René Wieringa stelt in Niet nóg meer technologie een prikkelende vraag: hebben we werkelijk meer digitale middelen nodig, of moeten we vooral beter leren omgaan met wat er al is? Het boek is bedoeld voor iedereen die zich weleens overweldigd voelt door de voortdurende stroom van nieuwe apps, platforms en systemen. In plaats van de zoveelste lofzang op innovatie kiest Wieringa voor een nuchtere insteek: grip krijgen op technologie begint niet bij méér, maar bij bewuster en slimmer gebruik.
menselijke schaal
Wat Niet nóg meer technologie aantrekkelijk maakt, is de manier waarop elk hoofdstuk opent met een herkenbare vergelijking uit Wieringa’s thuissituatie. Daarmee haalt hij de vaak abstracte wereld van IT en adoptie terug naar een menselijke schaal. Je ziet direct hoe een probleem dat in organisaties speelt, nauwelijks verschilt van wat zich in een huiskamer of gezin kan voordoen. Vanuit die herkenbare start bouwt hij elk hoofdstuk op met een casus en praktische voorbeelden, waardoor de methode concreet en toepasbaar wordt.
De vijf stappen
Wieringa beschrijft digitale adoptie in vijf stappen en maakt een duidelijk onderscheid tussen adoptie en transformatie. Waar veel aandacht uitgaat naar transformatie en innovatie – vernieuwing – benadrukt hij dat het belangrijker is om eerst ‘op te ruimen’ en bestaande technologie goed te gebruiken. Oftewel: digitale adoptie is de manier waarop je aantoont hoe goed technologie in gebruik is bij een persoon, groep of organisatie.
1. Begrijp digitale adoptie
De eerste stap draait om bewustwording. Adoptie gaat niet vanzelf: technologie wordt pas waardevol als mensen het omarmen. Dat betekent dat organisaties niet alleen naar systemen moeten kijken, maar vooral naar hoe medewerkers die gebruiken. Dit inzicht vormt de basis voor alle vervolgstappen.2. Onderzoek de effectieve inzet van technologie
Daarna is het zaak te bepalen wat technologie écht oplevert. Het gaat niet alleen om functionaliteit, maar om de vraag: welke processen verbeteren, waar ontstaat tijdwinst of kwaliteitsverbetering? Door kritisch te kijken naar gebruik en effect bereik je vaak met minder middelen méér. Zoals Wieringa schrijft: ‘Toch introduceren we nog steeds nieuwe technologie alsof het niks is, zonder goed te onderzoeken en analyseren wat het daadwerkelijk voor je organisatie oplevert.’3. Houd rekening met de menselijke invloed
Technologie staat nooit los van mensen. Cultuur, groepsdruk, karakter en psychologische factoren – zoals angst om fouten te maken of ervaren gebruiksvriendelijkheid – zijn bepalend voor succes. Interessant is Wieringa’s bespreking van gebruiksvriendelijkheid als subjectieve ervaring: wat de één intuïtief vindt, kan voor de ander complex zijn. Ook gaat hij in op generatieverschillen in de manier waarop mensen naar digitalisering kijken. Juist de menselijke factor blijkt vaak het verschil te maken tussen een mislukte en een geslaagde implementatie.4. Creëer inzicht in de praktijk en maak keuzes
Hier verschuift de aandacht naar concreet handelen: meten, analyseren en besluiten nemen. Door zichtbaar te maken wat wel en niet werkt, kun je bewuste keuzes maken in plaats van reflexmatig steeds nieuw aan te schaffen. Inzicht verkrijg je door gebruikers te bevragen, data te analyseren en gebruik te maken van AI – ironisch genoeg toch weer extra technologie. Zo ontdek je welke functionaliteiten overlappen en welke nauwelijks worden benut. Onderzoek laat zien dat gemiddeld meer dan 50 procent van de functionaliteit in zakelijke software nooit wordt gebruikt.5. Evalueer en continueer
Tot slot benadrukt Wieringa dat digitale adoptie geen eenmalig project is, maar een doorlopend proces. Evaluatie is nodig om scherp te blijven, successen te borgen en tijdig bij te sturen. Daarvoor is governance onmisbaar. Zijn stappenplan biedt houvast om dit proces gestructureerd aan te pakken. En misschien nog wel belangrijker volgens Wieringa: ‘Durf keuzes te maken!’Sterktes en kanttekeningen
De kracht van het boek zit in de eenvoud en toepasbaarheid. Herkenbare voorbeelden maken de methode tastbaar en de casussen geven vertrouwen dat ze in de praktijk werken. Wel richt de argumentatie zich vooral op functionaliteit en kostenbesparing. Dat overtuigt managers en beslissers, maar een bredere invalshoek ontbreekt. In een tijd waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt, kan ‘niet nóg meer technologie’ immers ook gaan over energieverbruik, afvalstromen of maatschappelijke impact.
Conclusie
Niet nóg meer technologie is een helder en bruikbaar boek dat een verfrissende tegenstem biedt in een wereld die blijft roepen om méér. Dankzij de persoonlijke vergelijkingen, praktische casussen en het overzichtelijke stappenplan geeft Wieringa zijn lezers een concreet alternatief: rust, grip en effectiever gebruik van wat er al is. Bovendien stelt hij via zijn website een toolbox beschikbaar om zelf mee aan de slag te gaan. Voor wie meer wil doen met minder is dit een waardevolle gids.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.