De prijs van het instrumentalisme

Over de effecten van het strafrechtelijk instrumentalisme voor de legitimiteit van het strafrecht, bezien vanuit de relationale rechtstheorie

Specificaties
Paperback, 218 blz. | Nederlands
Boom Juridische Uitgevers | 1e druk, 2015
ISBN13: 9789462901612
Rubricering
Hoofdrubriek : Juridisch
Boom Juridische Uitgevers 1e druk, 2015 9789462901612
Onderdeel van serie Jonge meesters
Dit product is niet leverbaar

Samenvatting

Vrijheid of veiligheid? Dat is het probleem. Criminaliteit en de veiligheid van burgers, openbare ruimten en meer algemeen de samenleving, is thans een erg actueel thema en staat om die reden ook hoog op de politieke agenda. Politici duiken tegenwoordig bovenop elk incident en naar aanleiding van een incident waar maatschappelijk ophef over is ontstaan, volgt spoedig nieuwe wetgeving. Het strafrecht krijgt hierbij een urgent karakter en lijkt in toenemende mate te worden ingezet als een neutraal instrument binnen een grotere integrale aanpak om veiligheidsbeleid kracht bij te zetten en om maatschappelijke doelstellingen te realiseren.

In het licht van de werkelijkheid van de dag waarin politici thans opereren, is er geen ruimte noch wordt deze gevonden voor abstractie van de particuliere verlangens, behoeften en driften van het hier en het nu. Er is een diep conflict tussen het professionalisme en het populisme. Hierdoor kan er een discrepantie ontstaan tussen enerzijds de strafrechtspolitiek en de effecten die zij beoogt te bewerkstelligen, en anderzijds de daadwerkelijke effecten op de maatschappij.

Dit boek beoogt een analytische beschouwing te geven rondom de vraag wanneer het streven naar (nog) meer veiligheid contraproductief wordt en ten koste gaat van de grondrechten en de vrijheid van burgers. De ontwikkeling in het strafrecht van de laatste decennia wordt hierbij als een fundamenteel probleem geanalyseerd en bekritiseerd. Wat zijn de effecten van het huidige veiligheidsdiscours voor de legitimiteit van (overheidsmacht in) het strafrecht? In dit boek wordt nader ingegaan op het spanningsveld tussen instrumentaliteit, instrumentalisme en rechtsbescherming binnen de Nederlandse democratische rechtsstaat. Deze begrippen worden in historisch perspectief geplaatst en steeds bezien vanuit de relationele rechtstheorie, zoals geformuleerd door Foqué en ’t Hart. Vervolgens wordt aan de hand van concrete voorbeelden een helder verloop zichtbaar waarbij zowel het materiële als het formele strafrecht zich hebben ontwikkeld tot een punitief en ondoorzichtig stelsel, zodanig dat het een sluimerend en reëel gevaar is voor onze democratische rechtsstaat.

Inzicht in de strafrechtspolitiek en wetgeving alsook de strafrechtstheorieën en hun effecten op de samenleving is een belangwekkend onderwerp voor zowel de praktijk als de wetenschap. Met deze uitgave wordt beoogd die onderwerpen voor zowel professionals, wetenschappers als gevorderde studenten inzichtelijk te maken.

Specificaties

ISBN13:9789462901612
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:218
Druk:1
Verschijningsdatum:29-12-2015

Over P.M.H. Bahreman

Pejman Bahreman (1989) studeerde Rechtsgeleerdheid, variant Strafrecht aan de Erasmus School of Law. Hij is thans als tutor verbonden aan de Erasmus Universiteit. Zijn werkzaamheden richten zich op de begeleiding van onderwijsgroepen, practica en mootcourt aan de Erasmus Law College.

Andere boeken door P.M.H. Bahreman

Inhoudsopgave

Voorwoord
Afkortingenlijst

1 Inleiding 1

2 Instrumentaliteit en instrumentalisme 5
2.1 Inleiding 5
2.2 Het Ancien Régime & Thomas Hobbes (1588 – 1679) 5
2.3 De Klassieke Richting 7
2.3.1 John Locke (1632 – 1704) 7
2.3.2 Charles de Montesquieu (1689 – 1755) 9
2.3.3 Cesare Beccaria (1738 – 1794) 10
2.4 De Moderne Richting 11
2.5 De stroming van de maatschappelijke controle en de veiligheidsstaat 14
2.5.1 Steenhuis’ strafrechtelijk productiebedrijf 14
2.5.2 Regeringsnota ‘Samenleving en criminaliteit’ (1985) 15
2.6 Definitie van het instrumentalisme 17
2.7 Instrumentalisme en de relationele rechtstheorie 19
2.8 Besluit 22

3 De legitimiteit van (overheidsmacht in) het strafrecht in historisch perspectief 25
3.1 Inleiding 25
3.2 Het Ancien Régime 27
3.2.1 Jean Bodin (1530 – 1596) 27
3.2.1.1 Bodins soevereiniteitsbegrip 27
3.2.1.2 De maatschappelijke effecten van Bodins soevereiniteitsbegrip 29
3.2.2 Thomas Hobbes (1588 – 1679) 31
3.2.2.1 Een staat door verwerving en een staat door oprichting 31
3.2.2.2 Hobbes’ mensbeeld 32
3.2.2.3 De ‘Leviathan’ 33
3.2.2.4 Hobbes’ secularisering van macht en recht 34
3.2.2.5 De positie van het strafrecht 35
3.2.2.6 De maatschappelijke effecten van Hobbes’ sociaal contact 36
3.3 De Klassieke Richting 38
3.3.1 John Locke (1632 – 1704) 39
3.3.2 Charles de Montesquieu (1689 – 1755) 41
3.3.3 Cesare Beccaria (1738 – 1794) 43
3.3.4 Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778) 46
3.3.4.1 Inleiding 46
3.3.4.2 De natuurtoestand volgens Rousseau 47
3.3.4.3 Rousseaus maatschappelijke verdrag 49
3.3.4.3.1 De ‘volonté générale’ en de ‘volonté de tous’ 50
3.3.4.3.2 De positie van het strafrecht 51
3.3.4.3.3 Misdrijf is een aanslag tegen het volk 53
3.3.4.4 De tirannie als maatschappelijk effect van de algemene wil? 54
3.3.5 De Klassieke Richting en de relationele rechtstheorie 54
3.4 De Moderne Richting 57
3.4.1 De Moderne Richting en de IKV 58
3.4.1.1 De ‘Internationale Kriminalistische Vereinigung’ 58
3.4.1.2 De kritiek van Nagel 60
3.4.2 De positie van het strafrecht in de Moderne Richting 61
3.4.3 De Moderne Richting en de relationele rechtstheorie 65
3.5 De stroming van de maatschappelijke controle en de veiligheidsstaat 69
3.5.1 Inleiding 69
3.5.2 Het streven naar de beheersing van de maatschappij 69
3.5.2.1 Van ultiem naar urgent strafrecht 70
3.5.2.2 De positie van het instrumentalistische strafrecht 71
3.5.3 De revival van het slachtoffer in het strafrechtsdenken 75
3.5.3.1 Het belang van het slachtoffer als aanleiding voor strafrechtelijke interventie 75
3.5.3.2 Het slachtofferbeleid in de praktijk 77
3.6 Besluit 79

4 Het ideologisch doelmatigheidsdenken en het sluimerend gevaar van het micro-instrumentalisme 89
4.1 Inleiding 89
4.2 Terrorismebestrijding in en omwille van een democratische rechtsstaat 90
4.2.1 Inleiding 90
4.2.2 Terrorismebestrijding in Nederland na 9/11: de WTM 94
4.2.2.1 Inleiding 94
4.2.2.2 Het wetsvoorstel WTM 96
4.2.2.3 Advies van de Raad van State 99
4.2.2.4 Tweede nota van wijziging 100
4.2.2.5 De kritsche reflectie van de Eerste Kamer 104
4.2.2.6 Kritiek op de WTM 106
4.2.3 De strijd tegen terrorisme en de instrumentalisering van het formele strafrecht 110
4.2.3.1 De aankondiging van de verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terrorische misdrijven 110
4.2.3.2 Wet ter verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terrorische misdrijven 112
4.2.3.3 Advies van de Raad van State en de kritieken op de voorgestelde maatregelen 114
4.2.4 De paradox van terreurbestrijding 117
4.3 De identificatieplicht als rechtshandhavingsinstrument: de WID en WUID 126
4.3.1 De WID 1994 126
4.3.2 De WUID 2005 128
4.3.3 De maatschappelijke (neven)effecten van de WUID 132
4.4 Het verbod op gelaatsbedekkende kleding: van een veiligheidsmaatregel naar een maatschappij van de waarheid in enkelvoudige vorm? 135
4.4.1 De toedracht rond het verbod op gelaatsbedekkende kleding 135
4.4.1.1 Het rapport ‘Overwegingen bij een boerka verbod’ 136
4.4.1.2 Van veiligheid naar open communicatie, participatie en gelijke kansen 139
4.4.1.3 Het onderzoeksrapport ‘Gezichtssluiers: Draagsters en Debatten’ 140
4.4.2 Het wetsvoorstel tot instelling van een algemeen verbod op het dragen van gelaatsbedekkende kleding 141
4.4.2.1 De Raad van State is niet overtuigd en stelt zich kritisch op 144
4.4.3 Vooruitblik: de mogelijke (neven)effecten van een verbod op gelaatsbedekkende kleding in Nederland 146
4.5 De aanpak van overlastplegers en draaideurcriminelen: de SOV en de ISD 147
4.5.1 De drangaanpak van verslaafde veelplegers 148
4.5.2 De SOV-maatregel: van strafrechtelijke drang naar dwang 151
4.5.2.1 De kritiek van de Raad van State en de diatriben vanuit de (rechts)wetenschap 154
4.5.3 De instrumentalistische sprint: van de SOV naar de ISD 158
4.5.3.1 Het advies van de Raad van State 161
4.5.4 De (neven)effecten van de ISD-maatregel als rechtshandhavingsinstrument 163
4.6 Besluit 166

5 De effecten van het instrumentalisme op de legitimiteit van (overheidsmacht in) het strafrecht, bezien vanuit de relationele rechtstheorie 177
5.1 Resumé 177
5.2 De uitholling van de democratie 183
5.3 De afbrokkeling van de rechtsstaat 189
5.4 Slotconclusies: de effecten van het instrumentalistische veiligheidsdiscours op de legitimiteit van het strafrecht, bezien vanuit de relationele rechtstheorie 198

Lijst van verkort aangehaalde werken 211

Net verschenen

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        De prijs van het instrumentalisme