Crux van het verhaal komt uit een artikel van auteur Malcolm Gladwell. Naar aanleiding van de ondergang van Enron schreef Gladwell in 2002 een vernietigend stuk over ‘The Talent Myth’. Enron had zich in de jaren voor de ondergang geprofileerd als het ultieme ‘talentenbedrijf’ – in de woorden van de CEO: ‘Het enige wat Enron onderscheidt van onze concurrenten zijn onze mensen, ons talent.’ Totdat bleek dat de talenten jarenlang hadden gesjoemeld met de cijfers en Enron failliet ging.
Volgens Gladwell was een belangrijke factor in de ondergang van Enron de focus op talent. In de New Yorker, schreef hij: ‘De talentmythe gaat ervan uit dat mensen organisaties slim maken. Veel vaker is het omgekeerd.’
Het punt van Gladwell werd onlangs onderstreept door een rapport dat wordt aangehaald in De Groene. Enron was namelijk geen uitzondering. Van een lijst bedrijven die door consultancybureau McKinsey waren bestempeld als talentenkampioenen, werd achterhaald hoe goed ze nu werkelijk hadden gepresteerd. ‘De resultaten zijn ontluisterend. Een derde van de "talentkampioenen" is na 2001 van het toneel verdwenen. In ongeveer de helft van de gevallen was dat hun eigen schuld. Nog eens een derde heeft "rampzalig", dan wel "teleurstellend" gepresteerd. Slechts een kwart heeft gedaan wat de McKinsey-onderzoekers hun lezers beloofden: veel geld verdienen voor de aandeelhouders.’
Ook verschillende landen hebben de afgelopen jaren hun onderwijs- en migratiebeleid ‘massaal en in sneltreinvaart’ aangepast op ‘de war for talent’, meldt De Groene. ‘Maar een arme land als de Filippijnen heeft weinig geprofiteerd van zijn relatief goed opgeleide bevolking. Hetzelfde geldt voor Argentinië, dat ondanks beter onderwijs de economische achterstand op Brazilië alleen maar heeft zien groeien. Net als in het bedrijfsleven lijken ook hier systemen belangrijker te zijn dan sterren.’