strong>Toen ik voor PUM Senior Experts in Uganda was, sprak ik daar uitvoerig met de financiële man van een NGO die o.a. verantwoordelijk is voor het bouwen van huizen voor Grannies (oma’s van weeskinderen van AIDS slachtoffers).
Deze NGO had ook een afdeling die microkredieten verstrekte aan kleine ondernemers. De financiële man (een goed opgeleide accountant) vertelde dat hij nooit kon bekijken hoe een onderneming (hoe groot of klein ook) het echt deed. En om die reden was er in het begin veel wantrouwen bij het verstrekken van de micro-kredieten. Dat was niet bevorderlijk. Noch voor de verstrekker (veel controle, veel tijd, veel gedoe), noch voor de ontvanger/gebruiker (idem, idem en idem). Tot ze op een lumineus idee kwamen. Omdat de Grannies huizen kregen toebedeeld door een groep oude vrouwen (allemaal Grannies die samen besloten welke van hen het meeste in aanmerking kwam voor het volgende beschikbare huis), kon een dergelijk systeem natuurlijk ook werken met een groep ondernemers. Laten ze onderling maar uitmaken wie, wanneer welk bedrag mag lenen. ‘Community-funding’ noemde hij het, geloof ik. In de groep zaten altijd ook een paar mentoren - oudere ondernemers die al wel succesvol waren en nu graag begeleiden.
Ruud Hendriks (die bekende meneer van Endemol en andere zaken) en Patrick de Zeeuw (idem) doen min of meer hetzelfde in hun Startupbootcamp. Een mogelijkheid voor starters met een goed idee creëren, om hun idee uit te werken en begeleid te worden in de eerste stappen in het ondernemerschap. Hun ervaringen en hun kennis hebben ze in ‘I’m Hungry’ uitgeschreven. Het is daarmee een modern, praktisch en leuk boek geworden. Geen droge kost over businessplannen die tot diep achter de komma alles uitwerken, sterker nog, hun advies is om geen businessplan te schrijven maar een Canvas in te vullen. Dat is een vel papier waarop in negen vakken alle belangrijke aspecten van het bedrijf (van propositie tot markbenadering en partners tot kosten en opbrengsten) aan de orde komen. Samengevat in 1 A4 met een paar opgeplakte post-it notes.
De lijst met 100 adviezen waarmee het boek wordt afgesloten (naast een bijlage waarin Engelstalige legale voorbeeld-documenten) geeft een samenvatting van het hele boek. Het voorkomt dat je zelf aan de slag moet met het maken van een uittreksel want de volgorde van nummering is gelijk aan de volgorde in het boek. Het is dus geen top-100. Sommige adviezen zijn eenvoudig en rechtlijnig: “63. Vertel tijdens een pitch niet alleen over ‘wat’ en ‘hoe’ maar vooral over ‘waarom’.” Andere zijn complexer en getuigen van een grondige kennis van zaken. Vooral die adviezen waaraan je kunt merken dat beide heren gewend zijn veel zaken over de grens te doen; tot en met adviezen over ‘term sheets’ en onderhandelingen met (toekomstige) aandeelhouders.
Eerlijk gezegd is die lijst met adviezen niet het sterkste deel van het boek. Juist het journalistieke, het vertellende in de diverse hoofdstukken maakt het tot een heel erg leesbaar boek. Met veel waarschuwingen, veel nuchterheid maar ook met een zeker ‘onderliggend’ enthousiasme en humor. Je merkt aan alles dat Hendriks en De Leeuw het gewoon prachtig vinden om mensen te begeleiden die graag met hun goede idee een succesvol bedrijf willen maken. En afgaand op hun verhalen en ervaringen lukt het heel behoorlijk. Er zijn genoeg aanvragen voor de diverse internationale startupbootcamps.
Veel mensen denken er momenteel over om hun eigen bedrijf te starten. Zoals Alexander Klopping op de achterkant schrijft: hij weet nu dat hij ze naar dit boek zal verwijzen. Ik doe dat ook en beveel het aan bij iedereen die echt wil weten hoe dat nu werkt, zo’n eigen bedrijf starten. Prima, meteen doen, maar wel even dit boek lezen.