In een 'Een website die werkt' neemt Gerry McGovern heel wat websites onder de loep om te laten zien wat wel en niet werkt. 'Het persbericht, hoofdbestanddeel van de meeste zakelijke websites, is een mooi voorbeeld van content die op een site wordt gezet omdat het de makkelijkste oplossing is', schrijft de auteur. 'U moet uw persberichten vertalen in pakkende informatie waar uw klant op zit te wachten. Er zijn maar heel weinig klanten met meer belangstelling voor uw perscommuniqués dan voor een plastic zak met twee weken oude vis.'
De auteur maakt duidelijk dat elk woord op internet belangrijk kan zijn. Hij geeft een mooi voorbeeld over de kracht van synoniemen: 'Banken waren op zoek naar investeerders in wat ze noemden 'derdewereldeconomieën'. Ze hadden maar weinig succes. Een bankier begon ze als 'opkomende economieën' te promoten en de investeerders stonden in de rij, alleen maar als gevolg van dat ene woord.' Het tijdschrift Fortune had een identieke ervaring. Het publiceerde al jaren een bijlage over pensioenen, met koppen als 'Sparen voor later'. Iemand op de redactie kwam op het idee om de kop 'Rijk met pensioen' te gebruiken. Die paar woorden deden de omzet omhoog schieten. De auteur geeft als tip om websiteteksten aan professionele schrijvers over te laten en vooral om niet te veel woorden te gebruiken, want internetlezers zijn heel ongeduldig. 'Aandacht is net elastiek', zegt McGovern, 'het rekt maar tot een bepaald niveau uit en dan knapt het. De bezoeker wil antwoord op zijn vragen en heeft geen enkele behoefte aan welk oponthoud dan ook.' Onder oponthoud verstaat de auteur grote introductiepagina's, flashfilmpjes en pop-ups. Een goede website komt volgens hem direct ter zake, is duidelijk en praktisch. De inleiding moet antwoord geven op de vraag: waarom is het voor mij als klant interessant? Beperk die tot zo'n dertig woorden. Gebruik niet te vaak de naam van de organisatie en pas op met borstklopperij, want dit is vaak een contraproductieve strategie. Het taalgebruik moet draaien om de consument, om het woordje 'u' en de website moet erop gericht zijn om de klant snel van dienst te zijn. Het schadelijkste probleem op internet is verouderde informatie. Helaas nemen bedrijven niet vaak de moeite om de inhoud van hun site van begin tot einde na te lopen. McGovern onderstreept hoe belangrijk de koppen op websites zijn, omdat ze de gebruiker over de streep moeten trekken om door te lezen. Hij adviseert om niet de organisatie in de schijnwerpers te zetten, maar uit te gaan van de behoefte van de lezer. Eén van de handige tips in het boek is om bijvoorbeeld niet te zeggen 'Vanwege onze 50ste verjaardag geven we 50 procent korting'. Draai het om: '50 procent korting, omdat we onze 50ste verjaardag vieren.' Naast tekstuele suggesties geeft de auteur ook veel adviezen om de vindbaarheid van een website op internet te verbeteren. 'Een website die werkt' is heel toegankelijk geschreven en heeft veel weg van een handboek vanwege de talloze praktische tips. Het is vooral interessant voor marketeers en communicatieprofessionals, maar het bevat ook veel informatie voor IT-specialisten en voor bloggers die willen scoren. Dit boek is een aanrader voor elk bedrijf dat zijn eigen website onder de loep wil nemen.