‘Flarden van het gesprek met Julianne blijven door mijn hoofd spelen. Ik zie vooral de onzekere blik in haar ogen . Ik ken deze vrouw meer dan de helft van mijn leven. Ik heb haar in angst gezien omdat haar kind werd vermist, of vanwege haar ongeboren baby, of omdat haar echtgenoot in haar armen lag dood te bloeden - maar nooit vanwege haarzelf.’ ‘Sluit je ogen’ is een nieuw deel in de reeks met klinisch psycholoog, Joe O'Loughlin en voormalig politieagent Vincent Ruiz. Vooral deze twee personages weet Robotham zeer raak te treffen. Je kent ze, je leeft met hen mee.
Niet alleen in ‘de zaak’, maar ook in het privéleven van O’Loughlin; zijn relatie met zijn (ex)vrouw, zijn vader en zijn ziekte (Parkinson). ‘Natuurlijk kon ik niet hetzelfde gewicht tillen. Het verpletterde mijn borstkas, terwijl hij in mijn oor mekkerde dat ik een mietje en een flikker was. Twee keer heeft hij een rib van me gebroken. Dat was nog voordat hij mijn arm brak en mijn elleboog uit de kom werkte, voor ik onder toezicht werd geplaatst.’
Mooi gevonden en toegepast is het feit dat de auteur met regelmaat de moordenaar aan het woord laat en toch diens identiteit tot vrijwel aan het einde van het boek geheim weet te houden. ‘Ik heb het niet gedaan, fluistert Eliot. Je hoeft niets te zeggen, zegt zijn advocaat, die een vinger voor zijn lippen houdt. Ik heb het godverdomme niet gedaan!’ Agenten Ronnie Cray en Colin Abott krijgen de moord op Elizabeth Crowe en haar dochter Harper toegewezen. Er is een bizar verschil in hoe de lichamen worden aangetroffen op de plaats delict.
Dit doet hen besluiten assistente te vragen aan klinisch psycholoog Joe O’Loughlin. ‘Er is nog een complicatie, zeg ik. Het is mogelijk dat Elizabeth thuis een vreemdeling heeft uitgenodigd. Ze was een bekende op doggingplekken in de omgeving.’ ‘Sluit je ogen’ overstijgt het niveau van de doorsnee thriller.