Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Zeven steden

Met De zeven steden Een reis door duizend jaar geschiedenis: hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten heeft Violet Moller een waar monument opgeleverd voor duizenden wetenschappers die tussen 500 en 1500 na Christus betrokken waren bij het verspreiden van wetenschappelijke documenten en ideeën.

Bertrand Weegenaar | 5 februari 2020 | 4-5 minuten leestijd

Violet Moller is journaliste, onderzoekster en historica gespecialiseerd in de geschiedenis van ideeën. In dit zeer informatief en mooi uitgegeven werk concentreert ze zich op de verspreiding (en vaak gewoon doorgeven) van de belangrijkste wetenschappelijk werken uit de klassieke oudheid: De elementen van Euclides, de Algamest van Ptolemeus, en de teksten van Galenus. Hiermee hebben we het dus over de wiskunde, de astrologie, en de medische wetenschap.

Wat Moller vooral verbaasde, is hoe belangrijk deze documenten waren in de hele geschiedenis van de wetenschap. En hoe ze de honderden jaren onrust die de vroege en late Middeleeuwen waren, hebben overleefd. Ze doet dit door naar zeven wetenschappelijke (en gelijker tijd) culturele centra te kijken die een voorname rol hebben gespeeld. En dan moeten we ook even stilstaan bij het feit dat het vastleggen van teksten op bijvoorbeeld dierenhuiden of papyrus betekende dat deze documenten kwetsbaar waren en veelvuldig, stuk voor stuk, gekopieerd en verspreid moesten worden. Eerst van het Grieks en/of Latijn naar het Arabisch, daarna weer terug naar het Grieks of Latijn. En weer later, in de Renaissance naar nieuwe talen: Duits, Spaans, Italiaans, Engels, enzovoort.

Het begint de eerste eeuwen in de schoot van het Midden-Oosten en de opkomst van de islam: in Alexandrië en Bagdad. Aan het hof van de sultans komen de vertaling van het Grieks en Latijn naar het Arabisch tot grote ontplooiing. Het Arabisch zou honderden jaren de tussentaal zijn de grote kennisbronnen uit de klassieke oudheid. Het betreft niet alleen de drie eerder genoemde wetenschappelijke werken, ook poëzie, proza en toneelstukken werden graag geziene culturele gasten aan het hof. Na een grote machtsstrijd tussen de heersende Umayyadisch familie en de Abbasiden vluchtte Rahman, erfgenaam van de kalief Hisham ibn Abd al-Marik, naar de veiligheid van het Iberisch schiereiland. De vlucht zou vier jaar duren en hem uiteindelijk in Cordoba brengen. Hier stichtte hij een nieuw kalifaat in al-Andalus. Op de oude Romeinse ruïnes werd een moskee en een nieuwe stad gebouwd. Zoals het veel Umayyadische machthebbers betaamde leefden ze in vrede met andere geloofsgenoten. Zo konden oorspronkelijke bewoners, Arabieren en Joden in harmonie samenleven. In deze veiligheid kon Corboda zich in de 8ste eeuw ontwikkelen tot een belangrijk machtscentrum.

De Arabieren introduceerden hun bekende poststelsel, belastingsysteem, cijfer- en muntstelsel. De oude steden in het Midden-Oosten, Bagdad en Damascus vielen in de 13de eeuw ten prooi aan binnenvallende Mongoolse legers. Na Cordoba nam Toledo de rol als wetenschappelijk centrum over. Met de opkomst van de macht van de Katholieke Kerk in Spanje, kwam ook de intolerantie naar Arabieren en Joden. Langzaam verschoof de kenniscentrum terug naar zijn oorsprong: Italië. In Salerno, strategisch gelegen kwam de medische wetenschap tot bloei. Palermo op Sicilië nam een centrale plek in de 9de en 10de eeuw. Ook hier leefden Grieken, Arabieren, Joden en de overheersende Normandiërs vredig naast elkaar. In de roerige tijden van de 11de tot de 13de eeuw bleek Venetië, in een uithoek van Italië en omgeven door moeilijk doorwaadbare moerassen, de ideale plaats om wetenschap te bedrijven. Venetië zou ook de eerste plek in de Renaissance worden voor de ontplooiing van de boekdrukkunst. Het vertalen en overschrijven was ten einde vanaf de 15de eeuw.

Al deze steden, en na 1500 kwamen er weer nieuwe bij, kenmerkten zich door politieke stabiliteit, een geregelde aanvoer van geld en teksten, een groep begaafde mensen en een sfeer van tolerantie jegens verschillende nationaliteiten én religies.

Wat bijzonder is dat in die duizend jaar vele wetenschappers enorme reizen aflegden om hun kennis groter te maken. Ze vertaalden, onderwezen en schreven commentaren. Ze deden dit vaak te voet over wegen dwars door gebergten of op boten langs de kusten van de Europese kusten. Ze sliepen vaak in kloosters die naast een veilige slaap- en eetplaats, ook een plek van bibliotheken werd. Vooral de Benedictijnse kloosters die vanaf de 6de eeuw in heel Europa verrezen werden een aantrekkelijke pleisterplaats. Na hun aankomst in één van de steden bleven de geleerden daar meestal enige jaren. En zo verspreiden al die kennis zich over alle landen in Europa en de Arabische wereld.

Pas in de 15de eeuw waren er drie wetenschappelijke doorbraken die het klassieke wereldbeeld veranderden: de boekdrukkunst maakte verspreiding van teksten en beeldmateriaal makkelijker, goedkoper en sneller. De verrekijker maakte het kijken naar de planeten veel gedetailleerder. Copernicus zou de zon centraal stellen en het wereldbeeld van Ptolemeus ter discussie stellen. De uitvinding van de microscoop zou Vesalius in staat stellen het beeld dat de medici honderden jaren hadden ontleend aan de geschriften van Galenus, vervangen.

De zeven steden is een fantastische tekst dat wetenschappers naar de voorgrond haalt die eerder in de schaduw stonden. De Westerse focus op dit terrein benoemt de waarde van de Arabische wereld van 500 – 1100 nauwelijks. Violet Moller zet met name deze vaak anonieme mensen op een voetstuk. Een erg mooi verhaal.

Over Bertrand Weegenaar

Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden