en aanbevelingen van de Special Commission 476
11.5 Interpretatie en toepassing van artikel 3 en 21 HKOV 479
11.5.1 Inleiding 479
11.5.2 Artikel 3 HKOV 479
11.5.2.1 Interpretatie van gezagsrecht in de zin van artikel 3 HKOV (inclusief non-removal c.q. ne exeat clause) 480
11.5.2.2 Gewone verblijfplaats als aanknopingspunt 485
11.5.3 Artikel 21 HKOV 488
11.6 Interpretatie en toepassing van de weigeringsgronden 492
11.6.1 Inleiding 492
11.6.2 Artikel 13 lid 1 sub b; ernstig risico 492
11.6.2.1 Special Commission 492
11.6.2.2 Kritiek op de interpretatie 493
11.6.2.3 Zwitserse voorstellen tijdens de Special Commission 2006 497
11.6.2.4 Zwitserse wetgeving ten aanzien van de interpretatie van artikel 13 lid 1 sub b HKOV 500
11.6.3 Artikel 13 lid 1 sub a HKOV; toestemming en berusting 504
11.6.4 Artikel 13 lid 2 HKOV; verzet van het kind en een eigen vertegenwoordiger 505
11.6.5 Artikel 12 lid 2 HKOV; worteling 510
11.6.6 Artikel 20 HKOV; strijd met fundamentele beginselen 512
11.7 Overige knelpunten en suggesties – van praktische aard 512
11.8 Overige knelpunten en suggesties – van juridische aard 513
11.8.1 (Gezags)procedures in de Staat van gewoon verblijf 514
11.8.2 Primair verzorgende ouders en huiselijk geweld 516
11.8.3 Beschermende maatregelen: undertakings/mirror orders/safe return orders/guarantees & safeguards 520
11.8.4 Consistentie van het HKOV met het IVRK 527
11.8.5 Verhuizing naar een andere Staat; relocation 532
11.9 Conclusie 535
11.9.1 Inleiding 535
11.9.2 Guides to good practice en conclusies en aanbevelingen van de Special Commission 536
11.9.3 Interpretatie van het Verdrag 537
11.9.4 Enkele overige knelpunten en suggesties 544
11.9.5 Slot 547

Deel IV
Ervaringen van betrokkenen 549

Hoofdstuk 12
Ervaringen van betrokkenen 551
12.1 Inleiding 551
12.2 Voorafgaand aan de ontvoering 553
12.2.1 Kenmerken 554
12.2.2 Motieven 555
12.3 Tijdens de ontvoering 558
12.3.1 Het kind 558
12.3.2 De achtergebleven ouder 561
12.3.3 De ontvoerende ouder 564
12.4 Na afloop van de ontvoering 565
12.4.1 De feitelijke situatie na terugkeer 565
12.4.2 Het kind 569
12.4.3 De ouders 576
12.4.4 De achtergebleven ouder 578
12.4.5 De ontvoerende ouder 578
12.4.6 Invloed op anderen 580
12.5 Conclusie 581
12.5.1 Eerste fase: voorafgaand aan de ontvoering 581
12.5.2 Tweede fase: tijdens de ontvoering 582
12.5.3 Derde fase: na afloop van de ontvoering 583
12.5.4 Slot 585

Deel V
Conclusie en aanbevelingen 587

Hoofdstuk 13
Conclusie en aanbevelingen 589
13.1 Conclusie 589
13.2 Aanbevelingen 596

Samenvatting 617
Summary 625
Lijst van geraadpleegde literatuur 633
Lijst van geraadpleegde jurisprudentie 667
Dankwoord 689
Bijlage 1 De tekst van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 691
Bijlage 2 De tekst van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering 703

Net verschenen

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        De toepassing van het Haags Kinderontvoeringsverdrag in Nederland en het belang van het kind