strong>Miriam en Carel van Renoij zijn expats die in Utrecht een nieuwe start maken nadat zij jarenlang in het buitenland hebben gewoond. Miriam is vijftien jaar jonger dan haar echtgenoot Carel, die net de zestig voorbij is. Carel heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk.
Miriam wil schrijver worden. Hun integriteit komt in het geding na de publicatie van ‘Het leven in het buitenland als echtgenote van een succesvolle man in zaken’, een bundel columns, waarvan de opbrengst naar een liefdadigheidsinstelling zal gaan. Miriam gaat in zee met uitgever Nadine Nederdijk. Deze vrouw laat het project echter volledig uit de hand lopen en tracht Miriam voor de gevolgen te laten opdraaien.
‘Gewetenloos, dacht ze. Het woord zat zo vastgeroest in haar hoofd dat het met moeite losgebikt kon worden. Het was een grafsteen geworden. Haar handen trilden. Een mes viel op de grond.’
Een jaar later blijkt Nederdijk, onder verdachte omstandigheden, te zijn overleden. Een dood die lijkt aan te sluiten bij de dramatische gebeurtenissen die het leven van Miriam en Carel ontregelden. Keert de situatie zich voor Miriam en Carel nog ten goede en wat is toch de betekenis van de ijsvogel? Je leest het in ‘Een jaar later’.
‘Ze was zo van slag dat ze trillend met een bonkend hoofd van de koppijn achter haar bureau bleef zitten. Zo trof Carel die naar haar op zoek was, haar aan. Ze vertelde hem wat ze ontdekt had.’
Knijff-Pot hanteert een fraaie schrijfstijl en haar taalbeleving is eveneens van bovengemiddeld niveau. De auteur weet een beklemmende sfeer te creëren die naadloos aansluit bij het sinistere karakter van het verhaal. Vooral de karakters van de twee hoofdpersonages zijn uitstekend neergezet en de dialogen zijn nergens gekunsteld of voorzien van teveel non-informatie.
‘Ik kan er niet tegen dat iemand die bij een genootschap hoort dat filosofeert over ethiek in de samenleving en die met opinies de publiciteit opzoekt, hiermee wegkomt. Geld achterhoudt dat haar niet toekomt maar goede doelen, terwijl ze nota bene zelf bestuurslid is van een ervan.’
Het feit dat Knijff-Pot ervoor heeft gekozen geen hoofdstukindeling te hanteren lijkt vreemd, maar werkt niet verwarrend. Sterker nog, in sommige boeken werkt een dergelijke indeling verstoring in de hand; in ‘Een jaar later’ is daar derhalve geen sprake van ondanks het feit dat er in het verhaal met regelmaat wordt teruggegrepen naar gebeurtenissen uit het verleden. Knijff-Pot heeft het geheel geconstrueerd tot een bijzonder knap en samenhangend geheel. Je moet het kunnen.
Het plot is uiterst verrassend en laat diverse deuren open.