Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Jobs for drops

Het mooie aan Hermann Scheer is dat hij Hermann Scheer is. Zo, staand voor een aandachtig luisterende zaal in het Arnhemse Musis Sacrum waar hij is uitgenodigd door de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), ziet hij er niet erg indrukwekkend uit. Een oudere man met een dikke buik. En spreken - in het Engels weliswaar - doet hij ook al niet erg vlot. Bijna teleurstellend voor een politicus.

Pierre de Winter | 20 mei 2009 | 4-6 minuten leestijd

Toch hangt de zaal aan zijn lippen, want dit is inderdaad Hermann Scheer. De man die verantwoordelijk is voor de duurzame revolutie in Duitsland. Die eigenhandig eind jaren negentig een wet door het parlement heeft weten te sleuren die onze oosterburen binnen tien jaar tot veruit de duurzaamste grote industriële natie ter wereld heeft gemaakt, met als aangenaam bijeffect het wereldmarktleiderschap op het gebied van zonnepanelen - een groei-industrie die tot op heden zo’n 150.000 banen heeft opgeleverd. Meer dan er in de tussentijd in de geteisterde auto-industrie verloren zijn gegaan.

Scheer is geen man van de nuance. Iets wat je gezien de politieke strijd die hij heeft weten te winnen misschien ook niet van hem mag verwachten (denk Wilders en u begrijpt wat ik bedoel). Hij zegt dingen als: ‘Wat op internationale klimaatconferenties gebeurt, is global talking and national postponing’. Of: ‘Aan een energiebedrijf vragen wat er moet gebeuren om een doorbraak richting duurzame energie te bewerkstelligen, is als aan de maffia vragen wat je moet doen als je slachtoffer bent van een overval.’ En de laatste: ‘In Duitsland is de enorme staalproducent Preussag de afgelopen tien jaar getransformeerd tot toerismebedrijf. Misschien een aardig scenario voor Shell.’

Scheer weet dat - wil je echte invloed uitoefenen - je niet te beroerd moet zijn om dezelfde boodchap duizend keer te herhalen, desnoods stevig aangedikt. En dat doet-ie dan ook met verve: ‘Nuclear energy is totally overrated’, ’resources are running out’ en als we niets doen dan naderen we het ‘final conflict’ wat wel eens ‘the most bloody conflict ever’ zou kunnen worden, omdat energie per slot van rekening een zaak van leven en dood is. Geen ondenkbaar scenario overigens, dat laatste, maar dit terzijde.

Los daarvan was zijn komst vooral interessant omdat de Nederlandse overheid sinds twee maanden flirt met de invoering van een feed-in tarief naar Duits model. Inderdaad: dat is dat model dat ervoor heeft gezorgd dat Duitsland opsteeg in de duurzame vaart der volkeren, terwijl Nederland in het fossiele moeras achterbleef. Voor de niet-kenners: Nederland bivakkeert momenteel op een aandeel van 7,5 procent duurzame energie, terwijl Duitsland met 18 procent mag pronken en volgens herr Scheer bij een gelijkblijvend tempo als in de afgelopen twee jaar, in 2034 de vlag in de top mag hijsen bij 100 procent duurzame energie.

Afgelopen maart maakte het kabinet - verschanst in het pakket maatregelen tegen de crisis - bekend dat het wil beginnen met een robuuste regeling voor de financiering van duurzame energie, naar Duits voorbeeld. Dat betekent financiering uit een opslag op het energietarief voor burgers en bedrijven, zodat de regeling buiten de begrotingsdiscipline blijft en zodoende langjarige zekerheid kan verschaffen aan duurzame investeerders. De definitieve vormgeving van die regeling laat nog op zich wachten en omdat het kabinet die mede af wil laten hangen van ‘mogelijke koopkracht- en budgettaire effecten’ - is het nog maar de vraag of Scheers model werkelijk effectief hier tot uitvoering gaat komen.

Vandaar ook dat de zaal hem vroeg wat hier in Nederland moest gebeuren om zijn model mogelijk te maken. Scheer gaf aanvankelijk zijn standaard antwoord, dat uiteenvalt in drie punten: op het elektriciteitsnet voorrang geven aan stroom uit duurzame bron, een investeringsprogramma opzetten waaruit inversteerders in twintig jaar kunnen terugverdienen, en de voorgaande twee dingen doen zonder enige beperking.

Met de vraag of dat dan niet duur wordt, weet hij wel raad. In Duitsland betaalt een huishouden gemiddeld op jaarbasis twintig euro meer voor zijn energievoorziening. Niet veel voor een programma waaruit een nieuwe industrie is ontstaan en dat het land bevrijdt van een boel fossiele vervuiling. ’Jobs for drops’ noemt Scheer het.

Voor Nederland ziet hij zelfs een aantal voordelen. Zo ontneemt de splitsing van de energiebedrijven in een een commerciële en een netwerkpoot diezelfde bedrijven volgens Scheer de mogelijkheid om het grid te manipuleren naar hun eigen wensen. Een voordeel, want daarmee zouden we het kleinschalige duurzame energieprojecten wel eens lastig kunnen maken. Daarnaast hebben we met onze gasreserves een prettige reservecapaciteit die je gedurende de transitie naar ‘duurzaam’ nu eenmaal nodig hebt volgens Scheer.

Waarom de Nederlandse overheid een dergelijk programma niet met grote voorrang door de Tweede Kamer jaagt, kan Scheer - die eerder dit jaar zowel de ministers Verhoeven van Economische Zaken als Cramer van VROM sprak - dan ook alleen verklaren vanuit de angst bij politici voor de publieke opinie: ‘Ze geloven dat de publieke opinie ertegen is.’

Op 2 juni is Scheer uitgenodigd door het kabinet dat dan van plan is te praten over de inrichting van de nieuwe energiewet. Verwacht hij dat hij de Nederlandse politici zo ver kan krijgen om zijn feed-in regeling daadwerkelijk op een effectieve manier in te voeren? Scheer: ‘Ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken. Maar als er een referendum in Nederland zou worden gehouden waaruit blijkt dat een schone toekomst de Nederlander op jaarbasis twintig euro waard is, dan winnen we dit. Dat weet ik zeker.’

Ideetje voor de verzamelde groene lobby?

Over Pierre de Winter

Pierre de Winter is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden