Onlangs is 'Necessary dreams: Ambition in women's changing lives' uit 2004 in vertaling verschenen als 'Vrouwen en ambitie'. Anna Fels beschrijft hierin hoe wezenlijk ambities voor ons (m/v) zijn, zowel voor het ontwikkelen van onze identiteit als voor ons welbevinden. Met verwijzingen naar veel (Amerikaans) onderzoek, anekdotes over meer en minder bekende personen en ervaringen uit haar psychiatrische praktijk, maakt ze meer dan aannemelijk dat het voor vrouwen door de bank genomen moeilijker is dan voor mannen om aan ambities vast te houden en ze te verwerkelijken. Veel observaties in dit boek kennen we, ook uit andere recente literatuur: docenten reageren anders op jongens dan op meisjes; mannen zetten tegenslagen gemakkelijker van zich af dan vrouwen; als er kinderen komen in een tweeverdienerrelatie is het vaak de vrouw die minder buitenshuis gaat werken en ook onder kinderlozen stromen er minder vrouwelijke dan mannelijke hoogopgeleiden door naar topfuncties. Al weet de auteur wel wat bevindingen te nuanceren, het patroon van de vele verschillen die ze aandraagt, stemt niet vrolijk: vrouwen hebben het moeilijker en dit kunnen ze slechts ten dele zelf beïnvloeden. Ambitie, stelt Fels, heeft te maken met een beeld van de toekomst waar u (m/v) naartoe kunt werken door vaardigheden en vakmanschap te ontwikkelen (u kunt nog zo hevig naar de hoofdprijs in de loterij verlangen, dit telt niet als ambitie). Bovendien wilt u - eventueel onbewust - een publiek dat uw prestatie waardeert en u erkenning geeft. Ambitie heeft een arena nodig, of dit nu het klaslokaal of de opiniepagina is. Dit brengt Fels bij de vele mentale en maatschappelijke patronen die de 'economie van de erkenning' bepalen: wie schenkt wie erkenning? U raadt het al: vrouwen schenken meer dan ze ontvangen en nodig hebben. Wie een boek als dit schrijft, ontkomt niet aan een indeling van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen. Fels duidt deze zo dat 'geven' de voornaamste activiteit is die vrouwelijkheid bepaalt: vrouwen geven bijvoorbeeld aandacht, zorg, morele steun en ook erkenning. Het is volgens de auteur dan ook typerend voor vrouwelijkheid dat die zich alleen in een relatie kan uiten (aandacht aan jezelf schenken telt blijkbaar niet), terwijl begrippen als 'autonoom' en 'solitair' juist met mannelijkheid worden geassocieerd. Elders redeneert Fels trouwens dat mannen juist door hun sterke behoefte aan erkenning erg afhankelijk zijn. Tja. Fels weeft een breed en meestal goed leesbaar verhaal, waarbij het belang dat ze toekent aan erkenning dit boek verheft boven de al snel gesimplicificeerde tegenstelling tussen nature en nurture als verklaring dat vrouwen en mannen zich verschillend gedragen. De rode draad is echter niet altijd duidelijk. Sommige onderwerpen komen meer dan eens aan bod en de (Nederlandse) hoofdstuktitels dekken de lading niet altijd. Dat is jammer, want Fels kiest interessante invalshoeken bij haar kernidee 'erkenning', bijvoorbeeld het ontwikkelen van je identiteit, de rol van ouders en andere mentoren, het bagatelliseren van succes of macht ('zo bijzonder ben ik toch niet?'), zaken die ons motiveren en de mate waarin mensen zelf de regie over hun leven menen te voeren (locus of control, self-efficacy). Dat de auteur naar eigen zeggen geen individuele oplossingen biedt voor de obstakels die onze (v) ambitie tegenkomt, valt goed te begrijpen. Dat echter haar collectieve advies inhoudt dat vrouwen druk moeten uitoefenen op de (Amerikaanse) overheid voor betere voorzieningen voor vrouwen en kinderen, lijkt na zoveel aandacht voor sociale en psychologische factoren toch wat magere symptoombestrijding (wat overigens niet betekent dat het resultaat voor het grijpen ligt). Kortzichtig is ook de opmerking dat ruim een kwart eeuw geleden vrouwen voor het eerst de culturele en juridische barrières doorbraken die hun weg naar maatschappelijk succes versperden. Kritisch en selectief lezen is dus het advies.
Over Marjan Grootveld
Dr. Marjan Grootveld is senior adviseur en onderzoeker bij Zenc in Den Haag.