Bestaansminimum en bankbeslag
Bescherming van de schuldenaar bestendigd
Samenvatting
Gerechtsdeurwaarders rekenen het tot hun verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan het goed functioneren van de rechtsstaat. Vanuit hun ambtelijke taak en het dagelijkse contact met de praktijk constateren zij vaak als eerste de complicaties van geldende wet- en regelgeving op het gebied van betekening en tenuitvoerlegging.
In 2011 verscheen het eerste preadvies over openbare exploten en ambtelijke publicaties. Kort volgend op dit eerste preadvies heeft de beroepsgroep in een aantal opvolgende adviezen actief werk gemaakt van de positie van de schuldenaar en de beslagverboden. In 2012 verscheen een preadvies over de herziening van het beslagverbod roerende zaken, gevolgd door een preadvies over het vereenvoudigen van de beslagvrije voetregeling in 2014. Al deze preadviezen hebben bij de wetgever gehoor gevonden.
In het laatste preadvies werd reeds in ogenschouw genomen dat het feit dat de beslagvrije voet onmiddellijk weer voor beslag vatbaar is zodra het bedrag op de bankrekening is gestort onwenselijke gevolgen heeft voor de handhaving van het bestaansminimum.
In haar advies bij de totstandkoming van de op het KBvG-preadvies uit 2014 gebaseerde Wet vereenvoudiging beslagvrije voet constateerde de Raad van State dat, gelet op het doel en strekking van de beslagvrije voet, maatregelen noodzakelijk zijn. Het onderhavige preadvies kan de wetgever daarbij - wederom - tot inspiratie dienen.
Trefwoorden
bankbeslag beslagrecht bestaansminimum beslagvrije voet derdenbeslag gerechtsdeurwaarders wetgeving schuldenaren executierecht burgerlijk procesrecht rechtsbescherming schuldhulpverlening preadvies wet vereenvoudiging beslagvrije voet incasso rechtsvergelijking congruentiebeginsel informatieplichten nemo plus regel non peius regel blokkerende werking bijstandsnorm artikel 477a wetboek van burgerlijke rechtsvordering artikel 475a wetboek van burgerlijke rechtsvordering
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Woord vooraf | 21
Hoofdstuk 1 Enkele beschouwingen over derdenbeslag in relatie tot bankbeslag en beslagvrije voet | 25
1.1 Inleiding | 25
1.1.1 Derdenbeslagrecht: het ruimere kader van de (komende) nieuwe wetgeving en het bankbeslag | 25
1.1.2 Globaal overzicht van bepalingen met een beslagvrije voet | 26
1.1.3 Bankbeslag en een beslagvrij te houden bedrag: een lastig en onopgelost probleem | 27
1.2 Enkele kernpunten van het derdenbeslagrecht | 28
1.2.1 Derdenbeslag uitsluitend als verhaalsbeslag | 28
1.2.2 De voor derdenbeslag vatbare goederen (art. 3:1 BW) | 29
1.2.2.1 Opzet en beperking | 29
1.2.2.2 Beslag op bestaande en toekomstige geldvorderingen | 30
1.2.3 Beslagvrije voet en loonvordering | 35
1.3 Nog enkele andere kenmerkende aspecten van het (derden)beslag | 36
1.3.1 Twee rechtsverhoudingen en drie beginselen van derdenbeslagrecht | 36
1.3.1.1 Inleiding en opzet | 36
1.3.1.2 De nemo plus-regel of regel van gebondenheid | 37
1.3.1.3 De non peius-regel | 38
1.3.1.4 Het congruentiebeginsel | 40
1.3.2 Kort intermezzo: drie beginselen van derdenbeslag en de beslagvrije voet | 42
1.3.3 Blokkerende werking van het (derden)beslag | 43
1.3.3.1 Inleidende opmerkingen | 43
1.3.3.2 Rechtskarakter en functie blokkeringsregel | 44
1.3.3.3 De Hoge Raad kiest zonder enig voorbehoud voor zaaksgevolg | 44
1.3.4 Eis in de hoofdzaak, verklaringsplicht, 477a-procedures en bewijslast | 47
1.3.4.1 Inleiding: beperkte reikwijdte bankbeslag | 47
1.3.4.2 Wezen en kern van de eis in de hoofdzaak | 48
1.3.4.3 De verklaringsplicht | 50
1.3.4.4 De drie procedures van artikel 477a Rv | 53
1.3.4.5 Slotbeschouwing: een lastige bewijslast | 56
1.4 Enkele bijzondere rechtsfiguren bij derdenbeslag en beslagvrije voet | 58
1.4.1 Inleidende opmerkingen | 58
1.4.2 Derdenbeslag, opschortingsrechten en beslagvrije voet | 58
1.4.2.1 Algemene inleiding | 58
1.4.2.2 Toespitsing op de beslagvrije voet | 60
1.4.3 Derdenbeslag, verrekening en beslagvrije voet | 61
1.4.4 Beslagvrije voet in andere wetten en ook bij bankbeslag (?) | 65
1.4.4.1 Beslagvrije voet in enkele andere wetten | 65
1.4.4.2 Beslagvrije voet óók bij een ‘gewoon’ bankbeslag? | 66
1.5 Slotoverpeinzingen | 75
Hoofdstuk 2 Bankbeslag, beslaggrenzen en maatschappelijke context | 77
2.1 Inleiding | 77
2.2 Bestaansminimum en maatschappelijke context in de 21e eeuw | 78
2.2.1 Inleiding | 78
2.2.2 Beslagvrije voet en bestaansminimum | 78
2.2.2.1 Beslagvrije voet: een harde bodem | 78
2.2.2.2 Betalingsproblemen: oorzaken, gevolgen en misvattingen | 80
2.2.2.3 Beslagvrije voet onder vuur | 82
2.2.2.4 Minima in de knel | 84
2.2.2.5 Wetgever aan de slag | 85
2.2.3 Eerdere initiatieven ter bescherming van de schuldenaar | 86
2.2.3.1 Beroepsgroep: taakstelling vs. context beroepsuitoefening | 86
2.2.3.2 Paritas Passé | 86
2.2.3.3 In het krijt bij de overheid | 87
2.2.3.4 Herziening van het beslagverbod roerende zaken | 87
2.2.3.5 Naar een nieuwe beslagvrije voet | 88
2.2.3.6 Verwijsindex Schuldhulpverlening | 89
2.2.3.7 Digitaal beslagregister | 89
2.2.3.8 Rijksincassovisie | 90
2.2.3.9 Breed wettelijk moratorium | 90
2.2.3.10 Maatregelen op decentraal niveau | 91
2.2.3.11 Bestaansminimum en bankbeslag – bescherming van de schuldenaar bestendigd | 91
2.2.4 Tussenbalans I | 92
2.3 Beperkingen aan het derdenbeslag | 93
2.3.1 Inleiding | 93
2.3.2 Artikel 475a Rv | 93
2.3.3 Beslag op kredietruimte | 95
2.3.4 Artikel 45 Awir | 97
2.3.5 Beslagvrije voet | 100
2.3.6 Tussenbalans II | 101
2.4 De nieuwe beslagvrijevoetregeling | 102
2.4.1 Inleiding | 102
2.4.2 Wet vereenvoudiging beslagvrije voet: introductie en reikwijdte | 102
2.4.3 Drie categorieën schuldenaren | 103
2.4.4 Berekening beslagvrije voet onder de nieuwe regeling | 105
2.4.5 Informatiebevoegdheden | 105
2.4.6 Correctiemogelijkheden bij de vaststelling van de hoogte van de beslagvrije voet | 107
2.4.7 Bekendmaken beslagvrije voet | 108
2.4.8 Herberekenen beslagvrije voet | 109
2.4.9 Voorgeschreven beslagvolgorde bij meerdere inkomstenbronnen | 110
2.4.10 Schuldenaren zonder woonplaats in Nederland | 111
2.4.11 Cumulatieve beslagen en de rol van de coördinerende deurwaarder | 112
2.4.12 Tussenbalans III | 112
2.5 Conclusie | 113
Hoofdstuk 3 Afwikkeling bankbeslag: knelpunten bij het vaststellen van een beslagvrij bedrag | 115
3.1 Inleiding | 115
3.2 Bankbeslag in de praktijk | 116
3.2.1 Werkwijze executoriaal bankbeslag | 116
3.2.1.1 Inleiding | 116
3.2.1.2 Omvang en context van de opdracht tot het leggen van bankbeslag | 116
3.2.1.3 Informatieplichten en -bevoegdheden | 117
3.2.1.4 Exploot van het bankbeslag | 118
3.2.1.5 Omvang van het beslag | 118
3.2.1.6 Wetenschap omtrent het effect van het beslag | 119
3.2.1.7 Verrekeningsbevoegdheid bank | 119
3.2.1.8 Retournering verklaring derdenbeslag en verdere afwikkeling | 120
3.2.1.9 Duur van de beslagprocedure | 120
3.2.1.10 Processuele (on)mogelijkheden bij gedeeltelijk opheffingsverzoek ten behoeve van bestaansminimum schuldenaar | 121
3.2.1.11 Afronding | 122
3.2.2 Gerechtsdeurwaarders aan het woord | 122
3.2.2.1 Inleiding | 122
3.2.2.2 De uitkomsten van vraag 1 | 123
3.2.2.3 De uitkomsten van vraag 2 | 124
3.2.2.4 De uitkomsten van vraag 3 | 126
3.2.3 Tussenbalans I | 127
3.3 Bespreking rechtspraak en tuchtrechtspraak | 128
3.3.1 Inleiding | 128
3.3.2 Rechtspraak | 128
3.3.3 Tuchtrechtspraak | 138
3.3.4 Tussenbalans II | 143
3.4 Conclusie | 144
Hoofdstuk 4 Rekening- en saldo-informatie | 145
4.1 Inleiding | 145
4.2 Informatievoorziening ten aanzien van rekeninginformatie van de schuldenaar | 145
4.2.1 Een algemene informatieverplichting van de schuldenaar en van een eventuele derde | 145
4.2.2 Verhaalsinformatie van de schuldenaar | 147
4.2.3 Verhaalsinformatie van de bank | 149
4.2.4 De bijzondere informatieverplichting van artikel 475g Rv | 150
4.2.5 De bijzondere informatieverplichting van derden in artikel 475g Rv | 152
4.2.6 Pleidooi voor het aan de gerechtsdeurwaarder verschaffen van inzicht in de rekening- en saldogegevens | 153
4.2.7 Tussenbalans | 156
4.3 Europese ontwikkelingen | 156
4.3.1 Inleiding | 156
4.3.2 European Account Preservation Order (EAPO) | 156
4.3.3 Payment Service Directive II (PSD2) | 162
4.4 Concluderende slotopmerkingen | 162
Hoofdstuk 5 Bankbeslag in rechtsvergelijkend perspectief | 165
5.1 Inleiding | 165
5.2 Duitsland | 166
5.3 België/Luxemburg/Frankrijk | 169
5.3.1 België | 169
5.3.2 Luxemburg | 171
5.3.3 Frankrijk | 172
5.4 Schotland/Engeland en Wales | 175
5.4.1 Schotland | 175
5.4.2 Engeland en Wales | 176
5.5 Scandinavië (Denemarken/Noorwegen/Zweden) en Finland | 177
5.5.1 Denemarken | 177
5.5.2 Noorwegen | 178
5.5.3 Zweden | 178
5.5.4 Finland | 180
5.6 De Baltische staten (Estland/Letland/Litouwen) | 180
5.6.1 Estland | 180
5.6.2 Letland | 182
5.6.3 Litouwen | 184
5.7 Het Iberisch schiereiland (Portugal/Spanje) | 185
5.7.1 Portugal | 185
5.7.2 Spanje | 187
5.8 Bulgarije | 187
5.9 Kosovo en Servië | 189
5.9.1 Kosovo | 189
5.9.2 Servië | 192
5.10 Tsjechië en Slowakije | 193
5.10.1 Tsjechië | 193
5.10.2 Slowakije | 194
5.11 Rechtsvergelijkende concluderende opmerkingen | 195
Hoofdstuk 6 Conclusie en wetsvoorstel | 197
6.1 Inleiding | 197
6.2 Concept voor een voorstel van wet | 199
Hoofdstuk 7 Afronding | 213
7.1 Waarom dit preadvies? | 213
7.2 Samenvatting | 214
7.3 De voorgestelde oplossing | 216
Literatuurlijst | 221
Jurisprudentieoverzicht | 225
Trefwoordenregister | 229
Over de auteurs | 235
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht