Logisch? Leren van drogredeneringen
Samenvatting
Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen, net zo goed als het grootste ongelijk ten onrechte kan overtuigen. Er is iets aan te doen. Logica kan verwisselingen van noodzakelijke en voldoende voorwaarden ontmaskeren. Beredeneerde waarheid kan een eind maken aan “Dat vind jij” en ander postmodern relativisme.
Statistische samenhangen blijken causale verbanden niet te kunnen bewijzen. Waarschijnlijkheidsrekening loopt verkeerd af als met voorgegeven kansen geen rekening wordt gehouden. Aanvallen op sprekers en schrijvers zeggen niets over hun standpunten en argumenten. Zelfs misverstanden over leven en (zelfgekozen) dood kunnen verdwijnen in argumentatieve analyse. Tijdloze voorbeelden verhelderen deze en nog veel meer drogredelijkheid.
Dit boek is dan ook bedoeld voor iedereen die drogredeneringen wil herkennen, analyseren en weerleggen: in politiek, bestuur, beleid, rechtspleging en in het dagelijks leven.
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
I. DRIE STAPPEN TEGEN DROGREDELIJKHEID 1
1. Het boek in het kort 2. Drie stappen tegen oneindig veel drogredelijkheid 3. Goede en slechte argumentatie en argumentatietheorie 4. Argumentatie, argumentatietheorie en waarheid 5. Etymologie en kleine bibliografie
II. LOGICA 28
1. Logica als formalisering van argumentatie 2. Verhoudingen van geldigheid en waarheid 3. Waarheidstafels 4. Andere vormen van logisch geldige argumentatie 5. Predikatenlogica 6. Problemen zelfs in eenvoudige logica’s 7. Logica toch “transcendentaal”? 8. Argumentatie moet logisch geldig zijn 9. Logica en syntaxis 10. Logica, vaagheid en veranderlijkheid
III. PROCES, PROCEDURE, PRODUCT 46
1. Denken als proces v. denken als product 2. Drie werelden 3. Feiten en normen “buiten tijd en ruimte” 4. Proces en product: verschillende redenen om iets te stellen 5. Proces geen maatstaf voor product 6. Procedures 7. Proces en product in het algemeen
IV. DE BETEKENIS VAN BETEKENIS 56
1. Semantische begrippen 2. Betekenis en verwijzing 3. Betekenis en gebruik 4. Semantiek en inhoud 5. Belang van betekenis voor waarheid 6. Etikettenzwendel 7. Racisme en erger 8. Klikken: ieder voor zich? 9. Vragen van leven en dood 10. Onschuldpresumptie, barmhartigheid, duidelijkheid
V. WAARHEID 77
1. Geen zinvolle argumentatie zonder waarheid 2. Begrippen van waarheid 3. Redundantietheorie van waarheid 4. Waarheden 5. Waarheden voorbij waarneming 6. Relativisme als bevrijding? 7. Twijfels, vergissingen en leugens vooronderstellen waarheid
VI. LOGICA EN ARGUMENTATIE 87
1. Logica in natuurwetenschap: van verklaring tot falsificatie 2. Mens- en maatschappijwetenschappen 3. Normen, waarden en rechtvaardigingen 4. Het Münchhausentrilemma 5. Bewijs 6. Doordacht evenwicht van argumenten
VII. TAUTOLOGIE, TEGENSPRAAK EN ZELFBETROKKENHEID 103
1. Cirkelredeneringen en tautologieën 2. Petitio principii 3. Paradoxen 4. Contradictie 5. Tegenspraak in normen en waarden 6. Tegenspraak in determinisme 7. Zelfbetrokkenheid 8. Antwoorden op tegenspraak en zelfbetrokkenheid
VIII. NOODZAKELIJKE EN VOLDOENDE VOORWAARDEN 121
1. Voorbeelden van verwisseling 2. Conditio sine qua non? 3. Beroep op onwetendheid 4. Wie stelt moet bewijzen 5. Antwoorden
IX. GELIJKHEID EN VERSCHIL 129
1. Gelijkheid, verschil en generalisering 2. Beeldspraak 3. Analogie 4. Precedenten 5. Gelijkheid en rechtvaardigheid 6. Het gelijkheidsbeginsel bestaat niet 7. De Gulden Regel
X. INDUCTIE 146
1. Inductie als enthymematische argumentatie 2. Inductie in enge zin: generalisering 3. Volledige inductie 4. Andere generaliseringen 5. Schoolvoorbeelden van normen en waarden? 6. Andere inductieve argumentatie 7. Remedies tegen drogredelijke inductie
XI. ABDUCTIE 154
1. Abductie als bevestiging van de consequens 2. De eerste premisse is niet altijd het probleem 3. Van abductie naar deductie 4. Van abductie naar eenvoudiger modus ponens 5. De “logica” van samenzweringen 6. Abductieve veroordeling 7. Wat te doen tegen valse abducties
XII. SAMENLOOP, STATISTIEK EN CAUSALITEIT 167
1. Statistiek: noodzaak en schone schijn 2. Samenloop en oorzakelijk verband 3. Voorbeeld: de U- of J-kromme-theorie 4. Drie misstappen 5. Derde oorzaken en nog meer 6. Bijzondere gevallen 7. Oorzakelijk verband zonder samenloop
XIII. ONZEKERHEID EN KANSREKENING 182
1. Goede en kwade kansen 2. Verwante begrippen in argumentatietheorie 3. Toch bestaat toeval niet (?) 4. Kansrekening en statistiek 5. Weinig axioma’s 6. Drogredelijke kansen 7. De prosecutor’s fallacy 8. Retrodictie, kansrekening en statistiek 9. Voorgegeven kansen 10. Twee oplossingen voor drie deuren?
XIV. KANSEN, KEUZEN EN GEVOLGEN 196
1. Waardering van kansen 2. Afweging 3. Hellende vlakken 4. Vasthouden aan beginselen 5. (Medelijden met) bijzondere gevallen 6. Schulden en schadevergoeding 7. Zakelijke en persoonlijke keuzen
XV. FEITEN, NORMEN EN WAARDEN 209
1. Zijn, behoren en moeten 2. Rechtsdwang 3. Zeden en gewoonten 4. Feiten en normen in verleden en toekomst 5. Andere verwarring van feiten, normen en waarden 6. “Natuurlijk” leven en dood
XVI. DENKEN, DOEN EN WETEN 219
1. Denken is nog geen weten 2. Sociaal bewijs 3. Tu quoque 4. Kant over vergelding en de doodstraf 5. Normaal – of niet 6. Democratie
XVII. AD HOMINEM V. AD REM 229
1. Verdere verwarring van mensen en standpunten 2. Antwoorden op argumenten ad hominem 3. Geloven op gezag 4. Gelijk krijgen op grond van gezag 5. Bedreigde en andere getuigen 6. Hume over getuigen en kansrekening 7. Vier soorten bewijs 8. “Gerechtvaardigde en ware overtuigingen” zijn nog geen kennis 9. Zinvolle argumentatie is in zekere zin altijd ad hominem
XVIII. GEEN EINDE AAN GEBREKKIGE ARGUMENTATIE 241
1. Het meeste staat niet in dit boek 2. Manipulatie en rationalisering 3. Compositie- en divisiedrogredeneringen 4. Nog meer categoriefouten 5. Valse dilemma’s 6. Schermen met wetenschappelijke termen 7. Denken is zo inspannend dat velen de voorkeur geven aan oordelen 8. Drogredelijkheid en onwaarheid
XIX. GRENZEN VAN ARGUMENTATIE 251
1. Principiële grenzen: niet alles kan worden beargumenteerd 2. Praktische grenzen 3. Als het leven maar zin heeft? 4. Zin in het leven 5. Begripsmatige beperkingen van argumentatie en waarheid
XX. OVERBODIGHEID VAN ARGUMENTATIE 256
1. Te veel overbodige argumentatie 2. Schuld 3. Zelfrechtvaardiging en andere zinloze zorgen 4. Vergelijking 5. Woorden kunnen daden zijn 6. Ongewenste waarheden
XXI. HEURISTIEK EN SERENDIPITEIT 262
1. Ongeregelde vinding 2. Door toeval naar inhoud 3. Voorkennis 4. Invloed van onderzoek 5. Van falsificatie naar denken in termen van uitersten 6. Veel meer valt er niet over op te merken
XXII. WAT IS EEN BETOOG? 268
1. Ad rem 2. Een goed betoog is niet logisch 3. Evaluatieve en normatieve betogen 4. Driedeling 5. Afweging 6. Verzwegen (hoofd)zaken 7. Toetsbaarheid 8. De zin van beknoptheid 9. De kettingroman
XXIII. RETORICA, RETORIEK, MORAAL EN FATSOEN 277
1. Overtuiging 2. Retoriek, retorica en argumentatie 3. De klassieke retorica 4. Retorica als ongeregelde vaardigheid en kunst 5. Het debat als wedstrijd 6. Sprekers en schrijvers: ethos 7. Pathos: raak het gehoor 8. Logos: het eigenlijke betoog 9. Proportionaliteit en subsidiariteit 10. De moraal van retoriek en retorica
XXIV. DE MENS DENKT, GOD LACHT 287
1. Drogredelijkheid leidt niet altijd tot een betere wereld 2. De drie eigenlijke hoofdzaken 3. Waar gaat het eigenlijk om? 4. Niet alles is relatief en subjectief (bis) 5. Op weg
Literatuur 292
Register 300
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht