Prof.mr. J.M. van Dunné is emeritus hoogleraar privaatrecht aan de EUR te Rotterdam.
Meer over Jan van DunnéAansprakelijkheid van de arbiter: ‘bewuste roekeloosheid’, ‘ernstig verwijt’ of ‘bekwame arbiter’ als maatstaf?
De balansopname na Greenworld (2009) en Qnow (2016)
Samenvatting
De aansprakelijkheid van arbiters werd door de Hoge Raad in 2009 (Greenworld) en 2016 (Qnow) vastgesteld in aansluiting op de beperkte wettelijke aansprakelijkheid van rechters: slechts bij ‘opzettelijk of bewust roekeloos’ handelen of ‘ernstige verwijtbaarheid’. Met de aansprakelijkheid van bindend adviseurs of professionele dienstverleners werd geen verband gelegd. De algemene kritiek op het eerste arrest in de literatuur is na het arrest van 2016 (dat afweek van de conclusie-OM) in kracht toegenomen. In dit Ars Aequi Privaatrecht cahier wordt de stand van zaken op dit gebied geanalyseerd en onderzoek gedaan naar de herkomst van de genoemde criteria.
Het eerste komt uit het contractenrecht: de exoneratie van aansprakelijkheid. Het onderdeel ‘opzet’ kan hierbij vervallen omdat dit in de rechtspraktijk geen rol speelt. De jurisprudentie gaat bovendien niet uit van toepassing van een begrip ‘bewuste roekeloosheid’ of ‘grove schuld’ maar van analyse van het soort fout, waarbij van belang is of de verbintenis inspanning- of resultaatgericht is.
De tweede norm, ‘ernstige verwijtbaarheid’, is afkomstig uit het vennootschapsrecht: de bestuurdersaansprakelijkheid van Boek 2. De jurisprudentie erover kreeg zware kritiek omdat deze maatstaf geen meerwaarde boven gewone aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van beroepsbeoefenaren biedt. Dat vormt geen aanbeveling om hem te hanteren bij aansprakelijkheid van arbiters. Als alternatief wordt in dit Cahier het criterium voor professionele dienstverleners bepleit: het voldoen aan hetgeen van een bekwame, redelijk handelende arbiter verwacht mag worden. Een risico dat verzekerbaar is.
De Hoge Raad bracht ook een grens aan met begrippen als ‘bedrijfsfouten’ en ‘processuele of inhoudelijke fouten’. Op een kritische bespreking volgt een inventarisatie van mogelijke fouten van arbiters, met onderscheid tussen een verkeerde (wrong) beslissing en een foute (bad) beslissing.
Verder wordt aandacht gegeven aan de werking van artikel 6 EVRM (fair trial) op dit gebied, de EHRM-jurisprudentie sinds Ruiz Torija/Spanje (1994), evenals aan de Unierechtelijke context. De Hoge Raad miskende het Köbler-arrest (2003) en recentere rechtspraak Hof van Justitie EU, zoals Traghetti (2006) en Tomásová (2016).
Specificaties
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 De jurisprudentie van de Hoge Raad over aansprakelijkheid van de arbiter: van Hotel Jan Luyken (1971) naar Greenworld (2009). Het negatieve commentaar in de literatuur
1.1 De oude jurisprudentie over onrechtmatige rechtspraak: Hotel Jan Luyken (1971)
1.2 De aanloop naar het arrest van 4 december 2009, Greenworld: het eerste Greenwold-arrest van 20 januari 2006. De casus
1.3 Het arrest van 20 januari 2006, Greenwold I. De behandeling van de bevoegdheidsvraag
1.4 Conclusies uit Greenwold I (2006)
1.5 Het vervolg op Greenwold I (2006): de procedure eindigend met Greenworld (2009)
Hoofdstuk 2 Het vervolg op Greenworld (2009): de bevestiging in 2016 met Qnow. Wederom: negatief commentaar in de literatuur
2.1 De aanloop: de casus en de procedure voor rechtbank en hof
2.2 Cassatie: het arrest van 30 september 2016, Qnow
2.3 Een eerste analyse van het arrest van 30 september 2016 aan de hand van een vergelijking met het standpunt van het OM
2.4 De benadering van de Hoge Raad in het arrest van 30 september 2016, in afwijking van de conclusie OM, kritisch bezien
2.5 Het verdere verloop van Qnow na verwijzing: het arrest Hof Arnhem 16 oktober 2018
2.6 Overzicht van de reacties op Qnow (juncto Greenworld) in de literatuur. De verdere opzet van onze analyse van het arrest met de nieuwe norm
2.7 De verdere opzet van deze analyse van de jurisprudentie van 2009 en 2016: de normen onderzocht naar contractuele herkomst en de Unierechtelijke context
Hoofdstuk 3 Analyse van de Greenworld-Qnow-maatstaf (I): ‘opzet en bewuste roekeloosheid’, de oorsprong ervan in het contractenrecht, liaisons dangereuses?
3.1 Inleiding. De contouren van het onderzoek naar dit rechtsgebied
3.2 De contractuele herkomst van ‘opzet en bewuste roekeloosheid’ – het eerste onderdeel van de Greenworld-maatstaƒ De bakermat: exoneratie in het vervoersrecht, Codam/Merwede (1954)
3.3 De verdere ontwikkeling van ‘bewuste roekeloosheid’ in de jurisprudentie: Diepop (1994) en Gemeente Stein/Driessen (1996)
3.4 Het karakter van ‘bewuste roekeloosheid’: subjectief of objectief criterium? Betekenis van Scaramea/Telfort (2008) en de resultaatsverbintenis
3.5 De toepassing van ‘bewuste roekeloosheid’ bij werkgeversaansprakelijkheid. Onderscheid met ‘opzet’ zinvol?, herformulering nodig? Betekenis van Interplissé (2012)
3.6 Afronding en conclusies. Resultaatsverplichting als onderscheidend kenmerk; de ‘kernprestatie’, niet-nakoming ervan als ‘kardinale fout’
3.7 De verzekeringsaspecten van aansprakelijkheid en exoneratie. Kuunders/Swinkels (2004) en standaardarrest Fokker vliegtuigvleugel (1968)
Hoofdstuk 4 Analyse van de Greenworld-Qnow-maatstaf (II): de herkomst van de criteria ‘persoonlijk ernstig verwijt’ of ‘grof plichtsverzuim’. Aansprakelijkheid van bestuurders van vennootschappen en beroepsbeoefenaren. Andermaal, liaisons dangereuses?
4.1 Inleiding. De Aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaren. Breeweg/Wijnkamp (2015)
4.2 De norm van ‘persoonlijk ernstig verwijt’ zoals ontwikkeld in de rechtspraak over bestuurdersaansprakelijkheid volgens Boek 2
4.3 Een analyse van het gebruik van de ‘ernstig verwijt’-maatstaf: is er een meerwaarde bij vaststelling van onzorgvuldig handelen? Het debat in de doctrine over deze ‘zware’ maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid. De betekenis ervan voor de Qnow-norm bij de aansprakelijkheid van arbiters
4.4 De ‘ernstig verwijt’-maatstaf nader onderzocht. Wat zijn de kenmerken ervan in de praktijk?
4.5 Conclusies over het gebruik van de ‘ernstig verwijt’-maatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid van Boek 2. Welke lering biedt dit bij het zoeken naar een norm voor de aansprakelijkheid van arbiters?
4.5.1 Bestuurdersaansprakelijkheid uit Boek 2 de maat genomen: waar staan wij anno 2019?
4.5.2 Lessen uit Boek 2 voor de aansprakelijkheid van arbiters
4.5.3 De afronding van de geleerde lessen uit Boek 2
Hoofdstuk 5 Inventarisatie van soorten fouten van arbiters die tot aansprakelijkheid kunnen leiden. Het onderscheid: ‘Bedrijfsfouten’ en ‘processuele of inhoudelijke fouten’
5.1 Inleiding. Het belang van de soort fout die gemaakt is voor de aansprakelijkstelling\
5.2 ‘Bedrijfsfouten’, administratieve misslagen
5.3 ‘Processuele fouten’, niet naar de vorm, maar naar de inhoud. Ook: fouten die grond zijn voor wraking, vernietiging of herstel
5.4 Processuele fouten: (1) fout die grond voor wraking kan zijn ex art. 1033 Rv
5.5 Processuele fouten: (2) fout die grond voor vernietiging van het vonnis kan zijn ex art. 1065 Rv, sub e juncto b: strijd met de openbare orde, samenstelling van het scheidsgerecht
5.6 Vervolg fout (2). Enkele resterende vernietigingsgronden van art. 1065: ontbreken van een overeenkomst tot arbitrage (sub a) en motiveringsplicht (sub d). Nannini (2004)
5.7 Het vervolg op Nannini (2004) als standaard arrest: Kers/Rijpma (2006), een misleading case
5.8 Commentaar op Kers/Rijpma (2006). De NJ-noot van Snijders geanalyseerd; het ontbreken van Straatsburgse jurisprudentie
5.9 EHRM-jurisprudentie, Ruiz Torija/Spanje (1994), door de Hoge Raad aanvaard in 1995, met N/Mobius
5.10 De jurisprudentie van het EHRM over aan een rechterlijke motivering te stellen eisen op grond van artikel 6 EVRM (fair trial) na Ruiz Torija (1994). Helle/Finland (1997) en Hilvisaari/Finland (2001)
5.11 Conclusies over motiveringsgebreken en de werking van artikel 6 EVRM
Hoofdstuk 6 Diverse onderwerpen: De motiveringseis bij bindend advies. Herstel van het vonnis en terugverwijzing (remission). Vernietiging van het vonnis als voorwaarde? Mede-aansprakelijkheid van de arbiter, en juridisering van arbitrage
6.1 Vergelijkingsmateriaal: de motiveringseis bij bindend advies, Amsterdam/Honnebier (2005)
6.2 Processuele fouten: (3) fout die grond kan zijn voor herstel van het vonnis ex art. 1060 Rv. Verhouding tot remission, art. 1065a Rv
6.3 Afrondende beschouwingen: vernietiging van het vonnis als voorwaarde? Mede-aansprakelijkheid van een arbiter voor fout van een collega-arbiter. De juridisering van arbitrage als vorm van geschilbeslechting
6.3.1 Vernietiging van het vonnis als voorwaarde voor aansprakelijkstelling van de arbiter?
6.3.2 Mede-aansprakelijkheid van een arbiter voor een fout gemaakt door een mede-arbiter
6.3.3 De juridisering van arbitrage als vorm van geschilbeslechting
Hoofdstuk 7 Verzekering en arbitrage
7.1 Inleiding. Het standpunt van Snijders (en van de Hoge Raad?)
7.2 Commentaar. Overzicht van mogelijke verzekeringsdekking voor juridische dienstverleners; de rol van arbitrage-instituten
7.3 Exoneratie en verzekeringsdekking. Aansprakelijkheid van arbitrage-instituten? Afronding
Hoofdstuk 8 Kritiek op de leer van de Hoge Raad in Greenworld en Qnow: Aspecten van EU-recht: Köbler (2003) en het vervolg erop: Traghetti (2006) en Tomásová (2016). De miskenning van Unierecht inzake onrechtmatige rechtspraak in de jurisprudentie van de Hoge Raad. KLM-piloten/Staat (2018)
8.1 Inleiding. Het Hof van Justitie EU en zijn plaats naast het EHRM
8.2 Het begin met de Köbler-uitspraak van het Hof van Justitie EG in 2003
8.3 Het vervolg: Traghetti (2006). Nieuwe ontwikkelingen in EU-recht: Milena Tomásová/Slowenië (2016)
8.4 De motiveringsvereisten in de rechtspraak van het Hof van Justitie met betrekking tot de verplichting van de nationale rechter om prejudiciële vragen aan het Hof te stellen. KLM-piloten/Staat (2018): Köbler (2003) gevolgd
8.5 Conclusies. De magere oogst van KLM-piloten/Staat (2018). Luxemburg en Straatsburg: The Tale of two Cities – en nog een lange weg te gaan
Hoofdstuk 9 Algemene conclusies. De balansopname: welke maatstaf zou moeten gelden voor de aansprakelijkheid van arbiters? De bekwame, zorgvuldig handelende arbiter
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht