Antilliaanse strafrechtspleging

Afkortingen 11

Introductie 15

1 Bronnen, indelingen en onderscheidingen 19
1.1 Bronnen 19
1.2 Indelingen 25

2 De eigen aard van het strafrecht 39
2.1 Normen, rechtsregels en hun onderling verband 39
2.2 De functie van het strafrecht: bescherming 41
2.3 De begrippen ‘verdenking’ en ‘verdachte’ 45
2.4 Doel en rechtvaardiging van de straf 46
2.5 Norm en strafbaarstelling 52
2.6 Strafrecht als instrument van overheidspolitiek 55
2.7 Instrumentaliteit en rechtsbescherming 56

3 Organen en hun bevoegdheden 59
3.1 De organisatie als invalshoek 59
3.2 Rechter en Openbaar Ministerie 60
3.3 Het parket bij de Hoge Raad en zijn procureur-generaal 71
3.4 De politie 72
3.5 De raadsman 79
3.6 Andere organisaties 82

4 Wetgeving 85
4.1 Constitutionele verhoudingen 85
4.2 Codificatie van het strafrecht in Nederland 86
4.3 Koloniaal strafrecht 86
4.4 De Antilliaanse strafwetboeken 90
4.5 De strafbepaling beter bekeken 93

5 Fasen van het strafproces; opsporing, GVO en SFO 99
5.1 Een voortschrijdend proces van onderzoeken en beslissen 99
5.2 Berechting 101
5.3 Voorbereidend onderzoek 104
5.4 Tussenstand 105

5.5 Het opsporingsonderzoek 106
5.6 Het gerechtelijk vooronderzoek 112
5.7 Algemene aspecten van het voorbereidend onderzoek 117
5.8 Voordeelsontneming en SFO 121

6 Dwangmiddelen 123
6.1 Algemeen 123
6.2 Indelingen 125
6.3 Gevallen, gronden, subjecten en de tot toepassing bevoegde autoriteit 126
6.4 Enkele dwangmiddelen nader bekeken 130
6.5 De aangehouden verdachte op het politiebureau 132
6.6 Voorlopige hechtenis 135
6.7 Schadevergoeding 138

7 Vervolging en vervolgingsbeslissing 141
7.1 Het begrip ‘vervolgen’ 141
7.2 Vervolgingsmonopolie en opportuniteitsbeginsel 143
7.3 Het recht om te vervolgen 145
7.4 Rechterlijk toezicht op de vervolging 147
7.5 Terugkomen op de beslissing 151

8 Het onderzoek op de terechtzitting; beraadslaging en beslissing 155
8.1 De vorm 155
8.2 Het belang van het onderzoek ter terechtzitting 156
8.3 Kijken naar de zittingsrechter 157
8.4 De loop van het onderzoek 160
8.5 Onmiddellijkheid 162
8.6 Het slachtoffer en de benadeelde partij 163
8.7 Beraadslaging en beslissing: algemene opmerkingen 164
8.8 De beslispunten van art. 392 en 394 NASv 167
8.9 Beslissing en motivering 168
8.10 De beslispunten van art. 392 NASv nader bekeken 169
8.11 De beslispunten van art. 394 NASv nader bekeken 172
8.12 Bekendheid met het vonnis: afschrift en inzage 183

9 Rechterlijk toezicht en rechtsmiddelen 185
9.1 Toezicht door de strafrechter 185
9.2 De invloed van het EVRM 190
9.3 Toezicht op de strafrechter 191

10 Algemene beschouwingen over het materiële strafrecht 201
10.1 Over dogmatiek, geschiedenis en rechtsvergelijking 201
10.2 De strafbepalingen 203
10.3 Het eerste boek 204
10.4 Rechtsvorming; de verhouding tussen wetgever en rechter 207
10.5 De structuur van het strafbare feit: de gedraging 210
10.6 De structuur van het strafbare feit: verwijtbaarheid en schuld 216

11 Strafuitsluitingsgronden 227
11.1 Rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden 227
11.2 Algemene en bijzondere strafuitsluitingsgronden 228
11.3 De klassieke strafuitsluitingsgronden 229
11.4 Andere strafuitsluitingsgronden 234
11.5 Proportionaliteit en subsidiariteit 236
11.6 Procedurele verwerking 236

12 Poging en deelneming 239
12.1 Het probleem 239
12.2 Poging tot misdrijf 241
12.3 Deelneming aan strafbare feiten 244
12.4 Functioneel daderschap 251
12.5 Strafbaarheid van rechtspersonen 251
12.6 Gemeenschappelijke onderwerpen 255

13 Het sanctiestelsel 257
13.1 De verhouding tussen wetgever en rechter 257
13.2 Hoofdstraffen 259
13.3 Aanvullingen en uitzonderingen 263
13.4 Bijkomende straffen 268
13.5 Straftoemeting 269
13.6 Maatregelen 270
13.7 De tenuitvoerlegging 274

Zaakregister 285