Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Preadviezen 2016

Specificaties
Paperback, blz. | Nederlands
Boom Juridische Uitgevers | 1e druk, 2016
ISBN13: 9789462903081
Rubricering
Hoofdrubriek : Juridisch
Juridisch : Algemeen juridisch
Boom Juridische Uitgevers 1e druk, 2016 9789462903081
Verwachte levertijd ongeveer 2 werkdagen

Samenvatting

Dit zijn de preadviezen voor het jaarlijkse congres van de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland.

Doelgroep:
Rechtswetenschappers, onderzoekers, rechters en wetgevingsjuristen.

Specificaties

ISBN13:9789462903081
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Druk:1
Verschijningsdatum:26-11-2016
Hoofdrubriek:Algemeen juridisch
ISSN:

Inhoudsopgave

De noodtoestand in het Belgische publiekrecht 11
Geert Van Haegenborgh en Willem Verrijdt*

1. De ‘noodtoestand’ in de Belgische Grondwet 12
1.1 Artikel 187 van de Grondwet en het verbod op staatsnoodrecht 12
1.2 Oorlog en staat van beleg 25
1.3 Voorlopige conclusies 32

2. De invloed van het internationale en Europese recht 34
2.1 Een meergelaagd toetsingskader 34
2.2 De noodtoestand in de mensenrechtenverdragen 36
2.3 Besluit 40

3. Feitelijke omgang met noodtoestanden 41
3.1 Besluitwetten 41
3.2 Buitengewone machtenwetten 46
3.3 Bijzondere machtenwetten 53
3.4 De hedendaagse terroristische dreiging en de rechterlijke controle 66
3.5 Conclusie 72

4. Nood aan hervorming van het noodrecht? 74
4.1 Noodrecht en artikel 187 van de Grondwet 74
4.2 Argumenten voor en tegen een herziening van artikel 187 van
de Grondwet 75
4.3 Toch een uitdrukkelijke noodrechtbepaling? 79
5. Besluit 82
Noodtoestanden in het Nederlandse publiekrecht 87
Jan-Peter Loof *

1. Inleiding: probleemstelling en hedendaagse context 87
1.1 ‘Nood breekt wet’ als algemeen rechtsverschijnsel 87
1.2 Probleemstelling 87
1.3 Hedendaagse context: transnationale terreurdreiging 88

2. Noodtoestand en staatsnoodrecht: een nadere (begrips)verkenning en analyse 90
2.1 Begrippen: objectief en subjectief staatsnoodrecht 90
2.2 Begrippen: uitzonderingstoestand als overkoepelend begrip voor een buitengewoon rechtsregime 91
2.3 Veiligheidsbedreigingen en vitale belangen 93
2.4 Rechtvaardigingsargumenten in relatie tot typen van veiligheidsbedreigingen: de verschoven staatsnood 95
2.5 Kenmerken van noodtoestanden en noodregimes – en blijvende constitutioneelrechtelijke effecten 98
2.5.1 Bevoegdhedenverschuiving en centralisatie 98
2.5.2 Tijdelijkheid 100
2.5.3 Indringender ingrijpen in de uitoefening van fundamentele rechten en vrijheden 101
2.5.4 Blijvende gevolgen in het rechtssysteem 102

3. Noodtoestanden in het constitutionele recht 103
3.1 Oorlog – artikel 96 en 100 Grondwet 103
3.2 Uitzonderingstoestanden – artikel 103 Grondwet 105
3.2.1 Historische achtergrond 105
3.2.2 Parlementaire betrokkenheid bij uitzonderingstoestand 106
3.2.3 Erkenning subjectief noodrecht door grondwetgever 107
3.2.4 Systematiek afwijking grondrechten 107
3.3 De wetgeving ter uitvoering van artikel 103 Grondwet 108
3.3.1 De Coördinatiewet uitzonderingstoestanden en het uitroepen van een noodtoestand 108
3.3.2 Uitoefening noodbevoegdheden; typen noodbevoegdheden 109
3.3.3 Separate toepassing: noodbevoegdheden buiten de uitzonderingstoestand om 111
3.4 Lokale noodtoestanden: de noodbevoegdheden van de burgemeester 111

4. De toepassing van noodtoestanden en staatsnoodrecht in de praktijk 114
4.1 Staatsnoodrecht in onbruik na de Tweede Wereldoorlog 114
4.2 De toepassing van staatsnoodrecht in en rond de Tweede Wereldoorlog 115
4.3 Discussies over parlementaire goedkeuring en rechterlijke toetsing van noodmaatregelen na de Tweede Wereldoorlog 117
4.3.1 Geen parlementaire bekrachtiging wetsbesluiten 117
4.3.2 Rechterlijke toetsing slechts marginaal 118
4.4 Recente ontwikkelingen: terrorismebestrijding en bankencrisis 119

5. Mensenrechtelijke grenzen aan noodtoestanden en noodmaatregelen 122
5.1 Artikel 15 EVRM en artikel 4 IVBPR 122
5.2 De ernst van de noodsituatie of veiligheidsbedreiging 123
5.3 Sommige fundamentele rechten zijn niet-opschortbaar 124
5.4 Een centrale rol voor de proportionaliteits- en subsidiariteitstoets 126

6. Conclusies: een knelpuntenanalyse en enkele aanbevelingen 127
6.1 Terug naar de probleemstelling 127
6.2 Mensenrechtencompatibiliteit van het Nederlandse geschreven noodrecht 127
6.2 Aan welke (nood)bevoegdheden is behoefte in het licht van de
huidige veiligheidsbedreigingen en welke waarborgen passen daarbij? 128
6.3 Onduidelijkheid over grens tussen beperking en opschorting van mensenrechten 130
6.4 Codificatie van het subjectieve noodrecht? 131
Noopt nieuwe seksuele criminaliteit tot nieuwe seksuele misdrijven? 133
Ann Dierickx*

I. Inleiding 133
1. Aanleiding tot het onderzoek 133
2. Onderzoeksvragen 133
3. Plan van aanpak 134
II. Nieuwe seksuele strafbaarstellingen 135
1. Voyeurisme 135
A. Strafbepaling 135
B. Ratio legis 136
C. Constitutieve bestanddelen 137
D. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen niet? 141
2. Grooming 154
A. Strafbepaling 154
B. Ratio legis 156
C. Constitutieve bestanddelen 157
D. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen niet? 161
3. Cyberkinderlokkerij 171
A. Strafbepaling 171
B. Ratio legis 172
C. Constitutieve bestanddelen 173
D. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen niet? 175
III. Nieuwe seksuele criminaliteit 176
1. Webcamseks 176
A. Fenomeen 176
B. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen? 176
2. Sexting 180
A. Fenomeen 180
B. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen? 181
3. Sextortion 186
A. Fenomeen 186
B. Voldoen de klassieke strafbaarstellingen? 186

IV. Besluit 187
Strafbaarstelling van nieuwe vormen van ongewenste seksuele gedragingen in Nederlandse zedenwetgeving 191
Jeroen ten Voorde*

1. Inleiding en onderzoeksvragen 191
1.1 De seksuele delicten 191
1.2 Beknopte geschiedenis van de door de seksuele delicten beschermde rechtsbelangen 192
1.3 Dit preadvies: seksuele delicten en internet 195
1.4 Plan van aanpak 202

2. Kinderpornografie 202
2.1 Wettelijke regeling en te beschermen rechtsbelangen van art. 240b Sr 202
2.2 Afbeelding 204
2.3 Schijnbaar betrokken 208
2.4 Toegang verschaffen met behulp van een geautomatiseerd werk of communicatiedienst 210
2.5 Consensueel bezitten van kinderpornografie 211
2.6 Andere relevante pornografiebepalingen 213

3. Seksuele afpersing 217
3.1 Vormen van seksuele afpersing in het strafrecht 217
3.2 Verleiding als voorfase van seksuele afpersing 220

4. Wraakporno 222
4.1 Wraakporno en in het geding zijnde rechtsbelangen 222
4.2 Huidige strafbaarstellingen tegen wraakporno 223
4.3 Wraakporno en het Wetsvoorstel Computercriminaliteit III 225

5. Sexting en sexchatting 227
5.1 Sexting: het verzenden van foto’s of films 227
5.2 Sexting en sexchatting: het voeren van seksuele gesprekken 229
5.3 Schennis van de eerbaarheid (art. 239 Sr) 230
5.4 Belaging (art. 285b Sr) 232
5.5 Seksuele gesprekken als voorfase van seksuele delicten (I) 234
5.6 Seksuele gesprekken als voorfase van seksuele delicten (II) 236

6. Grooming 237
6.1 Internationale herkomst 237
6.2 De door strafbaarstelling van grooming beschermde rechtsbelangen 238
6.3 Omschrijving van de strafbaarstelling van grooming naar Nederlands recht (art. 248e Sr) 239
6.4 Grooming met alleen ‘echte’ kinderen? 242
6.5 Poging tot grooming strafbaar? 245
6.6 Het bestanddeel ‘enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting’ 247
6.7 Relatie tussen grooming en poging tot verleiding 251

7. Slotbeschouwing 252
Tijdverloop en schadevergoeding 257
Geert Jocqué*

I. Inleiding 257

II. Beginselen van het Belgische schadevergoedingsrecht 258
A. Het schadebegrip 258
B. Integrale vergoeding van de schade 259
C. Concrete schaderaming 260
D. Ogenblik van raming van schade 263

III. Invloed van andere gebeurtenissen op de raming van schade 269
A. Onderscheid aan gebeurtenissen 269
B. Gebeurtenissen die dezelfde schade veroorzaken 269
C. Gebeurtenissen die de schade verergeren 271
D. Gebeurtenissen die de schade verminderen 272

IV. Toekomstige schade 284

V. Besluit 299
Schadebegroting en tijdsverloop 301
Over schade als veranderlijk verschijnsel, en wat dit betekent voor
het schadevergoedingsrecht
Marnix Hebly en Siewert Lindenbergh*

1 Inleiding: schade als ‘moving target’ 301

2. Uitgangspunten van het Nederlandse schadevergoedingsrecht 303
2.1 ‘Nadeel dat voor iemand uit een bepaalde gebeurtenis voortvloeit’ 303
2.2 Vermogensschade en ander nadeel 304
2.3 Het beginsel van volledige vergoeding en concrete schadevaststelling 305
2.4 Het tijdstip van de uitspraak als uitgangspunt voor de schadevaststelling 307

3. Ex ante- versus ex post-perspectieven op schade 308
3.1 Inleiding 308
3.2 Het ex ante-perspectief 310
3.3 Het ex post-perspectief 311
3.4 Hybride benaderingen 312
3.5 Slot 313

4. Tijdsfixatie, abstracties en waardering 313
4.1 Abstracties bij de vaststelling van schade 313
4.2 Waardevermindering van roerende zaken 314
4.3 Waardevermindering van onroerende zaken 318
4.4 Achteruitgang of vermindering als voorwaarde voor schadevergoeding? 323
4.5 Schadevergoeding wegens ontbinding van een koopovereenkomst 324
4.6 Vervangende schadevergoeding wegens uitblijven van een overeengekomen prestatie 326
4.7 Slot 327

5. Voortdurende en toekomstige schade 328
5.1 Inleiding: schade die zich over een periode uitstrekt 328
5.2 Toekomstige schade: goede en kwade kansen 329
5.3 Reeds geleden schade: ontwikkelingen tijdens de interim-periode 330
5.4 Het begroten van voortdurende schade in een som ineens 337
5.5 Slot 343

6. Schadeloosstelling wegens onteigening 343
6.1 Inleiding 343
6.2 Schadevaststelling: fixatie op peildatum 344
6.3 Kapitalisatie van voortdurende schade wegens onteigening 346
6.4 Slot: het perspectief van de peildatum 347

7. Tijdsverloop en de begroting van immateriële schade 348
7.1 Momentschade of duurschade? 348
7.2 ‘Peildatum’ en verschuldigdheid van wettelijke rente 350

8. Toerekening van opkomend voordeel 352
8.1 Inleiding 352
8.2 ‘Eenzelfde gebeurtenis’ die voordeel oplevert? 353
8.3 Toerekening van ‘abstracte’ of toekomstige voordelen? 354

9. Schade in de vorm van kosten 356
9.1 Inleiding 356
9.2 Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade 356
9.3 Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid 357
9.4 Kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte 358
9.5 Proceskosten en het ‘verschieten van kleur’ 359
9.6 Slot 359

10. Slot: de temporele dimensie van het schade(vergoedings)debat 360
Preadviezen 1997-2016

Net verschenen

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        Preadviezen 2016