Fiscale behandeling van de DGA
(PDF-Download)
Samenvatting
Dit studieboek bevat een overzicht van de fiscale behandeling van de Directeur-Grootaandeelhouder (DGA). Bij de behandeling wordt ingegaan op de diverse fiscale wet- en regelgeving waarmee de DGA te maken krijgt. De volgende heffingen staan centraal: Wet inkomstenbelasting 2001, Wet op de loonbelasting 1964, Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Successiewet 1956.
Het boek is verdeeld in twee afzonderlijke delen. Het eerste gedeelte vormt een behandeling op hoofdlijnen van de verschillende fiscale regelingen waarmee een DGA te maken krijgt. In het tweede gedeelte wordt op thematische wijze ingegaan op de fiscale gevolgen van een aantal veelvoorkomende situaties waarmee een DGA in de praktijk geconfronteerd kan worden.
Fiscale behandeling van de DGA is in oorsprong geschreven voor studenten en cursisten die een vak of cursus volgen op hbo- en wo-niveau waarin de directeur-grootaandeelhouder centraal staat. Daarnaast is het boek interessant voor de fiscale beroepspraktijk.
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
I INLEIDEND DEEL 19
1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21
1.1 Inleiding 21
1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22
1.3 Vergelijking box 2 en box 3 Wet IB 2001 24
1.4 Het leerstuk van de rechtsvormneutraliteit 26
2 Kwalificatie als DGA 27
2.1 Inleiding 27
2.2 Fiscaal partnerschap 27
2.3 Basisregels aanmerkelijk belang 29
2.3.1 Aanmerkelijk belang volgens artikel 4.6 Wet IB 2001 29
2.3.2 Economische eigendom uitgangspunt bij artikel 4.6 Wet IB 2001 35
2.3.3 Aanmerkelijk belang volgens de soortbenadering van artikel 4.7 Wet IB 2001 36
2.4 Bijzondere vormen van aanmerkelijk belang 38
2.4.1 Genotsrechten artikel 4.3 Wet IB 2001 38
2.4.2 Meesleepregeling artikel 4.9 Wet IB 2001 38
2.4.3 Meetrekregeling artikel 4.10 Wet IB 2001 39
2.4.4 Fictief aanmerkelijk belang artikel 4.11 Wet IB 2001 40
3 Hoofdregels voor het inkomen uit aanmerkelijk belang (object) 41
3.1 Inleiding 41
3.2 Opbouw belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 41
3.3 Inkomen uit aanmerkelijk belang: reguliere voordelen 42
3.3.1 Inleiding 42
3.3.2 Winstuitdelingen 43
3.3.3 Uitbreidingen en beperkingen van het begrip reguliere voordelen 44
3.3.3.1 Forfaitair voordeel buitenlandse beleggingsmaatschappijen 44
3.3.3.2 Teruggaaf van op aandelen gestort kapitaal 46
3.3.3.3 Teruggaaf van wat op winstbewijzen is gestort 48
3.3.3.4 Bonusaandelen 48
3.3.4 Aftrekbare kosten 49
3.3.5 Niet-aftrekbare kosten 50
3.4 Inkomen uit aanmerkelijk belang: vervreemdingsvoordelen 51
3.4.1 Inleiding 51
3.4.2 Het reguliere begrip ‘vervreemding’ 51
3.4.3 Fictieve vervreemdingen 51
3.4.3.1 Inkoop van aandelen 51
3.4.3.2 Afkopen en inkopen van winstbewijzen 52
3.4.3.3 Betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen 52
3.4.3.4 Juridische fusie/ juridische splitsing 53
3.4.3.5 Overgang onder algemene titel/ overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel 55
3.4.3.6 Het brengen in het ondernemingsvermogen/het gaan behoren tot het resultaat uit een werkzaamheid 56
3.4.3.7 Aanmerkelijk belang niet langer aanwezig 58
3.4.3.8 Einde binnenlandse belastingplicht 59
3.4.3.9 Verlenen van een koopoptie (= calloptie) 60
3.4.3.10 Afgezonderd particulier vermogen 61
3.4.3.11 Vrijgestelde beleggingsinstelling 62
3.5 De omvang van vervreemdingsvoordelen 63
3.5.1 Inleiding 63
3.5.2 Overdrachtsprijs en verkrijgingsprijs 64
3.5.3 Bijzondere regelingen voor het bepalen van het vervreemdingsvoordeel 64
3.5.3.1 Onzakelijke of ontbrekende tegenprestatie 65
3.5.3.2 Aandelen of winstbewijzen gaan op later tijdstip tot aanmerkelijk belang behoren 66
3.5.3.3 Uitstel nemen van een verlies uit aanmerkelijk belang 66
3.5.3.4 Negatief vervreemdingsvoordeel bij afgezonderd particulier vermogen 67
3.5.3.5 Verkrijgingsprijs bij immigratie en remigratie 68
3.5.3.6 Forfaitair voordeel bij buitenlandse beleggingsmaatschappij 68
3.5.3.7 (Ver)koop met tegenprestatie in onzekere termijnen 69
3.5.3.8 Latere wijziging overdrachtsprijs 69
3.5.3.9 Call- en putopties 70
3.5.3.10 Betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen 72
3.6 Doorschuiffaciliteiten 74
3.6.1 Inleiding 74
3.6.2 Doorschuiving verkrijgingsprijs 74
3.6.3 Niet langer aanwezig zijn van een (fictief) aanmerkelijk belang 75
3.7 Tijdstip van heffing (heffingsmomenten) 76
3.7.1 Inleiding 76
3.7.2 Tijdstip van heffing bij reguliere voordelen 76
3.7.3 Tijdstip van heffing bij vervreemdingsvoordelen 76
3.8 Verrekening van een verlies uit aanmerkelijk belang 79
3.8.1 Inleiding 79
3.8.2 Voorwaarden 79
3.9 Omzetting van een verlies uit aanmerkelijk belang in een belastingkorting 81
3.9.1 Inleiding 81
3.9.2 Voorwaarden 81
4 De TBS-regeling van artikel 3.92 Wet IB 2001 83
4.1 Inleiding 83
4.2 TBS-regeling 83
4.2.1 Algemeen 83
4.2.2 Hoofdregel kwalificatie terbeschikkingstelling in de zin van artikel 3.92 Wet IB 2001 85
4.2.2.1 Ruime invulling begrip ‘ter beschikking stellen’ 85
4.2.2.2 Vereist is een aanmerkelijk belang in de vennootschap waaraan ter beschikking wordt gesteld 87
4.2.2.3 De ‘voor zover’-benadering 90
4.2.3 Gelijkstellingen aan feitelijke terbeschikkingstelling in de zin van artikel 3.92 lid 1 Wet IB 2001 91
4.2.4 Samenwerkingsverbanden en de TBS-regeling 92
4.2.5 De maatstaf van heffing bij de TBS-regeling 93
4.2.6 Aanvang en einde van TBS-situaties 95
4.2.6.1 Start van een terbeschikkingstellingsituatie 95
4.2.6.2 Eindtijdstip terbeschikkingstelling 98
5 Lucratief belang 101
5.1 Lucratiefbelangregeling algemeen 101
5.2 Systematiek van de lucratiefbelangregeling 102
5.3 Wijze van bepaling van het resultaat bij een lucratief belang 103
6 Dividendbelasting 107
6.1 Inleiding 107
6.2 Werkwijze heffing van dividendbelasting 107
6.3 Belaste opbrengst uit aandelen in de zin van de Wet DB 1965 109
7 De bedrijfsopvolgingsregeling in de SW 1956 111
7.1 Inleiding 111
7.2 De faciliteiten 111
7.2.1 Voorwaardelijke vrijstelling 112
7.2.2 Uitstel van betaling 113
7.3 De voorwaarden 113
7.3.1 Ondernemingsvermogen 114
7.3.2 Bezitstermijn 117
7.3.3 Voortzettingsvereiste 117
8 De DGA en de loonheffingen 119
8.1 Algemeen 119
8.1.1 De loonheffingen 119
8.1.2 De relatie van de loonbelasting met de inkomstenbelasting 119
8.1.3 De heffing van premies sociale verzekeringen 120
8.2 Belasting- en premieplicht van de DGA 121
8.2.1 Belasting- en premieplicht 121
8.2.2 De werknemer voor de loonbelasting 122
8.2.3 De dienstbetrekking 123
8.2.3.1 De privaatrechtelijke dienstbetrekking 123
8.2.3.2 De fictieve dienstbetrekking 125
8.2.3.3 De management-BV 126
8.2.4 De inhoudingsplichtige 127
8.2.4.1 Algemeen 127
8.2.4.2 Modelovereenkomsten 127
8.2.4.3 De samenhangende groep inhoudingsplichtigen 127
8.2.4.4 De doorbetaaldloonregeling 128
8.2.5 Premieplicht voor de volksverzekeringen 130
8.2.6 Premieplicht voor de werknemersverzekeringen 131
8.2.6.1 Werknemers 131
8.2.6.2 De uitzondering voor DGA’s 132
8.2.7 Bijdrageplicht voor de Zvw 135
8.3 Loon: de maatstaf van heffing 136
8.3.1 Het loonbegrip 136
8.3.1.1 Algemeen 136
8.3.1.2 Negatief loon 136
8.3.2 Loon in natura 137
8.3.3 Aanspraken 140
8.3.4 De gebruikelijkloonregeling 141
8.4 Loon: het moment van genieten 145
8.4.1 Het genietingsmoment 145
8.4.2 Vrijgestelde aanspraken 147
8.4.3 Pensioenaanspraken 148
8.4.3.1 Algemeen 148
8.4.3.2 Ouderdomspensioen 152
8.4.3.3 Partnerpensioen 156
8.4.3.4 Wezenpensioen 157
8.4.3.5 Arbeidsongeschiktheidspensioen 159
8.4.3.6 Toegelaten verzekeraar 159
8.4.3.7 Afkoop, vervreemden, tot zekerheid stellen en afzien van een pensioenrecht 159
8.4.3.8 Rechtszekerheid 161
8.4.3.9 Splitsen van een pensioenaanspraak 161
8.4.4 (Aanvullende) socialeverzekeringsaanspraken 162
8.4.5 Verlofaanspraken 162
8.4.6 Loon genieten op een ongebruikelijk tijdstip 163
8.5 Tarief 164
8.5.1 Algemeen 164
8.5.2 De loonheffingskorting 165
8.6 Wijze van heffen 166
8.6.1 Inhouding van loonbelasting 166
8.6.2 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige (de BV) en de werknemer (de DGA) 167
8.6.2.1 Verplichtingen van de werkgever (de BV) Opgave persoonlijke gegevens 167
8.6.2.2 Verplichtingen van de werknemer (de DGA) Opgave persoonlijke gegevens 168
8.6.3 Eindheffing en pseudo-eindheffing 168
8.6.3.1 Eindheffing 168
8.6.3.2 Pseudo-eindheffing 169
8.6.4 De werkkostenregeling 171
9 De buitenlandse belastingplicht van de DGA 175
9.1 Inleiding 175
9.2 Fiscale woonplaats van een natuurlijke persoon 176
9.3 Buitenlandse belastingplicht ter zake van aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigd lichaam 176
9.4 Buitenlandse belastingplicht ter zake van terbeschikkingstelling aan een in Nederland gevestigd lichaam 178
II THEMATISCH DEEL 179
10 Fiscale behandeling (on)zakelijke handelingen tussen de DGA en de BV 181
10.1 Inleiding 181
10.2 (On)zakelijk handelen in de arbeidsrelatie van de DGA 182
10.3 (On)zakelijk handelen in de vreemdvermogensverhouding 183
10.3.1 Gehele vermogensverstrekking door DGA is in fiscale zin eigen vermogen 184
10.3.2 Onzakelijke rente op zakelijke vordering van de DGA op de BV 185
10.3.3 Onzakelijke lening in de zin van de ‘25 november 2011’-arresten 187
10.3.4 Onzakelijke-leningproblematiek in DGA-sfeer uitgewerkt in een aantal voorbeelden 190
10.3.5 Fiscale gevolgen in omgekeerde situatie 191
10.3.5.1 Lening van BV aan DGA kwalificeert fiscaal als eigen vermogen 192
10.3.5.2 Lening van BV aan DGA kent rentecomponent die niet at arm’s length is 192
10.3.5.3 Lening van BV aan DGA draagt onzakelijk debiteurenrisico 192
10.4 Borgstellingen 193
10.4.1 Borgstelling die zich volledig in de aandeelhoudersfeer afspeelt versus een zakelijke borgstelling 193
10.4.2 Fiscale behandeling zakelijke borgstelling 193
10.4.3 Fiscale behandeling borgstelling in de kapitaalsfeer 196
11 Privébetrekkingen aandeelhouder 197
11.1 Inleiding 197
11.2 De fiscale gevolgen van het huwelijk van de DGA 197
11.2.1 Huwelijk en ontstaan fiscaal partnerschap 197
11.2.2 De DGA en het gekozen huwelijksgoederenregime 198
11.2.3 De DGA en de wettelijke gemeenschap van goederen 199
11.2.4 De DGA en verrekenbedingen 202
11.2.5 De DGA en vergoedingsrechten in de zin van artikel 1:87 BW 202
11.3 De DGA en echtscheiding 203
11.4 Het overlijden van de AB-houder 206
11.4.1 Inleiding 206
11.4.2 Versterfrecht en testament 206
11.4.3 De DGA als erflater 207
11.4.4 Doorschuifregeling bij overlijden 208
11.4.4.1 Ondernemingsvermogen 208
11.4.4.2 Aanmerkelijk belang 210
11.4.4.3 Verkrijger 211
11.4.4.4 Bijzondere titel 213
11.5 Doorschuifregeling bij verdeling nalatenschap 213
11.6 Het overlijden van de ‘terbeschikkingsteller’ 214
11.6.1 Inleiding 214
11.6.2 Doorschuifregeling bij overlijden 214
11.7 Schenking door de AB-houder 215
11.7.1 Inleiding 215
11.7.2 De DGA als schenker 215
11.7.3 Doorschuifregeling bij schenking 216
12 Aanpassing van structuren 219
12.1 Aandelenruil, fusie en splitsing van vennootschappen 219
12.1.1 Inleiding 219
12.1.2 Uitgangssituatie 219
12.1.3 Eén BV is geen BV 219
12.1.3.1 Route 1: aandelenruil 222
12.1.3.2 Route 2: overdracht onderneming aan dochtervennootschap 225
12.1.4 Afronding 233
12.2 Van eenmanszaak naar BV en terug uit de BV 233
12.2.1 Van eenmanszaak naar BV 233
12.2.2 De inbreng in een BV nader belicht 234
12.2.2.1 De geruisvolle inbreng in een BV nader belicht 234
12.2.2.2 De geruisloze inbreng nader belicht 236
12.2.2.3 De geruisloze terugkeer nader belicht 238
13 Emigratie, immigratie en remigratie 241
13.1 Inleiding 241
13.2 Emigratie van de AB-houder 241
13.3 Emigrant en buitenlandse belastingplicht 244
13.4 Buitenlandse belastingplicht en verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap 247
13.5 Na emigratie genoten reguliere voordelen gevolgd door een vervreemding van het aanmerkelijk belang 251
13.6 Immigratie van een AB-houder 254
13.7 Immigratie en eerdere toepassing van artikel 7.5 lid 7 Wet IB 2001 258
13.8 Remigratie 259
Trefwoordenregister 263
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht