De International Project Management Association (IPMA) heeft in de International Competence Baseline (ICB) vastgelegd aan welke eisen een projectmanager moet voldoen. De NCB is de één op één vertaling van de ICB. Een belangrijk deel van 'NCB Versie 3' is gereserveerd voor een toelichting op het certificeringsproces. Die informatie is ook gedeeltelijk te vinden op de websites www.ipma-nl.nl en op www.cito.nl (de certificerende instantie), maar de informatie in het boek gaat verder. Er is wel sprake van wat dubbelingen in de eerste drie hoofdstukken. Dat maakt het soms lastig om te lezen. Dit boek is ook duidelijk geen leesboek, zelfs geen studieboek. Het is een naslagwerk en dan mogen herhalingen voorkomen als dat het gebruik vereenvoudigt. De kern van het boek bevat een beschrijving van 46 competenties: - 20 vaktechnische competenties; - 11 competenties over de relatie tussen project en organisatie; - 15 gedragscompetenties. Paul Hesselman en Ine Groen-Waterreus omschrijven elk van die competenties uitgebreid voor degenen die gecertificeerd willen worden. Allereerst geven ze een omschrijving van de competentie, die daarna concreet opgesomd is in mogelijke processtappen en onderwerpen. De behandeling van de competenties sluit af met een opsomming van de andere competenties waar de behandelde competentie een relatie mee heeft. Die relaties zijn ook overzichtelijk opgenomen in L-matrices in de bijlagen. Grafisch zijn de competentiegebieden weergegeven als een oog: Het Oog van de Meester. Ik vind het wat vergezocht, maar het zal misschien meer visueel ingestelde mensen bijzonder aanspreken. Een belangrijke bijlage is die waarin de taxonomie is weergegeven. Daarin kun je zien welke competentie je op welk niveau moet beheersen, onderscheiden in kennis en ervaring. Het niveau wordt aangegeven met de letters A, B, C en D. Daarbij is D het instapniveau (projectmanagementmedewerker) en A het hoogst haalbare niveau (projectdirecteur). Daartussen liggen de niveaus 'projectmanager' en 'senior projectmanager'. Voor een hoger niveau wordt aanzienlijk meer verwacht van de te certificeren projectmanager. Kijk bijvoorbeeld bij competentie 2.11 (onderhandelen): D: heeft kennis van onderhandelingen; C: heeft bijgedragen aan projectvergaderingen en projectonderhandelingen; B: heeft projectvergaderingen gemanaged en onderhandelingen succesvol geleid; A: heeft anderen begeleid en aangestuurd bij hun activiteiten die onder B zijn opgesomd. De niveaus D en C bevatten een theorie-examen. Bedenk daarbij dat alleen de NCB niet voldoende is om het examen te halen. Daarvoor is een boek als 'Zakboek geslaagd projectmanagement' van Dierick en van Biezen geschikter. Vanaf C-niveau spelen een interview en assessment een belangrijke rol. Vanaf B-niveau is er zelfs helemaal geen theorie-examen. De theorie hoort dan bekend te zijn, ervaring is dan wat gemeten de examenkandidaat moet aantonen. Assessoren bepalen in een gesprek en op basis van ingediend bewijsmateriaal of een kandidaat het nagestreefde niveau bereikt heeft. Juist voor die assessoren is het hebben van een heldere baseline belangrijk. Daarmee is het ook essentiële informatie voor examenkandidaten. Zo is er bijvoorbeeld te lezen dat de assessor de STAR-methode gebruikt bij het stellen van vragen in het interview: Situatie beschrijven, aangeven welke Taak werd uitgevoerd, welke Activiteit gedaan is en welk Resultaat bereikt is. Dat maakt 'NCB Versie 3' een onmisbaar boek, maar wel een boek dat gericht is op een zeer specifiek publiek.
Over Joost van Driessen
Joost van Driessen is manager bij het Ministerie van Defensie. Hij is afgestudeerd in de informatica aan de Universiteit Leiden en deed zijn MBA-opleiding bij de Business School Nederland. Zijn werkterrein bevindt zich op het grensvlak waar organisatie en informatie elkaar raken.