De rijst is in één jaar tijd 31% duurder geworden, de soja 87 en de tarwe 130. De gemiddelde voedselprijs is sinds midden 2007 met 40% gestegen, en dat voor mensen voor wie voedsel een groot deel van hun dagelijkse uitgaven uitmaakt: 50-75 tegen minder dan 10% in de rijke landen. 36 landen hebben op korte termijn hulp nodig. In Cambodja, Bangladesh, Jemen, Egypte, Kameroen, Mozambique, Burkina Faso en Haïti hebben zich al hevige, soms bloedige voedselrellen voorgedaan.
Volgens economen heeft deze stijging vooral structurele oorzaken, zoals hogere energieprijzen, een stijgende vraag in de eerste wereld naar biobrandstoffen, en een stijgende vraag naar vlees en melkprodukten in ‘emerging markets’ zoals China, India, Brazilië en Rusland. Factoren als deze maken de landbouwgrond schaarser, zodat de voedselproductie structureel daalt. De Wereldbank voorziet daarom dat de voedselprijzen tot minstens 2010 op een hoog niveau zullen blijven. Volgens een zegsman van het World Food Programme zijn er in de afgelopen tijd minstens 4 miljoen mensen bijgekomen die het risico lopen de hongerdood te sterven.
De kloof tussen arm en rijk op wereldschaal is duizelingwekkend, niet langer te bevatten. Laten we de volgende eenvoudige rekensom maken. Als je het Nederlandse minimumloon van € 16.000 verdient, behoor je nog altijd tot de 12% rijkste mensen ter wereld en zijn 5 miljard mensen armer dan jij. Maar de inkomensafstanden binnen die rijkste 12% zijn de laatste decennia spectaculair gegroeid. Onze minister-president verdient met zijn € 171.000 elf keer meer dan een Nederlandse minimumloner. Deze ‘JP’-norm geldt steeds nadrukkelijker als een beschaafde maatstaf voor de afstand tussen minimum en maximuminkomen binnen de overheid en semi-overheid. Maar ons eigen bedrijfsleven steekt daar al ver boven uit. Met Jeroen van der Veer van Shell, onze topverdiener over 2007 met € 9,4 miljoen, is de afstand ongeveer 1: 600. De Amerikaan John Paulson verdiende nog 200 keer meer, dus ongeveer 120.000 keer het Nederlandse minimumloon.
Maar vanaf het niveau van het Nederlandse minimumloon moet de ladder van de ongelijkheid nog met minstens een factor 100 naar beneden worden uitgeschoven, om de bodem van de wereldarmoede te bereiken. Dat brengt de totale afstand tussen top en basis op wereldschaal op 1: 12.000.000. Eén Amerikaanse speculant verdient in een jaar evenveel als twaalf miljoen andere mensen. En hij heeft dit bedrag vooral ‘verdiend’ door als agressieve belegger handig in te spelen op de ineenstortende Amerikaanse huizenmarkt en de hypotheekcrisis, dus over de ruggen van talloze gewone Amerikanen die hun huis moeten verkopen omdat ze woekerrenten hebben afgesloten bij ‘gemakkelijke’ bankiers. Paulson is de superhaai die een hele serie van deze ‘loan sharks’ op hun beurt opvreet. Ik moet oppassen om niet te vervallen in een ouderwetse socialistische woede over dit cynische kapitalisme dat aan de bovenkant van de wereld de onverdiende rijkdom bij enkelen ophoopt, terwijl het aan de onderkant van diezelfde wereld miljoenen mensen laat creperen in een even onverdiende armoede.
Over Dick Pels
Socioloog en filosoof Dick Pels is essayist voor onder andere NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Hollands Diep. Hij is (hoofd)docent maatschappijtheorie en sociale filosofie aan de universiteiten van Amsterdam en Groningen. Daarnaast is hij een van de oprichters van de progressieve denktank Waterland.