Hoofdpersoon Peter Steenbergen is lichtjes gemodelleerd naar de auteur. Hij verlaat al snel de pillen (bètablokkers) en zoekt zijn heil in het alternatieve. Hij verandert zijn leefstijl, mits de alcohol en de sigaar er maar een onderdeel van uit mogen maken. Hij doorloopt wat relatiecrisissen. De humor en een zekere joi-de-vivre blijft Peter gelukkig altijd met zich mee dragen. Tot in de ziekenzalen en dokterskamers.
Het is een grappig boekje. Voor de hartritme patiënt, zoals ondergetekende, zijn wat zaken lastig te duiden. Even een ommetje bij een stoornis, dat is mij niet gegeven. Ik herken de zoektocht naar een diepere, misschien fysieke, oorzaak. Bert Overbeek geeft aan dat dat misschien weleens een lastige missie is. Dat levert de lezer en patiënt wel een flinke shortcut op.
En ook de route langs al het alternatieve brengt Peter alleen maar onrust. Na weer een stoornis, de zoveelste, geeft hij zich over aan de specialisten, krijgt een ablatie, en daarmee, in ieder geval een lange periode, rust.
‘Mocht je aan ritmestoornissen lijden, probeer dit dan te zien als mijn verhaal en als mijn poging om ze met een korreltje zout te nemen. Het heeft me geholpen bij mijn verzekeringen. Het is niet allemaal op de realiteit gebaseerd; er is veel omheen verzonnen, maar niet over ritmestoornissen zelf.
Het verhaal leest lekker weg. De humor is begrijpelijk als laag in het verhaal. Uitvergroting als techniek begrijpelijk. Peter wordt niet als een sympathiek persoon neergezet. Zijn relatie met zijn dochter is innemend. In de context vind ik hem lastig.
En tot slot, mocht er een tweede druk komen: neem een redacteur in dienst! Zoveel matige en afgebroken zinnen, herhalingen, typefouten. Jammer en een beetje belediging voor de koper en lezer van het boek.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.