Het boek leest makkelijk weg en bestaande wetenschappelijke modellen en inzichten worden op natuurlijke wijze gekoppeld aan relevante zaken die van belang zijn voor innovatieontwikkeling. Hierbij wel de kanttekening dat de modellen voor de gemiddelde lezer bekend zullen zijn, aangezien deze vaak terugkomen in andere managementliteratuur.
De auteurs hadden de beschrijving van de diverse modellen en inzichten dan ook wat minder uitgebreid mogen doen, maar dat is slechts een persoonlijke voorkeur. Het is in ieder geval niet storend. Het stroomschema voor innovatie staat volgens de auteurs uit de vier D's (Dromen, Denken, Durven en Doen). Dit stroomschema vormt feitelijk ook het 'hart' van het boek en hier wordt continu direct of indirect op teruggekomen.
Waar het naar mijn gevoel in deze tijd vaak aan schort is de fase van 'durven'. Organisaties zijn vaak te behoudend en niet ondernemend genoeg. Er is angst. Dit heeft vooral te maken met de 'zesjescultuur', het ontbreken van leiderschap en een kortetermijnvisie. Natuurlijk, met risico's dient rekening te worden gehouden en dit dient men gecalculeerd te doen, maar zonder het nemen van risico's is nog geen enkele onderneming groot geworden. Hier is dus nog veel werk aan de winkel en dit heeft vooral te maken met bewustwording omtrent het strategisch belang van innovatie, in combinatie met het niet benutten van de ideeën die komen van de werkvloer. De auteurs geven zelf aan dat er vaak ook een bottleneck zit in de D van Doen.
Dit is feitelijk het 'saaie' deel van het stroomschema en ook het meest tijdrovende deel. Door het echter alleen bij de eerste drie D's te houden, in combinatie met veel praten, zal er geen innovatie plaatsvinden en hier dienen organisaties meer rekening mee te houden. Ik kan niet anders dan het eens zijn met beide heren.
Wat mij opvalt in het boek is dat er veel wordt beschreven over processen en feitelijk ook over structuren en relatief weinig over leiderschap. Het belang van het werven, selecteren en ontwikkelen van het individueel benodigde talent van werknemers zie ik slechts indirect terugkomen. Dit hadden de auteurs meer mogen onderzoeken c.q. benadrukken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de relevantie van innovatief vermogen, ondernemerschap en creativiteit maar ook aan klantfocus. Zonder mensen en hun individuele talenten geen structuren, processen, financiële resultaten en al helemaal geen innovatie. Misschien een idee om hier bij een vervolg iets mee te doen, waarbij het uitgangspunt zou kunnen zijn dat innovatie ontstaat door een optimale match tussen de werknemer en zijn/haar talenten en de klant die zorgt voor een continue beweging in de markt.
Overall hebben de auteurs een meer dan prima en up-to-date naslagwerk. Het belang van innovatie voor organisaties is helder beschreven en nu is het een kwestie van 'Doen'. Leesadvies: Interessant voor allen die interesse hebben innovatie en durven te dromen en denken op de lange termijn.
Over Richard van der Lee
Richard van der Lee werkt als ZAV'er (Zelfstandig Aanjager van Vervanging) onder de naam Visie op Talent en is daarnaast auteur van diverse managementboeken. Hij publiceert regelmatig artikelen en blogs op diverse websites in binnen en buitenland over de driehoek talentontwikkeling-Leiderschap-nieuwe organisatievormen. Hij is alumnus van Business School Nederland, de Action Learning MBA.